icliade DIE M i I i ■ffl De Oorlog. 12697. Woensdag 3 Februari 1915. 53e Jaargang. Verschijnt dagelijks behalve en Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Eerste Blad. r U" FEUILLETON i-Ververij en ER POL. LIJ I I i -/ ^Tï©ix"ws- exi -^d.’rrextezxtïe'bls.cl voor G-o\icLa, Oïxxstreleezx. Zon- en Feestdagen. F Telefoon Interc. 82. t'r r I I ^ereoo&sfs levens. f vol PI. fe,- dagelijks ten, den hier van 1914, de opcenten voor voorwaartsche In BelgiS. mededeclingen het SYLVA. Castel Woord. Roman. doelt slecht ja, zij herinnerde zich die (Wordt vervolgd.) vroeg en einde YLVIA. Stichte- ?en en Gebeden angelieliederen, jlmuziek, gecart Binnenhuisjes, 300 Bladz. In omen wordt, gelijkgesteld AN v. OYEN. Les- :unde,jdln. f5,70, Kappen, Daken rwerken. Groot Afb., in Prachtb. bord” 7 u. Lezing» louda Holl. Mij. v. Dlfjnummer bestaat uit twee bladen. als te Immers in Europa zoo spoedig wedergezien mijn uur. dere dere over ge- ver- in aan r en, Oude- gc- (lOUISIHE COURANT. Hij greep hare handen en drukte die eerbiedig. „Neen," ;S. Het Kasteel ii1 f 0,39. eschiedenis van of hoe de orga- n hun werk ver ft. HetPaarden- 1500 bladz., met ;roote gekl. PI. 3 f 27,50, nu f 5,44. Het Leven der mwereld en Uit ren, 2 dln. samen troffen Gooche- Ruim 300 Kunst- 2. nu slechts f042. ourant. Volledige zwaar boek met Vol platen f 3,90, «ij lan hem geëischt had, en op een grooten angst aangegre- zlj op hem toe over Het was toen ongeveer 3% eene houwitser volgde de an- an- neer. die hij bij hen genieten zou, en zij streef de niet tegen; zij was to gelukkig om 1 dan PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1--5 gewone regels met bewijsnummerf 0,55 Elke regel meer0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit betaling elke regel meer 6 ets. Reclames f 025 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. haar on al iandleiding tot tkennis. Vol Gra- 1,48. /EN. Beginselen mêt vele Fig., chter staan, Voor minder dan iigen. Tijdschrift ol platen. 1 zwaar f 0,42. SIII Verkrijg- van Goedkoope ;d(e) nummer(s) 416 houwburg 8 uur, sch Stedel. Orkest j akbord 8l/< UBr- 4 zelschap „Gouda”. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: per kwartaal Idem franco per post. Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post. Abonnementen worden dag Markt 31, bij onze Agenten, de niet tegen; zij f aan iets anders te kunnen "denken aan zijn hezoek. Op dat oogenhlik verkreeg zelfs Ame- rjka eenigo eigenaardige bekoorf ijk heid voor haar. Immers in Europa zou zij hem niet zoo spoedig wedergezien heb ben. e Onzichtbare. L, f 1,75, nuf 0,43. Oost-Indische Oorspr. roman, M4» jLINS. De Boet- 1 f2,80, nu f0,57. n het Huis van Fraaie Üitg. met r’s Fabelboeken bevattend deondè vol PI. f6,—, uu bcjJ jDT. Een Woord Uitg., flinke druk, 8,75, nu f 2,28. /an Slavenkoop- edienaar, 2 flinke nu f1,36. N. Het Uitge- ad. Verhaal voor Geloofsvervolging, b. f 1,50, nu f 0,72. T. Het Nieuwe ingen. Groot werk re Dln., f 9,50, nu •e Mecklenburg- Capuletti, of de inopel. 