i il
il in
lauitoij
Wmr"
KEN
'IJNIS
ïh
OL
il
I «hl
n iiir.
l il
De Oorlog.
lh' 1
13703.
53e Jaargang*
Verschijnt dagelijks
en Feestdagen.
behalve
Zon-
af I
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
HE
10 000.-.
FEUILLETON
sT3D.£u.
Heeren-
Meubel-
het Leven,
[AAG.
L.
eedschappen
fein's Inkt
lijk de BESTE.
n schadelijk:
ns]
‘lil
27cra>oes/c J3svens.
Woensdag 10 Februari 1015.
3i,T5.e'VL‘ws- ezx ^^<^-v“extexi.tïe“blecd. voor G-o-^lcLsl exx Ozxxstrelsean-,
1 (1
Telefoon Interc. 82.
Brieven uit Parijs.
i*
ARKT 41.
r’
srzekering tegen
i-
GOUDA.
ÏECHT.
Ui
enkel troostwoord hebt
uit-
i voedingswaarde.
i MedaMen.
en door ons
geverfd
b bewer-
eischen.
FN VAN
Keukengerei,
onderdeelen.
uigen. U
-HOLLAND.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden
Markt 31, bij onze Agenten
Oade-
voor
dat het haar geweten was,
dreigend' op haar toetrad. I
redfij<*n
Nadat
nog
en
en
is.
om óók
fon, al ia
rwegvti
Een beeld der werkelijkheid
was hot ook moge lijk 11
geheel alleen op weg te be-
in Shantung tot Japansch protectoraat-
gebied heeft verklaard.
Aan het Westelijk Front
Bij Yperen.
In de Leipziger Volkszeitnng vindt men
de volgende schildering, die gedateerd is
uit Yperen, 16 Januari
Den zeventienden December ’s middags
kwamen wij hier aan, op ongeveer
derhalven kilometer van Yperen en
zetten de loopgraven.
man Zn. Gouda. I
hebben om dorgelijke tijden te kunnen
doormaken. Zoo eindigt .de brief.
Japansch Protectoraad.
De Howojo Veremja te Petrograd
verneemt uit Tokio, dat Japan Tsingtau
Het voeren der neutrale vlag.
Uit KOPENHAGEN wordt geseind:
„Politiken” schrijft in een hoofdarti
kel: Engeland beweert dat het ge
bruik maken van de neutrale vlag
een gewone krijgslist is. Men kan niet
ontkennen, dat in vroeger tijden door
de oorlogvoerende partijen van dit mid
del te gelegener tijd niet alleen bij
handelsschepen maar ook bij oorlogs
schepen gebruik is gemaakt, ten einde
daardoor aan vervolging te ontkomen.
De vraag is echter, of een dergelijke
handelwijze niet lang genoeg geleden
is, om haar als verouderd te moeten
beschouwen. Wanneer Engeland thans
beweert, het zijn handelsvloot toe te
eigenen, dan zal het gevolg daarvan
zijn, dat er geen grens meer aan de
onzekerheid en de vernieling in den
wereld-oorlog overblijft, en dat de
gevaren voor de neutrale scheepvaart
tot in het oneindige toenemen, daar
ongelukkige verwisselingen alsdan on
vermijdelijk zijn.
Uit BERLIJN wordt geseind: De
officieele Engelsche uitlating, dat men
de vlag der onzijdige landen zal ge
bruiken, heeft in Zweden een pijnlijken
indruk gemaakt. In de Zweedsche
pers worden de ernstige gevaren waar
toe dit optreden kan leiden, grondig
behandeld.
Aftonbladet schrijft: Door zulk een
optreden berooven de Engelschen we
zenlijk de onzijdige schepen van de
bescherming der vlag. Onder geen
omstandigheden kan de Engelsche
regeering haar houding verdedigen.
Bulgaarsche reservisten.
Aan de Köln. Ztg. wordt uit Rome
geseind, dat de Giornale d’Illa een
bericht bezit uit Sofia, dat de Bul
gaarsche reservisten aanzegging heb
ben gekregen, zich gereed te houden.
