De Oorlog.
No. 12733.
Woensdag 17 Maart 1015.
53e Jaargang.
3^Ti©^."ws- ©2©_ -A»cLTr,©x,t©xx'tiL©T©l©LcL "voox 0~ou-d.su ©xi. Oxxxs*tx©33z©xx.
"Verschijnt dagelijks
Telefoon ïnterc. 82.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
FEUILLETON
tyeroDO&ste JÜevsns.
GOIIDSCHE COURANT.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal f 125
Idem franco per post150
Met Geïllustreerd Zondagsblad1 w 1.50
Idem franco per post«1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau
Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
PRIJS DER ADVERTENTIËN: 7
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer„0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 by vooruit
betaling elke regel meer 6 ets. Reclames f 025 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
Aan het Westelijk Front.'
In het Fransche communiqué van 16
Maart wordt gezegd D© Belgen hebben
de in de vorige, dagen verkregen resul
taten bevestigd. De Engelschen hebben
na de herovering van St. Eloi, ook loop
graven veroverd ten Zuid-Westen van het
dorp en den vijand genoodzaakt de loop
graven ten Zuidf-Ooston te ontruimen. In
liet bosch van Le Pretre hebben wij ook
de overige loopgraven, die wij gisteren
verloren hebben, heroverd.
Van Engelsche zijde. In een telegram
van veldmaarschalk French d.d. 15 Maart,
wordt aangaande de strijd bij Neuve Cha-
pelle gezegd, dat het dorp Epinette Don
derdagavond met geringe verliezen ver
overd werd, waarbij nog 612 vijanden
meer dan Vrijdag tot krijgsgevangenen
werden gemaakt. French zegt, dat de
Duitsche verlieeen van 10 tot 13 Maart
niet minder dan 17.000 18.000 man
kunnen zijn. Wat de strijd bij St. Eloi
aangaat, bevestigt French de Fransche
conHöuniqué's en voegt daaraan toe, dat
de gevochten nog voortduren.
Een heldendood.
De Belgische oorlogscorrespondent van
de Tijd meldt uit De Panne
Do dagen rijen zich aan de dagen. Wat
vóór een half jaar ons onmogelijk leek
is als gewoonte geworden, en waarover
ik u in het begin van den oorlog een
breedvoyigen brief zoo hebben geschre
ven, urfet uilgesponne leed en droeven!»
is thans èen zóó alledaagsch gebeuren, dat
ik het niet meer beschrijven durf, omdat
'tzoo„alledaagsch" is!
Een uitzondering zij mij dezen keer
vergund.
Mij werd door een ooggetuige het ver
haal gedaan van een heldendood, even
tragisch als grootsoh.
Hij was een jonge man van de klasse
'13, meen ik. Hij was uit Antwerpen ge
raakt na den val, had zich moedig ge
dragen, was van den troep weggeraakt,
maar hadi zich ten slotte toöh weer bij
de zijnen kunnen voegen. Aan den Yper
heeft hij dapper gestreden, was de eer
ste, om zich voor moeilijke opdrachten
aan te melden, kortom, was een voor
beeld zijner kameraden. Daarbij diep-ge-
loovig en blijmoedig. De brieven, die hij
naar huis stuurde, golden vooral zijn
moeder, die nog in leven is enhe
laasals vluchteling© in Engeland
toeft, hetgeen voor den soldaat misschien
wel het grootste leed was.
Verleden "week werd een zijner kame
raden aangewezen voor een uiterst ge
vaarlijken waarnemingspost. Een zóó ge
vaarlijk punt, dat in den mond der piot
ten de post do wacht van den dood' werd
Een beeld der werkelijkheid
80)
„Op do dringende smeekbeden van den
heer de Josach, heeft Cornells Hartt de
grootmoedigheid gehad dezen aanslag niet
ter kennis van het gerecht te brengen,
doch geëisoht dat de bekentenis van den
baron op schrift gesteld zou worden, en
door hem zelf zoowel als door mij zou
worden geteekend, opdat die waarheid van
het voorgevallene ten allen tijde gestaafd
zou blijven."
„Hebt gij verstaan wat ik dicteerde
vroeg de avonturier nu.
„Woord voor woord", klonk het op
gesmoor den toon.
„Fn zijt gij bereid het te teekenen
„Ja. Zoo gij u beiden verbindt dat
geen woord omtrent dit alles aan wie
dan ook ter toore aal komen."
