KIK,
taïntmir’
'SEN
l
f
kenhuis.
)SCHE
De Oorlog.
behalve
Zon
en
1.000.000.
rater
e Js eix
Eefje-
Jronwater.
op het Leven,
:n haag.
FEUILLETON
Vrijdag 21 Augustus 1914. 53e Jaargang.
ezx ^-d.-vextezxtxe'blsucl voor G-o-ixcla, ezx OaM-stxelsezx.,
Verschijnt dagelijks
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
I Telefoon Interc. 82.
Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82.
té. 12557.
ge-
rensverzekering tegen J
Arlon
GOUDA.
ten
en
ge-
Brinkman Z n., Gouda
merk W
•ootste voedingswaarde
uden Medailles.
in:
choonhoven, en
te Gouda.
dicht,
zakte
r 0.55
0.10
tjgbaar.
IË te Tilburg.
3f. M. HELOffJEJr
148, Gouda.
den
de
ÏFF, (Pres.), Dr. E.
•r. EMBDEN, Dr. P.H.
:r.)
het opruimen in dezen
ten om het Brokkenhuta
its bericht aan een o0t
m of per Tel. n°. 178,
mbte zal halen, wat U
De Óommissie:
Voorz.
NTZIG, Vice-Voorz.
1OOTENDORST, Pen.
vroeg ze.
door het verkeer eenigszins wordt
regeld.
Van het Oorlogsveld.
fVaw onzen correspondent)
Brussel, 17 Augs. 1914.
De komende dag.
Vandaag was ik getuige van eenige
gevechten in de omstreken vanThie-
nen. Aan de uiterste Belgische voor
posten woonde ik een ontmoeting, bij
van een troepje van 14 uhlanen tegen
8 belgische ruiters. Ik, was juist met
mijn auto de laatste post voorbij ge
reden toen ik van achter een heuveltop
de uhlanen zag verschijnen. Zoodra
hadden de Belgische ruiters hen niet
opgemerkt of zij stegen van hun paar
den lieten deze neer leggen en, ze
als verschansing gebruikend begonnen
er achter vandaan den vijand te be
schieten. Met de grootste kalmte laad
den de moedige kerels hunne kara
bijnen en schoten ze eerst af wanneer
zij zoo goed als zeker van hun schot
waren. Bijna elk -schot was raak en
binnen enkele minuten lagen 6 uhlanen,
doodelijk getroffen in het zand te
bgten, terwijl’ de andere 8, waarvan
verscheiden verwond waren, aftrokken.
De Belgen keerden daarna na Thienen
terug om zich te laten verbinden, want
ook zij hadden wonden gekregen. Ik
vertel U dit voorval waarvan ik zelf
getuige was als staakje van koelbloe
digheid van de Belgen. Zoo gebeuren
er dagelijks tientallen. Ook de Fran-
schen houden zich prachtig.
Een kamerlid voor Namen, die ge
tuige was van den aanval der Duit-
schers op de brug van Chimay, ver
telde my, gezien te hebben hoe nadat
de Duitschers de brug stormenderwijze
hadden trachten te veroveren de onzen
een tegencharge verrichtten. Een woe
dend gevecht ontstond op de brug,
dat eindigde in een volkomen neder
laag der Duitschers.
Toch zijn deze ontmoetingen niet
veel meer dan schermutselingende
groote slag moet nog komen en men
verwacht dien thans eiken dag. Het
aantal Duitsche soldaten dat zich thans
in België bevindt, moet enorm groot
zijnals het groote samen treffen plaats
heeft kan men zich dan ook op een
verschrikkelijken slag voorbereiden.
Brussel, 19 Augustus 1914.
De inneming van Leuven.
Dwars tegen de menschenmassa’s
in zochten wij onzen weg naar het
den dienst, zijn oogen vielen
een staat van verdooving
Kort Overzicht
BRUSSEL, 20 Aug. De Duitschers
zijn hedenmorgen in Brussel aan
gekomen.
Bovenstaand telegram, gisterenavond
in ons bezit gekomen, kenschetst de
toestand. De Duitschers zijn meester
van het terrein om zich thans een
doortocht te banen in zuidelyke
richting naar Frankrijk.
Een woedende strijd is gestreden
over een front van 10 K.M. tusschen
Thienen en Diest, waarbij het moord
dadig is toegegaan. De mitrailleuses
hebben de strijders weggemaaid. De
overmacht der Duitschers heeft de
Belgen gedwongen tot den terugtocht.
