IPS
llllllllll
it Blad.
kenhuis.
NAR
1
I De Oorlog.
Zaterdag 88 Augustus 1914.
53e Jaargang.
behalve Zon-
Feestdagen.
en
LAMPEN
Telefoon latere. 82.
Telefoon Interc. 82.
FEUILLETON
Eefje.
i mode vork I tt-,
te motorrijwiel.
nel, sierlijk en laag ii prijs.
f 79, GOUDA.]
Eerste Blad.
i
nu
|F
b. 12558.
KENNISGEVING.
XTieix-^XTS- en -^^cL"T"ex,texx‘tïe'"blsuQL toot GroixcLe, ezx Ox^xs'txelcezx.
Verschijnt dagelijks
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
twee
Naar
niet
en
68
Haar
22)
als
grooten
zoo’n
he-
XII.
(Wordt vwvolgd
Brinkman Zn., Go”^*
>•*4
El. SIEBOL Amsterdam,
ik
oude bekende,
naar de woning
b
Dit nummer bestaat uit
Naden.
Nisser verder
van mijnbeer
hij het oor te-
werk nog niet ter hand genomen,
courant voor zich en leest
lijd tot tijd richt zij
jonkman
voor
aan-
vreemd doch typisch schouwspel
waar
be-
drle-
COOPS, Wijdstmt 29
SSSEN.
SNEVELD Lnz.
ERLING.
verhaal
J voor
men
ook
ver-
i!
j het opruimen in dezen
ken om het Brokkenhuil
hts bericht aan een der
len of per Tel. n°. 178»
imbte zal halen, wat U
Wat? mevrouw Is het
u van zoo groote waarde, dat u het
iquw Bouw- en Woning*
2 u. Armenzorg. Onder*
mmissie.
I BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van Gouda,
Gezien artikel 182 der Gemeentewet,
Brengen ter kennis van de ingeze
tenen, dat het uitvoerig en beredeneerd
Verslag van den toestand der Gemeente
over 1913 ter Plaatselijke Secretarie
in druk verkrijgbaar is, tegen betaling
van één Gulden.
Gouda, den 21 Augustus 1914.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
]El. L. MARTENS.
De Secretaris,
J. v. HEUSDE.
Rijn kanaal de Franschen zijn terug
geslagen. In hoeverre deze overwin
ning, waarvan de om vang nog niet te
controleeren is, waarde heeft voor de
Duitschers, zal nog moeten blijken. De
Franschen hebben de Duitschers dezer
dagen ook teruggeslagen en Mühl
hausen opnieuw bezet, waarbij hun
veel oorlogsbuit in handen is gevallen.
Deze gevechten hoe bloedig ook,
leggen nietj als een veldslag gewicht
in de schaal.
De strijd wordt echter in den Elzas
dagelijks met groote verbittering ge
voerd en groote troepenmachten zijn
in eikaars nabijheid. De tijdingen van
ernstiger treffen dan tot heden, kunnen
niet lang meer uitblijven.
Van andere zijde zijn weinig be
ten ingekomen van beduidenden aard,
zoodat in de algemeenen toestand geen
verandering is waar te nemen.
Wat aangaat het gevaar dat Neder
land bij den oorlog zou kunnen worden
betrokken, uit den loop der gebeurte
nissen meenen wij te mogen consta-
teeren dat de laatste dagen vooral
eenige betrekkelijke zekerheid hebben
gebracht dat Nederland zijn onzijdig
heid niet met de wapenen zal behoeven
te verdedigen.
De Commissie:
j, Voorz.
LNTZIG, Vice-Voorz.
ROOTENDORST, Pen-
otweerde. Maar, mijnheer de baron, u
moet ook zoo hartstochtelijk niet zijn. Nu
zijtge braaf; zoo behoort het. Zoo moogt
ge hier slapen tot morgenochtend!
Nu spoedig aan het werk?, Annetta.
Wij moeten van de gelegenheid gebruik
•naken. De baron heeft in zijn borstzak
een geschrift, waar mij zeer veel aan ge
legen is.
Ha, dat moeten wij dadelijk hebbenl
Zit het hier?
Ja, maar pas op, dat je hem niet
SS l
Van het Oorlogsveld.
(Van onzen correspondent)
Antwerpen, 21 Aug. 1914,
xDe Toestand in Antwerpen.