1 Dl. met houwitser volgde de Enkelen ontploften niet, sloegen met helsch gedruisch Voor do 19e maal bombardeerden de Duit- schers uit de richting van Pervyse dc stad Veurne. Ik kwam even voor de deur kijken. Ik dacht de menschen haastig te zien vluchten; dit was echter niet het geval. Tegen het station aangeleund rook ten soldaten pratend hun pijpje. Linio- troopen trokken onverschrokken in de rich ting van Pervyse. De gendarmen, die de vaartbrug bewaken, bleven op hun post. Na het vijftiende schot zweeg het Duitsch kanon weer; talrijke soldaten en burgers liepen toen in eenzelfde richting. Ver moedelijk moesten er dus slachtoffers ge vallen zijn. Nabij de militaire slagerij stonden honderden toeschouwers bijeen. I'en klein vervallen huisje vertoonde een gapende holte. Vrouwen stonden met sa mengevouwen handen op den drempel en daartusschen mariniers. Over hun blauwe uniformen hebben zij een water dichten jas van grijs linnen; het geweer hangt over den schouder on in de hand heeft ieder een langen stok als een berg beklimmer of een ski-looper. De patrouilles, die in de richting van den vijand gaan, moeten meestal tot aau de borst in het water. Met den stok voelen zij voor zich uit, of er niet een kuil of een sloot is, waarin zij zouden kunnen wegzinken. Over de brug komen eenige van deze patrouillegangers terug. Hun natte kleeren stoomen, kletsend'slaan de broekspijpen tegen elkaar. Zij moeten nog drie of vier kilometer loopen tot het kwartier bereikt is. Rustig gaan zij ver der. Zij' praten niet over den zwaren dienst, over de koude en over de nat tigheid. Ofschoon zij staan te rillen, zij even stil houden om antwoord geven op een vraag. Elk oogenbiik stijgen groote, groen achtige lichtkogels omhoog. Daaraan kan men zien, waar de vijandelijke linie ligt. Men heeft verteld, dat de Franschen van daag zullen komen. Allee is tot een ont vangst gereed. Als ze maar kwamen... Nooit is er naar iemand méér verlangd, dan wij naar de kornet van onze vijan den verlangen. lederen avond richten wij onze kanonnen op den straatweg. De eene troep brengt schrapnell-orttstekers in orde, de andere die voor granaten. De Belgische vluchtelingen-belasting. Wij hehben roede oerdier meegedeeld, dat de Belgische vluchtelingen door een extra- belasting worden got r off on, wanneer zij niet voor 1 Maart a.s. naar hun haard1- steden zijn teruggekeerd. Wij laten hier het wetsontwerp in zijn geheel volgen, zooals het 16 Januari 1.1. werd afgekondigd. Art.. 1. De Belgen, onderworpen aan de Personeels belasting van het jaar 1914 on die sinds het liegin van den oor log vrijwillig hun huis hebben verlaten en meer dan 2 maanden buiten België hebben vertoefd, hebben een bijzondere aanvullende belasting te betalen, bedra gende het tienvoudige van hun gewonen aanslag, de opcenten voor den staat In begrepen, tenzij zij voor 1 Maart 1915 zijn teruggekeerd. I Ike belastingplichtige die niet in zijn Belgisch domicilie is gebleven of blijft wordt, tot aan het bewijs van het tegen deel, beschouwd als wonende bulten Bel gië. Art. 2. Het eerste artikel is niet van toepassing op hen, die blijkens het ko- lumner woning. Eenige hadden tranen in de oogen. „Hoeveel slachtoffers vroeg ik een militair. „Drie", luidde het ant woord. ledereèn wilde one nu inlichten. Zoo vernam ik, dat een soldaat het hoofd werd afgeslagen. Een anderen werden de beenen afgeelagen. Maar wat vooral een storm van verontwaardiging deed op gaan, was, dat de projectielen ook een oude vrouw van 84 jaar hadden ‘getrof fen, die aan dén haard gezeten haar ver kleumde handen warmde. Alleen zij gaf nog teekenen van leven. Men bracht haar door de ontroerde menigte naar een am- bulancewagen van het Engelsch gasthuis. Men vreesde een nieuw bombardement dezen nacht. De morgen kwam echter zonder dat de stem van het Duitsche ka