hj.ms
lanrnsse.
LAR,
me
Dt mooie Noleoaersler.
A zij II
ESROBIJGCj.
IGNAC,
frootste firma's In
als haar vertegen-
QOUDA en OM-
wteld, den Heer
Zaterdag 33 October 1913.
)16.
Lë
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Eerste Blad.
FEUILLETON
I
reedschappen
iii nrt f 45/).-.
iorrijwiel.
flijk ti laas ii prij:
i. gold t
MORKS Cz.
- geheimmid-
Telefoon Interc. 82.
jievL'WS- ezx ^.d’^rextezxtïe'blscd. voor G-oixcLsu en.
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
|ut ia vloed op onze toekomst.
Brieven uit de Hofstad.
bestaat uit drie
een en
iets, wat de meeste
op den weg
verstaan-
t
0OUM.
RECHT.
niet
7
Dat zal ik nooit vergeten
kon Ernst niet uitbrengen
er
(Wordt vervolgd
J
UN VAN
Keukengerei,
i onderdeelen.
'k tuigen. 14
moet
een
tocb
kan
Alleen
om
een
man
Ameri
ca..."
Kunn
n aar
duur
van
0t nummer
Mes-
Maandschrift
maar
on».
ercq
•echt.
JBOL Amsterdam.
TER en PRIJS-
nvrage gratis ver-
17
Bouw- en Woning*
rg. Onderstandscom-
nzorg.
Réwiie, 8 u. Lezing
afd. Gouda
Dat
bel
vel
de oorzaak
•egenover zich
omtlal hij er niet
nkman A Zn., Gouda
en wij inoe-
niet terug te
dood,
niet
van
van
ons
bran-
ook i
daden.
ken en zooveel mogelijk tot in fines
ses bepalen. En deze plannen moe
ten we trachten uit te voeren. We
een re-
I alleen
werk
muur schijnt opgetrokken, die ons
van’ het begeerde doel blijft scheiden,
een muur, waartegen al onze arbeid
en al onze bedoelingen te pletter loo-
pen. Maar ook dit geval moeten we
niet als regel gaan beschouwen; het
zou ons moedeloos eit krachteloos
maken en ons als 't ware lam slaan.
Daarom moeten we het ernstig wil
len als onmisbare voorwaarde voor
het bereiken Vooropstellen, maar ook
gdooven. dat door de vervulling van
die voorwaarde het bereiken waar
schijnlijk wordt. Om die waarschijn
lijkheid te vergrooten, mo?t dan die
wil niet alleen omgezet worden in
daden, wat van zelf spreekt, maar
in doelbewuste en doelmatige
We moeten dus plannen ma-
gen nog alg gratis
producties: Jucob
62
- HET VAN-
flTEN -
IEN
Ichouwburg, 1'/, uur.
Ipera „Carmen".
*11
ogen ontvangen vaa
icerten, vermakelijkhe-
B dan te oom agenda
door den invloed, dien men op zijn
toekomst uitoefent, kan men trachten
aan zijn leven de gestalte te geven,
die men wenschelijk acht. K.
zalven had geloochend,
*“t aan wilde geloo-
ven, wijl hij hrista Maria lief had
Als wezenloos dwaalde hij door
<lcn molen en terwijl hij anders den
-den
nu
aan,
be-
um-leeftijd 19 jaw
lum-leeft. 25 jw‘
reed, zeer V0]J
’kunnende stoken
‘um-leeftijd 291^,1
nm-Ieeftifd 16 ju,
imn-leeft. 17 iw.’
ten van een brief-
ran aanneming dar
60
,De juffrouw heeft c;-
is bezoek gekomen,
nu ten ei mie,
zij is daar volstrekt niet boos
..wie... r
Meer I
zijn lippen schenen verdroogd en zijn
oogen schitterden koortaachtig in zijn
hoofd.
,,Wie anders dan de molenaar
Enz Van Amerika komt hij terug...
een fijn heer... een schatrijk
Nu zal hier alles op zijn
kaanseh worden ingericht
twe .Schouwburg 8
n iïetee Ensemble
fie.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
hr kwartaal f 1 26
Idem franco per post.1.50
5TGeïllustreerd Zondagsblad 1 50
|4an franco per post .1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
(kaar 31bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
(101IMUE COURANT.
