I
1
w
rtMERKteletten
I
1
II
ffi
IJNIS
iedingen
i.K Alter
Gracht 269
IAAG,
STEWAAll-
agen
i nieskleed ing
e of gedeelten
!lj
No. 12724
Zaterdag 6 Maart 1915.
53e Jaargang.
Eerste Blad.
i
nhuis
Courant
icces.
ij
•i
XTïe"CL"ws- en -^.d.Trertexx.tie‘blsL<5. voor G-oxLcLa. en Oxxxstxelcexn
recht.
Ir' I
Uitgevers A.
EN ZOON.
II
J
S
FEUILLETON
dit Blad.
ZD-A-.
eedschappei
tuigen.
'ffersootato £avens.
A AY ZONEN
hum.
Telefoon Interc. 82.
'fll
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Brieven uit Parijs.
XXVII.
Brieven uit de Hofstad.
Kalmte.
14
elke
kracht
in
een
evenmin
I
aan het Bureau.
missie
hebt gij gelijk. Tot spoedig
Hij
en
altijd
storten
mwhurg. 8
uur.
(Wordt vervolgd.)
financier
IN VAN
Keukengerei,
onderdeelen.
ieteit de Rénnie,
Lmhachtschool”.
Vice-Voorz.
TDORST, Penn.
en
na
ronde
terug
voor
zijn
uit-
Hij
een
kunnen er dingen
ch zelf niet meer
zijn kalmte niet
uwe
eene
grond
mi»-,
lot bestrijding der
i. Leden verg.
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
Een beeld der werkelijkheid
van
noi-
I in
nau-
i de
iêu kosten slechts
elaling
voor elke regel
ju. Hij immer»
schouwer, maar
zijn leven, ook
En wie
bleven, temidden van die algemée-
herrie en angstigheid, werden
onverschillig en op
in A Zn. Gouda
i vol
de toe-
rao-
goen
doch
v en Woningtoe-
ratantte-Commissie
f f 1.25
.1.50
.1.50
1.90
jks aangenomen aan ons Bureau:
len Boekhandel en de Postkantoren.
ergoed.
4 Af en ADHB/i
ed.E.ALTïR.
lacht 2fi9*
IAAG.
onzen
z. de
ruimen in dezen
et Brokkenhuis.
:ht aan een der
•er Tel. n°. 178,
il halen, wat U
AZIJN VAN
'HEEËN worden
cd in verzegelde
zan vijf, twee en
en een Ned. ontt
leiding van Nom-
'rijs, voorzien van
and Merk, vol-
Vet gedeponeerd,
ot de uitvoering
ierde orders aan-
C. BIJL,
EBAART Ia
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post.
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden dage
Markt 31, bij onze Agenten,
71)
„Dan nog zou niemand er aan den
ken u te verwijten dat gij der grootsche
onderneming kleine vriendschapsdiensten
bewijst: ik minder dan iemand anders
alleen maar wensch ik er u aan te her
inneren dat wij bondgenooten zijn dat ik
ook mijn aandeel in de dankbaarheid der
directie wil hebben.”
„Maar ongelukkige I hebt gij dan nog
niet genoeg woekergeld opgestoken
dezelfde vraag kunnen doen,
i in het geheugen roepen dat
niet minder rekbaar dan
Ja, of neen, dus, wilt gij
uwe
I fl
rij geregeld tijdig
ontvangen van
i, vermak elijkhe-
in onze agenda
60UDSCHE COURAYT.
PRIJS DER AdVËRTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsi timmer f 0.55
Elke regel meer.0.10
B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing v$n 1—5 regels f0.35 by vooruit
betaling, elke regel meer 6 cis. Reclames f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
hem to
zulk eene
dwongen was
te doen.
Van dat uur al werd hij zijn bloedzul-
ger, ontnam hij hem langzamerhand al
le» wat hij verdiend had. De rampzalige
man verloor het hoofd, onder die voort
durende bedieiglng; zijne zaken worden
door hom verwaarloosd.
deels
aanleg
wiisoefening en
st an dig beleid zijn. Maar men kan daar-
de kalmte, door
veel leed ver-
anders
gebeurde. Toen onlangs de
's-Gravenhage dulngronden wilde#
van het Rijk, ton einde hot
upringgebied' van haar waterleiding uit to
breiden, werd1 dit verzoek door de Twee»
De
hij was
'ge-
spot hek ersleerling in Amerika aan-
(In nvntid niAlduki Kil stnh
n de (tnd a»n hui.
geval pleegt te zijn, met enkele bochten.
