p 1 iG 1 V De Oorlog. 12677. Maandag II Januari 1915. 53e Jaargang. Verschijnt dagelijks en Feestdagen. behalve Zon- ïïitgevera A. BRINKMAN' EK ZOON, uilen van Ft eede tffen. Ft» u i.ktox r water. ^oraoaato JBovons. l?Tïeia.-ws- ezx -A-d-TrertezxtïeTolsLêL voer G-ovlcIsc ezx OzxxstxeHsexx. Telefoon Interc. 82. st*- Telefoon Interc. 82. O een ul terete met (Wordt rorrolgd Een beeld der werkelijkheid te de keer sryft *016 urn .71). Tilburg. ELOlfJKJr. >uda. roei— artela KMO II ZUIVER El HELDE* M TE •EIRUIKEH El NEER VERfMEllTE." zich be- dit MUME COURANT. oorlogstooneel ie het weder nog niet be ter geworden. Op het geheele Oostelijke front bleef de toestand onveranderd. Klei ne Russische aanvallende bewegingen ten Zuiden van Wlawa zijn afgeelagen. Het uithongeren van Duitschland. De in den grond zeer juiste, doch vaak niet minder overdreven berichten in de Fransche pers omtrent een min of meer spoedig te verwachten schaarschte van levensmiddelen in Duitechland, welke dit land tot den vrede zou dwingen, geeft Parijache bladen aanleiding te waarschu wen tegen deze overdreven voorstelling. Zoo schrijft de Humanlté in een hoofd artikel Het zou onzerzijds een gevaarlijke illu sie zijn te meenen dat Duitschland bin nen weinige weken volkomen uitgehon- Rameensche dienstplichtigen. Uit Londen wordt aan de „Baaeler Nachriohter” geseind dat Rnmenië alle in het buitenland vertoevende en tot het actieve leger behoorende Ru- menen, heeft bevolen terug te keeren. f 1.25 1.50 1 50 1.90 dagelijks aangenomen aan ons Bureau: ten, den Boekhandel en de Postkantoren. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post. Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post Abonnementen worden Markt 31, hij onze Agenten die allerhande waren voor hun land in Zweden trachten op te koopen, het wantrouwen van Engeland heeft ver wekt. <1 had, der het moet verkeeren dan het neutrale Zweden. Het moet zeer betreurd worden, dat Engeland niet de minste gema tigdheid kent bij het inbeslagnemen van neutrale ladingen, en indien de sympathie van het Zweedsehe volk voor het Engelsche niet diep gewor teld was, dan zou men hier heel wat ontstemming, zoo niet ernstige ver bittering waarnemen. De industrie im mers lijdt zeer belangrijke schade. Zoo had de fabriek Steverta een be stelling op zeemijnen ontvangen van het militair bestuur te Kariskrona; deze bestelling kan zij niet uitvoeren omdat de Engelschen de benoodigde 10 ton rubber reeds sinds November te Newport vasthouden. De 3000 kilo rubber, die besteld waren voor het vervaardigen van de pantserboot „Sverige" blijven eveneens uit tenge volge van het Engelsche uitvoerver bod, evenals de uit Amerika ver scheepte staalplaten, die te Newcastle in beslag zyn genomen. Algemeen verlangt men in Zweden, dat ten slotte $en eind zal gemaakt worden aan dit optreden van Enge land, maar tevens moet men erkennen dat vele Zweedsehe kooplieden door het leveren van verschillende, als con trabande te beschouwen waren aan Duitechland, het hunne hebben bijge dragen om de scherpe maatregelen der Briiache regeering U vMjjorzaken, evenals een te groote bereidwilligheid >lk zal hut hun vragen," antwoordde mevrouw Renaud, schijnbaar bedaard, of- ■«hoon zij van verontwaardiging beefde, „indten ze weigeren wat ik als een per soonlijken dienst zal beschouwen, dau zal mijn oom graaf (te Clinchamps, zeer ze ker bereid zijn daartoe over te komen. „De generaal F” riep Arnaud uit. „Hoe komt gij op dat denkbeeld, moedor P” „Om de eenvoudige reden dat lieden van zijn naarn zich niet lievreead ma ken, dat men hen verdenken zou zich door beleefdheid jegens minderen In rang te verlagen. Bij mijn huwelijk heeft zijn broeder, mijn vader, geen oogwenk go- Iwijfefd of hij juffrouw Renaud, uwo grootmoeder, wel den arm zou aanbie dt* het spijt mij dit aan haar klein