Leuven, Mechelen en Brussel zyn
thans in Duitsche handen. De troepen
hebben zich uit deze onbeschermde
steden teruggetrokken, teneinde ze
niet over te leveren aan de woede van
den oorlogsdemon, ze niet aan ver
nietiging prijs te geven.
De legermacht der Belgen is thans
met het hoofdkwartier in de stelling
van Antwerpen, waar, indien de Duit
schers tot een aanval zouden willen
overgaan, een ontzettende strijd ge
streden zal worden, daar Antwerpen
geduchte tegenweer bieden kan.
Stelselmatig heeft het Duitsche
leger zijn operaties voortgezet, zoodat
thans de algemeene opmarsch naar
Frankrijk kan beginnen, zonder dat
door het Belgisch leger althans ernstige
hinderpalen in den weg kunnen worden
gelegd.
Tot nu toe heeft blijkbaar alleen het
Belgische leger aan den krijg deel
genomen, daar van Fransche of
Engelsche legermachten, welke tot
steun der Belgen waren uitgezonden,
niots is vernomen. Het is klaarblijkelijk
dan ook alleen de taak geweest van
het Belgische leger den opmarsch der
Duitschers te bemoeilijken en te ver
tragen en daar is het Belgische leger
door zyn hardnekkigen tegenstand wel
in geslaagd. Inplaats van in 2 dagen
in Brussel te zijn, zooals pochender
wijze is .gezegd, hebben de Duitsche
troepen een paar weken noodig gehad
om zich den weg vrij te maken.
De Belgische Regeering heeft in
haar proclamatie tot het Belgische
volk gezegd
„Het belang, dat het meest over-
zette het glas aan de lippen
half ledig toen kwam hij
2. -- Zij keek
hem. niet aan, en slechts van tijd tot tijd
kwamen steeds meer soldaten vertellen
dat de Duitschers steeds meer op
rukten. Toen liet de burgemeester
bekend maken door aanplakking dat
de staf van Leuven naar elders was
getrokken en dat de garde civique
haar wapenen had in te leveren. Dit
werd nog aangevuld door de waar
schuwing tegen de Duitschers geen
daden van geweld te plegen.
Merkwaardigerwijs was de oorlogs
toestand, juist op het oogenblik dat
de ware oorlog zoo dicht bij was dat
de vijand zich op slechts enkele kilo
meters van de stad bevond, feitelijk
geëindigd. Mocht men de laatste dagen
niet meer zonder permissie het markt
plein over, thans waren alle hekken
van den Dam genomen. De wachters
aan de poorten waren verdwenen, ’t
leek wel in vredestijd.
Toch steeg de onrust bij de minuut,
niettegenstaande of misschien juist
omdat het kanongebulder te half negen
geëindigd was eri men daaruit begreep
dat de Belgen waren teruggeslagen.
In de Namensche straat verkondigden
met luider stemme eenige goede raad
gevers in den nood, dat voorzichtig
heidshalve het rood geel zwart moest
worden binnengehaald en inderdaad
verdwenen als bij tooverslag de vlag
gen van Üe daken en de cocardes van
de kleedercn der Leuvenaars. Zoo zit
de schrik voor de Duitsche flambbuw
in het Belgenland er in. Doch ’t kan
niet anders, want massa’s vluchtelin
gen uit de verbrande dorpen Aerschot,
Thienen en Corbeekloo, die den avond
te voren uit hunne huizen waren ge
jaagd, vulden thans den Steenen weg
tusschen Leuven naar Brussel.
Waarom naar een kleurrijke be
schrijving te pogen in deze droeve
tijden.
Laat ik mijn verslag schrijven gelijk
een deurwaarder de goederen uit oen
faillieten boedel noteert, want dat is
de moraal van hetgeen in België ge
beurt.
Ik heb kinderen gezien, inderhaast
bijna in het geheel niet gekleed, zij
strompelden met bebloede voetjes langs
den steenen weg, zij mochten zich nog
gelukkig achten de stumperds, want
zy waren met hunnen vader en hunne
moeder en er was een man, die niet
wist welke richting hij gaan zou om
zyne kleinen te zoeken welke hy in
het duister van den nacht in het ge
drang was kwijtgeraakt en er was eene
▼rouw, die ik by het Bassin van Leu
ven krankzinnig heb zien worden,
weegt, is, de taak te volvoeren, die
voor ons leger in het algemeene plan
van den veldtocht was weggelegd.
