GAS
Ine
tam”
KEN
lillll.
i<
‘li
Hiri 191!
o
f
i
I
GAS
De Oorlog.
Vrijdag 8 Januari 1915.
Mo 12675.
53e Jaargang.
Feestdagen.
Verschijnt dagelijks
behalve
Zon-
1 i
I
7
Ff-,1 ILLK1O\
I
|nwater
OUWBÜRG.
JENOEGEN”.
L.
Verwoeste JSevens.
icht hebben?
v‘1
/Kz.
I q
XTievL-ws- exx -Z^.d-'verte^a.tïe'blsxd. voor G-ovlcL=u ezx Oarcxstrelcezx-
tl
en
II
l LOGT MELSERT.
Uitgevers A. BRINKMAN EK ZOOI*. Telefoon Interc. 82.
Telefoon Interc. 82.
1
i
HOOFDSTUK VI.
loos.
22)
Wordt vervolgd.
WELL
foor
tste
hoewel
vervoer
tuurde
ter-
NOE
>er persoon,
teursrechten.
loting op Maan-
avonds 8 uur
voedingswaarde.
MedaiUfK.
Een beeld der werkelijkheid
AC. KOOIJ Ki.
ieringerwaard,
met het instal-/
de
van
i lie-
wer-
op-
een-
de
VORSTELLING
bespelers.
ERKADE
REDE
IWAARD.
9 dit werk a
het gropi
saai voor Mili-
luziek
e 8 n. Muzikale
dre Strijkorkest,
mmissie Armen
ui A Zn., Gouda.
n eener vrijwillige
ont-
dat
zijn
Grevelingen.
7 Jan. (Hbld.) Het bericht
G0UD8CHE COURANT.
m van een brief-
sn aanneming der
50
Uit Brussel wordt d.d. 7 Januari
geseind: Het in de buitenlandsche
bladen verspreide bericht, dat de aarts
bisschop van Mechelen, kardinaal Mer
cier, wegens een door hem uitgevaar-
digden herderlijken brief, in zijn paleis
bewaakt wordt, of ook wel in hechtenis
genomen is, is een volkomen valsch
bericht. Ook de verdere bewering, dat
Belgische priesters door het aflezen
en de verspreiding van het herderlijk
schrijven zoüden gearresteerd zijn, is
onjuist.
Bovenstaand telegram loochenstraft
de berichten omtrent de gevangenne-
1
um-Ieeftgd 21 jaar.
um-leeft. 29 jaar
am-leeftijd 21 jaar.
um-leeft. 28 jaar.
im-leeftijd 19 jaar
um-leeft. 25 jaar.’
reeds zeer vol
kunnende stoken,
im-leeftijd29jaar)
st 20 jaar immer
snst te treden als
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post
Abonnementen worden
Markt 31, by onze Agenten
/)P REKENING
BGGAAF VERGOED;
A 15 CT.|
Aan het Oostelijk Front.
De slagvelden aan de Bzura.
De reporter Granville Fortescue
kreeg van den Russische Generalen
Staf verlof de slagvelden aan de Bzura
te bezoeken en hij doet daarvan het
volgend verhaal
Dezen morgen heeft bet gesneeuwd
en de droefgeestige, bruine, Poolsche
vlakte is in een schitterend wit ge
kleed. Op onze hoofden drukt een
groezelige, zilverachtige hemel neer,
die nauwelijks hooger dan een grauwe
kamerzolder schijnt te hangen. In het
Noorden steken een paar boomen hun
kale takken in de leegheid omhoog en
Irijven van
IU8.
EVOORDE,
»g 8 uur.
taatsen
i der Sociëteit,
deren Loge of
1 f 1.per per-
Loge of Stalles
per persoon.
