ideaux.
TBMII,
Zaterdag 27 November 1920.
59e Jaargang
fb. 1
IA—-
NTHÜIS
Medische Brieven.
EERSTE BLAD.
iiirt 3 - Goudi,
JEN.
Feuilleton.
in 5 acten
ing)
lemotoren,
ilng.
ISTie-cc-ws- exx ^.d.-vertezxtie'blet.d.'voQxO'OXcd.eL en Oxxxstxelcexx
T UIT
FALLOa
itterdam»
STERKE MAC.
7, Gouda.
Onze Kracht-spaarpot
Il
J. VAN TRUT.
VKRSCHUNT DAGELIJKS
BIHALVI ZON- IN rCBSTDAGGN.
Admiatotratie; Tetef. Interc. 82.
Redactie; Tttlef. Interc. 545.
BureauM A R K T 31, (i O L U A,
Boekhuis Gouda
Want de
HAGENAAR.
Ring
>n die eenmaal
staart f 37.BO
(WonM wvQlrl)
f
op elk gebied:
jongens- en
plaatwerken,
ixe post in
Dit nummer bestaat uit twee bladen
■et inbegrip van de Kindercourant.
van
een
agenstraat 10
□igt u, zonder
:en termijn
5831
30
i prima stoffen
5805 50
INOBSONDBN MBDBDBKUNGBNi 1-4 n«W. /l.M Uk. mMr /SAS.
Op d. mrpMln* hoojw
Om» UwtaBdSn n inmond.. Ml «mtraet tot uer gerad.-
cand.1 prtf«. Oroote tatten aa mndM vorda. barakaad uar plutanilmta.
AdnrtaeUta kunne, worden ingeaonde. door «UMhankonut m aollad. Boekhu-
ddaran. Advertentiebureau, e. omo Agaataw
nu tast het kind in de earste
aan en al naar den ernst
schrijdt zij langzamerhand
feheele prachtvolle
heeft men nu
wel speciaal 1
I, ROTTERDAM
inboezemt voor de
5795 70
De
den
H. J.
GOIDSCHE lliriVIXT.
deze 1
weet
staat
ineer
heeft mei
dig voor 1
IAAT 10
Ijs „Da Zos",
5827 60
and, een reus
es, Paletots en
coats, Ulsters,
ima Engelse he
lasse voerings
te en Fantasie
floconné Jek-
rijzen worden
png. De Ministei
korte leven veel
jeinakkeiyk verzoel
ing van
heet
emde Opera van
in Componist
20
krijgt,
niet op
Wat hiei
vraag
i wü, dat
sloppen
het kind
en
JAAN, en een
lh»r het Sehotsch van S. R. CROCKETT.
Geauihoriaeerde vertaling van
L P. WBSSELINK-^. ROSSUJI.
(Nadruk veiWen.)
lordeauwijn
ruchtenwijn
:ing. 20
«i
Nuita, de gjervangenfepoort stond Sterke
Mac met de oog<en te knippen als een uil
ia het volte diagflóchlt. Hy kende niemand
in de stad en had! gieen lust er te böajven.
Du, na eendge oogenbiikken van aarze-
1b®, rioeg hij de nauwe zystiraten_in, niet
o» de rust (want in St. Cuthberstad wa
ven aUe straten rustig), maar uit een ioi-
■hebULiatig gevoel van schaamte. Hij ge
doelde zich zoo vuil. Er hing voor hem
als gavtmgeitoRiDoorte of erger in zijn
Weeding. Hitf sloeg den weg naar de rivier
K tot hü aan een beschutte poel kwam,
*W hiy rich ontkleedde en in het koele.
Wne waiteir dooie. Toen, na zijn Meenen
oauMretteiig en lang onderzocht te hebben,
d*«d by te Wéér aan en bericreeg daardoor
*4» geföel van eigenwaarde. Hij want nu
tonmfhete, dlat hij zuiver was.
