DEN o[ «min mra I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDÉ, bodegraven, boskoop, gouderak. haastrecht, moordrecht, moercapeij.e. nieuwer, kerk a. d. U., OUDERKERK a. d. U., OUDEWATER, REEL)WIJK. SCHOONHOVEN. STOLWIJK. WADDLNXVEEN. ZEVENHUIZEN, enz. ugustus 1922. Zaterdag 26 61. Jaargang 1 ECHT. ing R FEUILLETON. rlastr. 25 JEDEREN 9ERIAKD Veertlendaaqaoh Blad voor de Huishouding. o lonnementH lis Courant nomin doir DE GENEZER door ROBERT HERRICK. JIS 15017 2 GIjsbert Karei van Hogendorp over Honda. Briivn alt di Hilitad. Modnpraatje Allerlei japonnen voor in hui*. Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen aüvkrtentikpku». uk «<»-*« ««*»»- (i»6<«.™«>.ui<im^rr»nnrn ma mede namer lene dankte 'I I. 4 HAGENAAR. dit PARCIUS. r I dat niet eens met moeder over komen ^Want 89 dr. Pert BRIKAAT (Woidt veivolgd). lyceum en dan kan de X sarioht torren vaal ABONNEMENTSPRUSi per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondajrsblatj per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt, Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan on» Bureau: MARKT 3L GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9-€ uur.; Administratie TeL Int 82; Redactie TeL 645. ENDIJK, ECHT. it, zullen vele ■ste echter het idi'g'heden schiet ri de kapitalen en het re wijze te gebruiken, in de zijde der fabri- jeien van de zijde der O. 76 16912 20104 00 17141 21166 39 17892 21229 43 17497 21484 82 17600 21619 00 17894 21819 66 17996 22444 98 18290 22636 03 19100 22656 61 19828 22677 97 19903 22740 99 20002 23887 ,Om mama, begrijpt u, i ó.kt doen, natuurlijk - 1 ik had een reden jelui». uit Washington! g Sampaio Com inton van News tte te vliegen, ir •n Haïti bij een' verongelukt. Da serd, dat Hinton an toestand zijn' machine naaf toen ze er nu zoo'n drukte over maak- faan studeeren voor dokter, be- t maar het best zou zijn eens ■3 ZOON maar even daar* beste zijn als IBNM, ti». iimiwL van je!" zei Holden daxle- ilouse. na. an 26 Aug! zwaar bewolkt if onweersbuien ikelijk iets ko® De tegenwoordig model, die met wijde ken met ongelijk hanj opmerki TUT. T3 OF Utt8T.< IfitiUS. r,ïk ben de jongste, weet u", zei ze met haar heldere kinderlijke stem. „Nel is bijna twee jaar ouder. Zij is al heelemaal volwassen en gaat al Bit." „Wonen jullie nog in Lawndale?" vroeg haar Bader. «Ja, maar dezen winter zijn we naar de stad gekomen. Nel en mama wilden meer menschen K*€n en ik was klaar bij juffrouw Rabbit, op •chool, begrijpt ui” „En nu wil je dokter worden?” zei Holden Ba eenig stilzwijgen. *JaI” nep het meisje opgewonden en de kleur ■wam weer op haar gezichtje. „Dr. Percy zei, ,«at ik eerst moest studeeren. Maar mama en P®Bte Vera houden niet van meisjes-studenten. *7® zijn toch allebei zóó ouderwetsch. Ik geloof l'ueh dat toen zij jong waren, er veel meisjes Jtadeerden Nel is eigenlijk net too. Zij "‘eld van de school van juffrouw Rabbit, ik niet. °ip |rn 0D9o<l ®*n° U8A ®p^®i Wéte belangrijks, alleen maar wat literatuur, wat 5®”* talen, zoo echt een ^dame«"-opvoe- •jf Prulleboel» vindt a ook rietF 2fj lachten beiden. Het jonge meisje babbelde «n opgewonden voort, nu zij eenmaal op het onderwerp was gekomen, waar sij belang* ■«n® VOOr Itosldc nX orsr baar sML Öf DCXXIIL Reigen had niet moeten worden opgevoerd, aldus heeft de gemeenteraad uitgesproken. De stemming over deze beslissing is niet heel sui-, ver omdat een gedeelte van de stemmers vóór dit besluit eigenlijk bedoelden dat dit stuk niet in den gemeentelijken