Voor
go
niet
ming van den kardinaal, doch eigen
aardig ia het zeker dat d i t bericht
eerst nu komt, terwijl de mededeelin-
gen omtrent zijn gevangenhouding in
zijn paleis reeds sinds eenige dagen
overal zijn verspreide
het geluk, dé sombere woekerplant niet
opnieuw haar gansche ziel oinstrengelen
met zijne tallooze strengels Helaas mijn
jongen, ik vrees, dat het voor u beter
ware geweest In Renaud’s plaats In de
diepte te verdwijnen, dan aldus uwe toe
komst toe te vertrouwen aan handen die
er mede spelen kunnen.”
Intusschen heerschto er nog altijd
grootste verslagenheid in het huis
den kunstschilder. Marcelle, die niets
ver wenschte dan dat de nagelaten
ken baars vaders veel geld zouden
Jirengen, was druk bezig naar rechts en
links te schrijven om al zijn doeken bij
een te krijgen en ze tevens, hetzij ge
deeltelijk, hetzij alle te zamen, aan den
AmerikaAnschen kunetkooper aan te bieden.
Doch terwijl zij hieraan het grootste
gedeelte van haar tijd besteedde, ergerde
het haar dagelijks meer en meer te zien
hoe hare broeders, wel verre van zich
iets te ontzeggen, geheel en al het leven
van vroeger voortzetten, met dit eenige
verschil dat zij zich steeds op de etens
uren te. huis vertoonden en mede aan
zaten.
Op zekeren dag zeide de oudste; „Gij
zoudt ons genoegen doen, moeder, tegen
aanstaanden Zaterdag twee kamers voor
ons gereed te laten maken.”
„Twee kamers herhaalde de wedu
we zonder te begrijpen.
„Ja, het spijt ons genoeg^ 1
hebben beiden ons appartement
ten zeggen. Van het oogenhlik af
vader ons niets nagelaten heeft
Zeppelins boven Duinkerken.
LONDEN, 7 Jan. De „Times”
vangt oen telegram uit Vlaanderen
gistermorgen vroeg drie Zeppelins
gezien tusschen Calais en C1'_ zIL,
londen, 7 j__.
dat drie Zeppelins bij Calais zijn gezien
wordt bevestigd door -het feit, dat dien
dag herhaaldelijk Duitsehe vliegers bo
ven Duinkerken verschenen. Deze bezoe
kers, die, één uitgezonderd, geen bom
men wierpen, waren -waarschijnlijk ver
kenners. Tot vijf keer toe werden de vlie
gers gezien. Granaten ontploften opkor
ten afstand van een Duitsehe machine,
waardoor dezo een oogenblik het even-
In België.
De arrestatie van Kardinaal Mercier.
De Times wijdt een lang hoofdarti
kel aan de gevangenzetting van Z Em.
Kardinaal Mercigf, en legt er den na
druk op dat deze jongste toepassing
der Duitsehe methodes ongetwijfeld
een diepen indruk zal maken, niet
slechts op de Roomsch-Katholieke
Kerk doch op de geheele beschaafde
wereld. Het blad wijst er vervolgens
op dat zelfs van Duitsch militair stand
punt deze maatregel verre van ver
standig i«. Nergens immers poogde
Duitschland, sinds het uitbreken van
den oorlog zijne daden zoozeer in een
gunstig daglicht te stellen als aan het
Vatéfcaan en Keizer Wilhelm heeft
sinds zijn troonbestijging steeds bë-
Vfezen groote waarde te hechten aan
m goede verstandhouding tot den
^Heiligen Stoel. Te Rome echter moet
de arrestatie van dezen kerkvorst wel
een zeer onaangenamen indruk maken,
en er was een tijd dat zulk een daad
den vollen toorn der Kerk zou hebhen
doen neerkomen op hen die haar be
dreven.
Het canoniek recht geeft alleen den
Paus jurisdictie over een kardinaal,
en de hoogste kerkelijke straffen kun
nen opgelegd worden aan hen die een
kardinaal doet gevangennemen.
