icliade
DIE
M
i I
i
■ffl
De Oorlog.
12697.
Woensdag 3 Februari 1915.
53e Jaargang.
Verschijnt dagelijks
behalve
en
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Eerste Blad.
r
U"
FEUILLETON
i-Ververij en
ER POL.
LIJ
I
I
i
-/
^Tï©ix"ws- exi -^d.’rrextezxtïe'bls.cl voor G-o\icLa, Oïxxstreleezx.
Zon- en Feestdagen.
F
Telefoon Interc. 82.
t'r
r I
I
^ereoo&sfs levens.
f
vol PI. fe,-
dagelijks
ten, den
hier van 1914, de opcenten voor
voorwaartsche
In BelgiS.
mededeclingen
het
SYLVA. Castel
Woord. Roman.
doelt
slecht
ja, zij herinnerde zich die
(Wordt vervolgd.)
vroeg
en
einde
YLVIA. Stichte-
?en en Gebeden
angelieliederen,
jlmuziek, gecart
Binnenhuisjes,
300 Bladz. In
omen wordt,
gelijkgesteld
AN v. OYEN. Les-
:unde,jdln. f5,70,
Kappen, Daken
rwerken. Groot
Afb., in Prachtb.
bord” 7 u. Lezing»
louda Holl. Mij. v.
Dlfjnummer bestaat uit twee
bladen.
als
te
Immers in Europa
zoo spoedig wedergezien
mijn
uur.
dere
dere
over
ge-
ver-
in
aan
r en,
Oude-
gc-
(lOUISIHE COURANT.
Hij greep hare handen en drukte die
eerbiedig.
„Neen,"
;S. Het Kasteel
ii1 f 0,39.
eschiedenis van
of hoe de orga-
n hun werk ver
ft. HetPaarden-
1500 bladz., met
;roote gekl. PI. 3
f 27,50, nu f 5,44.
Het Leven der
mwereld en Uit
ren, 2 dln. samen
troffen Gooche-
Ruim 300 Kunst-
2. nu slechts f042.
ourant. Volledige
zwaar boek met
Vol platen f 3,90,
«ij lan hem geëischt had, en op
een grooten angst aangegre-
zlj op hem toe
over
Het was toen ongeveer 3%
eene houwitser volgde de an-
an-
neer.
die hij bij hen genieten zou, en zij streef
de niet tegen; zij was to gelukkig om
1 dan
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1--5 gewone regels met bewijsnummerf 0,55
Elke regel meer0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling elke regel meer 6 ets. Reclames f 025 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
haar
on al
iandleiding tot
tkennis. Vol Gra-
1,48.
/EN. Beginselen
mêt vele Fig.,
chter staan,
Voor minder dan
iigen. Tijdschrift
ol platen. 1 zwaar
f 0,42.
SIII Verkrijg-
van Goedkoope
;d(e) nummer(s)
416
houwburg 8 uur,
sch Stedel. Orkest j
akbord 8l/< UBr- 4
zelschap „Gouda”.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
per kwartaal
Idem franco per post.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden dag
Markt 31, bij onze Agenten,
de niet tegen; zij f
aan iets anders te kunnen "denken
aan zijn hezoek.
Op dat oogenhlik verkreeg zelfs Ame-
rjka eenigo eigenaardige bekoorf ijk heid
voor haar. Immers in Europa zou zij
hem niet zoo spoedig wedergezien heb
ben.
e Onzichtbare.
L, f 1,75, nuf 0,43.
Oost-Indische
Oorspr. roman,
M4»
jLINS. De Boet-
1 f2,80, nu f0,57.
n het Huis van
Fraaie Üitg. met
r’s Fabelboeken
bevattend deondè
vol PI. f6,—, uu
bcjJ
jDT. Een Woord
Uitg., flinke druk,
8,75, nu f 2,28.
/an Slavenkoop-
edienaar, 2 flinke
nu f1,36.
N. Het Uitge-
ad. Verhaal voor
Geloofsvervolging,
b. f 1,50, nu f 0,72.