schouwburg had mogen worden opgevoerd. Feitelijk heeft een gemeen teraad zich met een kwestie als deze niet in te laten aangezien de wet uitdrukkelijk aan den burgemeester alleen als hoofd der politie de beslissing heeft in de vraag of een stuk al dan niet oirbaar is maar de bizondere omstan digheid, dat de opvoering plaats had in het gemeentelijke gebouw heeft den raad aanlei ding gegeven om den neus in deze aangelegen heid te steken. Hieruit blijkt al weder hoe ver keerd het is dat een gemeente een schouw burg beheert en zich zelf dus in de moeilijk heden zet die zich bij de beoordeeling van kunst-zaken voordoen. Tot op zekere hoogte gaat de burgemeester hier ook weer geheel vrij uit want hij heeft slechts opgevolgd de beslissing van de com missie die speciaal belast is met het toezien op de stukken die in den gemeentelijken schouwburg worden vertoond. Deze commissie bestaat uit een zonderling allegaartje van per sonen hetgeen natuurlijk al weer het gevolg is van de omstandigheid, dat men er van alles wat in wenschte geplaatst te zien. Het gevolg pularieit heeft weten te brengen en dat al haar he militaire lucjtel iten is thans vMH: t niet minder dan gtuigen voor de len komen. 1 i verrezen zijn, ij n een derde Rh 1 ook nog voor eeh eigen klein en. st nagelaten zijn estie der motor* laatsten tijd zul* chf hebben. Dif srgachtig terrein t van een hoogte# i ook onzeker of deze vliegtuigen 1 is kunnen doen,- het bestuur de ertrokken om te ■R. een demon- liegtuig mogelijk PrijB per kwartaal fr. p. poet, t 1 O O O Men kan zich abonneeren bfl dM Boekhandel of bij de Uitgsvura BBINKMJka ZOON. GOUDA. plaatsen en gewesten onrechtvaardige voor- deelen te plukken.” Had Hogendorp 1OO jaar later deze reis gedaan, hij zou, mutatis mutandis, hetzelfde hebben kunnen schrijven. De Jocstand na de Napoleontische oorlogen is te vergelijken met de toestand na den oorlog 1914—1918. Ook toen: groote verschuivingen; oude in- dustriën geknakt, nieuwe bloeiend. Ben oorlog is steeds min of meer een eco nomische revolutie. Wat anders langzamer- Ihand verdwijnt, een langzaam proces volgt, wordt door een oorlog in enkele jaren ver nietigd: het proces wordt er door verhaast. Terwijl in 1820 een tiental jaren blijkbaar voldoende was om een aantal, vóór 1800 bloeiende, pijpenfabnieken het bestaan te ontnemen,- heeft de Usel-steenbakkerij, welke Hogendorp nog in haar opbloei aan schouwde, een langzaam proces gevolgd, hetwelk zich in deze eeuw vóór den oorlos reeds bezig was te voltrekken. Wat Hogendorp in 1820 zeide van den toestand toentertijd, geldt nog voor dezen tijd: ,^A.lle hardnekkigheid van de zijde der fabrikanten (en arbeiders, die toen nog niet die georganiseerde macht hadden als beden ten dage, kunnen wij er bij voegen), alle dwangmiddelen van de zijde der Regeering (invoerverboden, protectie), doen slechts kwaad." Als het getij verloopt, moet men de bakens verzetten. gevolg van de eigenaardige financieele poli-' tiek der laatste jaren dat thans de overheid steun moet verleenen aan de kunstenaars om dat daaruit blijkt wie (en slotte het loodje leg gen als men maar seeds plukt aan de zelfde boomen. De oude geschiedenis van <len dwazen mnn die de kip slachtte welke hem gouden eieren «legde, herhaalt zich ook thans weer. Het stelsel wreekt zich al in meer opzichten. Tal van soorten industrieën en winkels ondervon den voortdurend de gevolgen van dit ééne feit i dat zij die vroeger een flink bedrag 's laars konden uitgeven aan aankoop van