>5
lllllll
I
nne
P”
Saterdag 21 Augustus 1915.
54e Jaargang.
o.
Zon- eri Feestdagen.
behalve
Telefoon Interc. 82.
Eerste Blad.
MP EN
FEL1LLETO.}
DE STEM DER LIEFDE.
(tein’s - In kV
De beteekenis van onzen
arbeid voor ons zelven.
XTie^iws- ezx “voor 0-o\xcLeu ezx OxxxstreHsezx.
Verschijnt dagelijks
11
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
4
Telefoon Interc. 82.
Brieven uit de Hofstad.
blijkt
nood-
de
de
ons
kunnen
waar dal de Hage-
»an eener vrijwillige
Hij
Uonkn. dan bogilnnen
af
te
en
dui-
schoon linnengoed bij
het
en
HOOFDSTUK V.
op,
hi:
wondde.
(Wordt vervolgd.)
nan Zn., Gouda.
gor-
NSCHADELUK
-HOLLAND.
Naar het F n g e 1 s c h,
door
PAUL URQUHAKT.
oen
*al
ge-
een
een
hem
1
het
ver
en
Daarna
r en
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
GOIINUE COURANT.
en Woningtoezicht,
nderstandeconunWo,
Uc< mag zpker wel als
feit aangenomen
van
zacht
op hetzelfde
mw uuaud gC-
de kamer
.J was ver-
bij
m eiken
ketld zou
algemeen erkende
vraag
DU valt
wonen
wij geregeld tijdig
n ontvangen van
rten, vermakelijkhe-
lan in onze agenda
mum-leeftijd 17 jaar,
mum-leef tijd 25 jaar.
num-leeftijd 20 jaar.
mum-leeft. 29 jaar.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer«0.10
'Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee Iterekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reel tunes f0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
en noodzaakt de moesten van
arbeid te verrichten, die ons niet al
maar ons ook in staat
Het zet
waar-
-- PHUS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post.
Abonnementen worden
num-leeftijd 19 jaai.
num-leeft. 25 jaar.
n reeds zeer vol
le kunnende stoken,
aum-leef tijd 29 jaar)
ium-leeftijd 16 jaar.
num-leeft. 17 jaar’
len van een brief-
van aanneming der
50
j van
pvenischen en
f 1.25
1.50
150
1.90
dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31, bjj onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
Hij liep naar de deur om in den gang
beter te kunnen hooren.
De deur was gesloten.
trlsch belletje naast de schoorsteenman
tel. Hij helde en ging op hot bod 'zit
ten. Eerder dan hij het verwachtte werd
de deur geopend en een pak kleeren
Weedom sloeg er op, doch met
oenige resultaat dat hij zijn hand
Hij hield op, keek eons kalm
rond en bespeurde de knop van een-elec-
dijn, dat
Wu Kon.
„Pswrt”,
zouden kunnen duiden dat er aan de hof
stad behalve de hoflucht ook een minder
welriekend geurtje zit.
Leidt, zoo zouden wij willen vragen
die verfijning in de vermaken lot de
excessen, die wij af en toe plegen waar
te némen Hef jongste zaden-eohandaal,
dat in de klesche termen beschreven
uiterst onkicsch is, zou er op
wijs». n
Misschien is het
naars zich al te veel gelegen lieten lig
gen aan den uiterlijken schijn en dat
V'i'I zóó da| de inwendige werkelijkheid
/?r onder leed. Buiten den Haag plaagt
men ons bij voorkeur door te spreken
van 'dien Haagsehen wind', de overbeken
de houten ham en het aantal moppen dat
op de wufte residentiebewoners wordt
geta.pt, is legio. Men heelt óns wel
teens willen wijsmaken dat de Haagsche
^noeders Zondags aan de kinderen de
keuze laten tusechen vleesoh... of Sche-
vepingen, waarbij dan eventueel muziek
in het Bosch als entrement kan dienst doen.
