DEN
o[ «min mra
I
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDÉ, bodegraven, boskoop, gouderak. haastrecht, moordrecht, moercapeij.e. nieuwer,
kerk a. d. U., OUDERKERK a. d. U., OUDEWATER, REEL)WIJK. SCHOONHOVEN. STOLWIJK. WADDLNXVEEN. ZEVENHUIZEN, enz.
ugustus 1922.
Zaterdag 26
61. Jaargang
1
ECHT.
ing
R
FEUILLETON.
rlastr. 25
JEDEREN
9ERIAKD
Veertlendaaqaoh Blad
voor de Huishouding.
o
lonnementH
lis Courant
nomin doir
DE GENEZER
door
ROBERT HERRICK.
JIS 15017
2
GIjsbert Karei van Hogendorp
over Honda.
Briivn alt di Hilitad.
Modnpraatje
Allerlei japonnen voor in hui*.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen aüvkrtentikpku». uk «<»-*« ««*»»- (i»6<«.™«>.ui<im^rr»nnrn
ma mede namer
lene dankte
'I
I.
4
HAGENAAR.
dit
PARCIUS.
r
I
dat
niet eens met moeder over komen
^Want
89
dr. Pert
BRIKAAT
(Woidt veivolgd).
lyceum en dan kan
de
X
sarioht
torren vaal
ABONNEMENTSPRUSi per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondajrsblatj
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt,
Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan on» Bureau: MARKT 3L GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9-€ uur.; Administratie TeL Int 82;
Redactie TeL 645.
ENDIJK,
ECHT.
it, zullen vele
■ste echter het
idi'g'heden schiet
ri de kapitalen en het
re wijze te gebruiken,
in de zijde der fabri-
jeien van de zijde der
O.
76 16912 20104
00 17141 21166
39 17892 21229
43 17497 21484
82 17600 21619
00 17894 21819
66 17996 22444
98 18290 22636
03 19100 22656
61 19828 22677
97 19903 22740
99 20002 23887
,Om mama, begrijpt u, i
ó.kt doen, natuurlijk - 1
ik had een reden
jelui».
uit Washington!
g Sampaio Com
inton van News
tte te vliegen, ir
•n Haïti bij een'
verongelukt. Da
serd, dat Hinton
an toestand zijn'
machine naaf
toen ze er nu zoo'n drukte over maak-
faan studeeren voor dokter, be-
t maar het best zou zijn eens
■3
ZOON
maar even daar*
beste zijn als
IBNM,
ti».
iimiwL
van je!" zei Holden daxle-
ilouse.
na.
an 26 Aug!
zwaar bewolkt
if onweersbuien
ikelijk iets ko®
De tegenwoordig
model, die met wijde
ken met ongelijk hanj
opmerki
TUT. T3
OF Utt8T.<
IfitiUS.
r,ïk ben de jongste, weet u", zei ze met haar
heldere kinderlijke stem. „Nel is bijna twee jaar
ouder. Zij is al heelemaal volwassen en gaat al
Bit."
„Wonen jullie nog in Lawndale?" vroeg haar
Bader.
«Ja, maar dezen winter zijn we naar de stad
gekomen. Nel en mama wilden meer menschen
K*€n en ik was klaar bij juffrouw Rabbit, op
•chool, begrijpt ui”
„En nu wil je dokter worden?” zei Holden
Ba eenig stilzwijgen.
*JaI” nep het meisje opgewonden en de kleur
■wam weer op haar gezichtje. „Dr. Percy zei,
,«at ik eerst moest studeeren. Maar mama en
P®Bte Vera houden niet van meisjes-studenten.
*7® zijn toch allebei zóó ouderwetsch. Ik geloof
l'ueh dat toen zij jong waren, er veel meisjes
Jtadeerden Nel is eigenlijk net too. Zij
"‘eld van de school van juffrouw Rabbit, ik niet.
°ip |rn 0D9o<l ®*n° U8A ®p^®i
Wéte belangrijks, alleen maar wat literatuur, wat
5®”* talen, zoo echt een ^dame«"-opvoe-
•jf Prulleboel» vindt a ook rietF
2fj lachten beiden. Het jonge meisje babbelde
«n opgewonden voort, nu zij eenmaal op het
onderwerp was gekomen, waar sij belang*
■«n® VOOr Itosldc nX orsr baar sML Öf
DCXXIIL
Reigen had niet moeten worden opgevoerd,
aldus heeft de gemeenteraad uitgesproken. De
stemming over deze beslissing is niet heel sui-,
ver omdat een gedeelte van de stemmers vóór
dit besluit eigenlijk bedoelden dat dit stuk niet
in den gemeentelijken schouwburg had mogen
worden opgevoerd. Feitelijk heeft een gemeen
teraad zich met een kwestie als deze niet in
te laten aangezien de wet uitdrukkelijk aan den
burgemeester alleen als hoofd der politie
de beslissing heeft in de vraag of een stuk al
dan niet oirbaar is maar de bizondere omstan
digheid, dat de opvoering plaats had in het
gemeentelijke gebouw heeft den raad aanlei
ding gegeven om den neus in deze aangelegen
heid te steken. Hieruit blijkt al weder hoe ver
keerd het is dat een gemeente een schouw
burg beheert en zich zelf dus in de moeilijk
heden zet die zich bij de beoordeeling van
kunst-zaken voordoen.