T. Het Nieuwe
ingen. Groot werk
re Dln., f 9,50, nu
•e Mecklenburg-
Capuletti, of de
inopel. 1 Dl. met
houwitser volgde de
Enkelen ontploften niet,
sloegen met helsch gedruisch
Voor do 19e maal bombardeerden de Duit-
schers uit de richting van Pervyse dc
stad Veurne. Ik kwam even voor de deur
kijken. Ik dacht de menschen haastig te
zien vluchten; dit was echter niet het
geval. Tegen het station aangeleund rook
ten soldaten pratend hun pijpje. Linio-
troopen trokken onverschrokken in de rich
ting van Pervyse. De gendarmen, die de
vaartbrug bewaken, bleven op hun post.
Na het vijftiende schot zweeg het Duitsch
kanon weer; talrijke soldaten en burgers
liepen toen in eenzelfde richting. Ver
moedelijk moesten er dus slachtoffers ge
vallen zijn. Nabij de militaire slagerij
stonden honderden toeschouwers bijeen.
I'en klein vervallen huisje vertoonde een
gapende holte. Vrouwen stonden met sa
mengevouwen handen op den drempel
en daartusschen mariniers. Over hun
blauwe uniformen hebben zij een water
dichten jas van grijs linnen; het geweer
hangt over den schouder on in de hand
heeft ieder een langen stok als een berg
beklimmer of een ski-looper.
De patrouilles, die in de richting van
den vijand gaan, moeten meestal tot aau
de borst in het water. Met den stok
voelen zij voor zich uit, of er niet een
kuil of een sloot is, waarin zij zouden
kunnen wegzinken. Over de brug komen
eenige van deze patrouillegangers terug.
Hun natte kleeren stoomen, kletsend'slaan
de broekspijpen tegen elkaar. Zij moeten
nog drie of vier kilometer loopen tot het
kwartier bereikt is. Rustig gaan zij ver
der. Zij' praten niet over den zwaren
dienst, over de koude en over de nat
tigheid. Ofschoon zij staan te rillen,
zij even stil houden om antwoord
geven op een vraag.
Elk oogenbiik stijgen groote, groen
achtige lichtkogels omhoog. Daaraan kan
men zien, waar de vijandelijke linie ligt.
Men heeft verteld, dat de Franschen van
daag zullen komen. Allee is tot een ont
vangst gereed. Als ze maar kwamen...
Nooit is er naar iemand méér verlangd,
dan wij naar de kornet van onze vijan
den verlangen. lederen avond richten wij
onze kanonnen op den straatweg. De
eene troep brengt schrapnell-orttstekers in
orde, de andere die voor granaten.
De Belgische vluchtelingen-belasting.
Wij hehben roede oerdier meegedeeld, dat
de Belgische vluchtelingen door een extra-
belasting worden got r off on, wanneer zij
niet voor 1 Maart a.s. naar hun haard1-
steden zijn teruggekeerd.
Wij laten hier het wetsontwerp in zijn
geheel volgen, zooals het 16 Januari 1.1.
werd afgekondigd.
Art.. 1. De Belgen, onderworpen aan
de Personeels belasting van het jaar
1914 on die sinds het liegin van den oor
log vrijwillig hun huis hebben verlaten
en meer dan 2 maanden buiten België
hebben vertoefd, hebben een bijzondere
aanvullende belasting te betalen, bedra
gende het tienvoudige van hun gewonen
aanslag, de opcenten voor den staat In
begrepen, tenzij zij voor 1 Maart 1915
zijn teruggekeerd.
I Ike belastingplichtige die niet in zijn
Belgisch domicilie is gebleven of blijft
wordt, tot aan het bewijs van het tegen
deel, beschouwd als wonende bulten Bel
gië.
Art. 2. Het eerste artikel is niet van
toepassing op hen, die blijkens het ko-
lumner woning. Eenige hadden tranen in
de oogen. „Hoeveel slachtoffers vroeg
ik een militair. „Drie", luidde het ant
woord. ledereèn wilde one nu inlichten.
Zoo vernam ik, dat een soldaat het hoofd
werd afgeslagen. Een anderen werden de
beenen afgeelagen. Maar wat vooral een
storm van verontwaardiging deed op
gaan, was, dat de projectielen ook een
oude vrouw van 84 jaar hadden ‘getrof
fen, die aan dén haard gezeten haar ver
kleumde handen warmde. Alleen zij gaf
nog teekenen van leven. Men bracht haar
door de ontroerde menigte naar een am-
bulancewagen van het Engelsch gasthuis.