Sterke Mac keek naar zijn kieeren. Zij
**w«» versleten, amnoedfig, droegen de
heuteekenen van de plaats waar hij ge-
•*eet was. Neen, haj was niet geschikt om
Mj haar te kvmen. Dat Wist hfl. Toch, daar
4 ztyh aeha&de geaten had op dten
toe» stf bem gevangen namen
zfl de eerste ta tawren zfln, dte zijn
Zijn vuren rookten haast niet ineer, toen
Roy in het gericht kwam. Ebbie Gargen
had zijn smidsvuur gedoofd en zat aan het
avondeten, toen de jonge man stilhield op
den groenen heuvel. Het allereerst, voor
dat iemand anders hem zag, wilde hij naar
Adora gaan.
Man van de wouden en heuvelen als hü
was. volvoerde Sterke Mac zijn voornemen
zoo stil, als de schaduw van een wolk die
over een heuvd trekt. Daar, donker tegen
zajn hooge, zware dennen lag het school
huis. Zyn hart klopte zooals het nooit ge
daan had gedurende het zoo dikwijls her
haalde verhoor van den Schout.
Hy stond' een oogenblik stal bij den
muur van den kleinen, eigen tuin, alleen
daarvan gescheiden door den dijk, waar
over hy zoo vaak listig gehakt brandhout
en ladingen turf had gebracht. Nu sche
nen beide stapels bijzonder laag. Roy glim
lachte even, bij de gedachte hoe spoedig
li/ij dat wel weer verhelpen zou.
AHes was stil. Als naar gewoonte, zou
den zij aan de andere zijde van het huis
zijn, die uitzag op den grooten weg naar
Lowran. Hij ging glimlachend den hoek
om, verwachtende het licht te zien bran
den in het raam van de kleme huiskamer.
Het was er donker. Hü keek naar Adora’s
slaapkamer. Daar was het ook donker.
Snel ging hij naar de deur en klopte. Al
les bleef stil. Hij kon in huis gerucht hoo
ien iets zooals een rat, schuifelend' over
papier.
Hij greep naar den deurknop. Hij kon
dien omdraaien, maar de deur ging niet
open. Zij was gesloten. Sterke Mac was
verward. Langen tijd kon hij niet begrij
pen wat er gebeurd was. Was Adora voo'
Ons leven wordt hoe langer hoe meer ge
ïndustrialiseerd. Sinds de uitvinding van de
Btoom als beweegkracht is de machine de
plaats gaan innemen van den mensch en het
dier. En de uitvinding, die men ervan heeft
leeren maken, heeft ons in déze richting
aog verder gedreven. Nieuwe verschieten
vooral de laatste jaren geopend. En
hit lijkt ons soms, als zou de tyd niet ver
«eer zijn, dat we zelf niet meer te werken
«Hen hebben, maar de machine voor ons
prgen zal en we nog alleen regelend zullen
kbben in te grijpen in den machinalen gang
fan het leven.
Maar juist dit verschiet bepaalt reeds
duidelijker onze aandacht bij de wijze,
waarop dit machinale leven gevoed wordt,
Mi het middel, dat een dergelijke levensver-
aadering heeft mogelijk gemaakt,
uitgevonden machine werkt niet vanzelf. Zij
heeft voedsel noodig. En zij zal dus alleen
vöor ons werken blijven, zoolang we haar
dat voedsel in voldoende mate kunnen ver
schaffen.
