I
No. 14421
Zaterdag 18 September 1920. j 59e Jaargang.
.1
a
Eerste Blad.
I
Feuilleton.
De Vrouwe van Darracourt
IEN.
I
1
COOPS
irkt 54.
- GOUDA.
ïTie’vxrtxrei- sxL •A.d.’vox'ttoaa.txe'blSLcl T’-ooxGbo’xxcLeu eix Ozxxs±xeJK:<
Trauwsnl!
w
i
BEHALVE ZON- EN FEESTDAGEN.
rS«A
Administratie: TaW. Intarr. 81
tl ni
De
en
BINNENLAND.
X V E E N.
sterker mate
i
1 van
RKE5
litvoering, belast
ECHT.
voorde*!.
l
IA.
roote of St. Jans-
Schouwburg. Nat
f
(Wordt vervolgd.)
1—4 regels ƒ145, elke regel meer ƒ0.5».
RUKWERK
INKMAN A ZOON.
AdvarteotiVn kunaen word.n ingaionda. door tuaaebaakomat van .oliede Boakhan
dalara., Advertentiebureau. aa onna Aganlaa.
abonnementen op
ingenomen door
EBOOM,
Waddinxveen.
Dit nummer heatnat uit twee bladen
met hibngrip van de Kindercourant.
maar
En we
okkeii
DN - DOUDA
door
CHARLES GARVICE.
Geauthoriseerde vertaling van
I. P. W.ESSELINK—v. ROSSUM.
(Nadruk verboden.)
op
eens
doel
er jaren
>ijv. too-
rnner
muring
WIJDSTRAAT 29
en
igen,
den
verhouding van
F n*et
EN ROOKER?
roote NAPOLEON,
voor slechts 7 cent!
TIP-POP 4 cent.
2832 8
i SEPT, tot en met
zordt een GROOTE
fVERKOCHT voor
ituks. 4470 12
GOUffllE (MRANT.
•P
rasten io
Qllette i
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN:
Op de voorpagina 60 hooger.
Gewone advertentiin en iagesonden mededeelingen bjj contract tot seer
ceerdan prjj». Groote lettere en randen worden berekend naar plaatsruimte.
■iekamer der Rem.
I. A.
reregeld tydig me
ngen van vergade-
kelijkheden, eas.
te vetfmelden.
van be-
»n.
i principe
dat deze
en on
niet
ten-
En
li
traan de
jn. Maar
>r belas-
gegevens.
'el(jk redelijk
wachten zal
'enblikkelyk ook
deze nieuwe be-
per kwartaal 2.W, per week tl cent, ovi
Franco per port per kwartaal f 2.15, met
Abonnementen worden dageljjks aangemnnen aan
b(j onze agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en
1—5 regels 1.80, elke regel meer 0.25.
1—5 regels ƒ1.55, elke regel meer ƒ0.80.
15 cent per regel. Advertentiën in het Za*e^dagni
Redactie: Tetef. Interc. 545.
mü, waar ik je kan vinden, en Susie, denk
er om: waar je ook bent, wat je ook doet,
je moet komen, zoodra ik je laat roepen.
Wat ik doen zad, hoe ik het zal aatnl^ggien,
kan ik nu niet zeggen mijn hoofd1 draait,
en ik kan niet denken, maar ais ik je laat
roepen, kom dadeflylk, wacht op niets! Je
moet komen!"
,3a, myniheer Harry, ja!”
,3e hoeft niet bang te zijn, Susie”, zeide
h(j zachter. „Ik zal zorgen, dat je niets
oveikxnnt. Ik zal niets doen om je in het
ongeduk te storten.”
„O, daar ben ik niet bang voor, mijn
heer Harry”, zeide zy vertrouwend. „Nu
ik u alles verteld heb, ben ik voldaan. Ik
zal mü houden aan wat u mü gezegd hebt.
Be zal u het adres geven, waar ik ben. Ik
heb naaiwerk gehad.” Zy nam uit haar
zak een stukje papier, verfrommeld en vuil
en schreef er het adres op. Er stond iets
geschreven op den anderen kant en zü
keek er naar voor zü hem het papier gaf.
,Xük, münheer Harry, dit ia het adres,
dat miss Verner heeft opgeschreven voor
mü om naar toe te gaan, op den morgen
toen ik weiiep”, zoute zü'.