De opwinding in do stad is onbeschrij
felijk. Meer dan uit iets anders blijkt dit
uit de meest fantastische verhalen welke
hier de ronde doen en grif door het pu
bliek worden geloofd. Zoo verzekerde
men elkander gisteravond als stellig dat
Leuven door de Engelschen en Luik door
de Franschen zou zijn heroverd.
Enorme hoeveelheden wapens zijn uit
Brussel naar bier overgebracht. Het aan
tal geweren revolvers enz. bedraagt vele
tienduizenden. Uit vrees voor de komst
der Duitschers en voor de mogelijke plun
dering en andere buitensporigheden had
den de Brusselaren zich sedert «en week
bijna allen van vuurwapenen voorzien.
Een wapenhandelaar die gisteren op mijn
uittocht van Brussel naar hier tot mijn
reisgenooten behoorde, vertelde mij dat
de wapenwinkels in Brussel en omstreken
nagenoeg geheel waren leeggekocht. Toen
het besluit bekend werd dat Brussel niet
zou worden verdedigd werden deze allen
naar Antwerpen overgebracht.
Op mijn reis naar Antwerpen kwam ik
nog een ander vreemd verhaal te hooren.
In België zit men sinds eenigen tijd zon
der eenig bericht over den populairen en
geliefden Antwerpschen duivel, Jan Olie-
blagers. Gisteren sprak ik op mijn reis
met twee vluchtende geestelijken. Zij ver
telden mij te hebben gezien dat de Bel
gische soldaten stroopoppen maakten die
zij in brand staken. Toen zij hun vroegen
wat dit moest beteekenen, kregen zij ten
antwoord: „Weet gij dan niet wat Olie
slagers heeft gedaan? Dit is Olieslagers
dien wij verbranden”. En er volgde een
verhaal dat de Antwerpsche duivel gehei
men van het Belgische leger en zijn lig
ging voor een half millioen francs aan
de Duitschers zou hebben verraden. Hij
zou zijn ontdekt en in de buurt van Leu
ven opgehangen.
Ik geef dit onwaarschijnlijke
hier weer omdat het typeerend is
do heerschende verwarring, waarin
alles vertelt on alles gelooft, maar
omdat do Belgen inderdaad sedert
scheidene weken niets van hun geliefden
'held hebben vernomen.
In Antwerpen tracht de bevolking den
tijd van gespannen afwachting te dooden
met op straat het laatste nieuws te ver
nemen. Duizenden verzamelen zich op het
plein voor het station om de treinen met
gewonden af te wachten, die verdeeld
worden over de ruim 100 hospitalen, wel
ke te Antwerpen zijn opgericht. Vanmor
gen zag ik welk een Indruk de aankomst
dezer ongelukken op de duizendhoofdige
menigte maakte. Hoe ostentatief de Bel
gen anders ook mogen zijn, wanneer het
geldt vreugde of smart te uiten, als de
„Roode Kruis” auto’s passeeren, gaat een
rilling van ontroering door de menschen-
massa’s en waart een angstige stilte over
het geheele plein. Zijn dft auto’s dan ver
dwenen, dan breekt het volk los in ver-
wenschingen tegen de Duitschers.
Ik ging het station binnen en zag daar
een Duitsch officier en een soldaat, twee
krijgsgevangenen.
De officier zag er nog dragelijk uit,
maar de soldaat leek geen mensch meer.
Ik kon het hem aanzien dat hij in dagen
genoeg had gegeten. Uitputting
ontbering hadden zich op zijn trekken af-
goteekend. Verdwaasd zat de ongelukkige
voor zich uit te staren. Op dit oogenhlik
trad een zuster van het Roode Kruis op
hem toe met brood en koffie waar hij als
een uitgehonderd dier op aanviel.
Het Antwerpsche volk, turende door
de glazen der statiedeuren, ontstak
hierop in groote woede en het riep
„Moeten die lui net als onze jongens
in de kussens d„teerste klasse zitten”!
De ordebewakers dienden de deuren
te sluiten, wegens de dreigende hou
ding welke het volk aannam.
Ik dien nog eenige meerdere feiten
te releveeren welke de grootste ver
bittering tegen de indringende Duit-
sche troepen hebben gaande gemaakt.
Het volk dat thans in ledigheid door
de straten loopt, doet elkaar de schrik-
Kort Overzicht
I De Duitsche troepen schrijden steeds
I verder België in. Na Leuven, Meche-
I len en Brussel wordt thans de komst
I der Duitschers te Gent aangekondigd,
I wiar de burgemeester dier stad een
I proclamatie deed aanplakken dat de
■burgers geen verzet moeten plegen,
Bïpdat geen geweld zal worden gebruikt.