Tan slotte komt alle kracht, alle energie,
die we noodig hebben en gebruiken van de
ion. De natuurlijke kracht van mensch en
dier dankt haar ontstaan en voortbestaan
aan voedsel, dat onder invloed der zonne
warmte gegroeid ia en zich ontwikkeld
heeft. Maar met de machinale kracht staat
het toch eigenlijk niet anders. Stoom en
ilectriciteit danken we ten slotte aan het
nmr, dat we weer krijgen door verbranding
nn steenkool, hout of turf. Maar deze
1 tondstof ontstaat weer door de zon. En
I fln en steenkool zijn ten slotte niet anders
I 4n opgespaarde zonne-energie van vroe-
f«re eeuwen. Van die zonne-energie zullen
wa, voor zoover wij thans zien kunnen, wel
altijd genoeg hebben. Maar dit wil nog niet
Nfgen, dat ze altjjd in een voor ons bruik
eren vorm aanwezig zal zjjn. En juist de
riehting, waarin zich ons leven ontwikkeld
heeft en die maakt, dat we veel meer opge-
spaarde zonne-energie gebruiken dan vroe
ger, dringt de vraag, of we daarvan wel
altijd genoeg zullen houden, sterker op den
voorgrond. Vroeger gebruikte men voor ver
lichting olie of kaarsen, voor verwarming
voornamelijk hout en turf, het verkeer ge
beurde door paarden of zeilschepen, in land
bouw en industrie was de gespierde arm van
den werker de bron van de drijfkracht De
mensch haalde toen de benoodigde energie
meer direct van de zon. Raapolie, de vet
kaars, het hout, het voedsel van den werker
ïijn allen producten, die gegroeid zijn door
de zon in het heden, wanneer men dit heden
in ruimen zin neemt. Maar de tijd van
stoom, petroleum, gas en electriciteit heeft
daarin verandering gebracht.
We zjjn langzamerhand beslag gaan leg
gen op het spaarpotje van zonne-energie,
dat vroegere eeuwen gemaakt hadden. Want
ABONNBMBNTSPRUS: per kwartaal /2J5, per week 17 cent, met Zondagsblad
per Jcwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal 2.75, met Zondagsblad 3.40.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: Markt 31. GOUDA,
bé <mmc agenten, den boekhandel en de postkantoren.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—4 regels 1.30, elke regel meer 0.25* Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1-4 Ngela 1.55, elke regel meer ƒ0.30. Advertentién van publieke vermakelijkhe
IS cant per regel. Advertestiën in het Zatardagnummer 20 byslag op den prjjs
Marchant in dc Kamer haeft geaparad over
d« toeneming van het Motai ambtenaren,
gelijk deze uit de begroeting voer 1921
biykt. Niet minder dan honderd nieuwe
ambtenaren worden aangevraagd. Het aan
tal ambtenaren aan zez departementen i«
van 1915 tot 1921 geklommen van 845 tot
1200, een staging van bijna 50 Buiten-
landscne Zaaen van 47 op 83, Justitie van
123 tot 154, Marine van 93 op 181, Finan
ciën van 191 op 254, Waterstaat van 94 tot
128, Landbouw van 108 tot 154, Koloniën
van 210 tot 312. Het merkwaardigst zjjn in
lijst Marine en Koloniën. Terwjji teder
dat er eigenlek geen Marine meer be-
on het aantal personeel in totaal niet
dan een vierduizend menschen telt,
•n thans 38 ambtenaren meer noo-
het beheer. Onlangs zyn zelfs drie
ambtenaren tot referendaris bevorderd.
Er wordt ingesteld een bureau voor geor
ganiseerd overleg van alle ambtenaarsza-
Iten, waarvoor jaarlijks een bedrag van bij
na 80 mille wordt aangevraagd. Ntet zoo
lang geleden werd in gesteld het Centraal
Testamentenregister, net heette dat dit
één, hoogstens twee ambtenaren zou vra
gen. Het zyn er thans zes.
Trouwens door de uitbreiding van het
aantal ambtenaren aan de departementen
schiet bjjv. de Postdienst achter op. Deze
kan haast geen menschen krjjgen. Van de
vierhonderd ambtenaren die in 6 jaar tyds
naar de departementen zijn gegaan waren
er misschien wei driehonderd geschikt voor
den post- en telegraaf. Maar die postdienst
heeft zelf ook wei eens rare manieren. Het
geschiedde eens dat door de Pers verster
king werd gevraagd van het telegraafkan
toor in een plaats waar iets belangrijks ge
beurde. Het antwoord luidde,.dat er geen
personeel beschikbaar was maar wel ver
gaderde op dien zelfden dag een der vete
personeelscommissies over het heil van het
personeel, ten gevolge waarvan een zeven
tal ambtenaren aan den dienst werden ont
trokken.