non mij uit mijn slaap gewekt had. Maar de kalmte was van korten duur. Om 8% uur ’s morgens siste de eerste kogel weer over de voorstad. Ik trok op verkenning uit. Aan de spoorbrug gekomen, sloegen de projectielen over mijn hoofd heen. Het gevaar belette niet, dat «eo Belgisch soldaat, aldaar op wacht, nauwkeurig mijn passen onderzocht. Een projectiel kwam met groot gedruisch aangevlogen en ont plofte mot helsch geraas eenige meters van ons. Ik zag op dit oogenbiik de pa pieren niet eens in zijn handen lieven. In de Zuidstraat heerschte groote opge wondenheid1. Een dor houwitsers was in een winkel geslagen en doodde er een dokter op het oogenbiik, dat hij zijn kameraad ging wekken. Twee vrouwen werden gekwetst. Fen Engelsche vliegenier steeg qp, om na te speuren van waar geschoten werd. Dit was voldoende om -einde tema ken aan het 20e bombardement. De Belgische recruteering. Te Woensel hebben zich, meldt de Msb.-corresp. aldaar, bij het comité voor vluchtelingen een tweetal Bel gische jongelingen uit Averbode bij Diest aangemeld. Zij waren Vrijdagnacht uit Averbode gevlucht. Zij deelden mede, dat in het kanton Diest 1000 jongelingen was aangezegd te Diest te komen teekenen. Slechts 400 personen Jiebben zich aangemeld, waarvan slechts 20 hebben geteekend. Bij proclamatie was nu bekend ge maakt, dat degenen, die afwezig wa ren gebleven, hun afwezigheid moesten komen rechtvaardigen. De twee hier aangekomen jongelingen zijn in den nacht gevlucht van Averbode over Veerle, Einhout, Geel naar Costerle, waar zij een adres hadden van een persoon, die hen veilig naar Ravels zou brengen. Van Costerle reisden zij naar oud Turnhout, Oosthoven naar Ravels naar een brug, het eenige punt, dat niet bewaakt wordt. Met behulp van een smokkelaar wisten zij met zes personen de grens te passeeren. Zij hadden slechts één Duitscher gezien. Uit het groote Duitsche hoofdkwartier werd heden officieel gemeld Op het Westelijk oorlogstooneel hebben behalve artilleriegevechten op verschillen de deelen van het front, geen bijzondere gebeurtenissen plaats gevonden. Op het Oostelijk oorlogstooneel is aan de Oost-Pruisische grens niets van be- teekenis gebeurd. In Polen hadden ten noorden van den Weichsel in de streek van Lysno en Noordwestelijk van Sierpo botsingen plaats met Russische cavalerie. Tén zuiden van den Weichsel wordt ons offensief verder uitgebreid. De officieele Fransche berichten over de krijgsverrichtingen bevatten in den laat- sten tijd mededeelingen, welke ontzaglijk in ons nadeel veranderd, ten deele ook geheel uit de lucht gegrepen zijn. Het opperbestuur van het Duitsche leger ziet er natuurlijk van al, zich met zulke be- richten» in bijzonderheden bezig te hou den. Ieder is in de gelegenheid gesteld, om hun waarde aan hand der offi cieel© Duitsche mededeelingen zelf te toetsen. Filips gal haar een wenk te zwijgen, want zijn geoefend oor had den kunste naar hooren naderen. „Uw goed is in aantocht", zeide On- no vroolijk, „mag ik voor alles zorgen?" „Gaarne voor zooverre dat het in kwartieren van knecht, paard en wagim betreft; maar ik zou gaarne moegaan om de kar te helpen ontpakkenwant ik breng eene menigte proviand mede, die niet langer kan wachten zonder te beder ven. Wilt gij ons niet vergezellen, me vrouw „Laat mij liever zorg gaan dragen voor uwe kamer,” luidde het antwoord „en zoodra gij terugkomt zullen wij iets gebruiken. Gij moet zeker uitgehongerd