luxe-artike- len, thans zóó veel aan belasting hebben te betalen dat zij zich zeer moeten beperken. Nog onlangs zagen we een becijfering hoe iemand die vóó 1914 een inkomen had van honderd mille toenmaals tien mille in totaal aan belas ting betaalde en thans ongeveer veertig mille. Gezien de prijsstijging der noodzakelijke le vensbehoeften, behoeft het geen nadere toe lichting dat in een geval als dit alles verhaald moet worden op hetgeen luxe pleegt genoemd te worden. Dat de overheid thans uit haar kas de kun stenaars gaat steunen, is het duidelijkste bewijs dat ZÜkippen heeft geslacht die gouden eieren legde. verdriet wassen en „Ja." Zij zwegen beiden, alsof het gesprek pijnlijk werd. Plotseling keek het meisje haar vade< flink aan. „Wilt u er spreken V „Ik zal haar schrijvenIk zal zorgen, dat je naar een lyceum gaat en in de medicijnen kunt gaan studeeren, als je tenminste er bij blijft als je klaar bent.” „Dank u,” zei ze eenvoudig, na vervolgde zij, „*t zou het met mama de zaak besprak." „Dat is niet noodig, bovendien is je mcr.ler et misschien niet op gesteld om me te zien," ze( hij oprecht. Als Van Hogiendorp van de vergadering fter Staten-Generaal in 1819 te Brussel naar Den Haag terugkeert, neemt hij, om een luidruchtige ontvangst in Dordrecht en Rot terdam te ontgaan, zijn thuisreis naar Den Haag over Gorcum en Gouda. Sedert 1789 is hij niet in Gouda geweest en, de stad in rijdende, treft hem het verval der stad. Ziet hier wat hij over Gouda vertelt in zijn „Bijdragen tot de Huishouding van Staat”, Deel IV, 2, blz. 240 e.v.: „Uiterlijk maken de groene wallen, het breede en klare water, de hooge boomen, die zelfde grootsche en vroolijke vertooning, als de meeste Hollandsche steden. Maar in wendig is de stad in verval I De pijpenfa- bryken en pottenbakkerijen zijn niet meer het geen zij waren. Zeven duizend zielen heeten er van te bestaan; maar dit bestaan is gedeeltelijk ai zeer gering. Ik heb onder de menigte veel ellende kunnen gewaar wor den en eenige uitgehongerde ligohamen. Dit is wel geen zeldzaam verschijnsel in fa- bryksplaatsen, doch hier evenwel treffender dan elders. Des te meer achting verdienen de brave fabrikanten, diie de zaak met kunde en ijver aan den gang houden. Het is toch geen geringe zaak, de grondstof van. verre te halen, uit een goedkoop oord, en waar ook dezelfde fabryken te vinden zijn, om de stof midden in het dure Holland zoo te be werken, dat het fabrikaat naar alle wereld- deelen verzonden wordt. De kunde, de han digheid, het beleid, de zuinigheid doen hier alles af.” Hogendorp vertelt verder van zijn bewon- dering voor de kunst van de pijpen en pot- tenföbricage en merkt op, dat. de pijpen min der gezocht worden omdat „de cigar en veelal1 gebruikt worden in de plaats van pij pen, en als het zoo voortgi pijpenfabryken stilstaan, dp' laatst. Onder zulke omstan er niets anders over, dx werkvolk op eerve ande Me hardnekkigheid vi kanten, alle dwangmid* Regeering doen slecht^ kwaad.' Van Hogen dorp wijst verder op mogelijk heden, waardoor de welvaart, die door de malaise in de toentertijd in Gouda voor naamste bronnen van bestaan bedreigd werd, hersteld zou kunnen worden. Hij wijst op de steenbakkerijen, die in aantal toena men, op de gunstige kansen van de stad tengevolge van haar ligging, aan den water weg Rotterdam—Amsterdam en middenin een zich ontwikkelde landbouwstreek. „Behouden wij een' tijd lang den vrede, of althans de opene zee, zoo zullen landbouw en fabryken ook gedurig meer