Zeer juist heeft de heer Marchant er op
gewezen dat er één hinderpaal is voor alle
bezuiniging. De Ministers willen natuurlijk
in hun korte leven veel doen; zjj zullen dus
niet gemakkelijk verzoeken afwijzen om
uitbreiding van personeel indien dit nood
zakelijk heet voor het afdoen van veel
werk. Feitelyk is een minister de ongeluk
kigste man in deze. Hoe meer hij in de rich
ting van zuinigheid gaat, hoe minder werk
of hij kan afleveren. Waarschijnlijk zal tij
dens de behandeling der begrootang nog
wel menigmaal over dit onderwerp worden
gesproken. Mr. Marchant schijnt voorne
mens de Kamer voor te stellen tal van amb
tenaren te schrappen.
Als men eindelijk eens begon met de in
voering van den 8-urendag voor de ambte
naren? Ep daarbij een strenge contrftle!
Wy zijn en blijven helaas zeer sceptisch
ten opzichte van deze pogingen tot bezuini-
hem verloren? Gebnouwxi? Dat zou hü wel
gehoord hebben. Was haar vader gekor
ven? Iemand zou hem dht wel gemeld' heb
ben. Hij ging naar het raam. De witte
Ayrshire roos wiaa dtoor ruwe handen af
getrokken en lag op den grond. Verscheurd
papier, leege doezen en naakte wanden
dat was allea wat de toenemende scheme
ring hem deed zien.
Roy Mc Cu Hoek stond langen tyd onder
de rurscbende boomen. Hy huiverde een
weinag na de benauwdheid van de cel, want
de wónd blies fel uit het noorden scherp
door de vorst van de Scbotsche lente.
Toen nam hij ineens een besluit.
Hot we» Sydney Lotimer, die dit gedaan
had! Of zyn pletten was geste"*"'1 en Adora
was met hem weggegaan, óf hy was niet
geslaagd en dit was zyn wraak. Het iz
merkwaardig, dat, in spijt van zün twist
tn de smidse, Roy geen oogenbl?k dacht
aan Sandy Erwian. Het denkbeeld, dat zoo
iemand iets kon wezen voor Adora, kwam
niet bij hem op. Maar Sydney Ixrtamer.
dat was het» anders. Er was in het hart
dezen jongen stroo<per van de heuvete
zekere oprechte republikeinsche ge-
zMdheirii, Alle mannen waren niet gelük
van geboorte, maar alle goede mannen
werden het Iȟmer was de zoon van een
landeigenaarhü ook. Dat lord Ijotimer
wel honderd bunders bezat tegen zyn va
der één. beteekende niets voor Roy Mc
Cu Hoek. Hy zou naar het „Groote Huis
van Lowran" gaan nu, zooala hy was!
Hü zou met Sydney Lotimer spreken.
Toen hij het kleine laantje insloeg, waar
lange hü zoo dikwijls gegaan wm met
Hoppend hart en Adora naast h.om, zag
hü een gestalte die uit liet hek kw»am. Iets
plaats ingenomen heeft. Als lid van den
Haagschen gemeenteraad behoorde hü tot
het zeer kleine groepje van eenigermate
belangrijke figuren. Met uitzondering van
misschien nog een tweetal is de rest van
zyn eigen fractie één groote onbeduidend
heid. sinds eenigen tijd was hü de leider
van zyn groep en hij heeft die functie
waardig vervuld.
De tragische dood een hersenschud
ding als gevolg van een aanrijding heeft
groote verslagenheid gegeven en dat niet
alleen in ztfn eigen kring. Daarin natuur
lijk het meest, vooral omdat het aantal van
mannen als Nieboer, wetenschappelijk on
derlegd, aityd degelijk bestudeerd en steeds
zeer waardig en bezadigd in zyn optreden,
in dien kring zeer klein is en slechts zeer
weinig Aanvulling krijgt. Mr. Nieboer be
woog zich bovendien op een tweetal gebie
den die op dit oogenblik de meest belang
rijke zyn n.l. van de volkshuisvesting en
van de financiën. Hy had vooral wat het
eerste betreft gezag en de Regeering toon
de dit ook meermalen door hem te benoe
men in belangrijke commissies. Niet on
waarschijnlijk was het dat voor Mr. Nie
boer nog een mooie carrière was wegge
legd. Helaas heeft een noodlottig ongeluk
hem plotseling weggerukt uit zyn werk
kring en uit zijn gezin van nog vyf jonge
kinderen. Een dergelyk einde aan een leven
is aityd aangrijpend; deze omstandigheden
maken het diep tragisch.