P R IJ S l) E R A 1) V BRT E N f I E N
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer. f 0.55
Elke regel meer J,0.10
B|j drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twéé berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 rts. Reclames f 0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
grodt beantwoordde, zelfs van
minsten leerjongen, wie hom
groette keek hij oen poos lang
alsof bij niet begreep wat dat
duidde en ging dan verdêr zonder te
antwoorden.
Doch Ernst Mahler bleef niet lang
in den molen, hij werd voortgedre
ven naar zijne kamer; daar kon hij
zijn teleurstelling verbergen, dacht hij
Op de trap ontmoette hij de oude
I loortje.
..Het is goed dat ge terug zijl,
vertelde zij. „De juffrouw heeft op
u gewacht. Er 1
Haar bestuur is
Een mensch heeft maar zelden, men
k« bijna wel zeggen nooit, genoeg
im het oogenblik. Dat is in zeke-
rea tin z’n ongeluk, omdat hij daar
door ook nooit het geluk van het
.,*nUik n volle geniet, erin kan
opgaan zonder bijgedachte, zonder
taugzien naar het verleden of ver-
wehtingsvol in de toekomst, omdat
I het hem zwaar maakt van gedachten
en'zorgen, en vaak den lichten, blij-
den levensmoed beneemt, omdat hij
hardoor nooit als een kind kan zijn
en als een kind genieten kan.
Maar het is toch ook in ander op
zicht een voordeel en een sterke sti
mulans, die voor een niet gering deel
den vooruitgang veroorzaakt en den
individueelen mensch vooruithelpt in
oeconomischen maar ook veelal in
geestelijken en moreelen zin. Dat ons
leven altijd het verleden tot duide
lijk waarneembaren achtergrond heeft,
ia niet alleen dienstig om de ge-
Mlte van on» heden beter en duide
lijker te doen uitkomen, maar maakt
ook voorzichtiger en bedachtza-
mt, en vaak ook sterker in ons
itreven en willen. Door dat verle
den zien we beter den afstand in
om eigen leven en begrijpen we
ook onze eigen kracht en onze
zwakheid, weten, wat ons nog te
doen staat en op welke wijze wij
het moeten aanpakken en op welke
niet, hoe we in verband met vroe
gere mislukkingen waarschijnlijk he
best zullen slagen.
Maar het is toch vooral de
daehle aan en het zien naar
toekomst, die ons werkzaam en
houdt en die ons
het uiterste doet
'n eener vrijwillig.
weel dat go iets beters gewoon zijt."
,,De knechts en meiden Wat gaan
die mij aan riep hij zonder acht
te slaan op haar laatste woorden.
..Maar gij juffrouw... zoudt gij mij
missen
„Wij zouden allen present zijn, als
gij...”
„biel u gerust, juffrouw; ik zal
zorgen dat ik intijds terug ben, ant
woordde hij op koelen toon en met
een groet ging hij de kamer uit.
Hij zag niet dat Christa Maria op
sprong van haar stoel; alsof zij hem
wilde tegenhouden. Hij vermoedde
niet dat zij met beschreide oogen ach
ter het venstergordijn stoiwi, hem na
staarde tot hij in het boseb ver-
jivffeep, toen op haar stoel neerzonk
en in hartverscheurend snikken uit
barstte.
En toch had zij niet veel tijd om
aan hare gedachten den vrijen loop
te laten; zij had nog veel te doen.
Wel hadden haar ouders zich bereid
verklaard om den grooten boom te
versieren en daarmee waren ze reeds
aan den gang, maar zij zelf moqpt
de tafels aanrichten en de geschen
ken gereed leggen.
Wat zij voor Ernat Mahler be
stemd had kwam het laatst aan de
beurt. Voor hem had zij geen voor
werp tot nuttig gebruik aangekocht,
die had hij niet noodig. En zoo had
zij een photographische afbeelding van
den Enz-molen. vroeger door een
ge
de
vol
begeerte houdt en die ons onze
krachten tot het uiterste doet in
spannen. om te bereiken wat die toe
komst ons aan begeerlijks te belo
ven schijnt.