Natuurlijk,dat het onze eer als Hage
naar raakt, wanneer op dergelijke deni-
greerende wijze over de residentie wordt
'gesproken, maar om de waarheid nieste
kort to doen, erkennen, wij dat er een
ictwje waarheid schuilt In de reputatie
die de residentie heeft. Men bedenke ech
ter dat de Hagenaar als van zelf zich
iets gewichtiger gevoelen gaat wanneer
zijn stad' wordt opgehemeld als de inter
nationale stad hij uitnemendheid, als een
Lional had honger en liet zich het sou-
uitmuntend smaken.
Zijn gastheer bleek een zeer onderhou
dend man te zijn.
Na afloop van het souper bracht hij
jWetUom naar een nieuwe siWj^ka'iiier.
Weedom liepeinsde wat dit alles kon
jheteekenen. Alereerst dacht hij aan de
jd'ame, die hij bij zijn binnentreden even
tgezien had, echter zonder haar gelaat te
herkennen. Toch kwam de gestalte hem
bekend voor, in ieder geval wilde hij
A-an de vreemde affaire meer weten.
i Den volgendien morgen stond de zon
jal hoog aan den hemel, toen Weedom uit
wijn bed sprong, doch tot zijn verwon
dering kon hij zijn kleeren niet vinden.
-Bepaald waren zij weggehaald om ge-
’Ijorsteld te worden. Hij trok een kamer
jas aten, die over een stoel hing.
'PWseling werd zijn aandacht getrok
ken door oen vrouwenstem, een stem die
mij kendte.
een zijvleugel scheen
het noodlot van Pni*.
dot dit onder waarbof,
karakter, van ha
zal worden en datje,
len naar een verrat
n tueeohen
sloot zijn toespraak aw
H Duitechlandden «rijd
ogel ijk heid van cokaur
geheel Europa M roor
X'ëu, niet echter vwè
gelukkig zal maken. Dit sluit dus in
dat hij moet trachten naar zelfkennis en
naar kennis van de wereld en de samen
leving, daar immers aijn behoeften en nei
gingen en do wereld, waarin hij loeft
tie bepalende factoren zijn. Voldoende
kennis van de heide factoren stelt hem
In staat de wegen te zien, die voor zijn
Streven openslaan en den weg te onder
kennen, die voor hom persoonlijk het best
en het geschiktst is. Natuurlijk is het
mogelijk, dat hij dien besten en geschikt-
|ten weg ónmogelijk gaan kan, maar d'it
jieomt niet weg, dat tnon als algnneenen
regel kan zeggen, dat hij dien besten
weg kiezen moet.
De geschiktheid' van dien weg nu
wordf voor een zeer groot doel bepaald
Hoor den dagelijkschen arbeid, dien hij
Itaarop te verrichten zal hebben en hij
inoet dus in de allereerste plaats naar
een werkkring zoeken, die hem bevredigt
pn die zich aan zijn geestelijken en vaak
ook aan zijn llohamelljken aanleg
)>ast. Natuurlijk heeft hij ook in
keuze maar oen beperkte Vrijheid.
nu eenmaal
wereldiieroemdlieid om zijn bosch, zijn
Strand, zijn vredespaleis enz. Allicht doen
wij allen onder invloed van al die. roem
Iets voornamer, iets chiquer en trachten
wij den schijn ook in overeenstemming
te brengen met de reputatie die de hot
stad iu dit opzicht heelt.
Het Is toch maar waar dat Rooyaards.'
de chique Rooyaarda - en de ultra ver
fijnde Verkqde hun tenten opslaan in den
Haag, dat zij het handélsgedoe van Am
sterdam verlaten en verlaten moeten om
dat hun daar niet do steun te beurt valt,
dien zij noodig hebben. Daaruit
dus dat de Hagenaars een fijnere smaak
hebben - dan dé Amsterdammers.
In hoeverre deze verfijning nu
zakelijk moet leiden tot ontaarding, wil:
len wij niet trachten na te gaan. Wij
laten dit aan de moralisten en de psy
chiaters over, die de menschelijke ziel
peilen en anaiyseeren, dot je er akelig
van wordt.