Het is een algemeen verschynzel dat zoo
weinige eerste figuren en persoonlijkheden
zich beschikbaar stellen voor de vervulling
van functies als gemeenteraadslid. We zul
len de oorzaak daarvan niet nasporen, maar
nu het feit er eenmaal is, is het heengaan
van iemand mat de kwaliteiten Mr. Nie
boer des te meer te betreuren.
Dezer dagen werd ons iets meegedeeld
dat wy niet kunnen nalaten te vermelden.
Er wordt zoo geweeklaagd over de dure
huishouding van den Staat en aityd weer
wordt op bezuiniging aangedrongen. De
Post- en Telegraafdienst sukkelt met te
korten als haast geen ander bedryf. Of
daar bezuinigd kan worden? Het geval dat
ons werd meegedeeld is dit, dat onlangs in
de Kamer van den hoofdingenieur op het
Hoofdbestuur een tapyt is gelegd, dat dui
zend gulden kostte. Nu is dit bedrag, gezien
het tekort van 13 millioen niet veel, maar*
wy weten allen dat een dergelyke luxe na-
tuurlyk niet alleen staat. Ons werd ver
zocht van dat fraaie tapytje eens mededee-
ling te doen. Misschien wordt het tapyt dan
nog wel eens elders op het tapyt gebracht.
Overigens is dit wel onze ervaring dat
men van zuinigheid in het beheer van
's lands gelden niet veel moet verwachten.
Dat zal nooit veel oplevereh. Men is daar
voor veel te veel in ouden sleur vastgeroest
en men ziet individueel de waarde vay een
kleinigheid niet. De ambtenaren hébben „en
gros" wel wyze lessen uitgedeeld over be
zuiniging en daarmede de politieke handig
heid gehad het voor te stellen alsof z(j wel
raad weten maar individueel het toepassen
dat zal hun niet zoo gemakkelyk afgaan.
Niet onaardig zjjn de cyfers die Mr.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DXXXIII.
openbare zaak heeft een verlies gele-
met het plotseling overlyden van Mr.
Nieboer. De naam van dezen sociaal
democraat is in ons land zeer gunstig be
kend, vooral omdat de drager daarvan niet
een doodgewone propagandist doch een zeer
begaafd en knap man was. Het is mis
schien aan zyn groote bescheidenheid te
wijten dat hy al niet langer een voornamer
dnvryLeiri&tening vernam. Hü zx>u naar het
schoolhuis gaan.
Het was venwondenlijk hoe diie gediachite
hem verandierde. Dadelijk scheen het hem,
dat de schande van hem afviel. Zyn hart
zwol op, omdat hij haar zou rien haar,
aan wie hy zooveel gedacht had in die ge
vangenis. Hy was naeó langer die knaap,
düe hy geweest was, sprak hy tot zichzel-
ven. De nieuwe Sterke Miac lachte, toen
hij zich, herinnerde, hoe hij vroeger met
staven gewerkt en steenen geworpen had,
rich over zyn kracht verheugend. Dat
scheen hem nu zxx» gering en nutteloos
toe. Een hek was uit zijn hengsels
gevallen. Sterke Mac nam het met één
hand op en zette het in elkaar. Toen legde
hij de vingers even op de bovenste lat en
sprong er over, telkens weer, met de vlug
heid van een vogel. Hy greep den tak van
een boom met de linkerhand, zoo hoog als
hoj reiken kon en trok zich op, tot zün kin
boven de ruwe schors was. Dórt deed hü
herfiaaldelyk, zakkend en zich optrelflkend
toen liet hij rich op den grond vallen. Neen
wat lichamelijke kracht betrof, was hü
nog in staat tot alles, wat hem ook mocht
overtoom en,
Het begon reedt donker te worden, toen
Wj Lowran naderde. De tocht scdieen hem
geheel anders toe, nu hü over de Barsto-
brick-heide liep. De beroemde heide van
«yn geboorteplaats bloeide nog niet. Maar
de wénd over de open ruimte van de bruine
heide, hier en daar zwart beplekt, waar de
tentevuren hadden mogen dwalen, bracht
vuur in zijn oogen en Meur op zijn bleeke
wangen.