Harry nam het stukje papier en stak het
zorgvuldig in een binnenzak en nadat h(j
91)
Door een ingeving wiet Susie wie hü be-
doeüde.
nNëss Lucatlle?” antwoordde zü weenend.
,3a, münheer Harry, zy moet het gedacht
hebben. De vaas - het ipo-aten met For
bes.”
hemel, nu begrü'p ik alles!" riep hü.
de handen opheffende. „Wees my gena
nte en bewaar mü voor krankzinnigheid.
Zü denkt dat ik schuldiig ben een ge-
meenen dief! Zy gelooft, dat ik heb ge
stolen zyn eigendom heb gestolen! O,
Susie, Susie was je gek, boon je dat
deed!”
„Wat
i
„Wat kon ik anders doen, mynheer
Harry!” snikte zy.
„Wat and era? Je hadt ze allen moeten
tnotseeren, je hadt ze moeten helpen om
my te vinden. Je hadt niet moeten rusten
vóór de wane dief gepakt was, en ik
en jü onschuldig waren bevonden.”
,X>, mynheer Harry, het is alles goed
wel om nu, zoo te spreken, nu wü hier
nrttou", snikte Susie; ernaar to u in mün
nomen hqb en dat ik naar buiten moest
gaan. Vraag haar om niet te slecht ovei
my te denken, dat ik haar juist nu zoo
plotseling veriiet, maar dat ik meen, dat
de zaak, waarom ik ga, nog belangrüker
to., zelfs dan ons huwelijk-
„Biecht op, jongen, wat is het?” riep
Doytle uit.
„Ik kan het u niet zeggen. Vraag het
mü niet”, zei de arme Harry. „U kunt
mü vertrouwen, Doyle.”
„Ik zou je vertrouwen voor alles, wat
ik in de weredil had en aHes wat ik van
mün vrienden kon leenen”, was het ka-
i aktenwtieke antwoonl. „Maar A vind- het
naar, je zoo te zien, kerel!”
„lic zou gek wonden als ik hier bleef en
«leze zaak moest opgeven", zeide Harry.
„Goedro dag, beste vriend. Ik ben zeer
ongelukkig maar niemand - zetfs u
niet, kan mü helpen!"
Doyle drukte Harry’s heete hand, wend
de zich kiesch af en verliet hem.
Harry ging het huis binnen en pakte
haastig een valies en binnen het kwartier
reed hij naar het station.
Met wélk plan? Hü had er geen geen
bepaald pian, wat ook. De eenige begeerte,
die hem beitelde, was om naar Darracourt
te gtaan, LuciHe en Merle persoonlijk te
ontmoeten en zich te zuiveren tenmin
ste in haar oogen, van de smet, die geheel
onbewust op hem geworpen was.
jdat subsidies uit de overheidskas wel
vaard kunnen worden mits zy gegeven w<
den, omdat men de bevordering van
kunst een algemeen belang
■de benoodigde gelden echter v
I bracht door hen, die te veel geld
aan vermaak, dan is de gedachti
algemeen belang verdwenen.
inderdaad benieuwd hoe deze
zal ontwikkelen. Het lüdt wel
of het gemeentebestuur zal nu
••■'t zyn handelwüze inzien
it te herstellen. Maar dat
aan-
ror-
dering van de
acht. Wanneer
worden opge-
1 geld uitgeven
te van het
al niet hierom omdat nimmer is te zeggen,
dat wat de commissie mooi vindt, inderdaad
mooi is. Er staan in Zorgvliet villa’s, die in
de oogen van tal .van kenners foei-leelük
zyn en die toch de goedkeuring der commis
sie hebben verworven.
De commissie voorkome beslist ontsie
ring, maar het gaat te ver als zü haar
smaak wil doordoven. Het gevaar ia niet
.denkbeeldig, dat zij de stichting van gebou
wen daardoor tegenhield.
Precies afgebakend is de v
de overheid en (te kunst nog
Maar het'zal wel komen!
HAGENAAR.
izie, blaasziekte,
egen, aambèfen.
mwillekeurige urine-
ijd, geheime ziekten,
gezwellen, impoten-
en snelle genezing,
wonderbare plauten-
ER DAMMAN, ver-
rte.