GOr IIMIIE (OlliANT.
(Pres.), Dr. A. E.
BDEN, Dr. P. H.
De houding van Liebknecht.
Aan de Voss. Ztg. wordt uit Dresden
gemeld, dat de soc.-dem. afgevaardigde
Rühle bekend maakt, dat de rijksdag-
fractie de houding van Liebknecht
met 58 tegen 33 stemmen voor onver-
eenigbaar verklaart met de belangen
der soc. partij.
De verklaring der fractie tegen
Liebknecht werd in de eindstemming
met 65 tegen 26 st. goedgekeurd.
PRIJS DER A D V ER TEN TI E N:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tenen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 by vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
dat ditmaal
Do krachten
begaven haar; zij zwaaide in den zadel,
haar handen lieten do teugel» los, en met
wilden schreeuw stortte zij ter aarde.
Myrza was verschrikt blijven stilstaan
en keerde met hangenden kop naar zijne
bewusteloos» meesteres terug.
Maar reeds hadden twee liefderijke ar
men haar opgenomen en wreef men haar
de ijskoude slapen.
„Marcelle," klonk hot angstig in haar
oor, toen zij tot het leven lerugkeerdc
„Spreek, zijt gij gekwetst
„Ik weet het niet," antwoordde zij op
„Ik voel nergens pijn
want komt ook gij
Aan het Oostelijk Front.
In Polen en Galicië.
WEENEN, 9 Febr. (W. B.) Officieel.
In Polen en Galicië heeft geen verande
ring plaats gehad. In het woudgebergte
gelukte het gisteron-namiddag aan de
Duitsehe en Oostenrijksch-Hongaarsche
troepen een door de Bussen hardnekkig
verdedigde kleine plaats teh noorden van
Je bergkloof van Volovee, nor een strijd
die verscheiden dagen duurde, te ver
overen. Talrijke krijgsgevangenen werden
daarbij gemaakt, en veel munitie en oor
logstuig veroverd. Op het overige front
in de Karpathen hadden hevige gevech
ten plaats in het westelijk doel misluk
ten verscheidene Russische aanvallen,
waarbij 340 krijgsgevangenen en 3 mi
trailleurs in onze handen vielen. Het op
rukken In de Boekowina heeft verderen
voortgang Wawa werd door ons bezet.
f 1.25
w 1.50
1.50
w 1.90
dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
ten, den Boekhandel en de Postkantoren.
Werkloosheid in Duitschland.
De Vorwiirts ontleent aan het Reichs-
arbeitsblatt ©enige cijfers over werk
loosheid onder de leden van Dnitsche
vakvereenigingen. In het vierde kwar
taal van 1914 waren er 339,330 ge
vallen van werkloosheid of 26.8 proc.
d. i. 119,642 gevallen meer dan in het
vierde kwartaal van 1913 en 182,938
meer dan in ’t overkchpstigo tijdvak
van 1912. Het aantal dggen van werk
loosheid bedroeg in het tierde kwartaal
van 1914 8,547,628, of 4,738,961 meer
dan in ’t vierde kwartaal van 1913 en
6,304,984 meer dan in 1912. De vak
verenigingen hebben in dit tijdvak
van 1914 23 millioen Mark voor on
dersteuning uitgegeven, tegen rond
12 millioen in 1913 en 8 millioen in
1912. In werkelijkheid is de som der
nitkeeringen nog voel grooter, daar
lang niet alle vakvereenigingen haar
opgaven aan het Reichsarbeitsblatt
hebben verstrekt.
De Vorwiirts grijpt deze gelegenheid
aan om de groote steden en de in
dustrieplaatsen op te wekken uit de
openbare middelen een zeker bedrag
voor haar werkloozen if te zonderen,
wat totnogtoe niet is geschied.