Het is zeker een benijdbare ziel*
.gesteldheid, wanneer men het leven
nemen kan. zooals het is, wanneer
rond reizend photograaf gemaakt, la
ten kleuren en in lijst zetten. Deze
plaatste zij op zijn tafel terecht
licdaclit zij daarbij dat die photogra
phic een aangename herinnering voor
hem zou wezen aan zijn verblijf in
den Enz molen, als hij weer ver. ver
weg zou zijn.
Daar stfiml zij in gepeins verzon
ken voor de photngraphie. Hoe zou
het hier zijn als hij eenmaal weg
was Zou -zij het dan niet akelig
on naar in «leze kamers vinden, zoo
dot zij ze niet wilde betreden? Haar
begeerte naar zelfstandigheid was ver
vlogen. Altijd had zij gedacht dat het
toch wol benijden»waardig was zoo te
kunnen besturen en gebieden; maar
nu kwam haar dit voor als een last,
dien zij tot eiken prijs wilde afschud
den.
..Maar kind, wat droom je toch?"
Zij keek op en streek zich met de
hand over het gelaat.
I ..Werkelijk, vader, ik droomde dat
ik niet lang meer den molen zou be
sturen. Wat een malle droom, niet
waar
Intusschen draafde het paard flink
voort. Ernst Mahler hield zich niet
lang op onderweg. Slechts éénmaal
hield hij een oogenblik stil om een
tweespan te laten voorbijgaan. De
kap van het rijtuig was opengesla-
gen en zoodoende kon Ernst zien
dat er een heer in dat rijtuig zat.
Hij leek niet zeer jong te zijn
Uns wei wiw at vragen is dit:
ai dat geld wel daar terecht,
hei het incest noodig is en
naast; leidt de ver*heideuheid
beoefening der liefdadigheid niet licht
lol verkeerde uitwerking f hamen
werking lUMchen de omierscheidene
■ichauieu was ongetwijfeld in hel be
-»ang van aller ka». Opmerkelijk is
hei, dal de gemeentelijke armenzorg
naast de particuliere optreedt. Moest
ai ziet men daar waar de overheid
zich er mee gaat bemoeien, de parti
culiere liefhebberij verdwijnen,
dit by de armenzorg nog niet
geval 1», is een eigenaardig
sibijusei, waarvan on»
snel bekend is.
Lr zijn vereeuigingen, die een zeer
bepaald onderdeel van de armenzorg
op zich namen; hel verstrekken van
warm voedsel, of van ontbijt, het
beuken van kieederen of dekens
andere willen één gave per winter in
«ontaikten geven, of ook wel een
voorraadje steenkolen. Deze partieelc
zorg vuil elkander aan, doch wij
vragen ons af of niet vaak dubbel
gegeven zal worden aan den
mets aan den ander
Wij zijn altijd huiverig mn in den
blinde aan ieder, die er om vraagt
ook vereenigingen een gift te’
‘scheuken.
Zou het niet op den weg van de
arbeidsbeurzen liggen om eeniger
mate zich te gaan inlaten mol de ar
menzorg m bet algemeen Schijn
baar zijn deze twee „takken van
dieiurt" zeer uitéénloopeud, doch I»
nadere beschouwing zal iimhi moeten
loogeveii, dat zij een gemeenschap
pelijk element hébben: beide stellen
zich ten doel de werkloosheid te be
strijden. De één tracht de gevolgen
daarvan weg te nemen door arbeid
te helpen zoeken, de ander
den nood waar het onmoi
bleken werk te vinden. 1
wel contact.
Terwijl aan den ééneti kant den
Haag bezig is te Zorgen voor dear
men. zorgt het uan den anderen kant
er voor dal zij, die In weelde en
overvloed leven, de gelegenheid tot
vermaak en uitspanning krijgen Het
is weer bar. zoo druk als het loopt
met theaters en concerten.
Maandag j.l. had de opening van
Ie verbouwde raadzaal plaats. Deze
verbouwing is eigenlijk gericht g<»-
weest tegen de raadsleden zelf. Zij
waren te Imweegelijk, te rumoerig en
ie los van stool. Nu is de inrich-
'irig zóó gemaakt, dat zij zeer wor
den bemoeilijkt in hun bewegingen.