Gelukkig ligt langs dien hoofdweg geen
wandelpad, omdat het 's zomers bij het
geweldig stof-stuiven onbewandelhaar zou
zijn.
Geheel onverwacht, zonder aanleiding,
zonder dat er ooit door iemand op aan
gedrongen is, komt uit de lucht vallen
een plan van Minister Loly om dien rij
weg te verbreeden, rechter te maken, er
een vier Meter breed' fietspad en een zee
Meter breed wandelpad naast te leggen.
Daarvoor zal het noodig zijn oen me
nigte van de mooiste boomen te vellen,
aardige paadjes op te ruimen en feitelijk
het bosch in tweeën te èplilsen, waardoor
liet geheele karakter van een bosch ver
loren gaat.
En wat zal dan het nul van dit alles
zijn
den en
door zijn.
plan wordt ik* gemeentelijke overheid on
verhoeds op hel lijf geworpen. Rijk en
gemeente hebben elkaar in den Haag
voortdurend noodig en hel is opmerkelijk
hoe weinig of ze tót samenwerking zijn
le bewegen. Te zonderlinger is dit ver
schijnsel als men bedenkt, dat er tus-
schen de ministers fauteuils en de wel-
houderszotels een geregelde uitwisseling
van l»ezetting plaats vindt, en Vple le
den zoowel in den gemeenteraad als in
de Tweede Kamer .oen plaats innemen.
Eerder zou de vrees gekoesterd kunnen
worden, dat het op die wijze te veel
koek-en-ei zou .worden tusschon Rijk- en
.Gemeente. De oud-vaderlandache spreuk,
dat, wie het dichtst bij het vuur zit, zich
het best warmt, komt hier ook al niet
uit. Den Haag moest billijkerwijze vijf
zetels in de Tweede Kamer hebben, om
dat het juist een twintigste van Neder
land groot is. Indien deze onbillijkheid
eene werd hersteld', waren er weer twee
pionieren in de volksvertegenwoordiging
meer om de belangen van den Haag te
verdedigen. Ook in dit opzicht is de re
sidentie misdeeld.
Hetgeen thans echter met het Haag
se he Bosch is voorgevallen, is wel een
typisch staaltje van de eigenaardige ver
houding, die er tussohen het gemeente
bestuur van den Haag en de Hooge Re-
geerlng bestaat. Wij staan hier voor, een
van die stelkundige raadsels, die het ons
niet gegeven is te ontwaren.
Wij constateeren alleen het verschijn
sel en dit met verwondering en teleur
stelling. HAGENAAR.
ten te eerbiedigen.
Een week later is dat zelfde gemeente
bestuur gedwongen zich met kracht bij
de Regeering te verzetten tegen liet ge
mis aan eerbiediging van natuurschoon
harerzijds en moet zij dus het bedreigde
schoon in bescherming nemen tegen do
Regeering.
Aan dit alles is echter nog oen min
der aangename kant. Minister Lely was
eenigc jaren wethouder van den Haag,
heeft onder de leden van het gemeente
bestuur vele vrienden. Niettegenstaande dial
wordt het gemeentebestuur geen seconda
om advies gevraagd over hel plan om
in het Haagsche 'Bosch een ingrijpende
verandering aan te brengen. Het geheelo
vaarwel.”
1' n hij verwijderde zich, mot den be
daarden tred van iemand die zich u ces*
ter gevoelt over het lot en de omstan
digheden.