„Gij kunt mijn stilzwijgen reke
nen", verzeker® de advocaat, die on
danks zich zeiven medelijden met den
ellendeling had, omdat hij wel gevoelde
dat eijn rechter nog grooter boef was
dan hij. Ik zal het beschouwen als een
ambtsgeheim."
„Ik, dank u, mijnheer. En gij?"
(rfk ook, «ik zal zwijgep als het graf,
^zoolang gij p aan mijn wil onderwerpt."
genoemd. De aangewezene was een arme
drommel, vóór den oorlog de kostwinner
zijner gebrekkige ouders, hetgeen hij nog
na beëindiging van den krijg zoo vurig
hoopte te kunnen zijn 1 Zichtbaar gebukt
ging de aangewezene onder die taak
hem opgelegd.
Toon aarzelde de meer gegoede niet.
„Mijn moeder zal mij missen en be
treuren, maar ze zal zonder mij kun
nen 1" redeneerde hij. En hij meldde zich
vrijwillig aan bij den commandant, om
zijn kameraad te vervangen, die eerst
later allee te weten is gekomen.
Laat ik kort zijn, het ging alles zoo
snel. 's Nachts betrok hij den poet
's morgens betreurden de Belgen een trou
wen kameraad), die zijn leven voor oen
ander geofferd had.
Zijn graf noch zijn heldendood zullen
zij vergeten.
Aan het Oostelijk Front.
Het officieel© Oostenrijksche communi
qué van 16 Maart luidt De aanvallen
van dó vijandelijke infanterie op ontze stel
lingen ten Oosten van Suxiejof en bij
I-iopuszno op het front in Polen werden
afgeslagen. Eveneens mislukten verschei
dene nachtelijke aanvallen, die de Rus
sen in de omstreken bij Gorlice uitvoer
den. Bij het afslaan van deze aanvallen
bracht onze artillerie door een .flankee-
rend vuur te openen op zeer korten af
stand van den vijand, dezen aware ver
liezen toe.
In do Karpathen hadden ook gisteren
op hot grootsite dool van het front slechts
artilleriegevechten plaats. Ook bij de
stellingen ten Noorden van de Uzsok-pas
heerschte na de gebeurtenissen van 14
Maart betrekkelijk kalmte. De vijand
leed in de gevechten op dezen dag grooto
verliezen. Van de voorste Russische af-
deelingen werden 2 bataljons vernietigd
11 officieren en 650 manschappen gevan
gen genomen, terwijl 3 mitrailleurs ver
overd werden. In de omstreken ten
Noord-Westen van Wyszkow veroverden
onze afdcelingen de hoogten en namen
380 man gevangen. Zij hielden in weer
wil van herhaalde Russische tegenaanval
len de veroverde stelling in hun bezit.
l)e slag ten Zuiden van de Dn jester
duurt voort. De door sterke Russische
troepen op dó hoogten ten Oosten van
östynia in de richting van Kolomen uit
gevoerde pogingen om door te breken
werden in verbitterde gevechten, die ver
scheidene dagen duurden, met groote ver
liezen voor den vijand afgeslagen. Na de
aankomst van verdere versterkingen ging
de vijand1 opnieuw op deze hoogten tot
een aanval over en wel in den loop van
den middög in dichte gelederen tot drie
maal toe, tegen onze daar staande troe
pen. De vijand leed wederom zware ver
liezen. Het infanterieregiment, generaal
der cavalerie Dankl no. 53, weerstond
met heldenmoed1 den herhaalden storm*
„Dan is het wel. Ik ben bereid te tee
kenen."
Eon oogwenk later was ook dat ge
schied en vouwde Hartt het document op,
dat hij bij zich stak.
„Gij kunt thans gaan," zeide hij spot
tend, „want ik durf niet hopen dat tnijn
gezelschap veel aantrekkelijks voor u be
zit. Ik j^ou u zelfs aanraden tot her
stel uwer geschokte zenuwen eenigen tijd
buiten te gaan doorbrengen. De open
lucht zal uw donkere spookbeelden doen
verdwijnen, en daarna zet gij u weder
met frisschen moed aan den arbeid. Gij
ziet dat ik vervuld ben van de teerste
bezorgdheid voor uwe gezondheid."
I'mmanue] de Josach nam zijn hoed en
boog sprakeloos. Het zou hem niet mo
gelijk zijn geweest een woord te uiten.
Een oogenblik later was hij verdwenen.
Toen hij zich wederom op straat be
vond, waggelde hij als een dronken man.
Nooit had hij zich kunnen voorstellen dat
er zulk een ure van ellende, van hope
loos lijden voor hem aan zou breken. Of
schoon hij voor do galeien gespaard
wa» gebleven, gevoelde hij slechts al te
goed dat zijn lot voortaan eene reeks
van vernederingen en smarten zou we
zen; waar zou hij eenigen troost vinden?