zoon* te moeten herinneren." De jonge man was geheel uit het veld geslagen; on hij was zoo verwoed dat hij den wandelstok dien hij in handen hield, door midden brak. De weduwe hield zich als bespeurde zij hier niets van, en ging rustig voort. „Ik wensch niet hetzelfde gesprek met de anderen te voeren. Gij zult hen daar om uit mijn naarn ondervragen; ik voor mij blijf bij mijn besluit, en verzoek u mij morgenochtend te zeggen of ik, ja of neen, aan mijn oom schrijven zal." Daarna verwijderde zij zich, om dien dag zelve Geertruida Holdius naar’t bosch te vergezellen. „Vreemd genoeg, dat zij jutet zoo In den smaak der Hollanders moet vallen 1" klonk bet l>oosaardig. „Zeg liever dat liet haar noodlot te. Nummer één heeft haar heel wat kwaad gedaan met zijn dolzinnige streek, en met dezen hier kon liet weleens even slecht afloopen. Zulke halve wilden na men allee zoo verbazend tragisch op I” Intusschen waa de kennismaking lus- schen de beide moeders vrij wat beter afgeloopen. Hoe groot ook bet verschil mocht zijn dat er bestond tusschen de opvoeding van Julie de Clinchamps en die der nederige weduwe van den krui denier, er is een adeldom van ziel die een fijngevoeligheid en eene kieschheid verleent, welke aanstonds opgemerkt wor den door wie ze ook liezitten. De twee vrouwen waren vóór alle dingen moeder en verstonden elkander geheel en al mevrouw Renaud wist thans dat zij ge rust kon zijp; hoe ver ook van haar verwijderd, zou he< haar dochter nooit aan steun of liefderijke zorgen ontbreken. De bruidsdagen verliepen in stilte maar toch genoegelijk. De rouw verbood alle feesten en men was dus meestal on der elkaar. Onno besteedde daarenboven veel tijd aan het bezichtigen met zijne moeder en zijne bruid van de merkwaar digheden der stad, en zoo Marcello’s broe ders al een» de eene of andere mis plaatste aardigheid zeiden, die betrekking had op de oude vronw, hij bemerkte het niet. Zijne moeder werd zoozeer door hem vereerd, dat het niet in hem op voorraden levensmiddeten constateert het antwoord, dat het Britache rijk bereid te toe te staan, dat levensmiddelen niet zul len worden aangehouden, wanneer er geen vermoeden beslaat, dal zij bestemd zijn voor (ten vijand, maar het Briteche Rijk kan geen definitieve belofte geven omtrent dit onderwerp. Het antwoord stelt in het Jicht, dal het hoogst noodzakelijk te, dat verdachte sche pen worden opgebracht naar een haven om te worden onderzocht. Het antwoord legt den nadruk op het toenemend gevaar, dat neutrale landen die grenzen aan het land van den vij and, in een mate zooals tevoren nog niet te voorgekomen, de baste worden voor toevoer van voorraden aan den vijand. Daarom tracht het Briteche Rijk in het belang van de nationale veiligheid goederen inderdaad bestemd voor den vijand te onderscheppen zonder zich in te laten met goederen, die eerlijk bestemd zijn voor neutralen. Het geheele antwoord kenmerkt door een verzoenlijken loon en de reidbeid tot tegemoetkoming waar plicht te. Gebrek aan robber. Reeds bij het begin van den oorlog werd volgens een bericht uit Stockholm herhaaldelyk, ook van Duitsche zijde, de vrees uitgesproken, dat Duitschland betrekkelijk spoedig gebrek aan rubber zou hebben, en vele Duitschers, die geacht mochten worden op de hoogte te zijn van den toestand vreesden veeleer dat dit behpwrijke oorlog** materiaal hun leelijke parten zou spe- evenals een te groote bereidwilligheid len, dan dat zij beducht waren voor tegenover de talryke Duitsche agenten den hongersnood, waarop Frankrijk J:“ -- en Engeland speculeerden. In Duitsch land poogt men den laatsten tijd het dreigende gebrek aan rubber zooveel mogelijk te bemantelen, al hebben de vele geruststellende verzekeringen niet steeds de beoogde uitwerking gehad. Intusschen bestaat er alle reden aan te nemen dat de toestand inderdaad