No. 85 met bewijzen,
SNABILIE, Groote
et nauwkeurige om-
4857 15
verscheidene malen aan Susie verzekerde,
dat hü spoedig in staat zou zün een mkhtel
te vinden om hun onscfruM te bewijzen,
bradht hü haar over het erf en in een
rytaig.
HÜ kwam tering en zat op liet kantoor
met het hoofd in de handen. Wat hü ook
deed hü kon het raadsel niet opfloesen. Dat
Lord Merie het behendige pJan gesmeed
h aid om hem te verlagen in de oogen van
laicüle, daarvan was hü zeker; maar welke
rol had Manie gespeel*!? Weer kwam zyn
oud wantrouwen in haar by hem op. Toch
had zü hem verpleegd met de txjewüding
van een zuster; zy had hem verteld, dut
zü hem lief had1 en zü zou zün vrouw
wwden! Waarom had zy‘ hem nooit ver
teld van de inbraak en het vinden van de
vaas? Waarom had zü hem niet alles ver-
teld en hem geholpen om zich te zuiveren
van de blaam, die op hem rustte? Eimle-
IÜk stond1 hü op, voelde zich riek en dud-
zéNg en ging Doyle opzoeken.
,3ongens!” riep deze, Harry’s gezicht
ziende, ',Avat scheelt er aan?"
„Ik JhA slecht nieuw» gehoond'', sprak
HarmPSik moet u vragen mü een paar
dagen'ïveriof te geven.”
„Een paar dagen? Wel, kerél! Overmor
gen ga je tnouwen!” riep I>oyte uit, hem
aanstarend.
Harry bracht de hand aan het hoofd.
„Ik was het vergeten--
„Vergeten?”
„Ik zal trachten bütöds terug te zün. Ik
moet gaan. Ik moet. Zeg miss Vemer
Hü bleef steken. „Neen, zeg haar niets.
Zeg maar alleen, dat ik slecht nieiiww ver
en twarren.”
Hü liep in het kantoor heen en weer, als
een man die krankzinnig ie en SusJe stond
zenuwachtig op.
„Laat mü nu gaan, mijnheer Harry”,
smeekte zy. ,Jk ben bang, dat zij komt
en mü hier vindt en ik zou liever sterven
dan haar te ontmoeten!”
„Goed”, zeide h>ü, „je mag gaan. Zeg
zeer voor, dat de
houdt op den
te ver gaan, ook
Bureau: MARIT II, GOUDA.
4" i i lui iiwiwuigi m
lasting niet een eisch stelle® waaraan
meeste onzer belastingen ntetKrnldoei
we mogen wel vragen, dat ntet dooi
ting van gebruiksvoorwerpen het geld daar
gehaald wordt de bexittenden vormen
immers een kleine minderheid waar het
het slechtst gemist knn worden. Een weel
debelasting is, ofschoon ate alle indirecte
belastingen, verwerpeltfk, omdat b.v. voor
den gouden ring van eeft mlllionair hetzelf
de betaald wordt als voor dien van een win
kelbediende, niettemin in de huidige om
standigheden eenigmms verdedigbaar, waar
toch bepaalde weeldeuitgaven kunnen na
gelaten worden. Maar, deze verdedigings-
grond vervalt geheel, wanneer het begrip
weelde wordt uitgebreid ook tot die voor
werpen, die vrüwel iedereen in onze maat-
schappü nowiig heeft. Mr. K.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DXX1(1.
Het gebeurde met d» subsidieering van
voorstellingen welke kunstwaarde hebben,
heeft een eigenaardig gevolg. De gemeen
teraad heeft, zü het'-met éón stem meer
derheid, de belasting op de bioscopen, va-
rjété’s en kermis-vcrmatyelükheden met vyf
procent verhoogd en bepaald, dat het be
drag, hetwelk hierdoor Weer wordt ontvan
gen zal besteed worden laan subsidies voor
<le kunst. Nu wil het geval, dat de directeu
ren van de kunst-bedrnven in een ielfde
vereeniging zün saamgebonden met de hoe
ren die de vermakelijkheden exploiteeren.
Wanneer het systeem van den Haagschen
Raad werd aanvaard, zou daarvan het ge
volg zyn, dat de één zich verrykte ten
koste van den ander. Voor die tweespalt
in de vereeniging, welke onherroepelyk het
gevolg zou zyn van de aanvaarding der op
deze wüze verkregen subsidies, passen ech
ter de artistieke heeren en dus aanschouwen
wy thans het geval, dat 80 mille wordt aan
geboden voor kunst-subsidie, maar dat de
heeren waarvoor dit bestemd is, voor die
eer bedanken. De solidariteit van allen, die
door de belasting op de vermakelijkheden
geHjkeljjk worden gedrukt, is gegaan boven
de ’verdeeldheid. Wat er nu zal gebeuren,
is übg niet vast te stelten.