bloeyen rondom en in deze stad. Zij heeft altoos geene verbodswetten noodig, en begeert is dat deze commissie het nimmer tot een po- die ook niet, om ten koste van andere I daagje in den Haag doorbrengen de Gevangen poort bezichtigen en onbegrijpelijk is het dat de opvoeders der jeugd dit willen. Duidt dit nog niet op eefl verkeerde wijz» van ^han deling der vaderlandsche geschiedenis Alen heeff daarbij dan toch de aandacht gevr^Ojrtd op dit monument en waarschijnlijk in vitjehlk schrille kleuren de martelingen geschiltW» ®ie in de Gevangenpoort werden toegepast^ waar- door de lust der kinderen om dat griezelige martel-oord te bezoeken, is opgewekt. Een bedrag van vijfduizend grilden heeft het gemeentebestuur voor het loopende jaar be schikbaar gesteld als steun aan noodlijdende beeldende kunstenaars. Dat >s we' ipts geheel nieuws dat op een dergelijke wijze aan de kunst de (reddende hand wordt toegestoken. Het schijnt de bedoeling te zijn om werk te verschaffen aan deze artisten die sedert het uitbreken van den oorlog steeds slechter wor dende tijden hebben beleefd, 't Is moeielijk te zeggen of langs den thans voorgestelden weg een goed resultaat is te bereiken. Tijdelijke steun is heel mooi maar een blijvende verhef fing die de nood lijdenden voor goed op een steviger grondslag zou stellen is natuurlijk te verkiezen. Wanneer een gemeente als den Haag en juist den Haag in de eerste plaats haar belastingen zóó opvoert dat de rijkenen het hazenpad moeten kiezen of zich zoozeer be perken dat het grootste deel van hun weelde dient te worden opgeofferd, ja, dan is het geen wonder meer dat artisten hun afzetgebied voor hun producten verliezen. Het is een typisch was goed namen in en bij juffrouw Rabbit leerde je geen Latijn I” ,,'t Zal wel taaie kost voor je geweest zijn.” „Ik zal het later wel allemaal begrijpen,” zei ze beslist. „Tante Vera zei eens tegen mama, dat ze altijd wel geweten had, dat u den een of anderen dag beroemd «oudt worden. Mama heeft dat natuurlijk ook wel geweten toen zij hield plotseling in verwarring op. Holden leunde achterover in zijn stoel en lachte harte- iijk om den humor van den toestand. „Dus, ten, dat ik wou gt dacht ik, dat het naar u toe te gaan I" „En dat lijk. „U bent ik wilde haar geen Maar nu ben ik voh i om te komen” Jial ik heb altijd dokter willen zijn, van ik een klein kind was af.” Zij aarzelde een oogenblik, toen zei ze schuch terweet natuurlijk alles van u afl U hebt mama's leven gered, en u hebt een prach tige inrichting gehad in het noorden voor zieke menschen, midden in de bosschen. Tante Vera heeft me alles verteld en dr. Percy ook. En toen is alles afgebrandl Wat zonde hé? 't Moet prach tig geweest zijnl" vervolgde zij. „De bron dr. Percy heeft me er foto’s van laten kien en dan al die zieke menschen, die van heinde en Arer kwamen bij u, om weer gezond te worden.... O, wat zou ik er graag bij geweest zijn!" „Maar je was er bijl” lachte haar vader, wiens bleek gezicht kleurde bij de opgewonden schil dering van zijn eigen levensgeschiedenis. „O, maar ik was nog zóó klein! Ik heb zoo mijn best gedaan om me er iets van te herin neren, maar ik weet er niets meer van niets. Ik herinner me alleen maar Lawndale”, zuchtte ze, „en de school van juffrouw Rabbi tl” „Dus dr. Percy heeft je alles verteld van genezende bron?” I fl „Ja, ik laat hem altijd alles vertel^Vv/- van die aardige huisjes en van uw wonxrefïmarlijke genezingen.... Waarom bent u toch weggegaan na den brand „’t Had