Zaten zij vroeger in bankjes-van-
Iwee. thans zijn zij in twee halve
cirkel» gofirm^meni. fauteuil aan
CGLXXX1X.
knier jaargetijde hoeft zijn eigen
aardige verschijnselen ook op maat
schappelijk gebied. Zoo leven wij thans
weer in de periode dor collectes en
inschrijvingen. Het aantal liefdadig-
heidevereeniging is in den Haag zeer
groot. Immers, liefdadigheid i» voor
hen, die niet veel on» handen hebben
een zeer geliefkoosde liefhebberij. Er
zit een geur van heiligheid aan, het
bezorgt net zooveel werk ala men
zelf verkiest; altijd zijn er gewillige
objecten te vinden, die bereid zijn
zich te laten filanthropteeeren: in één
woord de liefdadigheid is een schoone
zaak en geeft het menschdom veel
vermaak. Wel verre van te willen
afdingen op de beteekeni» van het
liefdewerk, brengen wij gaarne hul
de aan de velen, die het dagelijks
beoefenen.
Wij leven zooals wij zeiden, thans
in de periode van de collectes en de
inschrijvingen. Liefdadigheid kostgeld
en niet alle burgers, die daarvoor in
de termen vallen, zijn lid van één
der vereenigingen of kerkgenootschap
pen, die zich tegen den winter aan
gorden om de armen tp steunen in
den zwaren strijd om het bestaan.
Wie tot geen van deze vereenigingen
of genootschappen behoort, krijgt het
voorrecht te genieten van door alle
bezocht te worden. Bijna dagelijks
bevat de brievenbus <»en inschrijvings-
biljet on er gaat evenmin een dag
voorbij, waarop niet een of andere
inti*ekenJijst wordt aangeboden. Dat
(fit laatste vooral wel eens hinder
lijk wordt, valt te begrijpen, hoe wei
nig wij het hen. die daarmede rond
gaan tot een verwijt zullen maken
Een graadje slimmer wordt het wan
iio<T de liiddadigheidsvereeniging op
het snoode denkbeeld is gekomen, om
jonge dames op bezoek te zenden.
Een groepje lieftallige vertegenwoor
digster» van Eva's soxe is spoedig
gevonden: het adresboek toch wordt
ter hand genomen, een indeellng ia
gauw gemaakt en zie als een zwerm
bijtjes op de heide, zweven de jonge
dame» door de straten om huis aan
huis hun liefdewerk te verrichten.
De vereeniging. die er het eerst
Idj is en die het probaatste middel
weet te vinden, heeft het meeste
succes
Hel zij zoo: wij gunnen gaarne dit
liefdadige succes Het eenige wa' wij
lenigt
’gelijk is gt>
Er is dus
want zijn haar was tamelijk grijs en
ook zijn zwarte baard begon hier en
daar te grijzen. Zijn gelaat kwam
hom Itekend voor; maar hij kon zich
niet herinneren waar hij den vreem
deling ooit had gezien.
Ernst voelde zijn hart sneller klop
pen.
Wa» dat de eigenaar van den Enz
molen Zou hij dan toch den prijs
uit zijne hand zien nemen, voordat
hij dien gooii beet had gehad
In koortsachtigcn haast joeg hij het
paard voort, haalde den ketting bij
den goirdsmid en gunde het dier
slechts een korte rust. Toen nam hij
de terugreis aan
t’hriata Maria stond niet In de
(leur, zooals zij anders wel deed
wanneer hij terugkwam Ook was zij
niet aan het venster toen hij de mo
lenwerf opreed. Een onuitsprekelij
ke angst overviel hem; hij had moeite
om voor hel uiterlijk kalm te schij
nen.
Toen hij het voorhuis door ging
hoorde hij stemmen in tie huiska
mer. Een vreemtle mannenstem zei
„Ja, ja, ('hrista, dat hadt je niet
gedacht, hé
Ernst balde de vuisten en nelde
den molen in óm niet» te hooren en
te zien,-van hetgeen er in de kamer
voorviel.