(N. r. et.)
zwakken toon
als in mijn hart
mij verwijten
„Marcelle", herhaalde do jonge man,
„wat zou ik u ten laste kunnen leggend
Hel» ik ii integendeel niet bewonderd om
uwe zelfverloochening tegenover do oude
vrouw, en gelooft gij niet, dat ik dtn
hemel zegen mij bij toeval dozen kant
uit te hebben gevoerd
Zij hief zich met moeite overeind, om
hem in het gelaat te blikken, en zag met
hoeveel liezorgdheid hij zich over haar
heen bukte.
„Dus zijt gij bij toeval hier?" vroeg
zij nog half ongeloovig.
„Ja Onno was oververmoeid en reeds
sedert een paar uren naar bed gegaan.
Ik bleef op on» nog wat te lezen; maar
de hitte in huis was zoo ondragelijk, dof
ik nog eeno late avondwandeling ging
maken."
XXIV.
Parijs, 2 Febr. 1915.
Do lichting 1916! Mijn hemel, het zijn
kinderen nog. voor hot moerendeel. Men
moet ze door dy straten zien trekken, de
pet versierd met het groote papier, dat
aangeeft dat ze goedgekeurd zijn voor
don dienst, de borst versierd met reus
achtige papieren kokardes In helle kleu
ren, men moet hunne luidruchtige vroo-
lijkheid hooren, al» ze, iu de volksbuur
ten met trompet, trommel en harmonica
gewapend muziekuitlvwringen geven en
meteen een kleine collecte houden om
straks op den roem van hot. vaderland to
klinken, om goed te beseffen dat jon
gens van zeventien jaar, al zijn het dan
ook Parijsche straatjongens, in den grond
niet veel meer dan kinderen zijn de
apaches moogt ge, zoo ge wilt, uitzon
deren.
Zij worden overal met sympathie of
in elk geval met toegevendheid ontvan
gen. Al» er zoo'n auto, volgoladcn met
conscrits de straten doortuft, wuiven de
jonge meisjes zo toe en de huismoeders
schudden eens even hei hoofd mei een:
Paiid-gossos I
Inlussohen, de „paud'gosses" vinden
zichzelf allesbehalve bcklagenswaardig. Zij
popelen al lang van verlangen
een geweer in handen te krijgen,
het dan alleen maar om (te «poort
bruggen te bewaken, want daarvoor
naar men zegt, de nieuwe lichting
iu hoofdzaak bestemd. Gisteren flaneerde
er een troep van een twintigtal consents
over de boulevards. Dicht bij de Porie
Kt. Denis komen zo een gewond sergeant
van de infanterie togen. Heel de troep
maakt halt en brengt het militair saluut,
dat de andere beantwoordt. En dan klinkt
zijn joviaal: A lions, jongens, willen je
lui met mij klinken op een spoedige
overwinning
Daar gaat het oen café binnen, do aer-
geant, voortstrompelend1 op zijn twee stok
ken voorop, de jeugdige recruten-in-den-
lop achter hem aan. I r worden glazen
en flewschen gecommandeerd en do gar-
yon moet meedrinkeo on de juf achter
de toonbank ook en hel duurt maar een
oogenblik of h»t Vive la France davert
het zaaltje door tot groot vermaak van
le overige Imzooker», wien anders hoo
ren en zien wel vergaan moet. Maar ee»
uiting van vaderlandsliefde wordt altijd
goed ontvangen.
Bij eenlg blijk van hot tegendeel slaat
ook direct de stemming om en daardoor
is ook de heftige verontwaardiging zoo
begrijpelijk tegen Dixlaux, den officier
van administratie die zooals men weet,
„Nooit-!" antwoordde zij heftig, „want
dat Is niet mogelijk, (lij die onafzienbare
m< ren hebt bevaren, die maagdelijke wou
den hebt doorkruist en onmoteiijks ber
gen aansebouwdet, gij kunt geen vrede
iM'ini'n mot dit landschap, dat geen enkel
Hchiidcrachtig punt opleverl, dat zelfs van
geen gevaren doet droomen. Wie hier
voortleeft is schijndood, (lij moet dat al
les gevoeld hebben zooals Ik, en uw for
tuin is groot genoeg om het niet te mor
tal vermeerderen. Weik doel stelt gij ti
'lan voor oogen
„Ik zou u het antwoord schuldig kun-
nen blijven,’’ sprak Filips, den blik van
haar afwendende, „maar wellicht is het
beter dal gij voor eenmaal zult loeren
verstaan wat In mijn binnenste omgaat.