Tot op zekere hoogte gaat de burgemeester
hier ook weer geheel vrij uit want hij heeft
slechts opgevolgd de beslissing van de com
missie die speciaal belast is met het toezien
op de stukken die in den gemeentelijken
schouwburg worden vertoond. Deze commissie
bestaat uit een zonderling allegaartje van per
sonen hetgeen natuurlijk al weer het gevolg
is van de omstandigheid, dat men er van alles
wat in wenschte geplaatst te zien. Het gevolg
pularieit heeft weten te brengen en dat al haar
he militaire lucjtel
iten is thans vMH:
t niet minder dan
gtuigen voor de
len komen. 1
i verrezen zijn, ij
n een derde Rh
1 ook nog voor
eeh eigen klein
en.
st nagelaten zijn
estie der motor*
laatsten tijd zul*
chf hebben. Dif
srgachtig terrein
t van een hoogte#
i ook onzeker of
deze vliegtuigen 1
is kunnen doen,-
het bestuur de
ertrokken om te
■R. een demon-
liegtuig mogelijk
PrijB per kwartaal fr. p. poet, t 1
O O O
Men kan zich abonneeren bfl dM
Boekhandel of bij de Uitgsvura BBINKMJka
ZOON. GOUDA.
plaatsen en gewesten onrechtvaardige voor-
deelen te plukken.”
Had Hogendorp 1OO jaar later deze reis
gedaan, hij zou, mutatis mutandis, hetzelfde
hebben kunnen schrijven. De Jocstand na
de Napoleontische oorlogen is te vergelijken
met de toestand na den oorlog 1914—1918.
Ook toen: groote verschuivingen; oude in-
dustriën geknakt, nieuwe bloeiend.
Ben oorlog is steeds min of meer een eco
nomische revolutie. Wat anders langzamer-
Ihand verdwijnt, een langzaam proces volgt,
wordt door een oorlog in enkele jaren ver
nietigd: het proces wordt er door verhaast.
Terwijl in 1820 een tiental jaren blijkbaar
voldoende was om een aantal, vóór 1800
bloeiende, pijpenfabnieken het bestaan te
ontnemen,- heeft de Usel-steenbakkerij,
welke Hogendorp nog in haar opbloei aan
schouwde, een langzaam proces gevolgd,
hetwelk zich in deze eeuw vóór den oorlos
reeds bezig was te voltrekken.
Wat Hogendorp in 1820 zeide van den
toestand toentertijd, geldt nog voor dezen
tijd: ,^A.lle hardnekkigheid van de zijde der
fabrikanten (en arbeiders, die toen nog niet
die georganiseerde macht hadden als beden
ten dage, kunnen wij er bij voegen), alle
dwangmiddelen van de zijde der Regeering
(invoerverboden, protectie), doen slechts
kwaad." Als het getij verloopt, moet men
de bakens verzetten.
gevolg van de eigenaardige financieele poli-'
tiek der laatste jaren dat thans de overheid
steun moet verleenen aan de kunstenaars om
dat daaruit blijkt wie (en slotte het loodje leg
gen als men maar seeds plukt aan de zelfde
boomen. De oude geschiedenis van <len dwazen
mnn die de kip slachtte welke hem gouden
eieren «legde, herhaalt zich ook thans weer. Het
stelsel wreekt zich al in meer opzichten. Tal
van soorten industrieën en winkels ondervon
den voortdurend de gevolgen van dit ééne feit i
dat zij die vroeger een flink bedrag 's laars
konden uitgeven aan aankoop van luxe-artike-
len, thans zóó veel aan belasting hebben te
betalen dat zij zich zeer moeten beperken. Nog
onlangs zagen we een becijfering hoe iemand
die vóó 1914 een inkomen had van honderd
mille toenmaals tien mille in totaal aan belas
ting betaalde en thans ongeveer veertig mille.
Gezien de prijsstijging der noodzakelijke le
vensbehoeften, behoeft het geen nadere toe
lichting dat in een geval als dit alles verhaald
moet worden op hetgeen luxe pleegt genoemd
te worden.
Dat de overheid thans uit haar kas de kun
stenaars gaat steunen, is het duidelijkste bewijs
dat ZÜkippen heeft geslacht die gouden
eieren legde.
verdriet
wassen en
„Ja."