De provinciën Brabant en Antwer-
pen dragen de sporen van den oor-
I logstijd in de verwoestingen, die zijn
aangericht.
I Het Belgische leger is verschanst
in het bolwerk van Antwerpen en zal
vandaar uit, naar de berichten luiden,
hetzij Antwerpen al of niet belegerd
wordt, de Duitsche troepen aantasten
in den rug bij den opmarsch naar
het Zuiden, tenzij zulk een aanzienlijke
Duitsche legermacht voor Antwerpen
wordt geslagen, dat zulks onmo^Blijk is.
Het is |waarschijnlijk dat de rech-
tervleugel van Bet Duitsche leger naar
Frankrijk opmarcheert in de richting
van de Fransche grensvestingen Lille,
Cendó, Mauberge, Landrócis en Rocroy
waar ook de linkervleugel vermoedelijk
aal aankomen.
De telegrammen van gisterenavond
maken melding van een krijgssucces
der Duitschers in den Elzas, waarbij
zelfs 7000 Franschen krijgsgevangen
rijn gemaakt. Uit een telegram van
Fransche zijde blijkt dat bij het Marne-
«*-• Je hebt me een grooten dienst be
wezen, waarvoor ik je flink zal beloonen.
Niet waar? Dat heb ik goed be
dacht, toen ik hoorde, hoe u den baron
Maar, mijnheer de baron,
Ik
moet erkend
te mogen ontvangen va®
n, concerten, vermat?
m deze dan in onze
jrmelden.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf 125
Idem franco per post„1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad„1.50
Idem franco per post. „1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
GOUDSCHE COURANT.
U rail
doen door Wk
i gaan gebruiken 'S.
et te laat is.
EGEN.
DE WORTELS. I
E OF VET.
»E HOOFDHUID. I
COIFFEUR.
flacon. I
IDMMU, Bas**.
voor
verbrandt?
Ja, het is voor mij millioenen waard,
zoodra het niet meer bestaat.
Minona was bij den haard gaan zitten
en zag met genoegen, hoe het papier in
de vlammen tot asch verteerde.
Goddank! riep zij uit, toen do laat
ste vonk in het papier gedoofd was.
En nu spoedig onze kaffers gepakt; wij
reizen weg!
Reizen
Ja, op staanden voet.
Waarheen?
Naar Windeck. Ik hoop, dat er van
avond nog een trein gaat. Is dat niet ’t ge
val, dan brengen wij dien nacht in een
hotel door. Laat door den portier dade
lijk een rijtuig bestellen.
Toen de kamenier een half uur later
met hare meesteres Minona’s boudoir ver
liet, keerde zij zich nog even naar den
slapenden baron en zei: Aangename
nacht, heer baron.
Verplaatsen wij ons
van Mooi-Eefje.
van Ostendö komen.
Ostende zijn verschillende
Brusselaars gevlucht, evenals een aan
tal dagbladcorrespondenten, voor
namelijk Engelsche journalisten. Deze
kunnen als de nood aan den man
komt, naar de overzijde van het Kanaal
uitwijken. De onbekendheid met den
loop der gebeurtenissen is de eigenlijke
oorzaak geweest dat er Donderdag
morgen onder de vreemdelingen en
ook onder de vele Brusselaars een
soort paniek was uitgebroken. Brussel
had zich voorbereid op een verdedi
ging en toen nu plotseling de procla
matie van burgemeester Max verscheen,
maakte zich Woensdag een paniek van
do menschen meester en noe rustig
het overigens in Brussel is geweest,
de bestorming der treinen op Donder
dagmorgen die ik bewoonde, is iets
om nimmer te vergeten
Nog dien ik mede te deelen dat ik
te Dendermonde een groot aantal
Duitsche wagens, wagens dienende
voor kolen en goederenvervoer heb
gezien, welke vermoedelijk door de
Belgische regeering in beslag zijn
genomen.