Men vreesde een nieuw bombardement
dezen nacht. De morgen kwam echter
zonder dat de stem van het Duitsche ka
non mij uit mijn slaap gewekt had. Maar
de kalmte was van korten duur. Om 8%
uur ’s morgens siste de eerste kogel weer
over de voorstad. Ik trok op verkenning
uit. Aan de spoorbrug gekomen, sloegen
de projectielen over mijn hoofd heen.
Het gevaar belette niet, dat «eo Belgisch
soldaat, aldaar op wacht, nauwkeurig mijn
passen onderzocht. Een projectiel kwam
met groot gedruisch aangevlogen en ont
plofte mot helsch geraas eenige meters
van ons. Ik zag op dit oogenbiik de pa
pieren niet eens in zijn handen lieven.
In de Zuidstraat heerschte groote opge
wondenheid1. Een dor houwitsers was in
een winkel geslagen en doodde er een
dokter op het oogenbiik, dat hij zijn
kameraad ging wekken. Twee vrouwen
werden gekwetst.
Fen Engelsche vliegenier steeg qp, om
na te speuren van waar geschoten werd.
Dit was voldoende om -einde tema
ken aan het 20e bombardement.
De Belgische recruteering.
Te Woensel hebben zich, meldt de
Msb.-corresp. aldaar, bij het comité
voor vluchtelingen een tweetal Bel
gische jongelingen uit Averbode bij
Diest aangemeld.
Zij waren Vrijdagnacht uit Averbode
gevlucht. Zij deelden mede, dat in
het kanton Diest 1000 jongelingen
was aangezegd te Diest te komen
teekenen. Slechts 400 personen Jiebben
zich aangemeld, waarvan slechts 20
hebben geteekend.
Bij proclamatie was nu bekend ge
maakt, dat degenen, die afwezig wa
ren gebleven, hun afwezigheid moesten
komen rechtvaardigen. De twee hier
aangekomen jongelingen zijn in den
nacht gevlucht van Averbode over
Veerle, Einhout, Geel naar Costerle,
waar zij een adres hadden van een
persoon, die hen veilig naar Ravels
zou brengen. Van Costerle reisden
zij naar oud Turnhout, Oosthoven naar
Ravels naar een brug, het eenige punt,
dat niet bewaakt wordt.
Met behulp van een smokkelaar
wisten zij met zes personen de grens
te passeeren. Zij hadden slechts één
Duitscher gezien.
Uit het groote Duitsche hoofdkwartier
werd heden officieel gemeld
Op het Westelijk oorlogstooneel hebben
behalve artilleriegevechten op verschillen
de deelen van het front, geen bijzondere
gebeurtenissen plaats gevonden.
Op het Oostelijk oorlogstooneel is aan
de Oost-Pruisische grens niets van be-
teekenis gebeurd. In Polen hadden ten
noorden van den Weichsel in de streek
van Lysno en Noordwestelijk van Sierpo
botsingen plaats met Russische cavalerie.
Tén zuiden van den Weichsel wordt ons
offensief verder uitgebreid.
De officieele Fransche berichten over
de krijgsverrichtingen bevatten in den laat-
sten tijd mededeelingen, welke ontzaglijk
in ons nadeel veranderd, ten deele ook
geheel uit de lucht gegrepen zijn. Het
opperbestuur van het Duitsche leger ziet
er natuurlijk van al, zich met zulke be-
richten» in bijzonderheden bezig te hou
den. Ieder is in de gelegenheid gesteld,
om hun waarde aan hand der offi
cieel© Duitsche mededeelingen zelf te
toetsen.
Filips gal haar een wenk te zwijgen,
want zijn geoefend oor had den kunste
naar hooren naderen.
„Uw goed is in aantocht", zeide On-
no vroolijk, „mag ik voor alles zorgen?"
„Gaarne voor zooverre dat het in
kwartieren van knecht, paard en wagim
betreft; maar ik zou gaarne moegaan om
de kar te helpen ontpakkenwant ik
breng eene menigte proviand mede, die
niet langer kan wachten zonder te beder
ven. Wilt gij ons niet vergezellen, me
vrouw
„Laat mij liever zorg gaan dragen
voor uwe kamer,” luidde het antwoord
„en zoodra gij terugkomt zullen wij iets
gebruiken. Gij moet zeker uitgehongerd
zijn van den tocht.”
