I i
*0
w
UI
irJ
!id
LE. Alter
Gracht 269
AAG,
bTE WAAR-
igen
meskleeding.
b of gedeelten
dedingen
in de
wl
Ijill
I Li
111
I
■uil
o. 12700.
33e Jaargang.
6 Februari 1915.
Verschijnt dagelijks
Telefoon. Inters. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Brieven uit de Hofstad.
Eerste Blad.
HiM
FEUILLETON
Courant
XTie VL-ws- -^d.v-er'tozxtö.e'blsucl voor G-o-clcLsc ezx OxxxstxelEexx.
Zaterdag
behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
TTerwoeafo £evans.
Onpartijdigheid.
l hl
1
V
ph
doo-
CCLXI.
i de stad aan huil
Een (ter belangrijkste bezigheden
het
van
voor
spoedde zich
al-
bedt*
het Bureau.
aan
der vensters open
vooruitsnellen om
(Wordt vervolgd.)
Enge
ls ze-
jers bespreekt ’t
«monopolie voor
r export te stich-
«genover de im-
ls Zwitserland en
opolies gaan vor-
onale verdeeling
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
we er
Maar
haar
i te
te
aan-
ergoed.
AM en ADRES
ed.E. ALTER,
racht 269‘
1AAG.
Mccea.
tién kosten slechts
betaling
5, voor elke regel
an.
itenlandsche Zaken
ou-Tseng-tsjing. Hij
fanuari zijn porte-
ger Sun-Pao-chi is
i geworden.
-
zoo blaakten
en van Bef
te wijzen
imn, een
vangen
Het duurde nog acht jarcn
GOUDSCHE COURANT.
II
voorzien. De vcr-
vori® goed ver
dorden uitgetrokken
alijk is in den naad
orden de kleeding-
xter gerei van de
den bagagewagen
deze stoffige din-
hat eigenlijke chi-
n geneesheer. In-
iOte ketels in den
i en warm eten
slukkig zijn de dok
ten dan een glaasje
even, daar dit over
tjegiat het aanJeg-
ncten, het los um-
•ine operaties vin
den plaats, andere
uner. Groots ope-
als de trein stil
ook als het vol
lang op het sta
id werken dedok-
«enige uren slaap,
aan dit schomme-
iig kunnen zij dit
onder het rijden in
een trapje staande
n aanleggen, waar-
nkerhand vast hou-
ligszins schommelt
groote verbanden
ordt het bed in de
t zieijenwagen neer-
i patiënt bereiken
den rit groot o
'en.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post
Abonnementen worden
rvan
den stoel waarop zij zich aan de zijde
der ongelukkige had laten nedervalien.
„Ik zal gaan,” sprak zij op gesmoor-
PRIJS' DERADV EHTENTIN
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer«0.10
liy drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing vftn 1—5 regels f0.35 by vooruit*
betaling, elke regel meer 6 ch. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
en
dln- i,jj
gen willen zien, zooals ze zijn, niet zoo-
als men ze graag zou willen hebben
en geen pijn of onaangename gewaar
wording schromen, wanneer het zien der
waarheid ons die brengen zou. En daar
naast moet men de sterke behoefte voé
len, om Ook in zijn denken rechtvaardig
lo zijn, ieder, die achting en oor te ge
ven, die hem toekomt, ook al zoi| het
toekennen er van hem niet in het niiijst
bovoOrdt'elon of het niet-toekennen hem
niet schaden, alleen uit begeerte naar bil
lijkheid en rechtvaardigheid, alleen uit
rechtvaardigheidszin.
De volstrekte onpartijdigheid zal wel
zelden of nooit bereikbaar zijn, maar menf
kan in die richting zoover mogelijk zien
te komen. Ook in deze omstandigheden
is dat plicht van ons, neutralen, die mln
of moer als scheidsrechters staan in den
strijd, die er gestreden wordt. K.
den dragen.
Kermolen had spoedig de woning
ruikt, en riep reeds bij het overschrijden
van den drempel
Moeder, moeder, ik kom!”