Hij had zich weinig of niet met de op
voeding zijner kinderen bemoeid. Toen
zijne vrouw gestorven was, had hij eene
gouvernante en een huisonderfrijzer ge
nomen en hen daaraan overgelaten. Da
gen achtereen gingen er voorbij dat hij
do kleinen" niet zag, en zoo waren zij op-
i
aanval van den over machtigen vijand
alle aanvallen werden bloedig afgeslagen.
Het Rnssisch communiqué van 16
Maart meldt
batterijen dichter bij *de vesting, we
gens het gebrek aan uitwerking van
het bombardement. De artillerie van
de vesting beschoot met succes de
vijandelijke colonne, bestaande uit
auto's, welke eenige groote voertuigen
trokken, blijkbaar met stukken ge
schut, levensmiddelen en munitie. De
strijd werd op gemiddelde afstanden
den 13en en 14en dezer bijna tot den
nacht voortgezet, met een voortdurend
overwicht aan de zijde van de vesting.
Twee Duitsche compagnieën tracht
ten de bevroren Bobr in de streek van
Sonindz te naderen. Zij trokken zich
echter onder ons vuur tot op twee
drie werst terug, met groote verliezen.
In de omgeving van Ossowiecz heb
ben onze verkenners gedurende den
nacht twee vijandelijke posten over
meesterd en de gevangenen naar de
vesting gebracht.
Bij Prasnysz onderbonden de Duit-
schers een hevig artillerie-vuur, doch
de infanterie kan onzen druk niet
weerstaan. Bijna op het heele front
brachten wij de Duitschers in 't nauw,
met name aan de rivier Orzyce.
In de vijandelijke stellingen in de
streek van de Bzooratis 's nachts een
levendige bedrijvigheid te bespeuren,
Het is mogelijk, dat de Dnitschers
daar hun artillerie versterken.
In de Karpathen bieden de omstan
digheden thans zeer groote moeilijk
heden aan het offensief. De dikke
sneeuwlaag laat slechts een zeer lang
zame beweging toe van de manschap
pen, die onwillekeurig in een Indische
rij achter elkaar gaan loopen en van
slechte wegen gebruik moeten maken,
wat tot ernstige verliezen onder het
vijandelijk vuur leidt. Alleen de ski-
loopers, die wij even goed bezitten
als de vijanden, kunnen vrijer ope-
reeren.
De Oostenrijkers zetten hun vruchte-
looze pogingen voort, om Przemysl
te bevrijden, welke kleine forten door
onze zware batterijen beschoten worden.
Aan het Zuidelijk Front.
In den Kaukaeus.
Do generale staf van het Russische le
ger in den Kaukasus deelt d.d. 14 Maart
mede Op het legerfront hadden gedeelte
lijke botsingen plaats tussclien de voor
uitgeschoven doelen van beide zijden. Onze
go-groeid zonder liefde voor hem, en had)-
den Ssij hem veriatim zonder andere
dankbaarheid dan voor het inkomen dat
hij hun afstond.
Van hen behoefd© hij dus geen opbeu
ring te verwachten; wat zijne vrienden
belreft, hij was evenmin zeker van hunne
belangeloozo gehechtheid, hij zou het niet
gewaagd hebben hun zijn hart bloot to
leggen. Tot wien zou hij vluchten in
zijn izieleangst
En plotseling daagde Marcello's glim
lachend gelaat voor zijne herinnering op.
Het was reeds vele weken geleden se
dert hij haar voor het laatst gezien had,
en zij bevond zioh thans op het land
goed van mevrouw Lecière, terwijl Onno
nog altijd zijne hopelooze pogingen voort
zette om te Parijs fortuin te maken. De
jonge man was daartoe alleen in de stad
gebleven, en ontzegde rfch alles om toch
zoo zuinig mogelijk te leven. Eiken Za
terdagavond ging hij naar buiten om
des Maandagsoch tends weder terug te kee-
ron, en nog altijd vond hij niets
„Mijne oude vriendin heeft mij zoo
dringend uitgenoodigd mij bij haar to
voegen," mompelde Josach, „indien ik
haar eens telegrafeerde dat ik morgen
kom, dan zou ik ten minste ver van hier
wezen en in die aangename omgeving
weder mijzelf wordeöl"
Weer aanschouwde hij daarbij in gcachten
de jonge vrouw, en hij ging met een bitteren
glimlach voort: „O, zoo ik nog een
maal bemind kon worden om mijzelyeu I
Maar ik ben daartoe te oud, Marcelle zou
troepen drongen de Turken met succes
terug.