„Fen weinig, ja, dat beken ik wel.”
„Welnu, blijf dan niet al te lang weg."
En voor het eerst sedert al die maan
den weder opgeruimd, haastte zij zich
voor alles te zorgen, terwijl eene storm
achtige vreugde haar gemoed vervulde.
Hij had haar dus niet vergeten Bij het
eerste bericht -dat het „hun slecht ging,
had hij zich om geen afstanden bekom
merd, maar was hij naar hen toe geko
men f Of dat was meer dan affedaag-
sohe vriendschap, dan gewone belang
stelling 1
In een oogwenk was Fisa In haar
mooiste jurkje gehuld, zag de voor haar
gast bestemde kamer er uit alsof zij gewoon-
waren haar steeds voor vrienden gereed
te houden, en was do tafel gedekt t*n
voorzien van allerlei smakelijke zaken.
in staat, den vijand overhoop te wer
pen. Slechts eenige Duitschers slaagden
er in hun eigen loopgraaf weer te berei
ken. Alle anderen werden gedood of ge-
Avangen genomen.
Op het Aisne-front bombardeerde onze
artillerie hel station van Noyon, waar
bewegingen voor fourageering plaats had
den. Wij veroorzaakten twee ontploffin
gen, welke gedurende 2% uur rook ver
spreidden.
In de streek van Perthes duurt onze
stelselmatige voorwaartsche beweging
voort.
Het 20e bombardement van Veurne.
Pas was ik te Veurne teruggekeerl
schrijft de Msb.corresp. uit Ramscapeile,
of we kregen er weer een heel onaange
naam bezoek. Zzzztging het
hotel.
De
op.
zeide hij, „ik heb mij nooit
gezonder gevoeld; maar zoo gij dan de
ware oorzaak van mijn bezoek wilt we
ten: ik maakte mij ongerust over u bei
den.' Kort geleden bereikte mij een pak
Belgische couranten, en in een reeds vrij
oud nummer las ik het stuk dat door
uw echtgenoot en de andere grondbezit
ters hier was opgesteld en uit de Hol-
landsche bladen was vertaald. Van dat
oogenbiik af, vroeg ik miflj vergeefs of
uw leven in een dergelijk oord niet on
duidelijk moest zijn, en dd onzekerheid
daaromtrent liet mij geen rust, totdat ik
besloot mij met eigen oogen van den toe
stand te gaan overtuigen. Wat ik reeds
van Holdiua vernomen heb bevestigt mij
slechts in mijne vrees."
„Ja, wij zijn hier zoo ongelukkig als
menschen slechts kunnen zijn," hernam
Marcello op smartelijken toon. „Ik heb
in den laatsten tijd vaak om den dood
gebeden als om eene uitkomst. Onno
arlieidt van den ochtend tot den avond,
hij zou niet meer kunnen doen, en toch
is er nauwelijks vooruitgang te bespeu
ren, het zou krankzinnig wezen te hopen
dat de toekomst ons iets beters brengen
zou. En hier langzaam oud te moeten
worden en te sterven ver van alle den
kende wezens, van de wereld, van zijne
familie, is een denkbeeld dat mij van
wanhoop vervult. Doch vergeef mij u
op de®<« wijze te ontvangen. Ik ben zoo
gelukkig over uwe komst, zéé gelukkig
U'S
Het Fransche communique van 2 Febr.
luidt De dag werd' gekenmerkt door een
x, verdubbeling van de hevigheid der artil-
lerie-worsteling on een serie van Duit-S
sohe aanvallen van ondergeschikt belang.
y Alle aanvallen werden met ernstige
liezen voor den vijand algeslagen,
verhouding tot de troepen, die er
deelnamen.
I» België toonde de zware Duitsche ar
tillerie zich bijzonder levendig, vooral op
het front der Belgische troepen en voor
namelijk tegen soinuniige steunpunten, waar
van deze zich eenige» tijd geleden mees
ter maakten. In de Yser-Btreek en om
Yperen waren do kanonnades zeer lievig.