Zij zwegen beiden, alsof het gesprek pijnlijk
werd. Plotseling keek het meisje haar vade<
flink aan.
„Wilt u er
spreken V
„Ik zal haar schrijvenIk zal zorgen, dat
je naar een lyceum gaat en in de medicijnen
kunt gaan studeeren, als je tenminste er bij blijft
als je klaar bent.”
„Dank u,” zei ze eenvoudig,
na vervolgde zij, „*t zou het
met mama de zaak besprak."
„Dat is niet noodig, bovendien is je mcr.ler et
misschien niet op gesteld om me te zien," ze(
hij oprecht.
Als Van Hogiendorp van de vergadering
fter Staten-Generaal in 1819 te Brussel naar
Den Haag terugkeert, neemt hij, om een
luidruchtige ontvangst in Dordrecht en Rot
terdam te ontgaan, zijn thuisreis naar Den
Haag over Gorcum en Gouda. Sedert 1789
is hij niet in Gouda geweest en, de stad in
rijdende, treft hem het verval der stad.
Ziet hier wat hij over Gouda vertelt in
zijn „Bijdragen tot de Huishouding van
Staat”, Deel IV, 2, blz. 240 e.v.:
„Uiterlijk maken de groene wallen, het
breede en klare water, de hooge boomen, die
zelfde grootsche en vroolijke vertooning,
als de meeste Hollandsche steden. Maar in
wendig is de stad in verval I De pijpenfa-
bryken en pottenbakkerijen zijn niet meer
het geen zij waren. Zeven duizend zielen
heeten er van te bestaan; maar dit bestaan
is gedeeltelijk ai zeer gering. Ik heb onder
de menigte veel ellende kunnen gewaar wor
den en eenige uitgehongerde ligohamen.
Dit is wel geen zeldzaam verschijnsel in fa-
bryksplaatsen, doch hier evenwel treffender
dan elders. Des te meer achting verdienen
de brave fabrikanten, diie de zaak met kunde
en ijver aan den gang houden. Het is toch
geen geringe zaak, de grondstof van. verre te
halen, uit een goedkoop oord, en waar ook
dezelfde fabryken te vinden zijn, om de
stof midden in het dure Holland zoo te be
werken, dat het fabrikaat naar alle wereld-
deelen verzonden wordt. De kunde, de han
digheid, het beleid, de zuinigheid doen hier
alles af.”
Hogendorp vertelt verder van zijn bewon-
dering voor de kunst van de pijpen en pot-
tenföbricage en merkt op, dat. de pijpen min
der gezocht worden omdat „de cigar en
veelal1 gebruikt worden in de plaats van pij
pen, en als het zoo voortgi
pijpenfabryken stilstaan, dp'
laatst. Onder zulke omstan
er niets anders over, dx
werkvolk op eerve ande
Me hardnekkigheid vi
kanten, alle dwangmid*
Regeering doen slecht^ kwaad.'
Van Hogen dorp wijst verder op mogelijk
heden, waardoor de welvaart, die door de
malaise in de toentertijd in Gouda voor
naamste bronnen van bestaan bedreigd
werd, hersteld zou kunnen worden. Hij wijst
op de steenbakkerijen, die in aantal toena
men, op de gunstige kansen van de stad
tengevolge van haar ligging, aan den water
weg Rotterdam—Amsterdam en middenin
een zich ontwikkelde landbouwstreek.
„Behouden wij een' tijd lang den vrede,
of althans de opene zee, zoo zullen landbouw
en fabryken ook gedurig meer bloeyen
rondom en in deze stad. Zij heeft altoos
geene verbodswetten noodig, en begeert is dat deze commissie het nimmer tot een po-
die ook niet, om ten koste van andere
I daagje in den Haag doorbrengen de Gevangen
poort bezichtigen en onbegrijpelijk is het dat
de opvoeders der jeugd dit willen. Duidt dit
nog niet op eefl verkeerde wijz» van ^han
deling der vaderlandsche geschiedenis Alen
heeff daarbij dan toch de aandacht gevr^Ojrtd
op dit monument en waarschijnlijk in vitjehlk
schrille kleuren de martelingen geschiltW» ®ie
in de Gevangenpoort werden toegepast^ waar-
door de lust der kinderen om dat griezelige
martel-oord te bezoeken, is opgewekt.
Een bedrag van vijfduizend grilden heeft het
gemeentebestuur voor het loopende jaar be
schikbaar gesteld als steun aan noodlijdende
beeldende kunstenaars. Dat >s we' ipts geheel
nieuws dat op een dergelijke wijze aan de
kunst de (reddende hand wordt toegestoken.