(’•Ij kent de geschiedenis mijner eerste
liefde. Ik dacht dat zij ook mijno laat
ste zou sijn, dat zij onsterfelijk was al»
ie herinnering aan. do vrouw die ik be
minde.
Daarop zijt gij gekomen, Marcello, eo
hoe go,-d ik het ook voor u verborgen
hield, ik heb u Isjmind met oene andere,
maar niet minder groote teederheid. dan
Ik eenmaal aan mijne doode geschonken
had. Maar voor mij boteekent liefhebben
gelukkig maken. Wat kon ik anders over
uw leven brengen dan droefheid on be
rouw, indien ik toogaf aan het gevoel dat
er mij toe droef u in mijne arnwm te no
men on u toe te fluisteren: „I^aat ons
heel het overige menschdom vergeten en
slecht» leven voor elkander."
(Wordt vervolgd)
éunie” 8 u. Voor-
Begeman v. Dept.
Nijverheid.
Schouwburg 8 u.
erenavond, Nut.
HT.
i 7 u. Uitvoering
mvoud”.
iwy geregeld tijdig
ren ontvangen van
erten, vannAkelyk
ese dan in once
in.
Onder valsche vlag varen ia even wei
nig eervol als wanneer iemand een
valschen pas of een gestolen visite
kaartje vertoont om 4oor een onjuiste
legimitatie aan een dringend ongemak
te ontkomen.
toebehoort. Ik heb veel ..niet Onno gespro
ken. en hijzelf erkent dat hij mistastte
toen hij het hopeloos besluit nam zich
alhier te komen liegraven. Ik daarente
gen, ben een zoon der wildernis, Ik haal
adem- wanneer ik niets anders verneem
dan hel voortsuizen van den bries lua-
schen de riethalmen; dan de schreeuw
van oen konlngavogel over de zwijgende
vlakte. Wij hebben aanhoudend saiiMm
gearbeid, gij zult onze reuzenvorderingen
zien, en ik leerde dit terrein kennen. Met
een klein kapitaal, en daaraan ontbreekt
het mij gelukkig niet, zal ik er in sla
gen d<*n on vruchtbaren bodem waargjk
nog «chatten te ontwoekeren. Alles ia
daarom bepaald; ik koop de liezitting van
Holdius terug en zal hem de reeds vol
brachte ontginningen vergoeden door h«m
alles weer te geven wat hij tot dusverre
aan onkosten te maken had, en wat ook
de terugrei» voor hem mee zal sloepen.
In den aanvang had de jonge vrouw
hem vol blijdschap aangehoord; maar van
lieverlede was er cene smartelijke
drukking op haar gelaat gekomen.
„(laat gij hier dan alleen achterblij
ven vroeg zij.
„Oniot geheel alleen. Mijn knecht
blijft bij mij, en ik zal arbeiders trach
ten te vind*®."
„Waarom doet gij dal klonk het op
gebroken toon. „Waarom
„I n indien ik weigerde u dat te zeg
gen Kunt gij niet, evenals Onno, aan
nemen dat ik van gtvwtdrlft vervuld ben
voor deze woeste natuur
an-
bc-
Reeds het binnen
rukken in de stelling vond plaats onder
een moorddadig kanon- en geweervuur.