De Times wijst er vervolgens op
dat kardinaal Mercier niet slechts lid
is van het H. College, maar dat hij
ook om verschillende redenen een der
meest in aanzien staande leden is. Hij
is een man der Kerk van dien onbe
krompen geest welke zijn invloed ver
buiten den kring der geloovige Ka
tholieken doet gelden. En het blad
huldigt den kardinaal als steunpilaar
dar Katholieke partij in België en meer
nog om „het schitterend voorbeeld van
vaderlandsliefde en toewijding dat hij
sinds de Duitsehe invasie heeft ge
geven.
Het |blad wijst er échter op dat de
Duitsehe militaire kaste reeds als een
beleediging beschouwt dat kardinaal
Mercier, door persoonlijk de verwoeste
districten te bezoeken, de bewijzen
heeft van hetgeen de Duitsché'rs in
België deden, want deze daden kunnen
thans bevestigd worden door een ge
tuige, „wiens autoriteit onaantastbaar
is en wiens karakter en positie gewich
ten in de schaal leggen voor geheel
Europa en Amerika’’.
België is een Katholiek land, een
zeer groot deel van de bevolking van
Duitschland, en een nog grooter deel
Van de bevolking van Oostenrijk is
Katholiek. Zelfs in Pruisen vormen
de Katholieken een derde van de be
volking. De Duitsehe Keizer en zijn
raadsleden zullen zich rekenschap heb
ben te geven van den indruk dien deze
stap zal teweegbrengen op het gemoed
en gevoelens der Belgen en op de
Katholieke elementen in hun eigen
land en dat van hun bondgenoot.
Voor de Beieren en Oostenrijkers en
yoor de groote mwea der Duitsehe
Katholieken zal hetgeen aanleiding tot
protest en droefheuL agn. In Italië
en Spanjè, in Ierland en de Vereenigde
Staten, waar de lersoho en Duitsehe
Katholieken talrijk zijn, zal het een
soortgelijken indruk maken. In Frank
rijk en Engeland zal het zelfs door
niet-Katholieken veroordeeld worden
als een gewelddadig ingrijpen ih de
uitoefening van de episcopale plichten.
wicht verloor en moest dalen. Daarop
werd hij verjaagd1 door een Engelschen
en franschen vlieger. Eén, Duitsehe vlie
ger liet bommen vallen in een voorstad,
zonder echter schade aan te richten. De
burgemeester van Duinkerken gaf Dij pro
clamatie den raad aan de burgerij dek
king te zoeken zoodra vijandelijke lucht-
vaarders mochten worden gesignaleerd.
Een blauw-witte vlag werd op den toren
geheschen. Daarop werden de straten on
middellijk ontruimd.
Uit Parijs wordt dd. 7 Januri ge
seind
Uit Belfort wordt gemeld, dat de
gevechten in den Boven-Elzas zeer
moorddadig worden voor de Duit-
schers, die vrijwel overal de vlag van
het Roode Kruis uitsteken, om het
vuur van de Fransche artillerie af te
wenden.
Uit het land van Luik.
De Maastrichtsche correspondent
van de N. Crt. meldt
In de kolenmijnen to Wandre zijn
nu ongeveer 400 arbeiders aan het
werk getogen. Al werken zij slechts
4 dagen per week, ze verdienen ten
minste zooveel, dat ze zichzelf kunnen
onderhouden.
Er is meer dan genoeg aanvraag
in Nederland naar de magere anthra-
ciet die daar wordt verkregen. Aan
twee firma’s wordt geregeld verzon
den. Industriekolen zijn er niet te
krijgen.
In tegenstelling met het bericht,
dat in België door de Duitschers het
geheele spoorwegverkeer is geopend,
kanTVorden medegedeeld, dat in de
provincie Luik geen enkele spoorweg
in gebruik is. De dienst zelf van Luik
naar Brussel en trouwens ook de ove
rige dienst geschiedt door de Chemins
de fer vicineux waarop Belgisch pet-
soneel dienst doet.