vrij ernstig is, en dat Duitschland, wat zijn rubbervoorraad betreft, alle nadoelen ondervindt van Engeland* onbeperkte heerschappij ter zee. In Zweden kan men zich hiervan eenigs- zins een denkbeeld vormen, doordat de industrie, in dit neutrale land reed* zeer gevoelig te lijden heeft onder de schaarschte aan rubber, welk artikel terecht door de Engelsche regeering als contrabande wordt beschouwd, al is hare opvatting, die rubber tot on* voorwaard^lyke contrabande verklaart, wel wat bedenkelijk. Het spreekt bijna vanzelf dat het oorlogvoerende Duitsch land in een nog ongunstiger positie PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer.f 0.55 Elke regel meer,0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deie tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0 95 per regel. Groote letftrs en randen naar plaatsruimte. Van Oostenrijksche zijde. De algemeene toestand te niet veranderd. Ten Zuiden van den Weicljeel beschoten de Russen gisteren onze stellingen zonder eenigea goeden uitslag, waarbij zij hun vuur te gen de door ons bezette hoogte Noord- üoBtelijk van Zakliczyn richtten. Ten Noorden van den Weichsel heeft hier en daar een hevig artilleriegevecht plaats. Een poging van den vijand om met zwakke troepen de Nida over te steken, mislukte. In de Karpateen heerscht rust; twee verkenningsafdeelingen van den vijand, die zich in de Bukowina te dicht bij onze voorpostenlinie waagden, wer den door artillerie- en mitrailleursvuur vernietigd. De Briteche Regeering beeft thans het antwoord gepubliceerd hetwelk door haar i* gezonden aan de Vereenigde Staten ia antwoord op de bekende nota betreffende de aanhouding van schepen voor neu trale havens. Het antwoord verklaart, dat alle aan gegeven punten zorgvuldig zijn overwo gen in denzeifden geest van vriendschap pelijke gezindheid en openhartigheid, wel ke de Amerikaan ache nota bezielde. De meening wordt uitgesproken, dat groote dwaling heerscht omtrent den om vang van de Briteche bemoeiingen den handel der Vereenigde Staten. In v woord de cijfers van den uitvoer Aan het Westelijk Front In het Fransche communiqué van 10 Jan. wordt gezegd In Champagne van Reims tot Argonne heeft onze artillerie met belangrijken uitslag da Duitsche loopgraven beschoten. De stellingen bij Perthes genomen zijn ingericht. Een Duitsche tegenaanval ten Westen van Perthes is af geslagen. Bij de hoeve Beau-Séjour hebben wij een tweevoudigen vooruitgang ge maakt, door ten Westen terrein te winnen, terwijl ten Noorden een vijan delijk steunpunt genomen is. Onze artillerie heeft een aanval in het bosch van Apremont gestuit; ook hebben wij in de Vogezen aanvallen op Walt- willer en Thann afgeslagen. Het groote Duitsche hoofdkwartier deelt het volgende mede Op het Westelijk oor- logstooneei heeft het slechte weder ook gisteren aangehouden. De Leie ia op sommige punten tot op een breedte van 800 M. buiten haar oevers getreden. Vi> andelijke pogingen om ons uit onze stel lingen in de duinen bij Nieuwpoort te rug te dringen, mislukten. Ten Noord westen van “Soissons hebben de Fran- schon hun aanvallen herliaald, die gis teren alle met groote verliezen voor hen werden afgeslagen, waarbij meer dan 100 gevangenen in onze handen achterbleven. De gevechten aldaar bleven ook heden weder voortduren. Ten Westen en Wn Oosten van Perthes (ten Noordoosten van het kamp van Chalons) hebben de Fran schen opnieuw hevige aanvallen ten uit voer gebracht die met zeer zware verlie zen voor hen werden afgeslagen. Wij maakten daarbij 150 man krijgsgevangenen. In Argonne hebben wij weder terrein ge wonnen; hier alsmede in de omgeving van Apremont en ten Noorden van Toni duren de gevechten nog voort. Op 8 Jan. 