1- mmanuel de Josach daarentegen, spoed
de zich huiswaarts met eene uitdrukking
val wanhoop op het gelaat. Zou hij dan,
gelijk de ellendeling het hem voorspeld
had, tot het eind zijner dagen, aan zijne
wet onderworpen blijven Neen, dat wbh
bnhoudbaar, hij zou nooit in staat zijn
het te dragen en krankzinnig worden on
der dien voortdurenden angst, want vroeg
of laat zou de dokter zich toch als een
verrader tegen hem keeron; hij gevoelde
dat en hij herinnerde zich daarbij een I
verhaal dat men omtrent Camelia Hartt
vertelde. Toen hij in Amerika was ge
komen, had hij aldaar een zijner vroe
gere stadgenooten herkend: een man 6ie
jaren te voren, in een oogenblik van
jeugdigen waanzin, de kas waarover Lij
gesteld was had bestolen. Hij was naar
de Nieuwe Wereld gevlucht en had al
daar, door berouw aangegrepen, een nieuw
loven van eerlijke en hardnekkigenar
beid begonnen. Niet alleen had hij .zijne
eerste verdiensten gebruikt om het ont
vreemde, plus de renten, terug te zen
den, maar hij poogde overal in het ver
borgen wel te doen, als hoopte hij daar
mede het verleiden uit te wisschen.
fortuin had hem begunstigd, en
reed» een vermogend man, toon de
wezen f -j
kwam. Óp mkerra avond meldde hij zich
„Ik zou u
en ik moet u
mijn geweten
het uwe is.
mij ook bij uwe verdere kleine schikkin
gen met de maatschappij aansluiten
„Neen”, antwoordde de bankier met
kracht. „Ik bekommer mij immers ook
niet over uwe andere zaken. Vraag ik
u een aandeel in de winsten die zij u
op mogen leveren F’
”Dat is iets geheel verschillend», mijn
waarde,” antwoordde de gelukzoeker op
onlieschaamden loon. „Ik wacht er mij
wel voor ooit de kleine onvoorzichtighe
den te begaan waar gij zoo gemakkelijk
toe ©vergaat.”
„Wat bedoelt gij
verlaten, kan. Want i
gel >euren, waarin hij
«feester kan blijven
ten volle kan bewaren,hij zal di; teugels
nooit geheel laten ut;
slaat niet enkel als
ook als lieerseljer bo
lioven het leven van hartstochten en nei
gingen, ook tegenovei elke gebeurlijk
heid.
Daartoe heeft hij dte’ innerlijk»
noodig, die zich allereerst In zelfhehecr-
sching uit, maar daardoor toch niet ge-
htte’l uitgedrukt wordt,althans f niet
dien zin, dat zij zich uRsltiileml openbaart
door het kunnen terugringen van iedere’
gevaarlijke opwelling van drift ol angst
of zenuwachtigheid. Men moet zich niet
alleen rechtstreeks kunnen beheerschen,
maar ook rustig en verstandig genoeg
blijven, om zich rekenschap te geven
tan eigen gewaarwordingen en van het
gebeuren om ons, rekenschap dus van
wat er om ons en in ons gebeurt. En
uit dal gebeuren moet men altijd zijn con
clusies kunnen trekken, daarnaar moet
men altijd zijn beslissingen kunnen rege
len. Koel en klaar moet men de gebeur
tenissen onder de oogen zien en koel en
klaar moet men ook de gevolgen er van
kunnen berekenen. Geen onnoodige angst,
maar ook geen voor zich zelf wegmoffe
len van hel gevaar. Want wie kalm is,
durft ook het gevaar vlak in de oogen
te zien, poor geen gebeuren, geen voor
uitzicht laai hij zich van zijn stuk bren
gen. En van wat hem plotseling in den
weg kan komen, tracht hij direct de be-
teekenis te vatten, om er dó gevolgen van
te kunnen berekenen.
De werkelijke kalmte slaat dus als be-
heerseberes lioven het leven. En het is
deze, die wij allen ook in de cerstvol-
gende lijden zullen noodig hebben.
K.
Parij». 22 Eebr. 1915.
Gisteren, Maandag, is Karah Bernhardt
geopereerd. Het schijnt dat de dokters
nog weer hadden willen uitstellen, doch
de patiënte zelf verzette zich daar met
kracht tegen. Trouwen», gedurende heel
deze lijdeiiegosohiedenis heeft zij blijk ge
geven van buitengewone energie en zcld-
zamen moed. De doktoren hadden gezegd
dat de amputati»* kon vermeden worden,
wanneer zij zes maanden onbeweeglijk
wilde blijven liggen, maar dat was haai
een onmogelijkheid. Dan wilde zij nog
maar liever het boen kwijt wezen. En
zoo is het dan ook geochied.
ristorenmorgen tuMcben negen en tien
heeft de operatie plaats gehad en
gens het uitgegeven bulletin moet i
stand der patiënte zoo bevredigend
gi’lijk zijn. Do operatie zelf lieeft
volle twintig minuten geduurd
men heeft ruim een kwartier moeten wach
ten, voordat de ether zijn werk gedaan
had on de patiënte was ingeslapen. Het
rechterlieen is lioven de knie afgezet. Sa
rah Bernhardt zal nu drie weken onbe
weeglijk moei» ui blijven liggen en zij
de helft.”
voldaan, en heli ik de
Zoodra ik u noodig
komen. Tot zoolang
voelde het koude zweet naar de slapen
stijgen.