zijn van den tocht.” „Fen weinig, ja, dat beken ik wel.” „Welnu, blijf dan niet al te lang weg." En voor het eerst sedert al die maan den weder opgeruimd, haastte zij zich voor alles te zorgen, terwijl eene storm achtige vreugde haar gemoed vervulde. Hij had haar dus niet vergeten Bij het eerste bericht -dat het „hun slecht ging, had hij zich om geen afstanden bekom merd, maar was hij naar hen toe geko men f Of dat was meer dan affedaag- sohe vriendschap, dan gewone belang stelling 1 In een oogwenk was Fisa In haar mooiste jurkje gehuld, zag de voor haar gast bestemde kamer er uit alsof zij gewoon- waren haar steeds voor vrienden gereed te houden, en was do tafel gedekt t*n voorzien van allerlei smakelijke zaken. in staat, den vijand overhoop te wer pen. Slechts eenige Duitschers slaagden er in hun eigen loopgraaf weer te berei ken. Alle anderen werden gedood of ge- Avangen genomen. Op het Aisne-front bombardeerde onze artillerie hel station van Noyon, waar bewegingen voor fourageering plaats had den. Wij veroorzaakten twee ontploffin gen, welke gedurende 2% uur rook ver spreidden. In de streek van Perthes duurt onze stelselmatige voorwaartsche beweging voort. Het 20e bombardement van Veurne. Pas was ik te Veurne teruggekeerl schrijft de Msb.corresp. uit Ramscapeile, of we kregen er weer een heel onaange naam bezoek. Zzzztging het hotel. De op. zeide hij, „ik heb mij nooit gezonder gevoeld; maar zoo gij dan de ware oorzaak van mijn bezoek wilt we ten: ik maakte mij ongerust over u bei den.' Kort geleden bereikte mij een pak Belgische couranten, en in een reeds vrij oud nummer las ik het stuk dat door uw echtgenoot en de andere grondbezit ters hier was opgesteld en uit de Hol- landsche bladen was vertaald. Van dat oogenbiik af, vroeg ik miflj vergeefs of uw leven in een dergelijk oord niet on duidelijk moest zijn, en dd onzekerheid daaromtrent liet mij geen rust, totdat ik besloot mij met eigen oogen van den toe stand te gaan overtuigen. Wat ik reeds van Holdiua vernomen heb bevestigt mij slechts in mijne vrees." „Ja, wij zijn hier zoo ongelukkig als menschen slechts kunnen zijn," hernam Marcello op smartelijken toon. „Ik heb in den laatsten tijd vaak om den dood gebeden als om eene uitkomst. Onno arlieidt van den ochtend tot den avond, hij zou niet meer kunnen doen, en toch is er nauwelijks vooruitgang te bespeu ren, het zou krankzinnig wezen te hopen dat de toekomst ons iets beters brengen zou. En hier langzaam oud te moeten worden en te sterven ver van alle den kende wezens, van de wereld, van zijne familie, is een denkbeeld dat mij van wanhoop vervult. Doch vergeef mij u op de®<« wijze te ontvangen. Ik ben zoo gelukkig over uwe komst, zéé gelukkig U'S Het Fransche communique van 2 Febr. luidt De dag werd' gekenmerkt door een x, verdubbeling van de hevigheid der artil- lerie-worsteling on een serie van Duit-S sohe aanvallen van ondergeschikt belang. y Alle aanvallen werden met ernstige liezen voor den vijand algeslagen, verhouding tot de troepen, die er deelnamen. I» België toonde de zware Duitsche ar tillerie zich bijzonder levendig, vooral op het front der Belgische troepen en voor namelijk tegen soinuniige steunpunten, waar van deze zich eenige» tijd geleden mees ter maakten. In de Yser-Btreek en om Yperen waren do kanonnades zeer lievig. Deelen van een Duitsche regiment vie len een Engelsche loopgraaf bij Cuin- chy aan en veroverden dien