Misschien is er een geheel andere
oorzaak aan te wijzen. De bevolking van
den Haag is zeer gemengd'. Alle landen,
ja alle rassen zijn er vertegenwoordigd.
Uit ons eigen land treffen wij de meest'
typische vertegenwoordigers van allerlei
iilag aan. Den Haag is immers voor de
gepenslonneerdén de vestibule van het
kerkhof
t Is het Ie verwonderen dat onder
duizenden die zich hier ter stede komen
kestigen omdat de plaats hun het meest
aantrekt, ook dementen schuilen die niet
mee helpen om de reputatie te ver
beteren.
Met de zedelijkheid is het in den Haag
niet bijster goed gesteld, aldus werd óns
nog onlangs half vragend, half verwij
tend opgenierkt. liet zou ons te ver
(voeren indien wij beochöuwingen gingen
houden over de zedelijkheid. Het woord
is ons te groot om het te omvatten in
al de v»>elzijdagilieid.
Er is echter een
korm van fatsoen. Fn het is de
of deze overal wordt gevolgd,
natuurlijk zeer te •betwijfelen. Er
In den Haag meer dan 20 duizend jon
gelui op kamers. Wanneer er van dat
groote gvtal vijf procent minder „solie-
ide” leven een laag percentage inder
daad, dan bedraagt hun aanlal toch
nog duizend. Even zoovele „dames” zul
len zich dan het verwijt van onsoliditeit
‘hebben aan te trekken.
D«zo getallen zijn wel van dien ont
vang dat zij opvallen in de groote massa,
d n wanneer er dtin van die duizend een
]>aar overslaan in het uitorste dan, is een
zeden-schandaallje spoedig aanstaande.
Men moet dat alleen, meenen wij, niet
zwaarder nemen dan het is. Het Is on
billijk op grond van die enkele, op zich
•selfstaande gevallen een geheele stad een
blaam aan te wrijven, ’t Is op het platte
land ook alles niet rozengeur en mane-
sebijni.
***V<‘** B’ MCI UFMJtje, Wl
had hij ontvangen, te lezen. Jïr
niet meer dan „Wees op uw
Geef geen tecken. Vernietig <Mt.”
Hij duwde het in de afvoerbuis
liet het water er op loopen. Da.
koorde hij terng naar zijn gastheer
gemmenJijlt gingen zij naar de ontvang
kamer.'
jram van Minister~Q? 1
3heu gezant te Brtfc l
dat alle pogin«^? i
x-bterlijke uit^^t*!
vorden uitgeleid t«U
en Petersburg tot
in gekomen. De kmu.
tater Asquith een oom.
van de openbare oma
h door het feit te
schland in zijn vrhnj I
ingen, tot toenad-u, I
o dit rijk slechte deï
neutraliteit verlanefc k I
hland opgedrongen Wf. I
Mrlog waari»
kunnen Wor.
van grijze serge.
doch
1 de
{verveling te verdrijven, zoo goed het
;ging- Kranten Ayaren er niet, zoodot hot
een heole loer bleek. Hij opende een
raam en keek naar buiten, voor zoover
ide tralies er voor dat toelieten, Hij keek
'in een tuin, waaromheen een hoogonMiur
stond.* Hij luisterde, of hij ook wedier de
stem zou hooren, de stem, die hem zoo
{dierbaar was.
Plotseling echter werd de deur ge-
lopend en hij keek In het glimlachend ge
hoorde hij plotseling
,van achter het gordlijn en c,.
oogpnblik werd hem iets In dê hand
{Stopt.
Fritzgorald keerde zich juist om
IWeedom stak de hand In de zak.
„Pas op hier,” zei Fritzgorald,
-(lend op een ,paar treden.
Weedom had geen gelegenheid te zien,
wat hij ontvangen had.