„Niets anders dan een paar briefjes die
gij de vriendelijklieid hebt gehad mij over
de zaak te schrijven.”
1 mmanuel de Josach meende de aarde
onder zijne voeten te voelen wegzinken.
Ja, hij had de grenzenlooze domheid be
gaan, maar daartoe enkel gedreven door
dien Cornells Hartt telkens talmde met het
zijner millioenen, en zich
liet verontschuldigen, zoo vaak de ban
kier in die dagen tot hem kwam,
liegroep thans hoe dit alles slechts
fijn overlegd spel was geweest om hem
onder zijne macht te krijgen, en terwijl
hij nog altijd sprakeloos bleef van schrik,
hernam zijn folteraar:
„Gij trekt u de zaak veel te sterk aan,
geloof mij. Ik zal u niet plunderen, en
misgun u volstrekt niet de helft der ver
diensten voor uzelf op te steken. Ik ken
u genoeg om te weten, dat mijn deel dan
nog aanzienlijk genoeg zal zijn. Komaan,
de prijs is niét te boog, als gij bedenkt,
welk eene voldoening gij er in vindt u
door te laten gaan voor een vriend der
menschheid, een beschermer van alle el
lenden.”
„Noem mij liever in eens een
som, waarvoor ik mijne brieven
kan koopen.”
„Nu verbaast gij mij toch. Meent gij
dan dat ik zoo weinig waarde zou hech
ten aan die kleine bewijzen uwer vriend
schap Neen, mijn beste baron, zoolang
gij zaken drijft, en Ik ben overtuigd dat
totaal verslagen en gedesorganiseerd in
een wilde pani«»k wegvlucht en ondanks
zijn duizenden manschappen, geen grein
tje weerstandsvermogen meer heeft.
Zoo zijn niet allen bij ons geweest.
Maar er waren er zeer velen wellicht.
De algemeene kalmte, die ons openbaar
leven ploegt te kenmerken, was weg.
Over 't algemeen sclienen wij een oogen
blik onze zelfbeheersching kwijt.
ne
ongevoelig en onverschillig en op
Iwst voor onverbeterlijk optimistisch
gemaakt.
Nu is het ongetwijfeld voor den
veel gemakkelijker om kalm te blijven,
dan voor den ander. Niet all»?en zijn
h'vensomstandighedtm werken daartoe moe
maar ook zijn aard.
Kalmte toch is voor een deel een ge
volg van den natuurlijken aanleg
den mensch, van de sterkte zijner
-.ingen en hartstochten, van zijn zenuw
gestel en zijn aangeboren wilskracht. Maar
het is ook voor een groot deel een ge-
x olg van oefening, van zelfbeheersching,
van die innerlijke kracht, die iemand sterk
maakt tegenover zich zelven en hem in
staat stelt zelfdwang te oefenen. Men
kan hier natuurlijk niet precies scheiden.
Kalmte, die men hij iemand waarneemt,
zal meestal wel deels het gevolg
x an natuurlijken aanlegdeols het
gevolg van eigen wiisoefening en ver-
om wel onderscheiden
innerlijken strijd en
kregen, als een gansch andere,
ook in haar uitingen, naast de aangebo
ren kalmte stellen.