Die taak het is bekend was
de Duitschers zoo lang mogelijk op te
houden. Het Belgische leger heeft die
opdracht met bewonderenswaardigen
moed, volharding en doodsverachting
vervuld. Dat het tegenover de over
macht van Duitschland blijvend stand
zou kunnen houden, kon niemand
verwachten. Maar het heeft trouw zijn
bloed geofferd om de kleine maar
verschrikkelijke roeping te volvoeren,
die het in de mechaniek van de ge-
heele oorlogsorganisatie te vervullen
had gekregen.”
De taak van het Belgische leger is nog
niet ten einde. Staat eenerzijds Antwerpen
als een machtig bolwerk van verweer,
anderzijds kunnen afdeelingen van het
Belgische leger menigmaal afbreuk doen.
Volgens berichten in de Belgische bla
den is er een aanhoudende troepenaan-
voer uit Luik en omgeving langs de üur-
the via Durbuy en ook meer westelijk
over Ciney,
Dit blijkt ook uit het volgend bericht
aan een Belgisch blad ontleend:
„Naar een inwoner van Ciney verhaalt
doorloopen sterke Duitsche afdeelingen die
streek, hebben de staties van Rochefort en
Jemelle sedert een paar dagen bezet en
zouden een brug te Assesse lijn Brussel—
Arlon en een te Hamois (lijn Ciney-Hoei)
hebben doen springen. Talrijke ruiters
zijn door Ciney getrokken; dien dag had
een slag plaats te Vincon, waar de Fran
sche ruiterij Duitsche verkenners versloeg
en er een honderdtal van doodde.
„De uhlanen, die op verkenning uit
zijn, dragen palen om er draadlooze tele
grafie op te stellen. De meesten spreken
Fransch. Vele Duitsche motocyclisten door
trekken de streek; zij zijn in ’t grijs ge
kleed. Zij hebben kaarten van den Belgi
schen. Touring Club in hun bezit.”
In den Elzas hebben de Franschen weer
een overwinning behaald. Mühlhausen,
zou naar een bericht meldt, weder door
hen heroverd zijn waarbij vele Duitschers
krijgsgevangen zijn gemaakt en oen aantal
kanonnen in handen der Franschen vielen.
De oorlogsverrichtingen aan de Duitsch-
Russische grens zijn nog steeds scher
mutselingen, waarbij echter somwijlen he-
vigen strijd gestreden wordt. Oostenrijk
is thans ter zee aangevallen. Cattaro is
door de gemengde oorlogsschepen als ook
door de Montenegrijnsche forten op
berg Lovoen bestookt Gevechten in
Noordzee tusschen twee vijandelijke vlo
ten waarvan het bericht in het buitenland
verluidde, hebben niet plaats gehad.
Officieele berichten maken melding dat
de handel gelegenheid krijgt goederen te
exporteeren, naar het buitenland, waar-
benarde, welhaast verlaten Leuven.
Een vreemde tochtTerwijl op ieder
gelaat dat men op den weg tusschen
Brussel en Leuven ontmoette te lezen
lag somberheid en angst, ja angst
vooral en iedereen en alles koers zette
naar Brussel, zochten wij hardnekkig
onzen weg juist in de richting van
de stad thans door een ieder ontvloden
als waren pest en hongersnood de veste
binnengedrongen, de stad waarin men
zoovele jaren in vree en vriendschap
genijverd had. In wilde haast ont
vluchtten de bewoners, de armsten en
de allerrijksten thans hun stad, De
vreemde sliert van allerlei slag men-
schen, doch allen Belgen, eindigde op
het plein voor het station, waar dui
zenden Leuvenaars zich voor den trein
verdrongen. Van kaartjes verkoop was
geen sprake, men stapte maar in zoo
lang er ruimte overbleef in personen
en goederenwagens of klom, toen ook
deze tot berstens toe gevuld waren,
langs de latten met vrouw en kinderen
de beestenwagens in. Nergens was een
behoorlijk Belgisch soldaat te zien of
viel er een man van de burgerwacht
te bekennen.
De heer Lefèvre, een der notabelen,
dien wij om inlichtingen verzochten
vertelde: „Wij werden reeds te vier
uur in den morgen gewekt door angst
wekkend schieten en de meeste be
woners spoedden zich dan ook het bed
uit, schoten in de kleeren en liepen
de straat op, Wel weinig hoopvol was
de aanblik van onze stad. Een groot
aantal soldaten van de meest uiteen-
loopende regimenten liepen dikwerf
bemodderd en bebloed door de straten
of hadden zich op de keien te ruste
gelegd. Zij erkenden dat zij de hel
van het slachtveld in ontzettende angst
ontvlucht waren, ’s Nachts was in de
buurt om Cumptich een slag geleverd
waarbij do Belgen voor de óVermacht
der Duitschers hadden moeten vluch
ten.