eerst, maar na een serie tegenaanvallen hernamen de Engelschen het verloren terrein en dron gen vorder voort, zich meester makend van do vijandelijke loopgraven. De reeds 1 Februari gemelde actie langs don weg Béthune—-La Bassée was bijzonder schitterend voor onze infante rie. De Duitschers schijnen met minstens 1 bataljon gevochten te hebben. De twee eerste aanvallen werden gebroken door ons vuur, de derde bracht de Duitschers in een van onze loopgraven, maar een tegenaanval met de bajonet stelde ons Een beeld der werkelijkheid Aan het WesteRjk Front Hot officieele Fransche avondcommuni- qué van 1 Febr. luidt Hedenochtend heeft de vijand de loop graven ten Noorden van den weg van La Bassée naar Béthune hevig aangeval len. Hij werd echter teruggedreven, tal vatt dooden achterlatend. Be Duitsche infanterie te Beaumont-Ha mel, ten Noorden van Albert, trachtte een van onze loopgraven bij verrassing te nemen. Ook hier werd hij teruggedreven, met achterlating van springstoffen, waar- mifle hij voorzien was. In de streek van Fontaine Madame en het bosch van La Grurie is een groote bedrijvigheid waar te nemen. In Argonne werd een Duitsche aan val in de richting van Bagatelle afgesla gen. Een van de loopgraven werd on- dermijnd en vernield. Daar wij de loop graaf ontruimd hadden, leden wij geen verliezen. In de Vogezen en in den El zas, waar veel sneeuw valt, wordt niet gevochten. als ik niet meer gedacht had nog te kun nen worden. Blijft gij ten minste ©enigen tijd bij ons P” „Eenige dagen, zoo gij het mij ver gunt. En de kleine Elsa, lieve hemel wat is zij gegroeid, cn bruin geworden door de felle zon. Nu, dat staat niet kwaad. Gijzelve zijt geheel gebleven als toen ik 11 verliet.” „Voor het uiterlijk misschien, wat het karakter betreft niet,” sprak zij somber. „Ik ben slecht geworden in <leze woestenij. „Gij wilt mij slechts iets wij» maken,” zeide Oudekerke schijnbaar schertsend, maar terwijl hij haar een doordringenden blik toewierp. „Neen, het is zoo. Ik behoor niet tot degenen, die ooit heiligen worden; maar het geluk, of wel eene groote liefde, had1 mij tot een goed mensch kunnen maken; het ongeluk verbittert mij, zweept mijne gansche ziel tot opstand op, en wat heb ben wij hier anders gekend, van het oogenbiik af waarop wij een voet in dit land zetten. Toen ik Amerika betrad ver loor ik alle hoop, elke geestkracht en dit plantenleven hier, in de onafgebroken eenzaamheid, terwijl Onno al zijne uren aan den arbeid doorbrengt en het kind of wel slaapt of speelt, levert mij aan den heilloozen stroom mijner dachten, maakt mij onrechtvaardig wreed tot zelfs voor Hem die niet minder lij den moet dan ik, maar dien ik zou kun nen haten om het feit alleen ons hler- heen te hebben gebracht." 44) En te gelijk opende hij de deur sloot haar terstond weder achter kerke, die juisthet eerst tot hem gaan was, om te voorkomen^ dat hij do jonge vrouw alleen zou wederzien. Er viel evenwel aan geen terugtreden te denken; reeds vroeg Marcelle, zonder tc kijken „Zijt gij niet wel geworden, Onno dat gij zoo vroeg van het werk komt ..Holdius volgt mij zoo aanstonds” sprak Filips op zachten toon. „Gij ziet, ooi ik u geen van beiden vergeten heb.” De jonge vrouw sprong overeind zij durfde zich niet omwenden, uit vrees dat zjj bamerken zou slechts de speelbal te z'in van een zinsbedrog. Was het wel ««gelijk dat hij tot haar was gekomen, na de wijze waarop zij van elkander