Zonder verder een woord te spreken
volgde Weedom hem naar d
waar zijn patiënt lag. De hand
De operatie was juist
laat van zijn gastheer.
„O, dokter, ik vraag u excuses voor
de domheid van mijn bediende. Ik ging
van morgen vroeg weg en zei hem, u
niet fe storen on deze kamers ter uwer
beschikking te stallen. Hij heeft daaruit
begrepen, dat u ze niet mocht verlaten
en do deur gesloten gehouden. Ik hoop,
dat ge u niet ai te erg verveeld hd>t
Lional dacht de man liegt en hij
wilde het henr ook zeggen. Hij bedacht
zich echter, want I*'ritzgerald bleef zoo
vriendelijk, dat hij niet zoo grol kon zijn.
„Misschien wilt u eep kop thee drin
ken, na uw patiënt gezien te hebben
Wij dineeren straks en rekenen op u.
„Maar Mijpheer Fritz^erald, jk moet
terug uAatniijhwork. Ik hei» meer pa
tiënten.”
„Dat is in orde. Ik was zóo vrij ge
weest een boodschap te zenden aan den
hoer, waarmede ge naar het theater ge
weest waart, om hem te vragen,
plaatsvervanger aan te stellen. Dat
hij dan wel gedaan hebben.”
„U bedoelt Stanley Poole Zei u lu^lf.
waar ik was
„Dat vond ik geheel overbodig.”
„Maar het is onbeschaamd, mijnheer
Fritzgorald. Ik heb er genoeg van. U
maakt Oen gevangene van mij en mengt
u in mijn zaken. Hoelang moet dat nog
duren
„Ga eerst naar uw patiënt.”
Lional volgde den man door verschil
lende kamers. Overal hingen gordijnen
en in de gang passeerde hij een
een vaststaand
worden, dat liet einddoel
ieders streven zijn eigen ievensge-'
Ink is. Dit wil natuurlijk niet zeggen
dat ieder alleen werkt en ploetert, om
voor zich zelf, met uitsluiting van alle
anderen, een mooi en aangenaam plekje
op de wereld te veroveren en dat alle
streven zich oplost in dé zorg voor zich
zelf. Het beteekent alleen, Hat ieder mensch
dien staat tracht te naderen, waarin hij
zich gelukkig voelt, waarin al zijn be
hoeften, zoo de lagere als de hoogere
de meest mogelijke bevrediging vinden.
Van iedor’s individualiteit hangt het daar
bij af, welke die staat' is en of hij in
de eerste plaats zijn lagere dan wel zijn
hoogere, edeler behoeften tracht te Ixwre-
digon. Zoo is liet ook mogelijk, dut iemand
in een leven van zelfopoffering zijn ge
luk vindt, omdat allereerst de behoefte
om zich aan andoren te geven, om voor
nndeTMi iets te zi.fn, naar bevrediging-
dringt.
Alle gedachte aan zelfzudü, in den
meer gewonen zin, ie dus van deze de
finitie omtrent het levensdoel huitengesio-
ten. Do vraag in hoeverre de lagere
zelfzucht bij dit streven een rol speelt,
blijft dus onbesproken. Het feit alleen
wordt vaslgesteld, dat hel nmischelijk stre
ven gaat naar het bereiken van diien staat,
uiterlijken of innerlijken, waarin hij zich
het gelukkigst vpelt, dus naar levensi-
geiuk.
Wanneer men dit nu als een waar
heid vooropstelt, dan volgt déaruil on
middellijk, dat hel niet goed is, dat de
mensch zich nauwkeurig rekenschap geeft
van de wijze, waarop hij voor zich dat
levensgeluk kan machtig worden,
moet zich allereerst doordringen van het
bowiistiflh, dat hij zijn eigen levensge
luk zoekt, omdat de kennis van het doel
oen eerste voorwaarde is om hot berei
ken, en daarna zekerheid zien te krij
gen omtrent datgene wat hem persoonlijk
aan-
die
Het
jleven dwingt ons allen nu eenmaal tot
elierlei, waarin we eigenlijk méar weinig
lust hebben
ons
|een bevredigt,
hielt van de opbrengst te leven. 1
bns nis !twar<* in een tredmolen,
|n wo onophoudelijk mee irtoeten draaien,
bn laat ons daarbij veelal maar geringe
|i«ize.