Het is ook een dwaas denkbeeld geweest
om de subsidieering vast te koppelen aan
de grootere heffing op de vermakely’kheden.
Daardoor wordt de schün gewekt, alsof de
kunst schade lüdt door deze tweede ên der
de rangs amusementen en alsof de overheid
de taak heeft deze onbillijkheid te herstel
len. Een dergelyke opvatting van de tank
van de overheid is hoogst zonderling
afkeurenswaardig. Bestemmingsheffini
gely’k dit er één is, zyn altijd uit
booze, omdat het verband altijd onwaar is.
Wat zou men er van denken, als de
brengst van de speelkaartenbelasting
werd besteed aan een of ander ideëel
Ieder zou dat afkeuren. In vroegei
had men de slechte gewoonte om bij
neelgezelschappen verlof tot spelen te ge
ven als zy een bepaald bedrag aan de armen
schonken. Eindelük is men van dat systeem
terug gekomen en nu sluipt die verkeerde
gewoonte weer in. Het is daarom gelukkig
<lat de theater-directeuren het systeem af-
wyzen. Zij* stellen zich op het standpunt,
VKBSCHU^T DAOKLUKR
ƒ2.5, per wertt IT cent, met Zondagsblad
Tatkl waar de baiorglng per loopar geschiedt.
4>ndagtblad flM.
one Bureau: Marttt 81, GOUDA,
ten streken (behoorende tot den beaorgkripg):
Van buiten Gouda en den bezorgkring:
Advertentiën van publieke vermakelijkheden
lummer 20 bjjslag op den prijs.
plaats geweest was! H^t zag er alles zoo
zwart uit. Ik wist, ik voelde dat u onschul
dig was; maar de anderen de anderen,
münheer Harry! Wat -aoudt u gezegd héb
ben van iemand andens, als de vaas in zün
huis gevonden was en hy verdwenen zon
der een woond achter te laten en men wist
dat hy by de plaats jjeweest was, waar
de inbraak heeft plaats gehad? Wat zoudt
u gezegd hebben, mijnheer Hanry?”
Hü steunde 'het hoofd met de handen en
kreunde.
„Wel, zelfs nu”, ging zy voort, zoo gauw
als zy adem geschept had, „kunnen zy ons
gevangen nemen, u en mü, en ons naar de
gevangenis zenden. \Mie kan bewijzen, dat
ik u het geheime woond niet heb gezegd
en dat u niet hebt ingébroken in de Hall
en het zilver gestolen? Wie heeft dfie vaas
d'aar gezet?”
„Slechts één man kon zoo laag en zoo
gemeen zyn om dat te doen!” kreunde hy.
„Denkt u”, aarzeflde Suste, „dat miss
Marie iets-- o, vergeef my, hujnheer Har
ry, ik vergat-
Hy schrikte op en keek met woesten af
schuw naar haar.
„iMarie Verner!” zei'de hy'. „Denk je aan
het meisje, ddt ik ga trouwen, Susie! O,
neen, neen, ónmogelijk!”
„Neen, zij kon er niets mee te maken
hébben, mynheer Harry. Het was alleen
mün domme dwaasheid, die het mü van
haar deed denken. Maar het te alles zoo
verward!”
,3a, dat is het!” zeide hy woert. „Het
is nu zeer verward', maar zoo waar als er
een zon aan den hemel staat, zal ik het
lij aamborstig? Belet
dttende slijm deruatj
mhaling? Vergalt d»
uw bestaan? Waar,
t uw toevlucht genfc
een beproefd slijm,
u geneesmiddel d«
men vergemakkelijk
luchtwegen vrij kaa
De Abdijsiroop wonlt
prezen bij influenza,
hardnekkige hoest’
loosde verkoudheid
n kinkhoest, asthma
ts.
flacon van 230 grim
550 gram ƒ3.60, vM
?ram ƒ6.-. Alom v,"
Lischt rooden band met
eekening: L. I. AKKER
«12 40
Belastingbeginselen en de
Weeldebelasting.