Deelen van een Duitsche regiment vie
len een Engelsche loopgraaf bij Cuin-
chy aan en veroverden dien eerst, maar
na een serie tegenaanvallen hernamen de
Engelschen het verloren terrein en dron
gen vorder voort, zich meester makend
van do vijandelijke loopgraven.
De reeds 1 Februari gemelde actie
langs don weg Béthune—-La Bassée was
bijzonder schitterend voor onze infante
rie. De Duitschers schijnen met minstens
1 bataljon gevochten te hebben. De twee
eerste aanvallen werden gebroken door
ons vuur, de derde bracht de Duitschers
in een van onze loopgraven, maar een
tegenaanval met de bajonet stelde ons
Een beeld der werkelijkheid
Aan het WesteRjk Front
Hot officieele Fransche avondcommuni-
qué van 1 Febr. luidt
Hedenochtend heeft de vijand de loop
graven ten Noorden van den weg van
La Bassée naar Béthune hevig aangeval
len. Hij werd echter teruggedreven, tal
vatt dooden achterlatend.
Be Duitsche infanterie te Beaumont-Ha
mel, ten Noorden van Albert, trachtte een
van onze loopgraven bij verrassing te
nemen. Ook hier werd hij teruggedreven,
met achterlating van springstoffen, waar-
mifle hij voorzien was. In de streek van
Fontaine Madame en het bosch van La
Grurie is een groote bedrijvigheid waar
te nemen.
In Argonne werd een Duitsche aan
val in de richting van Bagatelle afgesla
gen. Een van de loopgraven werd on-
dermijnd en vernield. Daar wij de loop
graaf ontruimd hadden, leden wij geen
verliezen. In de Vogezen en in den El
zas, waar veel sneeuw valt, wordt niet
gevochten.
als ik niet meer gedacht had nog te kun
nen worden. Blijft gij ten minste ©enigen
tijd bij ons P”
„Eenige dagen, zoo gij het mij ver
gunt. En de kleine Elsa, lieve hemel
wat is zij gegroeid, cn bruin geworden
door de felle zon. Nu, dat staat
niet kwaad. Gijzelve zijt geheel
gebleven als toen ik 11 verliet.”
„Voor het uiterlijk misschien,
wat het karakter betreft niet,” sprak zij
somber. „Ik ben slecht geworden in
<leze woestenij.
„Gij wilt mij slechts iets wij» maken,”
zeide Oudekerke schijnbaar schertsend,
maar terwijl hij haar een doordringenden
blik toewierp.
„Neen, het is zoo. Ik behoor niet tot
degenen, die ooit heiligen worden; maar
het geluk, of wel eene groote liefde, had1
mij tot een goed mensch kunnen maken;
het ongeluk verbittert mij, zweept mijne
gansche ziel tot opstand op, en wat heb
ben wij hier anders gekend, van het
oogenbiik af waarop wij een voet in dit
land zetten. Toen ik Amerika betrad ver
loor ik alle hoop, elke geestkracht en
dit plantenleven hier, in de onafgebroken
eenzaamheid, terwijl Onno al zijne uren
aan den arbeid doorbrengt en het kind
of wel slaapt of speelt, levert mij
aan den heilloozen stroom mijner
dachten, maakt mij onrechtvaardig wreed
tot zelfs voor Hem die niet minder lij
den moet dan ik, maar dien ik zou kun
nen haten om het feit alleen ons hler-
heen te hebben gebracht."
44)
En te gelijk opende hij de deur
sloot haar terstond weder achter
kerke, die juisthet eerst tot hem
gaan was, om te voorkomen^ dat hij do
jonge vrouw alleen zou wederzien.
Er viel evenwel aan geen terugtreden
te denken; reeds vroeg Marcelle, zonder
tc kijken
„Zijt gij niet wel geworden, Onno
dat gij zoo vroeg van het werk komt
..Holdius volgt mij zoo aanstonds”
sprak Filips op zachten toon. „Gij ziet,
ooi ik u geen van beiden vergeten heb.”