Eene ijzingwekkende stilte antwoordde
hem. Een oogwenk bleef hij stilstaan, het
koude zweet parelde hem op de slopen,
hij werd aangegrepen door eene verlam
mende vrees. Maar begrijpende dat zijne
moedor onmogelijk de kracht kon hebben
hem toe te roepen, ovej-nwesterde hij zijne
aandoening en wankelde naar de zieken
kamer toe.
Maar nauwelijks had hij do deur open-
w :f een vrecselijke kreet ontsnapte
aan zijne lippen.
Het schouwspel dat hem trof wan ijzing
wekkend. Hij was te laat gekomen.
Hml do ongelukkige vrouw hem in ha
ren jongsten strijd tegemoet willen gaan,
of wel had zij om hulp willen roepen,
liad zij in een vlaag van ijlhoofdigheid
gewaand dit land der ballingschap te
kunnen ontvluchten Het was een ge
heim dat de doode mede in het graf zon
nemen; maar zooveel is zeker dat zij
zich door een laatste krachtsinspanning
uit bed had gesloopt, en daar, op den
vloer, bijna voor de deur was gestorven.
Een beeld der werkelijkheid
„Komt hij nog altijd niet?” vroeg zij.
„Helaas, neen I”
„Dan kan hij u ook niet hooren, en
het einde wacht niet, gij moot zonder uit-,
stel handelen, ga tol hem.”
„Waar moet ik hem zoeken
„Om het even waar. Ga, zeg ik u.”
„O! heb medelijden met uzelve
«mening, piaar bepaalt nog veelvuldiger
zijn gym- en antipathie naar den indruk,
dien hij van dat gelezeno krijgt. Zoo
vormt zich in zijn geest een beeld van
menschen on volken en gebeurtenissen,
waaruit ook in deze bizondere omstan
digheden zijn voorliefde voor de een of
andere partij der oorlogvoerenden ont
staat. Die voorliefde, en dat is het ge
vaarlijke, leidt dan verder zijn oordeel
lieindustrie.
officieels opgaven
lernemingen voor
3n <in Rumenië
legentig met een
dan 50.800.000
bereikte het getal
d. w. z. 64 pCt.
„Ga! ik beveel het u. Eene moeder
heeft recht op het bijzijn van haar kind
in uren als deze. Ga, zoo gij niet wilt
dat ik u vloeken zal mijne laatste
onverhoord te hebben gelaten.”
Marcello rees hopeloos overeind
toen hij haar herkende, en
aanstonds naar haar toe.
„Mijne moeder vroeg hij ademloos.
„Zij ligt heel, heel slecht, en roept
om u. Ik hel? te vergeefs den horen ge
blazen.”
„Groote God En gij hebt haar
leen gelaten.”
„Zij oischte het. Gij weet niet hoeveel
hel mij kostte haar te gehoorzamen.”
Reeds snelde hij aan hare zijde voort.-
Zij spraken thans geen woord meer. In
weerwil van de warmte zagen belden
doodsbleek, waren hunne tanden opeen
geklemd. Kermolen tuurde slechts in de
richting waarin zich zijne woning be
vond. Gedurende dien ontzettenden tocht
zag hij zijne gansche jeugd lang» zijne
blikken Jmenglijden. Hij was als knaap
meestal lijdend geweest, dat was het wat
zijne moeder zoozeer aan hem gehecht
had, terwijl de andere kinderen spoelden
en stoeiden, lag hij op eeno rustbank aan
hare zijde, en vroolijkte zij hem op met
hare verhalen of met de voorspelling dat
hij als mensch even krachtig zou zijn
als zijne tijdgenoöten-
Hij leerde haar vergoden en scheen
slechte te leven als zij bij hem was. Ho©
trotech gevoelde hij zich niet al» hij hare
buitengewone schoonheid hoorde roemen.
Hoe verteederd had hij zich niet gevoeld,
toen hij later het leven had leeren ken
nen, «i begrepen had dat zij vrijwillig
afstand had gedaan van alle triomfen der
wereld om slechte een liefderijke onver
moeide ziekenverpleegster te wezen
kiezen bepaalt, geheel Iob is van do
redencering van ons kritisch verstand, en
wanneer zij ons zoozeer in beslag noemt,
dat we haar niet moer als zoodanig on
derkennen en niet meer in staat zijn haar
ter zijde te stellen bij dc bMordeeling van
bepaalde gebeurtenissen en foiten.