De noodzakelükheid, uit de tüdsomstan-
digheden geboren, om ’s lands middelen te
versterken en aan den wassenden stroom
der uitgaven eenigszins het hoofd te kun
nen bieden, heeft minister De Vries op zoek
gebracht naar nieuwe bronnen van inko
men voor de berooid rakende rüksschatkist.
En van dezen opsporingstocht is hjj thans
thuis gekomen met het ontwerp van een
weeldebelasting, dat hü ter beoordeeling
aan de Kamers van Koophandel en Arbeid
en andere corporaties heeft toegezonden.
Ongetwyfeld zullen deze adivseurs hem de
vete nuttige wenken kunnen geven, die dit
ontwerp moeilük missen kan. Maar daar
naast is het zeker ook goed, dat pers en
publiek .over dit nieuwe voornemen van den
minister van financiën hun meening uit
spreken en hun kritiek laten hooren.
Het is zeker in dezen tüd niet gemakke-
lyk belastingen te ontwerpen, die onaan
vechtbaar zün en aan alle eischen voldoen.
Maar niettemin mag men ook nu vasthou
den aan bepaalde voorwaarden, die aan
ieder belastingontwerp te stelten zyn en de
allersimpelste grondslagen handhaven,
waarop een belastingstelsel dient te worden
uitgebouwd.
Tot nu toe is men er feitelük nog nergens
in geslaagd het belastingstelsel geheel en
volkomen naar draagkracht in te richten
en aldus den grondslag aan te geven, die de
eenige juiste en rechtvaardige is. Immers
het is duidelijk, dat de eenige zuivere maat
staf, waarnaar men het percentage bepaalt,
dat ieder burger tot dekking van de staats
uitgaven heeft by te dragen, het inkomeh
is, dat die burger heeft. Naarmate men ontj
vangt, kan men geven. Wie 10.000 guldey
inkomen heeft, kan meer geven dan w/e
1000 heeft. Maar niet 10 maal meer,
maar 12, 15, misschien 20 maal meeryWant
van ieder inkomen moet eerst afgetrokken
worden, wat voor noodzakelyk levensonder
houd noodig is. Hoe meer men hoven dit
minimum stügt, des te in eer kan njen per-
centsgewüae betalen. Immers de 14de dui
zend zijn in ve^L sterker mate overtollig
dan de 2e duizend. In ons en in vrüwel alle
belastingstelsel wordt dit dan ook- erkend
door de progressie. Het gedeelte, rat men
van iedere duizend gulden betaalt, stügt
voortdurend. Maar nog in geen belasting
stelsel is erkend, dat dit inkomen eigenlijk
de eenige redelüke grondsldg van een be
lasting zün kan. En'op allerlei wijzen wor
den belastingen geheven, die met iemands
inkomen, iemands draagkracht niet te ma
ken hebben, maar óf bepaald worden door
iemands levenswy'ze als personeele belas
ting óf als indirecte belastingen
paalde voorwerpen geheven wordei
Het is duidelijk en zal dan ook in
wel door niemand ontkend worden, i
belastingen in zich zelf onredelyk
billijk zyn. Het gaat den staat absoluut ni
aan, wat ik met my'n inkomen wil doen, 1
zy misschien wanneer ik het verkwist.
EERSTE KAMER.
Wüziguu Radcawct.
In de Memorie van Antwoord oo het
voorloopi* voralwr betreffende het wets
ontwerp tot iwüaunng der Raxtenwet, würt
de Minister van Arbeid er op. dat in de Ra
denwet ondubbeAzinnwr aan de Raden van
Arbeid de bevoegdheid ib gegieven o<n. be
houdens iiat in de wet irererelde toezicht,
over de wüae, waarop de Raden aan hunne
taak uitvoering zullen geven, zelfstandig
moet regelen en besluiten te nemen. In
perking van deze bevoegdheid der Raden
,is niet zonder wetswüziging mogelük en
*een zoodanig wetsvoorstel is niet gedaan
en la ook niet van den Minister te ver
wachten.