De jonge vrouw sprong overeind zij
durfde zich niet omwenden, uit vrees dat
zjj bamerken zou slechts de speelbal te
z'in van een zinsbedrog. Was het wel
««gelijk dat hij tot haar was gekomen,
na de wijze waarop zij van elkander wa-
re« gegaan? Had hij niet duidelijk be
wezen hoe onverschillig zij hem was
toch, ja, zij herinnerde zich die be-
’ofte die 1'
door
PP», snelde
haastig
”Z|lt «ij ziek?
vnnl....
gij zlek? Hebt het butu
vo,‘ *‘n «aderen, dat gij gekomen zijt."
r deu
slaat inbegrepen, minder Iwtaaiden dan
35 fr. in gemeenten tot 10.000 inw.
45 fr. in gemeenten van 10 tot 25.000 inw.
60 fr25 tot 50.000 inw.
80 fr. 50 tot 75.000 inw.
100 Ir. meer dan 75.000
inw.
De chef van het burgerlijk bestuur bij
den gouverneur-generaal is gemachtigd
om redenen van billijkheid ontlasting van
de aanvuHiflgelmlasting te verleenen.
Art. 3. De helft van do opbrengst der
belasting komt aan het „-Gouvernement
Gênéral" in België tor bestrijding van
de bestuursonkoaten in het bezette gebied',
overeenkomstig art. 48 en 49 van de
Haagsche (Jonventte; de andere helft aan
de gemeente, waaraan men voor het jaar
1914 belastingplichtig is.
Art. 4. De belasting moet uiterlijk 15
April 1915 betaald worden. Na dien da
tum is zij met den sterken arm invor
derbaar.
Art. 5. Alle bijzondere gemeentelijke
heffingen, gegrond op gelijke basissen of
gelijk aan die, voorzien in Art. 1, zijn
afgoschaft on kunnen in de toekomaj niet
hersteld worden.
Art. 6. De wet treedt onmiddellijk in
werking. De chef van het burgerlijk be
stuur bij den gouverneur-generaal in Bel
gië is belast met de uitvoering.
De belasting geldt natuurlijk niet voor
het nog niet door de Duitschers bezette
Belgische gebied.
Aan het Yser-kanajil.
Uit West-VIaanderen wordt aan
Berliner Tageblatt geschreven
Op den straatweg is geen licht te zien.
Niet eens het roode schijnsel van een
glimmende sigaar toont, dat oen colonne
of oen ruiter nadert. Het zandi knarst
zachtjes onder de voeten en de fijne te
lefoondraden fluiten in den scherpen
wind. Men moet heel voorzichtig voor
waarts gaan, want op drie pas afatands
ziet men niets meer. Van tijd tot tijd
verlicht qpn bliksemstraal do watervlakte
aan beide kanten van den weg. Een
scherp gekraak volgt en een krachtige
muziek klinkt daarna. Een batterij, dio
op een weide naast ons ingegraven is,
zendt onzen tegenstanders een teedcren
groet toe. Nog twee honderd meter en
wij zijn aan het kanaal. De hemel schijnt
somber door het houterige geraamte van
l>en huis en werpt een glans over een
broeden watorarm. De golven kabbelen
en een schuit ligt te wiegelen aan de
smalle, brug, die onze pontonniers heb
ben gebouwd.
I en groote colonne staat op den straat
weg. Wagens met proviand, veldkeukens
„Gij hebt werkelijk getooverd," riep
haar echtgenoot uit, toen hij beladen m<*t
Oiutekorke'a zaken weder binnentrad.
„Verwondert gij u daarover vroeg
Filips die hem volgde: „Ik niet. De
vrouw kan alles wat zij wil, en zelfs
oen duivelin 'zou in een engel kunnen
veranderen indien zij e dat verkoosvan
daar dat zij zonder verontschuldiging is
wanneer zij zich door en door goed be
toont; maar hier moet gij mij helpen
mevrouw. Ik weet geen weg in uwe kas
ten, en toch zoo gij u niet over dit alles
ontfermt zal het weggegooid mpeten wor
den.”
Marcelle begreep de kiescho wijze waar
op hij de gastvrijheid wilde vergoeden,
LUIK, 31 Jan. (Part.) Per Koerier tot
de grens. 580 Engelsche, Fransche en
Belgische krijgsgevangenen zijn hier op
Weg naar Duitschland doorgekomen.
f 1,25
1.50
1.50
1.90
1 aangenomen aan ons Bureau:
Fen Boekhandel en de Postkantoren.