wa- re« gegaan? Had hij niet duidelijk be wezen hoe onverschillig zij hem was toch, ja, zij herinnerde zich die be- ’ofte die 1' door PP», snelde haastig ”Z|lt «ij ziek? vnnl.... gij zlek? Hebt het butu vo,‘ *‘n «aderen, dat gij gekomen zijt." r deu slaat inbegrepen, minder Iwtaaiden dan 35 fr. in gemeenten tot 10.000 inw. 45 fr. in gemeenten van 10 tot 25.000 inw. 60 fr25 tot 50.000 inw. 80 fr. 50 tot 75.000 inw. 100 Ir. meer dan 75.000 inw. De chef van het burgerlijk bestuur bij den gouverneur-generaal is gemachtigd om redenen van billijkheid ontlasting van de aanvuHiflgelmlasting te verleenen. Art. 3. De helft van do opbrengst der belasting komt aan het „-Gouvernement Gênéral" in België tor bestrijding van de bestuursonkoaten in het bezette gebied', overeenkomstig art. 48 en 49 van de Haagsche (Jonventte; de andere helft aan de gemeente, waaraan men voor het jaar 1914 belastingplichtig is. Art. 4. De belasting moet uiterlijk 15 April 1915 betaald worden. Na dien da tum is zij met den sterken arm invor derbaar. Art. 5. Alle bijzondere gemeentelijke heffingen, gegrond op gelijke basissen of gelijk aan die, voorzien in Art. 1, zijn afgoschaft on kunnen in de toekomaj niet hersteld worden. Art. 6. De wet treedt onmiddellijk in werking. De chef van het burgerlijk be stuur bij den gouverneur-generaal in Bel gië is belast met de uitvoering. De belasting geldt natuurlijk niet voor het nog niet door de Duitschers bezette Belgische gebied. Aan het Yser-kanajil. Uit West-VIaanderen wordt aan Berliner Tageblatt geschreven Op den straatweg is geen licht te zien. Niet eens het roode schijnsel van een glimmende sigaar toont, dat oen colonne of oen ruiter nadert. Het zandi knarst zachtjes onder de voeten en de fijne te lefoondraden fluiten in den scherpen wind. Men moet heel voorzichtig voor waarts gaan, want op drie pas afatands ziet men niets meer. Van tijd tot tijd verlicht qpn bliksemstraal do watervlakte aan beide kanten van den weg. Een scherp gekraak volgt en een krachtige muziek klinkt daarna. Een batterij, dio op een weide naast ons ingegraven is, zendt onzen tegenstanders een teedcren groet toe. Nog twee honderd meter en wij zijn aan het kanaal. De hemel schijnt somber door het houterige geraamte van l>en huis en werpt een glans over een broeden watorarm. De golven kabbelen en een schuit ligt te wiegelen aan de smalle, brug, die onze pontonniers heb ben gebouwd. I en groote colonne staat op den straat weg. Wagens met proviand, veldkeukens „Gij hebt werkelijk getooverd," riep haar echtgenoot uit, toen hij beladen m<*t Oiutekorke'a zaken weder binnentrad. „Verwondert gij u daarover vroeg Filips die hem volgde: „Ik niet. De vrouw kan alles wat zij wil, en zelfs oen duivelin 'zou in een engel kunnen veranderen indien zij e dat verkoosvan daar dat zij zonder verontschuldiging is wanneer zij zich door en door goed be toont; maar hier moet gij mij helpen mevrouw. Ik weet geen weg in uwe kas ten, en toch zoo gij u niet over dit alles ontfermt zal het weggegooid mpeten wor den.” Marcelle begreep de kiescho wijze waar op hij de gastvrijheid wilde vergoeden, LUIK, 31 Jan. (Part.) Per Koerier tot de grens. 580 Engelsche, Fransche en Belgische krijgsgevangenen zijn hier op Weg naar Duitschland doorgekomen. f 1,25 1.50 1.50 1.90 1 aangenomen aan ons Bureau: Fen Boekhandel en de Postkantoren.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1915 | | pagina 1