Sedert eenige dagen mogen ook
deze trams na 8 uur ’s avonds de
grens niet meer over en zoo zijn de
reizigers, die per middagtrein naar
Maastricht willen terugkeeren en in
Herstal op de tram uit Luik moeten
wachten, die meestal te laat komt,
genoodzaakt ’s nachts in Bassenge te
blijven, omdat de tram, waarin men
moet overstappen, niet op de aanslui
ting wacht, omdat hij dan niet meer
vóór het vastgestelde uur de grens
heeft overschreden.
Geheel verlicht van harte keerde Onno
huiswaarts en begon hij allerlei plannen
voor de toekomst te maken. Het was als
of hij niet aan zijn geluk had durven ge-
looven, zoolang bij Helmveld’s vergiffe
nis niet had gehad. Was niet één enkel
woord van den grijsaard voldoende ge
weest om voor altijd zijn droomen om
ver te werpen Want nooit zou Geer-
truida Holdius hare toestemming hebben
gegeven tot het huwelijk van haar zoon
met een meisje zonder hart; en hij had
zijne moeder te lief om alles te trotsee-
ren en tegen haar wil in te gaan.
Wat den ouden muziekmeester betreft
hij zat nog op dezelfde plaats waar de
jongeling hem verlaten had, en
strak voor zich uit op den grond,
wijl hij mompelde
„Weet de mensch ooit of hij goed han
delt of niet Die arme jongen zegent mij
thans, omdat het mij aan den moed heeft
ontbroken zijn droomen te vernietigen
en wie zegt mij of de dag niet zal aan
breken waarop hij mij vloeken zal om
mijne zwakheid Waarom ook moet het
hart zoó weinig naar het verstand luis
teren Het is waar, Marcello heeft veel
geleden in den laatsten tijd, en lijden
maakt den mensch dikwijls beter, kan
voldoende wezen om de grootste zelfzucht
op eenmaal te dooden, maar dat geschiedt
bij mannen, en is eene zelfzuchtige vrouw
niet een monster van wie niets te ver
wachten blijft? Zal, onder de zon van
PRIJS DER AD V ERTENTI ÊN:
MgSlBT X Van gewone regels met bewysnummer.ff,0.55
Elke regel meer0.10
drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing vail 15’ regels f0.35 by vooruit-
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
maar wij
t op moe-
dat
„Kunt gij toch niet op inoeder’s kos
ten komen leveiï,” viel do oudste zuster
hen haastig in de rede.
„En wat zou daar zoo vreemds in
zijn vroeg een der broers op spotten
den toon „ol geniet gij datzelfde voor
recht niet
,,Ik ga spoedig trouwen.”
„O Ja, met dien onnoozelen Holland-
schen jongen,” spotte de ander, ik moet
zeggen dat ik jé besluit bewonder, want
er hoort moed toe op die wijze aan de
armoede te ontkomen.”
„Ik verbied u aldus over Onno Hol
dius te spreken riep Marcello driftig
uit. „Hij is een groot kunstenaar, een
goed mensch en hij heeft ons allen on
vergefelijke diensten bewezen.”
F nkel en alleen omdat hij daarvoor be
loond hoopte te worden door uwe liefde,
die natuurlijk toch nooit tot zulk een on
geluk kan gaan.”