De krijgsverrichtingen ter Zee.
De duikbooton-oorlog.
Do Engelsche admiraliteit maakte Za
terdag de volgende sedert 10 dezer door
vijandelijke d'uikbooten aangevallen Engel
sche koopvaardijschepen, alle stoomsche
pen, bekend
Adenwen, 3798 ton, getorpedeerd op 11
dezer in het Kanaal; sedert in Cher
bourg binnengesleept. De bemanning is ge
land te Brixham.
Florazan, 4658 ton, getorpedeerd op
11 dezer in dón mond van het Bristolsch
Kanaal. Het zinken is niet bevestigd. De
bemanning, op 1 -stoker na, Is veilig ge
land.
Headlands, 2988 ton, getorpedeerd op 12
dezer bij de Scdlly-eilanden. Niet gezon
ken. Volgens bericht ie de bemanning
gered.
Andalusian, 2350 ton. Getorpedeerd op
12 dezer hij de Scilly-eolanden. Het zin
ken niet bevestigd1. Bemanning, volgens
berichf, gered.
Invergyle, 1794 ton. Getorpedeerd op 13
dezer bij Cresewell. Gezonken. Beman
ning gered'.
Hartdale, 3839 ton. Getorpedeerd op 13
dezer bi\ South Rock in het lersche Ka
naal. Nrtd gezonken. De bemanning op 2
na gered.
De „New-York Herald" wijdt een be
spreking aan de nieuwe maatregelen der
geallieerden tegen Duitschlamd en zegt
Te trachten de oud© blokkade-voor sob rif
ten op den toestand van heden toe te
passen, zal gelijk staan met te trachten
de- wet, regelende hot monopolie van 50
jaar geleden, op toestanden van den te-
genwoordigon tijd toepasselijk to maken,
hetgeen natuurlijk zal ten gevolge heb
ben, dat de lucht vol wordt van protes
ten door alle neutrale landen tot de oor
logvoerende Staten gericht; echter zullen
deze protesten, voor atoover de betrekkin
gen tusschen do Ver. Staten en de En-
lente-mogend'heden betreft, niet het aan
zien hebben van „onder hoogen druk
staande ontploffingsmiddelen", terwijl wat
hot doen zinken aangaat door Duitsch-
land van het Amerikaansche schip „Wil
liam P. Frye" dit, onbewust, de „meest
werkdadig© mijnenstrooior" geweest is.
De „New-York World" maakt een be
langwekkend1 publicatie openbaar op grond
van de officieel© "statistische cijfers der
voornaamste Amerikaansche havens. Hier
in wordt gezegd, dat de „Wilhelmina"
die thans te Falmouth wordt vastgehou
den, het eenige schip is met levensmid'-
delen voor Duitschland', dat sedert 60
dagen de Vereenigdo Staten verlaten heeft.
Witte.-
Do bekende dir. Dillon van de Daily
mij slechts spottend aanhooren. Zou zij
werkelijk weigeren mijne vrouw te
worden
Deze vraag schonk hem eenigo aflei
ding voor zijne vertwijfeling. O, indien
hij waarlijk het geluk zijne woning kon
binnenvoeren, wat zou hij zich dan nog
I«kommeren om Cornells Hartt en zijne
bedreigingen. Met verdubbelden ijver zou
hij aan den arbeid gaan, en naast do
millioenen die die avonturier hem af zou
persen, nog ruimschoots genoeg verdie
nen om zijne vrouw van alle denkbare
weelde te omringen.
Hij bracht dus dien avond, tot laat in
den nacht, zijne zaken in orde, droeg den
volgenden morgen alles aan zijn gewo
nen plaatsvervanger over en vertrok met
middagtrein, om tegen het etensuur
op Móricourt aan te komen.
Het was een prachtige zomerdag en
nu hij Parijs slechts eenmaal achter zich
had liggen, voelde hij zich weer ©en an
der mensch worden. Zijno vreugde ken
de echter geen perken toen hij, aan het
station afstappende, de kleine victoria zij
ner vriendin herkende, waarin Marcelle
hem opwachtte.
„Gij hier 1" riep hij vol blijdschap
uit. „Een dergelijke verrassing had' ik
niet durven verwachten."