We merkten reeds op, dat onze sym-
on antipathieën eigenlijk nooit geheel op
verstandelijke redencering steunen. Maar
daarom behoeven ze er nog niet geheel
los van te zijn. Juist hij, .die zich zelf
bewust is, du» zijn sympathie of antipa-8
thic voor een groot deel uit onberede
neerde gevoelsbewegingen voorkomt, zal
trachten die zooveel mogelijk door zijn
verstand te controleeren, wat een eerste
voorwaarde voor onpartijdigheid te. Maar
hij zal ook, juist omdat hij zich den grond
'zijner sympathie bewust' te, met uiterste,
voorzichtigheid on wantrouwen tegen- j
over eigen oordeelvellingen zich een oor
deel vormen omtrent alles wat de tegen
partij betreft. Hij zal trachten zich met
de uiterste witeinspanning buiten zijn eigen
Sympathie of antipathie, zal hij de. ge
beurtenissen voor zich neerzetten m hun
onderling verband, ze trachten te bqzien
als gold het iets, dat hem niet aanging
en niet aarzelen zijn oordeel vast te stel
len, ook .wanneer dat ten nadeele schijnt
van de partij, die zijn aympathie heeft.
Voor onpartijdigheid komt het dn» aan
op zelfkennis en zelfbewustzijn en wils-
kracht, maar ook op waarheidsliefde
rechtvaardigheidszin. Men moet dc
maar
it langs
den Kneu-
lange file van nmnschen.,
politieagent bij, dus is er
ons
is
wat
on na in zijn courant en el
ders over de verschillende volken gele
zen heeft. Zij wordt waar men de
volken zelf meestal niet kent gevormd
door wat men van anderen omtrent hen
te weten komt en voor een goed deel
van de meer of minder -sympathieke wijze,
waarop men die anderen over hen hoort
spreken. Want vrijwel ieder mensch, hoe
zelfstandig hij zich ook mag- voelen
wordt sterk door anderen beïnvloed en
vooral door wat hij van anderen leest.
Hij geeft er zich in dat laatste geval wei
nig rekenschap van, dat die andoren, die
die courant of dat boek schrevennwn-
schen zijn als hij zelf, menschen met
hun sym- eu antipathieën, met hun fou
tieve oordeelvellingen, met hun vaak een
zijdige meeningen en bevooroordeelde op
vattingen. Hij leest zonder criliek en
Hare prophetic had zich bewaarheid 5
hij was gezond geworden ate de anderen
maar dat hoofdzakelijk dank zij haro
zorgen, en die liefde, welke zij hem zoo-
op treffende wijze betoond had, was oor
zaak geweest, dat zij vaderland on alles
had opgëofterd om hom naar deze een-1
zaamheid te volgen, tot het oogenblik
waarop eeno andere teederheid ate de haro
over zijn leven ging waken.
Helaaszij had hier niets anders ate
ellende en ontbering gekend, en nu ging
zij stejvon aan luit heimwee dat f
verteerde, gelijk een boom dien men
laat op oen anderen bodem verplantte, en
zij lag daar alleen, zondnr eenlge hulp,; gerukt of
t<‘grn den dood te kampen, slechte deze
laatste gunst van het onverbiddelijke lot
afoinqekendo hem nog eenmaal aan hot
hart te drukken; in zijne armen, in te
sluimeren, gelijk hij zojf aan hare borst
den eersten levenskus had1 ontvangen.
1 indolijk verrees het huis daar, zwij
gend en doodsch lo midden der wildernis.
I en groote zwarte vogel fladderde over
hot dak. Was hij gekomen om de ziel
der stervende op zijne vleugelen mede to
nemen
„Blijf achter”, sprak Lodewijk op
schorren toon tot zijne gezellin, „gij moet
uitgeput zijn, on ik ga
niet te laat te wezen.”