Aleer nog het jonge meisje had kun
nen antwoorden, hief Julte de Clinchamps
het hoofd op en vroeg zij, op een toon
van groote gestrengheid, dat hare kinde
ren elkander verbaasd aanzagen
„Mag ik ten minste weten waarmede
hij die benaming verdient
„Met alles,” klonk het onbeschaamd'
„vooreerst met zijne oudmodische Wee
ding die al dadelijk zeggen wil, dat hij,
die geld genoeg heeft om zorg aan zijn
toilet te besteden, een echte vrek moet
zijn; en dan niet zijne wijze lessen die,
op zijn leeftijd, volkomen ongepast zou
den zijn, als zij niet zoo belachelijk wa
ren. Ten einde ons wel deugdelijk vooraf
te verwittigen dat wij nooit te hopen
hadden op eenlgen onderstand van onzen
waarden zwager, heeft hij .ons een voor
een onderhanden genomen en de schoon
heden van den arbeid voor oogen ge
houden; alsof wij luisteren zouden naar
den zoon van een kruidenier I”
„Gij deelt beter dat te doen, dan hier
nog te willen leven van het Weinigje dat
moeder overhoudt,” zeide Marcello, bleek
van verontwaardiging.
„Waarom Wij zijn te oud om nog
de eene of andere loopbaan te beginnen;
de wet zegt dat de ouders zoolang zij
leven hunne niets verdienende kinderen
onderhouden moeten, en wij zullen van
leze zeer wijze bepaling gebruik maken
tot den dag waarop wij het geluk heb
ben de eene of .andere rijke erfgename
tot vrouw te krijgen.”
Ditmaal antwoordde Marcello niet meer.
Voor het eerst maakte zij een vergelij
king tusschen de opvoeding door Geor
ges Renaud aan zijne kinderen gewehon-
ken en die welke Onno gekregen had.
Zonder het zich zelve te durven beken
nen, had zij, in al haar vreugde haar
toekomst verzekerd te zien door de
groote liefde welke zij het geluk had ge
had op haar pad te ontmoeten, meer dan
eens een weinig minachtend gedacht aan
de eenvoudige manieren van haar aan
staanden echtgenoot.
„Ja, meester,” antwoordde Onno
voudig, „en ik zweer u dat 'alleen
herinnering aan ons gesprek, eenmaal in
deze zelfde kamer gevoerd, mij belet mij
volkomen gelukkig te gevoelen; want ik
vraag mij af of gij u rekenschap zult
geven van de inspanning, welke het mij
kostte haar in al dien tijd niet op te
zoeken. Het lot, het blinde lot alleen
voerde ons weder bijeen.”
De grijsaard liet beide handen op On-
no’s schouders rusten. „Ik geloof u,
zeide hij, „gisterenavond las ik de waar
heid op uw gelaat; indien ik toen met
u gesproken had, zou ik v waarschijnlijk
hard en onrechtvaardig geweest zijn
maar ik bracht een langen, slapeloozen
nacht door, en ik heb u begrepen, mijn
jongen. Al beklaag ik u ook uit het
diepst mijner ziel, en al wensch ik ook
immer vreemd te blijven aan uw vrouw,
hier zal ik u altijd met blijdschap ont
vangen, en ik herhaal u mijne belofte
dat uwe moeder nimmer iets door mij zal
weten. Zijt gij tevreden over mij
Tot eenig antwoord wierp Holdius zich
in zijne armen.
Aan het Westelijk Front
Het Fransche communiqué van gis
teren meldtDe vijand beschoot hevig
het Belgische braggehoofd ten Zuiden
van Dixmuiden. Wij hebben een hevi-
gen aanval in de omstreken van Rgs-
sel afgeslagen, waar wij een aantal
vijandelijke verdedigingswerken heb
ben vernield. Wij hebbed met behulp
van mijnen de vijandelijke werken ten
Oosten van Reims doen ophouden.
Wij hebben een deel van de vijande-
lijke brug ten Noordwesten van Fle-
rey veroverd. In de richting van Alt-
kirch hebben wij vorderingen gemaakt,
waar wij 4 K.M. Noordwestelijk van
deze plaats een bosch bezet hebben.
Onze artillerie heeft de kanonneu van
den vijand tot zwijgen gebracht, die
het hospitaal van Thann, den gehee-
len dag door, beschoten.
Blijkens berichten van verschillende zij
den zijn de Duitschers weer druk bezig
met het versterken der Belgische kust.