's avonds poogde®, de Franschen opnieuw het dorp Ober-Burnhaupt in een nachtelijken aanval te veroveren. De aan val mislukte volkomen. Onze troepen maakten verder 230 Franschen gevangen en veroverden een machinegeweer, zoo dat onze buit met 2 officieren, 420 man en 1 machinegeweer vermeerderd te. De Franschen leden ook hier klaarblijkelijk zware verliezen; een groote menigte doo- den en gewonden ligt voor het front en in de aangrenzende bosschen. Gistere® hebben slechts geringe gevechten in den Boven-l lzas plaats gehad; tegen midder nacht hebben onze troepen bij Nieder-As- pach een Franschen aanval afgeslagen. Aan het Oostelijk Front V*n Dulteohu «ijde. Op Oostelijk. gerd zal zijn en dat een hongersnood bet voor de Verbondenen op de kniedn zal werpen. Het zal zeer zeker te lijden heb ben, doch wij gelooven niet dat het door een hongersnood tot den vrede kan ge dwongen worden. Wat veeleer als de waarheid erkend moet worden ia dat wij den vrede en de overwinning op het slagveld tot hoogen prijs eerst kunnen koopen door een vastbesloten en moedi gen tegenstander in het slof te doen bij. len, een tegenstander, die, evenals wij zelven, besloten is tot het vechten. Laten wij dus volhouden vijand wordt eiken dag met nieuwe moei lijkheden bedreigd, doch met de Oosten rijkers en Hongaren zijn zij meer dan 100 mlllioen sterk; zij zijn bedrijvig en ijverig en hunne krachten worden ver dubbeld door hot bewustzijn van bet ge vaar. Bedenkdijke oorlogspropaganda. Een onderwijzer te Hilcbin gaf aan zijn vrouwolijke leerlingen een opstel op over het onderwerp „Wat ik met den Kei zer zou willen doen F’ Do Daily News geeft eenlgo uittreksels van do opstellen. Als ik den Keizer in handen schrijft oen van de zachtzinnigste schrijfsters, dan zou ik bem naar <iland Ut. Helena verbannen. Daar ken hij zioh dan verbeelden, gebieder van du wereld te zijn. i en voorzichtige jonge dame schrijft indien ik den Keizer In handen kreeg dan Im im aan de potttte ot de soldaten uitleveren, want ik zelf ben niet groot genoeg, om mot hem te vechten. Als ik don Keizer in handen had schrijft een derde, dan zou ik hem mee- uemen naar België en item laten zien al wal hij heeft gedaan en ik zou liem dwingen alles weer op te bouwen en heel U> maken. In ik zou hum dwingen al zijn eigen schatten aan te dragen en dto neer te zetten in de Belgische hui zen, kathedralen en kerken. Als ik den keizer In handen kroeg neent een vierde, dan zou Ik hem zoo «oedkoop mogeiijk laten begraven (do re dactie teekenl hierbij aan do jongt) schrijf ster heeft blijkbaar don afkoer der ar- bei der «klasse van een goedkoope l*gra- lente). Indien ik den keizer in handun kiueg, mount een kwaadaardige schoone, dan zou Ik horn tncenemun naar do 'jttecn- street (een wijk die zeer veel recruten leverde) en aan het volk daarvan hem overgeven. Ate Ik dat niet deeddan zou ik hem in een ijzeren kooi steopen en Item langs bot marktplein rijden on daar het volk met hem laten doen, waar het zin in zou hebben. I Indulijk stelt nog een Xantippetje voor, Z. M. den snor uit te trekken. gesolliciteerd, en het eenige wat hij be loven kon was zijn ontslag te zullen no men, indien het Marcel ie na verloop van oen jaar niet bevallen mocht in Neder land. Het huwelijk zou nu spoedig voltrok ken worden, opdat hij zich geheel aan zijn nionwen werkkring zou mogen wij den, van don dag af waarop hij in funo- tie trad. Drie weken vóór de plechtigheid be gaf hij zich naar Parijs, vergezeld van zijne moeder, die zich voor die gelegen heid tweo nieuwe toiletten had laten ma ken. „Hoe vindt gij het oudje vroeg de oudste broer aan een zijner zwagers. „Fen prent; maar men kan ook niet alles verlangen van een dergehjk hu welijk." „Dus te het ook uwe meening dat Mar cello het enkel doet om haar toekomst te verzekeren F” „Zonder twijM.” „Ja, die Onno past in ’t geheel niet bij haar." „Het schijnen lieden uit die voorwe reld, die moeder on zoon. Het oudje beeft het goedgevonden