Het was alsof zijn angst dat hij
laat mocht komen met dc minuut
groeide, en ate een pijl uil een boog ijlde
hij voort, terwijl Marcello Item volgde
zoo snel haro voeten haar slechts kon-
Wij kwën op ’toogenblijc in een tijd,
waarin wol de wereld in tweê vijande
lijke kampen verdeeld lijkt. Want niet
aliw-n de strijdenden in dezen geweldi
gen oorlog kiezen partij, ook de niet-
slrijdenden doen dat meerehdeels in hun
gedachten. Men is voot of tegen Duitsch-
land, voor of tegen Frankrijk en
land. Die nytapathlo of antipathie
kpr voor een groot deel het gevolg van
zijn voorliefde voor het karakter en dc
aard en gewoonten en den staatsvorm
van het volk, dat men die voorliefde be
wijst, maar voor een nog grooter deel
misschien van den invloed, dien de bla
den, welke men geregeld' leest, op
uitoefenen. Trouwens die voorliefde
ook waarschijnlijk het gevolg van
men. voor on na in zijn courant en
over
den toon, „maar laat mij ten minste voor
af voor ti zorgen.”
„Neen, neen, ga terstond, ga onmid
dellijk. Ik hel) geen tijd tot wachten
meer.”
Het gelaat der kranke had zulk eene
ontzettende uitdrukking aangenomen, dat
zij haar niet langer durfde weerstaan
maar een hoed afrukte van een der kap
stokken en in weerwil van de hitte, die
zij zelden of ooit trotseerde, hot veld op
snelde. Zij liep zoo haastig voort, alsof
de gedachte dat de ongelukkige vrouw
daar hulpeloos achter was gebleken haar
vleugelen bijzette, aanhoudend Lodöwijk’s
onnadenkendlmtó verwenschehde, haar niet?
het juiste punt op te hebben gegeven
waar hij bezig zou zijn.
Toch vond zij hem eerst na verloop
van drie kwartier. Hij ontstelde hevig,
onzen gemeenteraad beslaat in het
pen van straten.
Wij hebben hier tor stede een archiva
ris, die de heole vaderlandscho geschie
denis roede heeft omgeharkt ten eihdo
geen enkelen grooten meneer te vergeten
bij het uitdeden van do eer oen straat
naar hem genoemd te krijgen.
Wilt ge uw geschiedenis repeteeren o
jeugd van H.B.S. en Gymnasium, zet u
op de flets en rijd de straten der vor
stelijke residentie door. Dan passeert op
de naambordjes der straten de lange «toet
van groote en kleine figuren uit onze his
torie uw oog en krijgt ge gelegenheid
uw kennis daarmede te verrijken. Weet
ge al wie Viviën was, wie- van Hovë,
Jacob Hop, van Bouningen, Relnwardt
Joan Ban, Outshoom, Brugmans, Molls
Rtoko enz. waren
Wilt ge uw plantkunde repetooren
strak» zal er gelegenheid zijn: (te Serin-
gen-laan, de Meldoorn-slraaf, dn Pljn-
boom-straat enz. Helaas behoort het I’ink-
Htorldommen laantje tot het verleden.
E$n gevaarlijk antecedent heeft db Raad
Maandag geschapeneen straal te ge
noemd naar Mr. Faber van Riemsdijk,
„een der meest invloedrijk# leden van
don Raad in het jaar 1813”. Wloweet
hoe in stilte in menig edelachtbaar gé-
moed de hoop levendig word, dat ook
nog eenmaal zijn naain voroeuwlgd zou
worden doordat oen straatbordjo dien zal
dragon......
I- rkend dient dat onze raadsh'den niet
eerzuchtig zijn, want als ze dat waren
zouden zij zeker wol anders handelen.
Bovendien zouden er geen straten genoeg
zijn om hon alle to gedenken. In vijf
jaar tijd» zijn van de 45 raadsleden er
weer 20 door andere vervingen. Zoo lets
kunnen wij niet bijhouden.
Wij houden on» voorloopig maar bij
de lieroemde personen uit do oude doos.
Nieuw ia dit denkbeeld niet. In do Haag-
sche Nieuwsbode van 1838 kwam roette
eon ingezonden stuk voor, waarin word
mingedrongen op hei overdoopen van vele
straten. Veel succe» heeft ook dezo advi
seur niet gehad, want do namen, die hij
wilde doen verdwijnen Itostaan alle nog.