De correspondent van de Times in
Nancy meldt, dat, volgens vliegeniersbe-
richten uit Metz de Duitschers op het
noordelijk deel van het front zich opnieuw
tot oprukken gereed maken.
In Metz en Straatsburg zouden sterke
troepenmachten samengetrokken worden.
Verscheidene regimenten, die in het
Noorden bij Dixmuiden en Yperen gestre-
r den en van welke eenige daar zeer z-fraar
geleden hebben, zijn naar de grensves
ting Metz gebracht en daar weer op hun
oorspronkelijke sterkte aangevuld,
de stad zijn nieuwe grondwerken
maakt; er wordt ook een spoorlijn
legd, die, mogelijkerwijs, hoewel
waarschijnlijk, voor het vervoer vam
zwaar geschut naar St. Mihiel over Thjrau-,1
court bestemd is. Men heeft den algefiiee*;' Ge
nen indruk, dat hier een koortsachti^
bedrijvigheid met een bepaald doel owr
wikkeld wordt.
f 1.25
150
1.50
1.90
dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
ten, den Boekhandel jen de Postkantoren.
zij verven een zwarten vlek op het
lynwaad van grgs en Wit,
Dat is het slagveldlandschap.
Achter de boomen stroomt de Bzura.
Voor ons strekt zich de vlakte uit,
vlak en leeg; hier en da$r zwarte
punten, eenzame hoeven, terwijl in het
Zuiden de weg naar Kalisch loopt,
door een lange rij bladerlooze boomen
omzoomd.
In het Westen ligt Sochaczew, een
donker gewirwar van huizenmassa’s
nabij den weg, die tot aan de rivier
loopt. Door dit landschap kruipen
hier en daar gestalten. Het zijn de
vermoeide ruiters, wier kleine paardjes
den kop laag op den grond laten
hangen. Ook de kanonniers bij de
batterij rechts zijn moe en slechts zel
den hoort men de dof-dreunende stem
van hun vuurmonden.
Achter den horizon in het Noorden
rolde als donderslagen het veelstem
mig koor van kanonnen uit de boom
groepen komt een ander geruisch. Pop,
pop, pop, popaaanu het geweer
vuur. Dat knettert al den heelen mor
gen, doch hoe ik ook kijk, ik zie ge^n
enkelen soldaat. Hun loopgraven zijn
mij gewezen, maar dat is de Jcunst
der Russen, dat zij hun loopgraven
bijna onzichtbaar aanleggen. Uur op
uur antwoordden zoo de kanonnen
elkaar op den oever der Bzura. Gra
naat na granaat wringt zich in den
weeken bodem. De geweren knetteren
onophoudelijk. Winnen wg? Verliezen
wij? Het schijnt, dat de Duitschers
over de. rivier onder ons gekomen zijn,
want de granaten vallen al ongemoe-
delijk dicht bij. Wij bergen ons naar
Sochaczew.
Sochaczew is een stad der dooden.
Haar zwijgende straten doen het knal
len van onze motor griezelig weer
klinken, alsof er een geesten-automo-
biel achter ons aantuft. De stad heeft
met haar bogenbouw en de kleur der
huizen een Spaansch voorkomen. Hier
en daar loert uit dè ramen en deuren
een vaal gezicht. De angstige oogen
zgn vragend op ons gericht. Bijna elk
dak heeft van de beschieting geleden,
soms steken nog maar enkele balken
als sceletten in de lucht. Wij houden
stil op het marktplein, loopen naar
de Kalische brug en de Bzura ligt
voor ons, een glimmende gele streep,
die thans wereldberoemdheid gekregen
heeft. Kale, bruine boomen streven
aan den oever omhoog. Hoogstens
400 passen zijn wij van de Duitsehe
loopgraven verwijderd. Dat is ons toch
te ongemoedelijk en wij keeren terug.