Gmcto, m <te verborgen achter
«ijn donkergroene parken, lag Lowran.
Rachitis.
I.
Thans wil Ik een oogenblik Uw aandacht
vragen voor U alten by name sodumf twy-
fel wei bekende aandoening n.t. de krimi-
tis of Engelsche ziekte. Allereerst moes ik
u er dan opmerkzaam op maken, dat u«<te
ziekte niet haar naain draagt beruittenu op
het feit, dat zij zooveel in Engeuuwi zou
voorkomen. Hoewel aldaar geen onueMeaue,
komt zij toch onder de Britsen» bevu.iuug
niet meer voor dan in ander landen met e«a
gematigd klimaat. Niettegenstaande
aandoening al lang bekend was, gemaie net
eerst aan den Engelschman Gnaton, me in
de 17e eeuw leefde een min of meer voue-
dige beschrijving over dit lydan te geven
en wat meer licht te werpen op deze ««aate
dan tot nog toe het geval waa geweest.
In aanmerking genomen de talryke onder
zoekingen, dia in verband met de gesennf-
ten van Glisson, welke zoo beiangr^k wa
ren, dat men voortaan sprak van „tmgul-
sche ziekte’’ het gevolg waren, is men er
heden ten dage nog niet in geslaagd de
eigenlijke oorzaak die aan dit iyden ten
grondslag ligt, te ontdekken. Hoewel dit
eenigszins een teleurstelling is, toch is men
niet op één hoogte blijven staan. Immers
wij weten thans dat de uitwendige omstan
digheden, waaronder het kind opgroeit, van
buitengemeen groote beteekenis zyn. Zoo
vinden wy, dat de rachitis vooral weng tiert
in de sloppen en stegen der groote steden,
waarin het kind onttrokken is aan de ins-
sche lucht en het zonlicht, waaraan het
groeiende organisme zoo n groote bohoeite
heeft Hoewel deze omstandigheden van
zeer groote waarde zijn, zijn toch ook nog
andere factoren mede in 't spel, want men
ziet af en toe ook het kind van de best ge
situeerde ouders, die gold noch goed sparen,
overgeleverd aan de' rachitis. Langen tyd
i gemeend, dat de voeding er.
het kalkgehalte een hoofdrol
speelde. Het tekort aan kalk zou dan ook
een hoofdoorzaak zyn en zoo was het ver
klaarbaar, aldus redeneerde men verder, dat
het beenderenstelsel zoo buigbaar werd.
Het was zonder twyfel een min of meer
voor de hand liggende verklaring, die zich
a. h. w. aan de onderzoekers op dit gebied
opdrong. De proefnemingen, vooral der
laatste jaren, hebben echter aan het licht
gebracht, dat dit alles op foutieve grondsla
gen berust en het kind inBiet algemeen wel
de hoeveelheid kalk, iuxAlig voor den op
bouw van het beenderenstelsel, naar binnan
joch het organisme dit materiaal’
de juiste wyze weet te benutten,
ervan de reden is, is nog een open
echter, waarop ik u het antwoord
moet schuldig biyven.
De rachitis v
levensmaanden
van het geval
in meerdere of mindere mate voort om ge-
woonlyk gedurende het tweede levensjaar
haar hoogtepunt te bereiken. Meestal loopt
de zaak dan verder goed af. Naast deze
bettende in zyn houdmg trok de samracht
van Sterken Mac. Hy sprong over den dyk
en legde de hand op den schouder van den
man. Het volgend oogenblik «tonden Roy
en Sydney Lotimer tegenover elkaar. De
ontmoeting was van beide syden onver-
wachrt, en Roy’s hand ruftte een oogenbkk
op de ruige kraag van de jas van den lord.
Toeti maakte Sydney Lortnncr rich vrü met
een forsch gebaar en sprong achteruit.