In 1839 wikte men in don Haag nog
hfolemaftl niet» weten van straatnamen.
Du staatsraad Copes van Cnttonburch was
o.*a, van meening, dat zulks niet go-
w''nacht was, lo omdat db reiziger, voor
wlen zulks dan toch t'nkol noodig was,
er niets aan hooft of hij den naam van
een straat weet, daar hij toch don weg
er hoen niet kont on hij in leder loge
ment wel oen bediende kan krijgen die
hem geleidt; 2e. omdat te wachten staat,
dat, ate een vreemdeling uit de diligence
slapt, er dan aanstond» een stuk of vier
arme jongelingen zouden zijn, dte als het
ware uil éónen mond vragen om den Weg
en dan na dit gedaan te hoh-
vijfje of een dubbeltje ont-
De zon scheen heldor, do wog was
schoon on uwe dienstwillige dienaar be
sloot van zijn huis naar de stad te wan
delen. 'I Was de eerste van Februari, de
eerste van een nieuwe week; iwt had;
alles hot voorkomen van iets frisoh, tets
nieuws, on vol goeden moed loog hij op
weg. 't Is een heele tippel, a long long
way to tippel naar de Groenmarkt. Langs
de breed» Sladhouderalaan, waar Richard
Hol’s standbeeld in ’t heldere zonlicht zich
schaamde van wege zijn groenheid, die
\olgens deskundigen jutet zoo mooi te
langs do Groothertoginnelaan, waar vroe
ger de vogels 7,00 vroolijk floten,
nu eon tram voortdurend knarst
de Parkstraat den hoek om bij (km
terdljk... «Mn
1 r staat een
niets bijzonders aan het handje.
Het waren de vriéndelijke vrienden van
Minister Troub, die daar wachten on»
toegelaien to worden ton olnde aandeel,
te nemen in (te oorlogsleening. Een staat
te toch Iets anders dan een gewoon i
mettach. Zooveel liefhebbers voor je deur
om je geld te komen tohnen, ’t te een
schouwspel dat nog niet vertoond is in
Je mensoholijke samenleving. Een optocht
vail groote en kleine kapitalisten, voor
oen „roede” ate een roodc lap voor een
stier. Stel je voor, dat ze door politic in i
i bedwang worden gehouden,
■zij van nationale geestdrift
de voor de 5 procent.
Maar alle gekheid op een stokje,
was toch wel bar, dat van deze menachen
een tentoonstelling word 'gehouden op do
«ponliaro straat. Daar moot je nu voor
bij het Rijk, bij oen ministerie zijn om
zóó behandeld te worden, ate hot je be-
doding te, welwillend te zijn en je plicht i
ate staatsburger na te komen door in
dagen van nood je spaarbankboekje van
do Rijkspostspaarbank te laten overstor-.
ten In de ledige schatk^t. Of het Rijk
met deze transactie vod vooruitkomt, I»
oen opim vraag, doch de Regeerlng heeft -
dit kunnen voorzien. Dit zegt wel n$i
vod> zij kan zooveel voorzien, en ze doet
er toch niets aan. Zij kon voorzien dat,
Iw't de eerste dagen storm zou loepen
om te storten doch zij nam geen maal-;
regelen, althans geen afdoende, om be-!
rokend te zijn op dozen stormloop. O
ja, zoover was de voorzienigheid welbij:
haar dóórgedrongen, dat zij althans niet
bij dun Rijksbetaalmeester de scène van
2 Januari deed herhalen. Maar liegrijpen’
wat er dan wd gedaan moest worden,
dat ging toch het bureaucratische brein»
te boven.
Het zij zoo, wij zullen er ons niqtdik;
i over mtdcen.
47)
Deze woorden waren op korten, afge
broken toon uitgebracht, terwijl in do
reeds starende oogen een vreesejijken
zielsangst te lezen viel dat hij niet bij
tijds komen zou.
Marcello snelde op het aangeduide ver-
Irek toe; o I zo# dit middel slechts mocht
batdi, hoezeer zou zij den hemel danken.