Mochten andere organen, wier wertc-
zaamheid op het gebied der arbeidersver-
zeMkarmg Hat. er naar streven om de wet
tel like bevoegdheden van de Radhn van
Arbeid aan zich te trekken of tegenover
die lichamen bevoegdheden zich aian te ma
tigen. wellke de wet hun niet heeft ver
leend. dan zal de Minister niet aarzelen
die organen te nopen zich binnen de gren
zen nhunner bevoedheden te houden, ter-
wijè, naar hü vertrouwt, de Raden vM wel
tegen zoodanige machteoverschrijdinir,
krachtig positie zullen nemen.
De Mond ster iwüst er od, dat zelfbestuur
niet synoniem is met onbeperkte vrijheid.
Onmisbaar te een omvattend toeziicht op
kte Raden van Arbeid. Dat toezicht zal er
op moeten zün gericht, om te waken voor
een zoo zuinig mogeflyk beheer der Raden
en in het algemeen voor een zoo deugdelijk
mogelijke uitvoering van de aan Ra<llBn op
gedragen taak. Met dat toezicht belast
art. 79 der Radenwet de Verzekerinirera-
den.
Deze lichamen ziillen krachtens hunne
taak de besluiten, maatregelen, enz. der
Raden van Arbeid hebben te bezien uit het
standpunt van 't algemeen verzekerings-
belang en hebben in te grijpen waar, naar
hunne overtuiging, dat belang dreigt te
wonden geschaad.
Daarmede zün echter de Raden van Ar
beid niet onder de Voogdij der Verzeke
ringsraden gestéld.
Overigens aai, naar <te Minister ver
trouwt, de voorgedragen aanivuNing der
Radenweit er veel toe kunnen bijdragen om,
xx>or zoover het betreft de controle op het
geldélük beheer der Raden, wrijving tua-
aan vernu
algemeen
We zün
kwestie zich
geen twüfol
<ie dwaasheid van
en trachten de fout
zal niet geinakkelyk zyn.
De bioscoop-theater-directeuren huilen nu
krokodillen-tranen. Z(j lamenteeren, dat zy
toch zoo heel veel voor de kunst hebben ======r
gedaan en (Jat zy toch zulk hoog-fün artis
tiek werk leveren. De affiches echter geven
dien indruk niet en wie wel eens een voor
stelling van een' toaneelstuk op de film
heeft gezien, moet waarlijk lachen om de
verbeelding der heeren, dat dit kunst is.
Voor-hoofd-gefrons, wenkbrauw-getrek en
pupillengedraai vervangt den tekst. Terwyl
een tooneelstuk vóór alles een streven heeft
om het teven, zün gedachten en gevoelens
uit te drukken, wonlt het op de film een
pantomine met overdreven gebaren. Een
gebrekkige explicatie van den directeur van
de film moet de rest aanvullen.
We zulten geen kwaad zeggen van de
bioscopen; zy hebben wel eens iets leer
zaams gegeven, maar als dat de hoofdzaak
werd van de vertooningen, zouden de direc
teuren zeer spoedig even schraal by kas zyn
als de collega’s van de theaters en concert
zalen.
Het feit op zichzelf reeds, dat de biosco
pen een winstgevend bedrijf vormen, be
wijst, dat het kunst-element zeer klein moet
zyn. De fout van de belasting op de ver-
makelükhvden tghuiit dan ook voorname-
lük hierin., men geen rekening hield mei
de wins/t- verlies rekening dier bedrijven.
Daardojur ornct de belasting zeer op de
kunst-ijptp'lifigen en heteekent ze weinig
voor de WPiakelijkheden, die alle een goed
winstje <B>leveren.
De kunst baart de overheid vele moeilyk-
heden. Zoo vaak de laatste haar grooten
neus in kunstzaken gaat steken, is het hom
meles. Zoo is er ook een Schoonheidscom
missie in onze goede stad, van gemeente
wege aangesteld en deze heeft tot taak op
nieutf-te-stichten gebouwen haar artistiek
oog te laten weiden ten einde na te gaan
of het kunstgewrocht inderdaad een ge
wrocht van de kunst is. Deze commissie is
niet voor de poes: ze bemoeit zich met al
les, zelfs met een eenvoudige fietsenberg
plaats en het deert haar niet of ze met
haar advies en haar bezwaren iets nuttigs
tegenhoudt of vertraagt. Nu weer sputtert
ze tegen den gevel van het gebouw, dat de
Ned. Handelsinaatschappü op den Kneuter-
dijk wil plaatsen. Daar tegen heeft ze tal
van zwaarwichtige bezwaren, die men niet
met droge oogen kan lezen. Zelfs staat de
toren ervan op een „onbevredigende”
plaats. Misschien deed de commissie er geen
kwaad aan als ze eerst artistiek Neder-
landsch ging bestudeeren.