Er zijn menschen, die vrijwel onbewo
gen door het leven gaan, die door geen
hartstochten bestookt, door geen begeer
ten getrokken worden, en wien nooit iets
zoo hevig roert, dat zij een oogenblik als
't ware buiten zich zelf raken. Maar er
zijn er ook, die dat schijnen te doen en
aan wien enkel een verbeten trekking van
de lippen, een fronsen van de wenkbrau
wen, een verstrakking soms van- heel het
wezen, den innerlijken strijd voor den
nauwkeurigen toeschouwer verraadt. Er
zijn menschen met zoo’n gelukkig zenuw
gestel, dat zij zich zelf bijna altijd baas
en altijd in evenwicht kunnen zijn. Maar
er zijn er ook, die hun zenuwgestel zoo
weten te beheerschen, dat zij uiterlijk
rustig blijven, terwijl hun innerlijk we
zen trilt en beeft.
Het is deze tweede soort kalmtedo
kalmte, die door zelfbodwamg, door aan
wending van innerlijke kracht verkregen
wordt, welke de meeste waarde heeft,
n dat niet alleen uit moreel oogpunt,
omdat zij een groote mate van zedelijke
kracht verschaft, maar ook in de praktijk
van het leven,, omdat zij tegen elke ge
beurtelijkheid is opgewassen en nooif, als
de aangeboren kalmte, den mensch totaal
dit uw leven lang zal voortduren, wensch
ik uwe trouwe compagnon te zijn.”
„Dat qiet Ik wil het niet!” riep Em
manuel de Josach uit, „en niemand kan
mij daartoe dwingen.”
„Daarin m
dus en aangename wandeling.”
Hij wendde zich doodbedaard om,
wilde zich verwijderen. Maar de bankier
hield hem terug.
„Waar gaat gij heen vroeg hij op
gesmoorden toon.
„Naar graaf Karel de Suez.”
„Waartoe F’
„Hem aantoonen hoe belangeloos
diensten tot dusverre waren. Welk
beuzeling bij voorbeeld gij geöischt hebt
voor do vervalsching der photographieën.
O ik weet wel de photograaf vroeg ook
z’n aandeel, maar gij hebt alleen de re
kening .geschreven en ze b»‘dro»g geen
klMniglieid.”
„Hoe Gij weet
„Ik weet genoeg om u voortaan, des-
verkiezende, «*00 kosteloos verblijf in oen
van 's lands gebouwen te verschaffen. Be
paal dus zelf maar wat gij wilt.”
„Het is wel, gij zult een aandeel
mijne winsten hebben,” klonk het 1
welijks hoorbaar.”
„De helft, geen cent minder, en ik zat
daartoe* al uwe inkomsten na moeten
zien.”
„Het zij zoo,
„Dan ben ik
eer 11 te groeten,
heb zal ik bij u
en de
bij hem aan en zeide hem herkend te
hebben. Indien hij zijne antecedenten in
een der groot»* dagbladen mededeelde, was
bij verloren, maar »lat zou Cornells Hartt
oprecht leed doen, on hij stemde er dus
in toe het stilzwijgen te bewaren tegen
eene billijke vergoeding zijner bescheiden/
held.
De ongelukkige was builen zichzelven
van angst. Hoeook al mocht men
twaalf jaren lang getracht hebben zich op
to heffen van oen val en te herstellen wal.-
slechts te horstellen viel, nooit zou men
de dwaasheid zijner jeugd te niet kun
nen doen Hij wilde tot eiken prijs d»*
eer zijner vrouw en kinderen redden en
gaf zijn bezoeker wat hij slechts vroeg.
De avonturier haastte zich die som in
eene winstgevende zaak te steken, maai
hij bleef den schijn aannemen doodarm
te zijn on zes maanden later meldde hij
zich opnieuw bij zijn stadgenoot aan, om
zeggen dat hij ten prooi was aan
ellendo, dat hij nogmaals ge-
een lieroep op zijn beurs
CCLVU.
Het is »*en bekende uitdrukking do
Hemel beware mij voor mijn vrienden
x oor mijn vijanden zal ik het zelf wel
doen.
Zoo beware de hemel ons voor
vriend, minister Lely 1 Ons, d. w.
bewoners der residentiesinds een week
allen op hun achterste boenen zijn gaan
staan ten einde zich te verweren tegen
een misdadigen aanval van genoemden Mi
nister op het door ons allen zoozeer ge
liefde Haagsche Bosch. Wel is waar
wandelen wij er niet veel in, doch dit
heeft ook al zijn oorzaak, die gedeelte
lijk buiten don onwil van ons zelf ligt.
Voor wie de vorm van het Bosch niet
bekend is, zij meegedeeld, dal deze »*en
zeer smalle en zeer lange rechthoek is.