Maar eenlge keuze laat het ons mcest-
fcl wel, mits we n-iet voor iedere moeie-
lijkheid terugdeinzen en tot eenige opof
fering bereid zijn. We kunnen dius wol
{Iegelijk tot op zekere hoogte de plaats
hitkiezen, waar we in dien tredmolen
gullen hebben mee te draaien. En die
plaats i« niet van ondergeschikte betee-
|<eiiis, maar van overwegenden invloed op
ons leven en ojtó levensgeluk.
Het is een bedroevend verschijnsel, dat
de meeste menschep zich daarvan zoo
^vdnig rekenschap gevem Zij gaan maar
draaien, waar het toeval hen neerploft
ponder ook maar een oogenblik rond te
Rijken, of die plaats voor hen wel ge
batikt is en er geen- geschiktere zou te
bemachtigen zijn. En wanneer ze er dan
eenmaal staan en er niet meer weg>kua-
hen, dan op gevaar al vermorzeld te
ze te klagen en
te mokken of te schimpen. Zeker, voor
yelen is er heclemaal geen keuze, maar
bok wanrteer die keuze wordt opengela
ten wordt veelal van die vrijheid geen
gebruik gemaakt.
De oorzaak dus van dit verschijnsel is
le zoeken deels in gebrek aan zelfkennis,
deels in gebrek aan inzicht omtrent den
invloed, dien onze arbeid op ons uitoefent
fen do beteekenis, die hij voor ons le
vensgeluk heeft. ,En dit laatste gebrek
is meestal een gevolg daarvan, dat men
tien arbeid alleen, ziet als oen noodza
kelijkheid, als een gedwongen fraaiigheid,
die ons in staat moet stellen te leven.
Maar een dergelijke fraaiigheid wordt het
alleen, wanneer men bij het kiezen van
zijn werkkring geen of niet voldoende
rekening houdt met zijn aanleg, zijn
eigenschappen en zijn geestelijke en licha
melijke behoioften. Dat geen rekening
houden wreekt zich dan op ons leven en
pp de samenleving, wie het mokkende in
plaats van blijmoedige ep levenskrachtige
l]lty,| vaak nOg 8iecht ver
richte arbeid bezorgt. Houdt men er wel
rekening mee, dan wordt dé arbeid voor
ons een lust en draagt hij bij tot
vermeerdering van ons geluk, zoo direct
als indirect.
Want voor wie zijn arbeid lief heeft,
voor dien wordt hij niet alleen, een bron
Van dagiilijksohe vreugd', .-maar ook een
belangrijke factor voor de ontwikkeling
Van zijn persoonlijkheid. De menech heeft,
uitzonderingen die den regel bevestigen
daargelaten-, behoefte zijn kracht te voe
len, iets te doen en iets voort te bren
gen, zich aan iets toe te wijden ook.
Aan adie behoefte nu kan hij voldoen
wanneer qijn arbeid aanpast bij zijn aan
leg, zijn vermogens, zijn geschiktheid.
Jlij kan dan in volle overgave bezig zijn,
jwat op zich zelf al een vreugde is, wat
kijn persoonlijkheid verdiept on krachtigt,
bem sterker maakt, ook morycl en intel
lectueel. Arbeidende voelt hij zijn kracht
groeien en zich grooter worden. En het
overwinnen van de moeilijkheden, die aan
lederen arbeid noodzakelijk verbonden zijn,
Jwordt vanzelf een lust voor hem, omdat
hij er zijn kracht in voelt. Natuurlijk
gullen er in zulken arbeid, die men lief
heeft, nog wel eens dingen, te doen zijn,
die men onaangenaam of vervelend vindt.