Een i
zag jk in de richting van Gent,
ik treinen geheel uit locomotieven
staande zag. Het waren welgeteld
honderd locomotieven. Sprekende met ver
schillende Antwerpenaren, kan ik lot mijn
genoegen aonstateeren dat de genegenheid
dor Belgen voor Holland wederom stij
gend is, en dat de weldenkende Bolg zelf
er van overtuigd ie dat, gezien de ellen
de en verschrikkingen vau den oorlog,
Holland het wijst doet do strikte neutra
liteit te handhaven. Voor het Paleis van
Koningin Elisabeth, dor Belgen sympa
thieke Koningin, staan nog steeds duizen
den nieuwsgierigen. De Prinsesjes en
Prinsen zijn nog steeds ondanks do ver
zoeken in de dagbladen het voorwerp van
wel wat al te onbescheiden belangstelling,
hoewel het Antwerpsche volk met zijp be
langstelling niet andefs dan hartelijke
sympathie wil betoonen. Ijloezeer de schrik
bij de Belgen er voor de Duitschers in
zit blijkt uit de omstandigheden waaron
der de menschen uit dorpen en steden ge
vlucht zijn. Ik zat toevallig in den trein
met een slager uit Mechelen, die mij ver
telde dat er ’s nachts om twee uur alarm
was geslagen, terwijl de burgerwacht
werd aangezegd dat degenen die van plan
waren te blijven doorvechten, zieft ton
spoedigste naar Antwerpen hadden te be
geven en de anderen hun wapens had
den in te leveren.. Do meesten, neen bijna
allen, trokken daarop onder het zingen
van Volksliederen in de richting Antwer
pen. Dit was een grootsch moment in bet
late nachtelljk uur. Wat ?sich zelf aan
een zacht aankloppen.
Karei Nisser verliet de kamer on sloop
zacht een paar treden de trap op. Hij
hoorde, dat de deur van den schrijver ge
opend en onmiddellijk daarna weer op
slot gedraaid werd. Blijkbaar werd uit
voorzichtigheid de deur weer geslo
ten, zoodra de bezoeker Was binnenge
treden.
Onhoorbaar sloop Karei
de trap op naar ,de deur
Knablein’s kamertje, waar
gen het sleutelgat legde.
■—Wil mijnheer de baron plaats nemen?
vroeg de schrijver.
Ik kom thans niet nis har on;
ben op het oogenhlik uw
mijnheer Vogel; begrepen?
Ga zitten, mijnheer Vogel! sprak
de schrijver. Ik heb echter liever met
den baron te doen dan met mijnheer
Vogel.
Dat begrijp ik zeer goed; de baron
^rukte u gister vijfduizend) gulden in de
hand.
Vijfduizend gulden! De luisteraar aan
de deur hoorde die woorden met verbazing
aan. Wat voor een zaak zou dat geweest
zijn, waarbij mijnheer Kpablein 5
groote som geld verdiend had?
En danvoer de schrijver
schroomd en bijna stotterend voort,
u weotde zaken die wij samen gedaan
hebbenvoor geen geld zou ik weer
zoo iets
bakker maakt
Wees maar niet bang: hij slaapt als
.een mormeldier. Daar voel ik al wat.
rzoekenwii geregeld tijdig De slapende maakte een beweging, als-
Uz» mnaan ontvangenvaB 0 voelJe, dat een vreemde hand zijn
ikelijk' ^ret aanraakte.
- Heb ik mijnheer in zijn slaap ge
stoord? vroeg zij spottend. Ik vraag
u duizendmaal om verschooning slaap
lu rustig verder. Zoo, hier heb ik een
Papier! Is het dit, mevrouw?
Zij haalde eèn geschrift te voorschijn,
Het meisje zit op baar gewone plaats
aan het venster, maar zij heeft haar ge
wone - u““4 -
Zij heeft een
daarinvan tijd tot tijd richt zij haar
blikken naar de straat, om naar de voor
bijgangers te zien.
In de aangrenzende kamer is de jonge
Karei Nisser bezig zich te kleeden,
zijn moeder binnentreedt.
Wel, zegt ze, trek je nu je Zondag-
sche kleeren aan Wat ben je van
plan s
Moeder, antwoordde de
met komischen ernst, bereid je
op groote dingen. Ik ga vandaag
zoek doen bij een rijke erfdochter.
Ja, wel zeker, je bent er juist de
man voor, om met een rijk meisje te
trouwen.
Zij bemint me, zei Karei weer, zich
houdende alsof hij met ingenomenheid in
den spiegel zichzelven bekeek. Hm 1 zij
heeft een goeden smaak 1 Ik ben een
knappe jongen, dat moet erkend wor
den.
Je bent een gek! barstte juffrouw
Nisser uit. Hoe kom je aan zoo’n in
beelding!
Wel, de menschen zeggen,
mijn moeder gelijk,
is mij dikwijs verteld, dat
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Loop naar de maan met die gekke
praat! riep de dame uit. Zeg liever, hoe
laat kom je eten?