De jonge vrouw beantwoordde zijn
handdruk, maar zeide lachend
,0 1 Ik ben hier niet uit eigen vrijen
wil. Mevrouw Lecière verzocht mij eenige
boodschappen voor haar op het dorp te
doen en gebruik te maken van het rij-
Telegraph publiceert de volgende mede-
deeling over graaf Witte en over dM»r
dezen nagelaten memoires
„De doodstijding moge voor de bui
tenwereld plotseling zijn gekomen, doch
aan de intieme vrienden van Witte, tot
Wie ik mijzelf reken, was het reeds eeni
gen tijd bekend1, dat hij snel zijn einde
naderde. Witte zelf was niet bekend met
den ernst van zijn toestand. Nooh slechts
twee dagen te voren had lk, voor de
tweedö maal in één maand', een dringen
de invitatie van hem ontvangen om hem
in Petersburg op te zoeken.
- Witte heeft gedenkschriften over de in
ternationale politiek nagelaten, Welke even
belangwekkend zijn als die van prins
Hohenlohe. Spoedig na zijn aftreden be
steedde hij al zijn vrijen tijd er mee, die
op schrift to stellen, de vermelde feiten
te toetsen aan de daarop betrekking heb
bend© documenten en te dictoeren. Bij dat
werk heb" ik hem geholpen, daar wij ge
durende verscheiden van de schokkendste
gebeurtenissen van zijn merkwaardig le
ven met elkaar in nauwe verbinding heb
ben gestaan, en ik bekend was met do
hoofdmotieven van zijn daden, den open
lijken en bedekten tegenstand, dien hij
ondervond en het wroeten van ondlor-
grondsche krachten, die nooit aan de op
pervlakte zichtbaar waren.
Wat ook moge worden gezegd' of ge
dacht van graaf Witte's houding in zake
dit of dat politieke vraagstuk, er valt
niet aan te twijfelen of Rusland heeit
in hem zijn bekwaams ten Staatsman ver
loren."
Oeconomischo maatregelen in Duitsch
land.
De Tilglisohe Rufldsohau van 16 Maart
publiceert, dat de uitvoer en doorvoer
van alle steenkool en derivaten verbo
den wordt. De Doutsoho Tagoszeitung
bericht, dat in do eerstvolgende dagen
waarschijnlijk alle veevoederstoffen van
rijkswege in beslag genomen zullen wor
den.
Engelsche munitie.
Lord Kitchener hoeft gisteren lord
Southward gemachtigd, mod© te doelen
dat hij sedert het begin van den oorlog
de fabricatio van munitie 300 maal heeft
vergroot. Niettemin mag de verwachting
worden gekoesterd, dat de grooto toene
ming van arbeid' hem in staat zal stellen
do voorraden op reusachtige wijzo aan
lo vullen.
Buitenlanders in Turkije.
Het Turksobo Staatsblad maakt een
wet openbaar betreffend© de rechten en
plichten van buitenlandeche onderdanen in
Turkije. Volgens deze wet zullen dezen
voortaan volgens de Turksche wetten on
verordeningen betreffende de openbare or
de behandeld worden, waarbij zij cohtor
van door de grondwet aan de Turksche
tuig dat u af zou halen."
„Ook al is het slechts een toeval, ik
zegen het daarom niet minder."
„Ik zio wel dat gij nooit uwe vlei
taal af zult leer^n."
,Wat ik u ook zeggen mocht, gij be
zit het recht niet bet voor vleierij te
houden," sprak hij zoo ernstig dat Mar
celle snel den blik afwendde. „Gij zljt de
eenigo vrouw misschien tegenover wie ik
altijd oprecht ben geweest."
Do knecht, die voor het bestellen van
zijn koffer bad gezorgd, keerde thans
weder, en de paarden reden in gestrekten
draf naar het kasteel, dat zich op een
half uur van daar verhief.
„Het is hier een heerlijke streek," zei
de de jonge vrouw met een zuchtje, „en
men zou er wol altijd willen blijven."
Zoodat gij do stad niet betreurt In
den winter zoudt gij er anders over
oordóeion."
„Ja, dat is mogelijk; maar ik heb dit
landschap nooit anders dan in zijn zfo-
merkleed gezien, vandaar dat ik mij deze
prachtige groene lanen niet ontbladerd
voor kan stellen. En daarbij, mevrouw
Lecière is zoo vriendelijk voor mij zij
behandelt mij geheel en al alsof lk hare
dochter ware; en wij hebben ook nooit
het gevoel alsof wij van de wereld) afge
scheiden zijn, zooals men het buitenleven
wei eens voorstelt, or komen voortdu
rend nieuwe bezoekers."
(Wordt vervolgd.)