Maar wie werkelijk de liefde voor zijn
arbeid voelt, zal zich daardoor niet van
den juisten weg laten afbrengen. Want
neergelegd'. Weedom sprong op en liep
naar de deur, doch voor hij er was
werd ze reeds gesloten en van buiten
jwedér gegrendeld.
Het costume was van grijze serge.
tWeedoni herinnerde zich, dat hij in avond
toilet gekomen was.
Hij onderzocht de zakken en vond zijn
geld terug. Papieren had hij niet hij
zich gehad.
1 Fr was
eo®tuum.
Weedom begon zioh te wasscheu en te
;kleeden. Daarna belde hij opnieuw.
Hij lief» naar de deur, om zoodra ze
geopend’ zou worden er uit te kunnen.
Er kwam niemand en toen hij na een
'poosje probeerde, bemerkte hij dat de deur
>niet gesloten was. Hij liep de aangren-
UCLXXXI.
Do Hagenaars zijn zeer gesteld op hun
fatsoen al wordt dan ook vaak beweerd,
/lat er meer dan één. steekje los is aan
het fatsoen in dé residentie. Gaarne wordt
dan gezegd: dat dat steekje-los het
volg is van de verfijning die in
weeld<*stad als den Haag heerscht.
Inderdaad komen er zoo nd en
schandaaltjes aait den dag, die er
5)
De vreemdeling wees op de wijsvin-
«er, die opgezwallen, on blauw was en
onder het tweede lid afgebonden.
..En nu,” zeidé dokter Weedom stijf,
'oeii zij in een andere kamer waren, ver-
zoek ik U een auto voor mij te roepen.”
..We zijn buiten Londen en het is
laat,” wierp de ander tegen. Doet U mij
bot genoegen, hier te fogeeren-. Er wacht
reeds een souper.”
Lional voelde na een dag vol emotie
ala- deze, weinig voor een langen tocht
naar huis. Bovendien was zijp gastheer
nu zeer vriéndelijk, dtts besloot hij, te
Wijven;
„Mag fk weten, wiens gast ik hen
hij.
De ander haalde de schouders op.
..Wat is een naam? Ik kan er U wed
londerd noemon, en U zult ine getooren
vragen.” -
„Noemt u me FrUagerald. Laten ^e
»e< ons aangenaapi nmken én neemt U
nu een ^ukje van die pasted.”
ditu weg, dien arbeid heeft hij immers
uit liefde zelf gekozen. En wanneer hij
daarbij ernstig met het leven is te rade
gegaan, heeft hij ook die onaangenaam
heden voorzien of althans begrepen, dat
hr onaangenaamheden zouden komen, zoo-
als ze overal komen.
De zaak, waarop het aapkomt, is dus
jdch ernstig af te vragen, tot welken ar
beid omze aanleg en onze neigingen ons
't ware voorstemmen, en zooveel moge-
|ijk dien arbeid die er het meest aan na
bijkomt voor ons levenswerk uit te kie
zen. Doel men dat, dan zal pos gan-
'sche loven er kleur en glans door krij
gen en zijn we op don besten weg om
ons levensgeluk te veroveren. K.
zonde kamer in, doch dé deur daarvan
iwa-s wederom niet te openen.. Fr stond
een ontbijt op de tafel en Weedom be-
schouwde hel als voor hem bestemd
'begon.
Toen hij klaar was, belde hij,
‘niemand verscheen. Weedam trachtte
te verdrijven,
der gezond.
tijde geweest.
„Zullen we nu thee gaan drinken^ dok
ter noodigtie Fritzgerald.
Beiden gingen naar de ontvangkamer.
„Mag ik efv’en mijn handen wasschen?”
vroeg Wëed'om, die plots een ingeving
kreeg.
„Zeker, u behoeft niet eens naar uw
kamer te gaan. U kunt hier terecht.”
do toiletkamer had Weedom juist
gelegenheid het briefje, want dat
stond
hoedé.