De jonkman gaf op deze vraag geen
antwoord; hij had op'straat een persoon
bemerkt, die zijn aandacht geheel in be
slag nam.
Geen twijfel, dat was de man, dien
hij vroeger in gezelschap met mijnheer
Knablein had gezien. Hij stak de straat
over en kwam recht op de woning van
Knablein af.
Wat zou hij in ons huis komen
doen? mompelde de jonkman, en met ver
bazing zag juffrouw Nisser, dat haar
zoon de laarzen uittrok, en achter de
deur ging staan, die hij op een kier ge
zet had, om goed te kunnen luisteren.
Wat doe je nu weer? vroeg zijn
moeder.
Niets moeder. Wees slechts een
oogenhlik heel stil. Daar komt hij al.
Wie dan?
Een verdachte kerel, die zaken heeft
mot den schrijver, die boven woont.
Maar wat gaat je dat aan?
Meer dan u weet. Ik bid u, moe
der, ga eenige ©ogenblikken bij Eefje in
de andere kamer. Zoo straks zal ik u
alles vertellen.
De oude dame mompelde eenige onver
staanbare woorden en ging In de andere
kamer bij Eefje.
De luisteraar achter de deur hoorde,
hoe do voetstappen op de trap klonken
en eindelijk stil hielden bij de kamerdeur
van mijnheer Knablein; toon hoorde hij
dat Minona dadelijk herkende als het
testament van den graaf. Haar oogen
schitterden triomfeerend.
Geef hier; dat stuk is voor mij van
groote waarde. Zij liep haastig naar den
haard en wierp het geschrift in het
vuur.
kelijkste verhalen van de vreeselijke
verrassingen, welke de Duitschers
hebben veroorzaakt.
Ik heb mij daaromtrent een en ander
laten inlichten en hoewel ik er niet
■meer van kan zeggen, moet worden
erkend dat ook het vernuft en de
vindingrijkheid in deze waarlijk niet
ontbroken hebben. Met groote trots
wijst het Antwerpsche volk elkaar op
de sterke forten en de stalen vuur
monden welke dreigend gericht staan,
alsof zij direct reeds een woordje
zullen medespreken
Alle vreemde journalisten zijn gis
teravond in groote haast in de richting
der Hollandsche grenzen gevlucht. Men
kan inderdaad spreken van een vlucht,
want eenige Hollandsche collega’s, die
ik op mijn reis tegenkwam, verklaar
den de waarheid hiervan laat ik
geheel voor hunne rekening dat de
Belgische legerautoriteiten verklaard
zouden hebben, dat indien zij vreemde
journalisten na morgen op Belgisch
grondgebied in de nabijheid der troe
penbewegingen zouden aantreffen,
dezen journalisten tegen een muur
geplaatst zouden worden om gefusil
leerd te worden. Vanmorgen had ik
te Antwerpen een onderhoud met een
gezaghebbend persoon en vroeg hem
of de mogelijkheid groot is dat Ant
werpen weldra zal worden belegerd.
Hij antwoordde dat er zijns inziens
geen kwestie van is dat de Duitschers
de domheid zouden begaan, de vesting
te belegeren en wei om twee redenen
1°. de Duitschers zullen voorloopig
met een omsingeling volstaan
2°. zij zullen geen half millioen
opofferen om Antwerpen in te sluiten
en in te nemen, daar de Düitschers
zooveel mogelijk soldaten zullen noodig
hebben tegen de andere mogenheden,
waarmede Duitsohland in strijd is.
De treinenloop in Bel^ie naar de
hoofdstad is geheel gestaakt, zoodat
ook te Antwerpen noch {iost, noch
couranten aankomen.
Antwerpen is dan ook geheel ver
stoken van nieuws en het weinige dat
men krijgen kan zijn de officieele be
richten, welke door de militaire auto
riteiten worden verstrekt.
Het eigenaardige verschijnsel doet
zich dan ook voor dat men te Ant
werpen en te Brussel zelf volkomen
onkundig is van wat er eigenlijk ge
beurt en dat men het neiuws ver
neemt van vluchtelingen uit het bin
nenland komend of van menschen,
die uit de richting van Nederland of
zoek doen bij een rijke
met een rijk meisje
dat ik
en vroeger
t u een mooi
meisje was/ Dat zeggen de menschen
natuurlijk kan ik daar zelf niet over
oordeelcn, want toen u een jong meisje
was, heb ik niet de eer gehad u to ken
nen.
veel op