Wij waren zoo gelukkig onze plaats zon
der verliezen te bereiken. Boven aange
komen, hoorden w»j, dat deze plaats gru
welijk door artillerie vah elk kaliber be
schoten werd en dat de compagnie, die
daarboven stond, reeds groote verliezen
had geleden. Den achttienden begon dan
'niuorgens om half negen het kanonvuur,
zoo hevig, als wij niet voor mogelijk had
den gehouden. Honderden granaten
werden on» tegelijkertijd' toegeslingerd uit
ontelbare batterijen en dat wel uren
lang. We konden ons slechts bergen
doordat wij niet bestreken plaatsen uit
zochten en daar in groepjes bij elkaar
hurkten. Ondanks het moorddadige vuur
werd er toch goed wacht gehouden en
dank zij onze voorziohtigbeid, hadden wij
slechts zes man verloren, toen we twee
dagen later afgelost werden. Ook later
duurde liet artillerievuur van ’s morgens
lol avonds in gelijke sterkte voort en
werd avonds door hevig infanterievuur
vervangen. Onze verliezen werden talrij
ker. tverdag werden de loopgraven vol-
koiiH'n in elkaar geschoten en iederen
’•acht nK>e»t de genie ze weer opnieuw
Ktgraven, wat in den flonkeren nacht
en onder het hevige vuur heel moeilijk
was, maar het gelukte.
Den ‘29en December zweeg plotseling
de vijandelijke artillerie. Dat was iets
vreemds. We zagen elkaar verbaasd aan.
*s Middags om half drie klonk plotseling
een vreeselijke ontploffing. De loopgra
ven en schuilplaatsen werden heen en
i weer geschud, en gingen vervolgens nog
cens op en neer, alsof de heels heuvel
van guttapercha waa. Onmiddellijk daar
op werd hel donker. De Franschen liad-
den een mijn in de luclit laten vliegen.
-Wij hadden een doode, drie gewonden en
21 begravonen, die echter weer heelliuidB
voor den dag gehaald konden worden.
De uitwerking op de zenuwen kan nie
mand zich echter voorstellen. Men moet
het meegemaakt hebben. Moge het ons
gegeven zijn, dat wij zoolets niet een
tweede maal beleven. De Franschen had
den zich echter ook in het eigen vloesch
gesneden, want zij hadden de mijn te
kort aangelegd en hun loopgraven leden
meer dan twee maal zooveel als de onze.
Men moet zenuwen als ijzeren kabels
levensmiddelen, heetemd voor het leger
verttaiaterd heeft, ten bate van vrienden.
De affaire-Disclaux het word dan
toch ook waarlijk tijd, dat we weereen»
oen „affaire" op het tooneel kregen
is wel zóér Parisien, d. w. z. een zaakje
waar allerlei personen van eenige be
kendheid in betrokken zijn on met vele
..dessous".
Indien men zich den naam Doutclaux
niet herinnerde, de pers hetft zich wol
gehaast het publiek onder de aandacht te
brengen dal men te maken heeft met den
kablnot-chef van den oud-minlster Cail-
laux. Desclaux was dan ook een der
voornaam»!» getuigen décharge in het
proces ('ainn*te-('ail*uix. Het spreeM
van zelf dat In dit verband de Figaro
zich geroepen acht het zaakje zooveel mo
gelijk Aiit te pluigen. Dit blad was dan
ook d<* eerste die den naam noemde van
do vrienden van den heer Deeclaux, oen
«•kero madame Bóchoff, dte aan bet hoofd
staat van een groot mode-atelier. Dat
mode-atelier word naast haar Itostuitnl
door haar man, genaturaliseerd Duit*
schor, en twee anctero Dnitscher», waar
van er oen genaturaliseerd is en ds an
der reeds lang het hazenpad hooft geko-
zm. In dit verband wa» de godachlen-
gang: Desclaux en zijn vrienden l’all-
laux-Duitschers-verraad-sjiionnagt' niot zoo
buitengewoon fantaaii»ch t*n de autoritei
ten bebliOu het dan ook wenschclljk ge
oordeeld officks'l te verzekeren, dat er
in de beolo zaak geen kwestie van spion-
nage Is en dat a.ll«-»*n de beschuldiging
van verduistering zal worden volgehou-
den.
ImnaschRi, da heer Dosclanx zal voor
don krijgsraad verschijnen en meester La
bor!, dien hij als advocaat had gekozen
en dis eerst had geaccepteerd, hoeft sinds
dien voor de eer bedankt.