.Wat doe je héér?’’ vroeg hy. „Ik meen
de. dat je «gene anders was.”
>rIk was op wog naar u toe. Lord Ix>-
txmer”, zesde Sterke Mac langzaam, z^n
geest was geheel vervuld met 4e zaak, die
zyn hart berig hield de vrees, dat Don.
voor hem verkoren was.
Utoo!” zeide Sydney Lotimer. eenrins
koel. „Waarmee kan ik u helpen?"
„Ik «tel belang” Sterke Mac sprak
vast en met stijven eenvoud „belang In
mynheer Grade en zyn dochter. Ik was
vah plan naar u toe te gaan om u te vra
gen, wat er van hen gewonden wes.”
„En weik recht had je om te veronder-
rteltea, dat ik iets te maken had met hun
hóerzajn of weggaan?” vroeg Sydney Lo-
tener trotech, want de man op wien hy
jalo*rsch geweeat was, stond voor hem.
Neen, zelfs nu nog gevoelde hü iote van
dit vroegere gevoel. Deze man was het,
die de oorzaak was geweest van zü« twiec
met Adora.
Maar de eenvoudige oprechtheid van
Sterke Mac ontwapende hem.
de olie en de steenkool zyn niet anders dan
opgespaarde zonne-energie, waar ze in een
wordingsproces van vele eeuwen ontstaan
zyn.
Maar dit leven uit een spaarpot heeft zyn
gevaarlyken kant. Wanneer er af gaat en
niet bykomt, raakt*, ook de uitgebreidste
voorraad ten slotte uitgeput. En in deze
spaarpot komt zoo langzaam by, dat het
met het oog op hfet reusachtig verbruik van
onzen tyd van geen beteekenis is. Al kan
het lang duren, de voorraad olie en steen
kool, de bron, waaruit we de machine op al
lerlei wyzen voeden, moet ten slotte uitge
put raken. En deze zekerheid is dan ook
den laatsten tyd de menschheid ernstig be
zig gaan houden. Vooruitziende en voor
zichtige menschen beginnen te waarschuwen
dat het uit moet zyn met het leven van
den hoogen boom, waaraan we ons ten dezen
gewend hebben. We moeten zuinig zyn met
de opgespaarde zonne-energie, dat wil zeg
gen zuinig met onze brandstof. Dat kunnen
we bijvoorbeeld doen door voor verlichting
electriciteit te gebruiken, die voordeeliger
is dan gaó, dat daarentegen dis warmte
bron voordeeliger is. Brandstof kan verder
bespaard worden door het benutten der
witte stepnkool, de kracht der watervallen.
Maar met deze zuinigheid kunnen we niet
volstaan. We moeten trachten zonne-ener
gie vast te leggen, die nu voor ons verloren
gaat. Want de zon zendt eiken dag onbere
kenbaar ryke stroomen kracht naar de aar
de. Zoo heet de dagelyksche hoeveelheid
zonnewarmte der Afrikaansche woestynen
ongeveer gelyk te zyn aan 17 inaai de to
tale jaarlyksche productie van alle steenko-
lenmynen der aarde. Dat is dus wel de
moeite waard. Maar we verstaan het nog
niet deze energie vast te leggen in een voor
ons bruildwen vorm, evenmin als we nog in
staat zyn de energie van de zee aan te wen
den ten onzen nutte. Of we het nooit zullen
verstaan? Nood leert bidden, nietwaar? En
wanneer werkelyk de bodem te zien komt
van den spaarpot, waaruit we thans putten,
dan zal de menschheid zich ongetwijfeld wel
sterker inspannen het middel te vinden om
langs dezen weg in het dreigend gebrek te
voorzien. Het zal onzen tyd nog wel uit
houden. Dat we niettemin ons met dit
vraagstuk reeds beginnen bezig te houden,
geeft ons goede hoop voor de toekomst der
menschheid.En wanneer het haar ooit geluk
ken mag de dagelyksche zonnekracht voor
haar behoefte aan dryfkracht van het loven
te benutten, dan zou zich 'daarmee onge
twijfeld een nieuw tydperk van onbegrensde
mogelykheden openen.