„Haar man Is gekomen Dat was
alles waaraan hij denken kon. Nu
was de man hier, wiens bestaan hij
men vreugde en droefheid even rus
tig en tevreden aanvaardt en ze bei
de zien kan als alleen maar andere
verschijningsvormen van eenzelfde le
venskracht, wanneer het leven ons
goed en mooi schijnt in den vreem
den loover van gouden herfslmisten
evengoed als in de levensvolle zo
merweelde of in het gieren van win
ter winden en het neerkHetteren van
voorjaarsbuien. Maar zoo’n zielsge
steldheid kan niet blijvend zijn en
mag hel ook niet in dien volstrek-
teu zin, dat zij alle begeeren in on»
doodt. Wij moeten blijven wensehen
om te blijven streven,
len blijven streven om
vallen tol de stilte van den
Alleen dat streven moet ons
voortdrijven als in een jacht
I onrusl, die ons ai het schoone
het heden voorbij doet zien en
leven maakt tot een hel van
dende begeerten. Het moet integen
deel een krachtig en daarom rustig
willen zijn dat on» doet voor
uitzien naar een doei en ons
werken doel richten op dat doel, dat
juist ons kleiner begeeren van het
streven naar hel doel ondergeschikt
maakt en ons vast en zeker doet
voortgaan op den weg van ons le
ven. Want dit willen alleen zal ons
verder vtieren en U>t daden brengen;
waardoor we het begeerde kunnen
bereiken. Er zijn zooveel menschen,
die met hun begeeren toch nooit iets
bereiken en zelfs niet op den weg
van dal bereiken geraken.
Dal komt niet, omdat hun begee
ren niet fel, niet buitensporig genoeg
is, maar omdat het niet den krach-
tigen, sterken wil schept, die zich
van zijn doel klaar bewust is, om
dat het altjjd begeerigheid blijft en
nooit tot willen wordt. En dit wil
len is de eerste en onmisbare voor
waarde voor bereiken.
Natuurlijk zijn er ook wei geval
len, dal men zonder te willen bereikt.
„Het wordt hem of haar in den
schoot geworpen, zeggen we dan
verklarend.
Maar dat zijn uitzonderingsgevallen-
Het is iMituurlijk ook mogeiijk, dat
ai on» willen en streven vergeefsch
is, dal er als een onoverkomelijke
k
Het ging alles opperbest, alles ge
beurde op den rechten lijd en op de
rechte plaat». De Enz-niolen scheen
een model molen geworden te zijn in
'ie weinige weken dal Ernst Mahler
de leiding der zaken had gehad.
Daags vóór Kerstmis kwam Ernst
«morgens bij Chrieta Maria in de
hniakamer en vroeg verlof om naar
de stad te rijden.
a ..Waarom vraagt ge dat eerst nog,
Mahler
jflr ..Omdat gij de meesteres zijt, juf-
trouw. Dat zal ik nooit vergeten
zijt ge goed en vriendelijk jegens
TWe(i» K* dan. Maar kom tij-
terug. m zes uur worden de
wCTrtgffhdienken uitgedeeld.
mèt^bi’ E’'1 ®aan’ '>en
Haar voorhoofd fronste zich.
L ge ^at Nu, ik kan u niet
*wingen-, maar bedenk een» welk een
«echten indruk dat op de knechts
meiden moet maken, wanneer gij
WHMnaadt bij ons feest tegen
woordig te zijn. Geen enkele van hen
bepalen,
we trachten uit te voeren,
moeten dus, om ons willen
sultaat te doen hebben, niet
werken, maar methodisch te
gaan.
I >at is ook
menschen nog niet goed schijnen te
Ze werken wel, maar niet
methodisch en niet planmatig. Ze be-
bepalen -niet nauwkeurig den weg en j
den afstand, stellen niet vast op wel
ke wijze en met welke middelen hel
doel te bereiken is. Want daartoe is
het immer» noodig, dal men z’n plan
nen maakt, dat men nauwkeurig zijn
eigen bedoelingen in vaste lijnen
neerlegt en dat men daarna de plan
nen overweegt, om die plannen tot
uitvoering Ie brengen en de maatre
gelen treft om die middelen te kun
nen aanwenden. Dit doende. moet
men ijatuurlijk ieder oogenblik erop
bedacht zijn, dat veranderde omstan
digheden of gebleken fouten de wij
ziging van plannen en maatregelen
noodzakelijk kunnen maken. Maar
ook bij die wijziging moet men weer
stelselmatig te werk gaan, niet maar
in hot wilde weg handelen. Zulk
'handelen kan wel een toevallig suc
ces geven, ftiaar aan dergelijke toe
valligheid kan men z’n leven
ov erlaten.
En dAArop komt het immers
aan Het verleden en heden
men niet meer veranderen.