daar straks te vertellen, dat zij sedert de verloving van haar zoon Fransch te gaan loeren. Als of iemand die haar boort daaraan be hoefde te twijfelen!” „Ik eik geval bewijst het hoezeer Mj op dat huwelijk gesteld was. Nu, voor Marcello te het ook eene gedachte mé salliance.” verband hiermede geeft het ant- rïz1 van New-York naar Scandinavië, Italië en Ne derland gedurende November 1914 in ver gelijking met November 1913, waarvan alle, uitgezonderd Nederland (welke weinig veranderden), eene enorme vermeerdering toonen. Naar Denemarken werd in November 1913 uitgevoerd voor 568.000 dollar en in November 1914 voor 7.101.000 dollar. De nota wijst er op, dat ofschoon de oorlog ongetwijfeld een tegenovergestelde uitwerking had op eenige groote takken van industrie, zooals de katoenindustrie, dit waarschijnlijk te wijten was aan de verminderde koopkracht in landen al* Eraakrijk, Duitschland en Groot-Britan* niö. Met betrekking tot de aanhouding van koperladingen haalt het antwoord de Ame- rikaansche oijlen van koperuitvoer uit de Vereenigde Staten naar de Europee- sche neutralen aan, die alle groote toe neming toonen, wat er op schijnt te wij zen dat du groote hoeveelheden koper niet waren bestetnd voor bet eigen ge bruik der onzijdigen, maar voor een an dere oorlogvoerende mogendheid, die niet in staat was rechtetrecks in te voeren. Met betrekking tot de beslaglegging op 24) „Hij sprak mij daarover niet gij wed, hij te zeer kiesch in allee; maar ik vrees van ja, en do lieden in dat goede Hol land maken zich zulke verkeerde voor stellingen van alles; zij begrijpen niot dat ais een schilder zelf ai te veel werk heeft, hij een weldaad bewijst wanneer hij jonge «kunstenaars voor zich laat werken.” Julie de Cliochamps deelde daaromtrent de begrippen der Nederlanders. Zij kon echter haar overleden echtgenoot niet te genover zijn kind hanklagen; maar zij streelde er niet tenger naar Marwlle over te halen zich in Onno’s vaderland te vestigen. Fr werden heel wat brieven over de taak gewisseld tusschen de beide jonge lieden. Voor Onno was het eene diepe teleurstelling dat zijne bruid zoo vijan dig bleek aan iete dal hem vervuld bad van vreugde, en in zijne moedeloosheid daarover had hij gaarne zijn contract weder verscheurd; maar hoe lief Mar cello hem ook was, hij zag in dat hij zijn eens gegeven woord niet kon te rugnemen, vooral daar waar hij zelf de persoon was geweest die naar den poet kwam te veronderstellen dal Iemand hsar Iwtechelijk kon vinden. Hij vermoedde weinig tot welke hevi ge debatten de misplaatste trote-de jonge lieden op dat oogenblik aanleiding gaf. Volgen» Fransch gebruik moest Onno zijne aanstaande schoonmoeder naar het raadhuis en daarna ook naar do kerk geleiden. De kunstschilder wae niet meer daar om dienzelfden plicht tegenover Geer truida Holdius te vervullen, en zijn oud ste zoon mount hen» derhalve vervaageti; maar de jongeling weigerde hardnekkig zich met die taak te belasten. „Gij kunt er op vinden wat gij wilt," zeide hij tot zijne moeder, „maar ik wensch mij niet op te offeren, omdat het mijne zuster behaagt een dwaas huwe lijk te doen.” De oude vrouw zocht hem op allerlei wijze te overreden; zelfs Marcello wend de daartoe alle pogingen aan, alles bleek te vergeefs en ten slotte zeide de wedu we kortaf „H<*t is wel, maar dan zult gij u ook •len ganschen dag niet vertoonwn «m u ziek houden." Dit besluit strookte niet met de plan nen van den jongeling, die zich reeds verheugd had op het familiefeestje dat op de plechtigheid zou volgen, en hij sprak dan ook op bijtenden loon „Dat kan ik u niet aanraden of wel gij zoiidt moéten doen gelooven aan eene plotselinge epldfemie, want noch mijn broeder, noch mijne zwagers, zullen dat genoegen van mij overnemer."

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1915 | | pagina 1