Aan tegenstand viel waarlijk niet
te denken. Juist toen de mannen in
doffe onverschilligheid ons dit ver
telden, kwamen eenige lanciers luid
schreeuwend het marktplein op ge-
loopen hun kameraden beduidend,
naar het slagveld terug te gaan of
zich althans weder onder hun banier
te scharen. Of de lanciers die zoo
plots een bevlieging van dapperheid
kregen na den slag wel heel goed
wisten waar die regimenten nu eigen
lijk wel te vinden waren, betwijfelen
wij sterk. Tot overmaat van ramp
Jat hij weer eens gedronken had. Alleen
heb ik aan mijn eigen voordeel gedacht,
terwijl Ik voor het uwe zorgde. Ik kon
me zelven het genoegen niet ontzeggen, je
lot geheel in mijne macht te hchben. Je
kan nu kiezen, kindlief! Aan de eene. zijde
een jaarlijksch inkomen van tienduizend
gulden, volgens het echte testament van
den graaf. Het is waar, honger zal je
niet lijden; je kan fatsoenlijk stil leven,
nu en dan eens naar de opera, ’s zomers
naar een kleine badplaats, waar burger
lieden komen. En misschien trouw je dan
wel met een raadsheer; er zijn menschen,
die dat een geluk noemen. Aan de an
dere zijde opent zich met die vijf millioen
een schitterende toekomst, waarin je als
een koningin don toon in de salons der
groote wereld kan aangeven... Hier hield
hij even op om nog eens van den heer
lijken punch te drinken, on vervolgde
toen weer: Kom, wees nu geen zottin-
netfe; speel geen’ rol, die je niet goed
afgaat. Wees nu eens lief! Je bent zoo
schoon’. Heerlijke Minona, ik bemin je
Hij schoof nader bij en wilde den
arm uitstrekken om haar aan zijn borst
te drukkenmaar, hoe vreemd! zijn
arm scheen zoo zwaar als loodhij moest
hem weer laten zakken. Hij gevoelde op
eens een zware vermoeidheid in al zijn
ledematen: nauwelijks kon hij zijn oogen
openhouden.
Wat is dat? stamelde hij. Die ver
vloekte punch ik geloof dat ik
te veel heb gedronken Maar neen
Miqona ik bemin je ik
60U1SCHE COURANT.
Per kwartaalf 1.25
Idem franco per post1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad1 50
Idem franco per postL90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Mabkt 31bij onze Agenten, den Bockhandel en de Postkantoren.
MW Bouw- en Woning’
J u. Armenzorg. Onder
amissie.
zoeken wij geregeld tijdig
se mogen ontvangen**”
i, concerten, vermakelrj*’
n deze dan in 01160
melden.
rustten.
Het echte testament?
Bestaat dat toch nog?
Welzeker, lief kind.
Annetta kwam binnen en zette een
dampenden bowl punch op de tafel. Knip-
oogend, zonder dat de baron dit be
merkte, gaf zij haar meesteres een toe
ken, dat beduidde, dat zij (de kamenier)
waakte om zoo noodig bij de hand te
rijn.
De baron vulde onmiddellijk twee gla
zen, nam het zijne op en sprak: Op
je welzijn, mijn kind! Laten wij drinken
op onze goede vriendschap. Goede vriend
schap tusschen een man en een vrouw
voert meermalen tot liefde. En liefde, al
is het maar voor weinige oogenblikken,
hoop ik ééns nog ten minste van je
te ondervinden. Op je welzijn, lief
kind
Hij
dronk het half ledig toen
naast haar op de aofa zitten.
w ierp zij een steelschen blik op hem. Hij
nam haar hand in de zijne, doch zij trok
die haastig terug.
Wees maar niet zoo schuw, mijn
duifje, vervolgde hij. Ik begrijp wel,
dat je hooger strevende plannen in het
hoofd hebt, en dat ik niet zou aangeno
men worden, als ik je hand vroeg. Doch
heb daar geen zorg voor; ik heb er
nóóit aan gedacht, onze xomantische ver
houding te laten eindden in een pro
zaïsch huwelijk. Ik beir een dolende
PRIJS-DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer.