zijn tijd uitgediend”, zei de dokter ont wijkend. „’t Had zijn werk gedaan.” „Natuurlijk”, zei ze tevreden, „als u niet weg gegaan was, dan zou u niet hier zijn, niet direc teur van dit ziekenhuis en zóó beroemd.” „Beroemd F Uk weet er allee van I Ik las het artikel over Nat „nieuwe ziekenhuis” in dat tijdschrift en vroeg Dr. Percy of hij mij die dingen wilde bren gen, die u geschreven hebt Maar ik kan alles iniet goed begrijpen. Er rijn tooveel vreemde van alles op de hoogte. Is er nu niet een manier om in de medicijnen te gnan studee ren zonder eerst al die voorbereidende studie?" „Maar je bent nog veel te jong.” „Ik ben zestien jaarf" „Eerst moet ja naar een 1, je meteen weten of je bij je plan blijft." Zij schudde ongeduldig het hoofd, bij zijn twijfel aan de vastheid van haar besluit. „Niemand wil me ook eens helpen, Mama niet Nel niet, tante Vera, grootmama, Dr. Percy, niemand. Zij vinden allemaal, dat jonge meisjes uit moeten gaan naar partijtjes, of thuis moeten zitten babelen met jongelui en dan trouwen." „Ik zal je helpen I" „Dat dacht ik wel,” zei ze, en vertrouwelijk legde ze haar armen op de schrijftafel; „daarom ben ik opk hier gekomen IEn ik wou u toch eens opzoeken, dat was ik toch al van plan, van het oogenblik af, dat ik wist, dat u mijn vader was." „Waarom kwam je jiiet eens eerder F Een oogenblik sloeg zij de oogen neer. nam als vanzelfsprekend aan, dat Holden er evenveel belang in stelde als zij en zij ont vouwde met groote duidelijkheid en beslistheid haar heele levensplan. „Ik^ad naar een echt gymnasium willen gaan, niet maar zoo eerst naar een meisjesschool, dat is eigenlijk maar een kostschool!" en om haar standpunt nog duidelijker te maken zei ze ter loops ^W°nt u begrijpt, trouwen, dat doe ik nooit." Holden glimlachte en haastig legde zij hem uit „Ik ben niet mooi genoeg! Nel is heel mooi, net als mama, 't lijken wel twee zusters, zegt iedereen. Maar ik ben de leelijke van de familie!" Zij zweeg hals over kop met een raadselach tig lachje, alsof ze op 't punt was geweest om er uit te flappen, dat haar grootmoeder haar altijd met haar vader vergeleek. Bij hen in de familie was nu eenmaal het oordeel: „Dora is zoo leelijk als haar vader, en dat wil wat zeg gen!" Holden scheen het wel te raden, want zij lachten tegen elkander in volkomen begrijpen. 't Was dan ook een feit, dat zij, niettegen staande haar mooi, bruin haar, dat onder haar hoed te voorschijn kwam, niettegenstaande haar frissche, gezonde jeugd, leelijk was; zij had den dikken neus en de breede, beenige gelaatstrek ken, die haar vader eigen waren. „Maar leelijke vrouwen trouwen toch ook wel”, waagde de dokter te opperen. „Natuurlijk, maar ik geef niets om jon gens. En ze houden ook niet van mij. Mama zegt, dat ik niet vroolljk ert gezellig genoeg rfhn,*r zei haar vader, „dat is ook niet ah fjd noodig voor een geluüfg huwelijk." Jliaar ik wil dokter wordenF je wttt in de «wdidiMn gaan ^oder* beslissingen op belangrijke momenten ernstige afkeuring ondervonden. Wij blijven nog maar altijd bij ons advies dat het beste was het gemeentelijke gebouw te vei huren en vt^der niet om te zien naar <le wijze van cxp’.Mtati?. Alle pogingen om de kunst te bevordKen ■zijn bij de gemeente mis lukt en dus moist men eindelijk dit punt maar aan de particuperen overlaten. Zondag j.l. whs het twee en een halve eeuw geleden dat de gebroeders Jan en Cornelis de Wit door het ïlaagsche schuim werden j^er- moord. Van e?n aanvankelijk plan om een stille hulde