De horen was spoedig gevonden, zij
kende dergelijke speeltuigen, ook Onno
had *er een, zij dienden, wanneer men in
de verte iemand voorbij zag komen en
men had in die woestenij aan het een
of ander behoefte, om de aandacht van
den reiziger te trekken.
Haastig rukte zij een
en tot driemaal toe weerschalde haar nood
sein somber en klagend door de lucht.
„Het is goed zoo; ik zal wachten
misschien heeft hij gehoord,” luidde het
«te ju gereutel van het ziekbed.
Maar hoe angstig de jonge vrouw ook
n«ar alle kanten bleef uitzien, nergens
vertoonde zich een menschelijke gedaante.
Lodewijk bevond zich verre en de wind
mies in eene andere richting.
Na verloop van een kwartier riep de
stervende haar opnieuw tot zich.
,Het Schaaklwri"
•gad. Vrgz. Ki«-
ouda".
éunie” 8 u. Voor-
degeman v. Dept
Nijverheid.
ST.
7 n. Uitvoering
mvoud”.
geregeld tpdig
ren ontvangen van
erten, Tennakelpk-
eae dan in onae
m- i
man A Zn. Ge
f 1.25
1.50
150
1.90
- dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31, fcij onze Agenten,* den Boekhandel en de Postkantoren.
en maakt, dat hij de dingen ^nooit meer
onbevooroordeeld ziet, maar altijd door
den bril vant zijn sympathie en antipa
thie dat hij de gebeurtenissen
naar dat vooroordeel uitlegt en de
schuld of onschuld ‘aan bepaalde feiten
overeenkomstig dat vooroordeel toekent.
Wij zien dat nu in dezen tijd zoo dui
delijk in ’t groot. Wie Duitschgezind is,
.--preekt als een absolute zeerheid de on
schuld van de Duitschers aan het ont
staan van dezen oorlog uit en weet voor
ieder hunner daden, die hij niet zou kun
nen goedkeuren, een vergoelijking. Wie
anti-Duitseh te, weet dat den Russen en
Franseheh on 1 ngelschen dezen oorlog
loor do Duitschers is opgedrongen en te
overtuigd, dat deze laataten in vergelij
king met hunne tegenstanders op schan
delijke wijze voeren. Hij leidt dat niet
af uit bepaalde feite» on gebeurtenissen
in hun onderling verband beschouwd,
maar hij neemt het aan ate eon zeker
heid, omdat zijn sym- of antipathie hom
laartoe drijft.
Dat nu is geen bizonderheid van dezen
tijd en ten opzichte van deze gebeurte
nissen. Het is algemeen-menschelijk om
zich meer door zijn sym- en antipathieën
te 1 atej^4leiden dan door zijn redeneerond
on kritisch verstand. Dat verstand ge
bruikt men meestal alleen, om wat sym-
ol antipathie reeds heeft vastgcsteld een
logischen achtergrond te geven, om dus
verstandelijke argumenten op to delven
voor een roede vooraf gevestigd oordeel.
Eu dit jutet maajtt het zoo moeilijk voor
een mensch on paf tijdig te wezen, dat wil
/.eggen de waarheid te zien on uit te
spreken, onbekommerd in wiens voor- o!,;
nadeel dat zal blijken te zijn.
Men heeft in ander verband wel eons
gezegd, dat een mensch nooit neutraal
kan zijn. Nu is dat in zijn algemeenheid
misschien niet geheel waar. Er zijn din
gen,, gebeurtenissen, meëningen, verschil
len, die ons zoo koud laten, dat
vormt zich naar het gelozene veelal een Vrij wel nentraal tegmover staan.
dat zijn alleen die, waarover men eigen
lijk voor ou« niet bestaan. Zoodra we
ons rekenschap gaan geven van bepaalde
verschillen en er Over gaan denken, kie
zen we ook partij, al kan dat partij kie
zen ook erg flauw wezen. Maar dit be
hoeft op zich zelf 'èog niet tot partijdig
heid te voeren. Immers het doet dat
alleen, wanneer de sym- of antipathie, die
we voor iets hebben en die ons partij