Elke regel meeru.iv
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Hij kon niet verder spreken; zijn tong
weigerde den ■»ii-
en in
hij ineen in een hoek der sofa,
waar Minona vlug weggesprongen was.
Hij is d ronken f riep zij met blijk-
Ijaren afkeer uit. Annetta l
De kamenier verscheen onmiddellijk, als
of ze achter de deur op post had gestaan.
Met een tevreden lachje keek zij naar den
slapenden baron.
Het drankje heeft goed gewerkt,
fluisterde zij hare meesteres in het Jta-
liaansch toe. U zal het mij niet kwa
lijk nemen, hoop ik, maar toen ik zag,
dat de baron het u lastig maakte...
Hoe zacht en goed ziet de baron er
uit, als hij slaapt, lachte Annetta. Als
een kind...
Spreek niet zoo luid! Als hij wak
ker wordt... O. mijn hemel! Wat moeten
wij met hem aanvangen?
Wees daar niet bezorgd voor, me
vrouw. De baron zal spoedig niet wak
ker worden. Een glas van mijn drankje
is voldoende voor 3 4 4 uren.
- Wat beteekent dat?
Wei, mevrouw, dat beteekent, dat
ik zeer goed een slaapdrank weet gereed
te maken. Ik heb slechts de helft van
een glaasje in den punch gemengd, en
hier ziet u de uitwerking. Goeden nacht,
baron, slaap wel: Wanneer wil u ge
wekt zijn?
Met pen triomferend lachje keek de ka
menier haar meesteres aan.
(Wordt vervolgd
ridder en behoor niet tot die bestendige
hii, wier ideaal het is, kinderen op to
voeden en een goed staatsburger te wor
den. Ik verlang niets van je dan een
heerlijk uurtje en een bescheiden aan
deel in den buit dien wij samen smaken.
Als je mij van de vijf millioen, die
je door mijn hulp in je bezit krijgt,
slechts een half millioen uitlietaalt, dan
ben je niet noemenswaardfg armer ge
worden.
Laten wij over het testament spre
ken, zeide zij, het voorhoofd fronsende.
Dat hebt ge dus nog in uw bezit?
Natuurlijk, mijn kind, en als je
het zien wil, hier is het! Hij tastte in
zijn zak en ontvouwde voor haar oogen
een papier, dat zij onmiddellijk herkende.
Ik ben nog al voorzichtig, en je zal
wel begrijpen, dat dit papier voor mij
een onschatbare waarde heeft, zoodra je
de dagteekening ziet Het testament van
den graaf draagt de dagteekening van 19
Januari 1878; wanneer je het valsche
testament, dat je in handen hebt wat nauw
keurig bekijkt, zal je zien, dat het
dagteekend is op 18 Januari.
Welnu, wat beteekent dat?
O, zeer veel, lief kind!Dat betee
kent, dat je geheel in mijn macht zijt.
Epn testament verliest alle waarde, als
het herroepen wordt door pen ander tes
tament van latere dagteekentng, Begrijp
je het nu, kindlief?
Dan hebt ge mij bedrogen! riep zij
uit, op verwijtenden toont
Toch niet, verzekerde de baron, na-
21)
Zie zoo mijn kind, sprak de baron
die intusschen de scherven bijeengeraapt
ea op den schoorsteenmantel gelegd had,
zie zoo, we zijn nu weer alleen, kom
nu eens bij me zitten en. laten wij eens
een ernstig woordje mot elkander spre
ken.
Ga weg! riep zij, terwijl ze op de
sofa neerzonk, met de hand voor de
oogen, alsof zij hare tranen terug drong.
Ga weg! Ik wil niets meer met u te
doen hebben!
Aha! riep hij honend, is dat
onze bondgenootschap? Hebben wij ons
daarom met zoo’n gevaarlijk stuk inge
laten? En is dat dezelfde vrouw, die mij
weinige weken geleden zoo liefkoosde en
die mij nu de deur wijst? Geloof je wer
kelijk, lief kind, dat je zoo gauw afkomt
Nan een man als ik? Denk je, dat je het
ou wel zonder me kan stellen, omdat je
het valsche testament in handen hebt
t Dat testament is niets waard, zoodra het
®ij in den zin komt, het echte testament
te toonen, dat nog altijd in mijn bezit is.
S Zij sloeg de oogen op en bemerkte
fen duivelaehtige uitdrukking in zijn
oogen, die boosaardig loerend op haar