aan de’nagedachtenis van deze belang rijke staatslieden te brengen, is afgezien. Waar om is niet recht duidelijk. De opgegeven reden n.l. omdat het publiek dit heeft verhinderd is niet juist, want al was er wat drukte op Zon dagmiddag, er was wel gelegenheid geweest om een enkel woord te spreken of een bloe menhulde neer te leggen. Met de stichting^an een standbeeld is al reeds boete gedaan maar een kleine herhaling, eens in de 50 jaar, was niet ongepast geweest. Waarlijk, het nage slacht heeft heel wat goed te maken aan deze gebroeders, wier lijden en dood de leelijkste bladzijde in de historie Van het land vult. Misschien ware het dw grootste hulde wan neer men besloot het „monument van Neer- land's schande", de Gevangenpoort op te rui men. Onze raad om althans de bezichtiging van momument niet langer voor kinderen open te stellen, heeft bij één der Haagsche bladen weer klank gevonden en we vleien ons thans met de hoop dat bij de aanstaande staatsbegrooting één der Kamerleden daaromtrent het gevoelen van den minister zal inwinnen. Bijna steeds gaan de schoolkinderen die een I .ige japonnen van zéér los rijde vleugelmouwen en rok- ongelijk hangende panden, doen ons als vanzelf de opmerking aan de han<^ dat we ze eigenlijk liever in huis dan op straat zien dragen. We kunnen er nog altijd niet te best aan wennei en krijgen een indruk, die we ons als te nonchalant voor straatdracht doen be schouwen. Alles werkt daartoe mede. De'ruime mouwen, waaraan niet veel snit te bekennen is, de vaak met ee-\ enkel biesje afgewerkte hals, de losgekloopte ceintuurs, die maar amper wat ruimte om het middel bijeenhouden. Nu het ook nog mode wordt om deze japon nen uit twee verschillende stoffen te maken en nu men ter afwisseling sommigen met gewerk te figuren zoodanig overlaadt, dit ze uit twee stoffen schijnen te bestaan, wordt den indruk van „nonchalante zwierigheid”, zoozeer passend bij de vrouw-in-haar-huis nog aanmerkelijk verhoogd. Inderdaad ruimt men aan de huisjapon, of het dan een eenvoudige ochtendjapon, een huis- houdjurk of een élégante teagown is, eene nieu. we, ove. groote plaats in. Het is de huisvrouw niet langer toeges’aan om iiare oude jurken in huis af te dragen. Als ze volkomen met de mode mee wil gaan, moet ze voor elke gelegen heid binnen hare eigen muren een ander soort van kleeding bezitten. Zij trekt dan in de vroege ochtenduren, wan neer de huishoudelijke taak wel in elkaar gezet, doch nog niet* begonnen wordt, een gemakke lijke katoenen of moiselinen ochtendjasje aan Voor het ontbijt is ze aldus voldoende ge kleed. Ze is netjes genoeg om met de gedien stigen de werklijst in orde te maken, om haar de bestellimen op te geven en haar vóór te gaan in lichte huishoudelijke bezigheden. Wanneer ze zichzelf respecteert, gaat ze zich, fiOWHE COURANT. t» SrJ. 15 regel» L30, elke regel maar 0.26. Van buiten Gouda en dan baznrgkrinr 16 regel» L55. elke regel meer 0.30. AilverUntiën in het Zate rangnummer >0 bijslag op den prijs. Liefdadigheid.s-a<lvcrt«nt.iën de helft van den prya. INGEZONDEN MEDEDEEUNGRNi 1—4 regel» ƒ2.06, elk» regel mew CMML Op de voorpagina 50 booger. Gewone advertentlën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer geredoetw r- den prijs. Groot* letter» en randen worden berekend naar pla*t«ruimte Ad verten tien kunnen worden Ingezonden door tuMchenkomfit van «oliede boekhan- dclaieB, Advertentiebureaus en onze Agenten en moeten daag* vóór de plaataing aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd t< aiin. na het opmaken der bedden en het insperite der slaapkamers .n andere vertrekken, wat oj>»' knappen voor de lunch. Zij steekt zich daarto^ in een van die bevallig-losse huiskhedjea, dh( door het uilgevenoe patroon der «tof of der werking en dojr het eigcnaardig-artistleke snitf tot iets bijzonders gestempeld worden cn waarw' voor ik straks een aardig idee zal nangeven. 