Over de lengte en in het midden ligt de
rijweg. Zooals zulks in een bosch het
Het is niet alleen door groote, duide-,
lijk naar buiten sprekende daden, het is
veeleer nog door zijn gansche houding
in het leven mi in bizondere Levensom
standigheden dat men zijn inherlijke kracht
openbaren kan.
Slechts aan enkelen is het gegeven
aan de genialen en t&lentvollen aan
kunstenaars on vorsten en veldheerfn, die
kracht in grootschhei»! om te zetten en
van die' kracht de wereld te overtuigen.
Maar ook de minst opgemeikte, de een
voudige en gewone mensch kan, voor wie
hem gadeslaan in eigen leven, die kracht
duidelijk toonen.
Wij Nederlanders, hebben, vrijwel allen
in Europa en zelfs daarbuiten, in de
laatste maanden die kracht noodig gehad.
Want het is ook die innerlijke kracht,
die den mensch het zelfbedwang geeft,
en in moeilijke en gevaarlijke levensom
standigheden in staat stelt rustig te blij
ven en kalm. En tot die kalmte heb
ben We ons moeten dwingen, ter vyille
van ons zelven en ter wille van de ge-
meonschap. Niet dat allen het heblien
gedaan. Het scheen een oogenblik wel,
of wij al onze’ aangeboren nuchterheid
verloren hadden en een troep bange kin
deren geworden waren, huiverig, niet voor
een verschrikkelijke werkelijkheid, maar
voor het spook van onzen angst. In een
vergadering der Eerste Kamer heeft Mr.
an Nierop, directeur der Amsterdamsche
Bank verklaard, dat er in de eerste weken
v an den oorlog meer angst voor geldge
brek was gt'weest dan wezenlijk geldge
brek. Ditzelfde kan men, generaliseeren-
de, op den ganschen toestand toepassen.
Er gebeurde in werkelijkheid niets, dat
ons in direct gevaar bracht, dat ons be
nadeelde, schade of ongemak deed lijden.
I r gebeurde alleen iets, dat ons in ge-
vaar zou kunnen brengen, dat ons met
schade on ongemak bedreigde. En de
angst daarvoor was zoo sterk, dat wc
het gevaar, de schade in onze verbeel
ding reeds voelden. Dat is altijd het ge
val wanneer de angst l>aas wordt over
den mensch, hem, zooals men het noemt,
half krankzinnig maakt. Dan onder
scheidt hij niet meer de werkelijkheid en
zijn verbeelding. En in plaats van zich
teweer te stellen, maatregelen te nemen
om het gevaar te koeren en de schade
tot zoo klein mogelijke proporties terug
te brengen', gaal hij op den loop, in het
dolle weg, en tracht in zijn angst nog
voor zich zelf te redden, wat er, naar hij
meent, nog te redden valt. Het gaat dan
met hem, als met een leger, dat eenmaal
De auto's nog harder zullen rij-
een halve, minuut eerder het Bosch
Het wandelpad zal nog min
der te genieten zijn en het fietspad zal,
indien niet alle andere paden voor rij
wielen worden gesloten, evenmin bere
den worden.
Voor werkverschaffing heel het plan te
dienen Stel -je voor, dat wij voor werk-
x »*rschaffing maar eens even het bosch
xernielen. Wat zou Minister Loly z»*ggeh
als zijn dienstbode zijn salon-tafel kapot
hakte om brandhout to hebben voor hetj
aanmaken van het fornuis
Zooals wij reeds zeiden, is van allo’
kanrten verzet gekomen tegen dit vanda-s
lisme van het departement van Watcr-|
staat. Het gemeentebestuur gaal reques-
treeren en er zuilen wel vele Kamerle
den worden -aangezocht en hpreid' gevon
den om hun stem tegen hot wetsontwerp
te verheffen. Misschien is dit niet eens
meer noodig en zal de Minister het vóór
dien al intrekken.
Doch zelfs indien zulks het geval mocht,
zijn, is het gewenscht leering te trekken
uit het gebeurde. Toen onlangs de ge-
meente
koopen
spi
br»
de Kamer afgewezen, o.a. op
hiervan, dat het gemeentebestuur
schieu niet altijd' het duin-schoon zou we-