Oh, om geheel persoonlijke i
zooals het alweer officieel heet,
namelijk de verschillende bladiti
weer den nadruk iwbben gelegd op hel
feit, dat men in Desoiattx don oud-kabl-
net-ehef van f'alllaiix on den voornaaiu-
sten getuige vóór mevrouw ('alllaux hooft
te aten, is do heer lAbori, die zooals
nwn zich herinnert, mevrouw ('alllaux
met zooveel sucoe» vordwMgdo, tot de oon-
chisio gekomen, dat het, óók In het be
lang van Desclaux zelf, niet g«wen»chl
Is zijn rechtskundigen bijstand te vorks'-
nen. WfH communiqué besluit met deze
zinsnejh» Daar hij (mr. Laborl) nog niet
m»t Mfijn cliBnt geconfereerd heeft en ook
guw kennis heeft genomen van het dos-
Xht, mag men het feit, det meester La
borl zich torugtrekt niet uitloggen in het
nadeel van Desclaux.
Het «on echter niet onmogelijk zijn dat
het publiek, dat eigenzinnige wezen, zlrti
Inaraan bitter weinig stoort.
A. F. PETILLON.
„O dan ben ik gerust, volkomen ge
rust,” zolde zij, onder het slaken van
een diepen zucht, „al» gij wist hoeveel
ik op dezen tocht geleden heb."
„Maar Ivor was hot ook mogelijk
zoo laat en
geven
„De zieke stierf heden; haar zoon en
ik hebben haar begraven en daarna viel
de avond reeds in. Het verlangt'n naar
hui» deed mij mijne krachten ovcrschat-
ten."
„Het was veel te veel, na de aandoe
ningen die gij op zulk oen dag door
leefd moet hebben.”
„Ja, hot was te voel, het was onlwt-
tendmaar wat is niet vremdijk In dit
land, dat on» aller graf «al worden
„Neen. Marcelle. neen,” sprak Ondo-
kerke; „Malvina zal u niet zien sterven."
„Welke macht op narde zou dat kun
nen verhoeden
„Ik. Gedurende uwe afwezigheid hel)
ik veel nagedacht en I» het denkbeeld
dat ik reeds koesterde, lot rijpheid ge
komen."
Zij rees thans geliool overeind, on zag
hem srneekenrt aan.
„Gij wilt mij toch niet met eene valsche
hoop misleiden, niet waar?” vroeg «Ij
angstig.
„Neen, want het ontwaken tot de wer
kelijkheid zou er slecht» te wreeder om
zijn." sprak hij, hare beide handen grij
pende Gij zijt niet voor deze eenzaam-
heid geschikt, Marcelle, evenmin als uw
echtgenoot, wiens groot talent der wereld
50)
„Vader I" klonk het nogmaals ker
mend, „heb medelijden met mij en zwijg
zoo gij mij geen
toe te voegen.”
„Verder, Myrza, verderschreeuwde
zij. wanf zij wilde thans tot eiken prijs
dat ontzettende visioen ontvluchtenein
delijk was zij er in geslaagdwant het
paard scheen zelf verschrikt en vleugelen
te heblien verkregen.
Vol dankbaarheid sloeg zij de oogen
weder op, zij vernam thans geen ander
geluid meer dan den hoefslag over den
harden, steenachtigen weg, en de afstand
tusschen haar en de haven d<*s liehauds
werd al kleiner en kleiner. Nog slechts
een half uur en zij zou gered zijn.
Maar wie verrees daar weder in de
Verte Welken vorm zou de donkere stip
aannemen, die haar starende blik voor
rich uit ontwaarde Zij had terug wil
len gaan, inaar zij durfde niet. Welk
Moedig verwijt zou men haar opnieuw toe
voegen
Zij lieefde over al hare leden. Het
scheen haar toe dat zij ijlhoofdig word,
en toen zij ten slotte Filips van
kerke herkende, kwam het haar
O