'I Wanneer het voorkom dat zij voor de lunchi één of meer warme gerechten te bereiden heeft^ schiet zij v'ug over alles heen een schortjnpoflf van poolbont aan, dnt geheel hnre kleederefl fnsluit en waarin zij de bonden uit den mouWl kan steken, zonder dat deze ook maar in 'f minste te lijden hebben. Ongetwijfeld komt hH)' vóór dat zij dit „overall” ook later op tien dnff* nog noodig heeft. Op de kamerdngen b.v. is het onmisbaar voor de vrouw, die een handje mee* helpt en toch in een wip klaar wil zijn wanneet* de gedienstige „onverwacht bezoek” nankoM digt. Indien mevrouw tot de ontvangende wereld behoort, dan beeft ze een paar maal per wcekl het genoegen zich ex’ra mooi te kunnen maken met een uitgezócht en grac’eus model tengowrw Als van zelve stelt men zich, daaraan denkeiw de, reeds een extravagnnt-los gewaad voor, waarbij de nieuwe vorm der cape-mouwen zo< ptecies schijnt te behooren en men denkt zich' daarvoor de hichtigste ktoffen, die, volgens ds voorschriften der mode met grillige figuren be* werkt, er het voornaamste deel vnn uitmaken. Tegen dinertijd is het uit met die losse klee* ding. Dan is al wat nonchalant is, in de ba» en kleedt men zich nnar ge'nng van rang eni stand in gekleed, stemmig toilet, dat met het weder wisselt wat den aard en de kleur betreft Een van de opvallende nieuwigheden voor dg intérieur-kleeding is het weder verschijnen vaiï een afstekend overlijfje op een glad japonnetjg van eene stof met drukke patronen. 11 Ons van ouds geliefde overgooiertje! f Het is er weer en het wordt het liefst gezien van zwart satijn en in een vorm, die van achter los en recht is en die van voren zóó diep ig uitgehold, dat hij haast het heele gladde lijfje der onderstof te voorschijn laat komen. Ons nieuwste overgooiertje wordt naar de aille toe^ -wat aangetrokkén en wat gedrapeerd en gaat over in eene lange strik, die vlak van voreW door eene aardige ronde gesp get lokken is< Het hoort er zoo bij,dat zich ook eene kap va» hetzelfde satijn op de wija-uitloopende, lang* hangende mouw bevindt. 1 Aangezien men ook in de mode altijd naar het hoogste streeft, zal het satijn al spoedig) door andere effen stoffen vervangen worden em het behoeft geen betoog, dat de quasi-artist'ekg menschen hierin eene aanleiding tullen vinden, ©m allerlei kleurige stofjes mot een effen over* gooiertje te combireeren. Men becenke dan wel, dat volgens de nieuwe mode oe geheels japon fleurig en alleen het jakje van eene don kerder stof moet zijn. Nu het effen mouseling zoozeer in de mode is, laat zich daarvan in eens lichte met eene donkere tin;, een al'ornare digst hulsjaponnetje fabriceeren Gesteld dat het eigenlijke kleedje van lichtlila mouseling genomen wordt en dat de garneeringsst >f dong' kerpaars getint is, dan maakt men van deza laatste een paar 'os- en langerhxjngetvlc zij pan den op den rok, geeft in denzelfden geest dwarss kappen aan de uiteinden der vlsvge'.mouwen, garneert de ha's met eene bies in gelijken trant cn zet ook op de van voren gestriJtoe losse cein«

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1922 | | pagina 1