Natuurlyk zün wij er
overheid een wakend oog
bouw maar dit moet niet t<
.*n Huiskamermeu-
toelen, Linnenkas-
hilderüen. Theeta-
Buffetten. Boeken-
ijla. Zijden pluche
eerameublementen.
Vollen- en Satiin-
sssen, enx. enz.
)PJES!!I 20
OOR JONGELUI i
IKSPLANNEN.
hull, nA IiScMiMi
Telefoon 12800.
men nu van dezen ongetwyfeld on-
aantastbaren stelregel uit, dat alleen het
inkomen, al dan niet in verband met be-
jhoeften, iemands capaciteit tot belastingbe
taling en dus ook zyn verplichting en daar
mee de grootte van het te betalen bedrag
'bepaalt, dan is daarmee de nieuwe, door
minister De Vries in te voeren belasting al
Iveroordeeld. Het bezit en gebruik van weel
deartikelen toont alleen aan op welke wyze
iemand zün inkomen gebruikt, maar ver
meerdert dat inkomen op geen enkele wyze.
Het belastbaar zyn wordt dus bepaald door
demand’s levenswüze, door een factor, die
tmet zyn draagkracht niets heeft uit te
‘staan. Maar bovendien is het ook een indi
recte belasting, die met persoonlüke om
standigheden in geen enkel opzicht reke
ning houdt en den arme en rüke gelykelyk
belast. Want het eigenaardige van deze
weeldebelasting is, dat zü ook den arme,
althans den min of meer behoeftige, den ai
lereenvoudigste treft, tengevolge van de
uitbreiding, die minister De Vries aan het
begrip weelde gegeven heeft. Voorwerpen,
die in onzen tüd, nu we niet meer in holen,
of tusschen vier naakte muren wonen, vrü
wel iedereen noodig heeft en gebru ikt, re
kent de minister tot weeldeartikelen, zooals
beddespreien, spiegels, vloerkleeden, prent
briefkaarten enz. En dit maakt deze be
lasting ook in onze bestaande belasting-
praktük verwerpelyk. lp die praktük toch
houden we met het groote beginsel der
draagkracht, dat de eenige grondslag van
iedere belasting moet zün, geen rekening.
We belasten niet naar het inkomen alleen,
naar allerlei willekeurige
kunnen dus, nu een derg<
belastingstelsel nog wel niet te
zyn en waarschünlyk oog(
moeielyk in te voeren, aan 1
■er is dan ook geen enkele grond voor «kn
[te wijzen, dat iemand, die in een grooter
'huis woont of mooier en meer meubelen
heeft, daarom meer belasting moet betalen,
dan wie zich met een kleinere woning tevre
den stelt en zyn inkomen op andere wyze
verteert, misschien het wel verbrast. Boven
dien zyn gezinnen met meer kinderen ge
dwongen grootere woningen te betrekken,
dan kleinere gezinnen. Een dergelüke be
lasting werkt dus in dubbelen zin onbillijk.
|Want zoo er naast de grootte van het in
komen nog een andere maatstaf zou moe
ten gelden ter bepaling van iemand’s belas-
'tingopbrengst, zouden het zün behoeften
zün. Immers hoeveel iemand missen ka'n,
wordt bepaald door zün inkomen in tegen
stelling tot zün behoeften. Het is nu een
maal onweersprekelyk, dat de eene mensch,
,om zich gelukkig en behagelük in het teven
te voelen, andere en grootere behoeften
heeft dan de ander. De zuiverste rechtvaar
digheid zou dus eischen, dat ook hiermee
rekening gehouden werd. Maar dit zou in
de praktyk onmogelyk wezen. Wel echter
.kan en moet ook de staat rekening houden
mei meerdere behoeften, die ontstaan uit
het aantal kinderen, den aard van het be
roep en dergelyke. Daarnaast zal dan te
vens onderscheid moeten gemaakt worden
tusschen inkomen uit vermogen en inkomen
uit arbeid, omdat bij inkomen uit vermo
gen iemand nog de gelegenheid voor het
verwerven van een inkomen uit arbeid over-
blüft.
Gaat
aantast
inko",a'