Het schijnt de bedoeling te zijn om werk te
verschaffen aan deze artisten die sedert het
uitbreken van den oorlog steeds slechter wor
dende tijden hebben beleefd, 't Is moeielijk te
zeggen of langs den thans voorgestelden weg
een goed resultaat is te bereiken. Tijdelijke
steun is heel mooi maar een blijvende verhef
fing die de nood lijdenden voor goed op een
steviger grondslag zou stellen is natuurlijk te
verkiezen. Wanneer een gemeente als den Haag
en juist den Haag in de eerste plaats
haar belastingen zóó opvoert dat de rijkenen
het hazenpad moeten kiezen of zich zoozeer be
perken dat het grootste deel van hun weelde
dient te worden opgeofferd, ja, dan is het geen
wonder meer dat artisten hun afzetgebied voor
hun producten verliezen. Het is een typisch
was goed
namen in en bij juffrouw Rabbit leerde je geen
Latijn I”
,,'t Zal wel taaie kost voor je geweest zijn.”
„Ik zal het later wel allemaal begrijpen,” zei
ze beslist. „Tante Vera zei eens tegen mama,
dat ze altijd wel geweten had, dat u den een
of anderen dag beroemd «oudt worden. Mama
heeft dat natuurlijk ook wel geweten toen
zij hield plotseling in verwarring op. Holden
leunde achterover in zijn stoel en lachte harte-
iijk om den humor van den toestand.
„Dus,
ten, dat ik wou gt
dacht ik, dat het
naar u toe te gaan I"
„En dat
lijk.
„U bent
ik wilde haar geen
Maar nu ben ik voh
i om te komen”
Jial ik heb altijd dokter willen zijn, van
ik een klein kind was af.”
Zij aarzelde een oogenblik, toen zei ze schuch
terweet natuurlijk alles van u afl U
hebt mama's leven gered, en u hebt een prach
tige inrichting gehad in het noorden voor zieke
menschen, midden in de bosschen. Tante Vera
heeft me alles verteld en dr. Percy ook. En toen
is alles afgebrandl Wat zonde hé? 't Moet prach
tig geweest zijnl" vervolgde zij. „De bron
dr. Percy heeft me er foto’s van laten kien en
dan al die zieke menschen, die van heinde en
Arer kwamen bij u, om weer gezond te worden....
O, wat zou ik er graag bij geweest zijn!"
„Maar je was er bijl” lachte haar vader, wiens
bleek gezicht kleurde bij de opgewonden schil
dering van zijn eigen levensgeschiedenis.
„O, maar ik was nog zóó klein! Ik heb zoo
mijn best gedaan om me er iets van te herin
neren, maar ik weet er niets meer van niets.
Ik herinner me alleen maar Lawndale”, zuchtte
ze, „en de school van juffrouw Rabbi tl”
„Dus dr. Percy heeft je alles verteld van
genezende bron?” I fl
„Ja, ik laat hem altijd alles vertel^Vv/- van
die aardige huisjes en van uw wonxrefïmarlijke
genezingen.... Waarom bent u toch weggegaan
na den brand
„’t Had zijn tijd uitgediend”, zei de dokter ont
wijkend. „’t Had zijn werk gedaan.”
„Natuurlijk”, zei ze tevreden, „als u niet weg
gegaan was, dan zou u niet hier zijn, niet direc
teur van dit ziekenhuis en zóó beroemd.”
„Beroemd F
Uk weet er allee van I Ik las het artikel over
Nat „nieuwe ziekenhuis” in dat tijdschrift en
vroeg Dr. Percy of hij mij die dingen wilde bren
gen, die u geschreven hebt Maar ik kan alles
iniet goed begrijpen. Er rijn tooveel vreemde
van alles op de hoogte. Is er nu niet
een manier om in de medicijnen te gnan studee
ren zonder eerst al die voorbereidende studie?"
„Maar je bent nog veel te jong.”
„Ik ben zestien jaarf"
„Eerst moet ja naar een 1,
je meteen weten of je bij je plan blijft."
Zij schudde ongeduldig het hoofd, bij zijn
twijfel aan de vastheid van haar besluit.
„Niemand wil me ook eens helpen, Mama niet
Nel niet, tante Vera, grootmama, Dr. Percy,
niemand. Zij vinden allemaal, dat jonge meisjes
uit moeten gaan naar partijtjes, of thuis moeten
zitten babelen met jongelui en dan trouwen."
„Ik zal je helpen I"
„Dat dacht ik wel,” zei ze, en vertrouwelijk
legde ze haar armen op de schrijftafel; „daarom
ben ik opk hier gekomen IEn ik wou u toch
eens opzoeken, dat was ik toch al van plan, van
het oogenblik af, dat ik wist, dat u mijn vader
was."
„Waarom kwam je jiiet eens eerder F
Een oogenblik sloeg zij de oogen neer.
nam als vanzelfsprekend aan, dat Holden er
evenveel belang in stelde als zij en zij ont
vouwde met groote duidelijkheid en beslistheid
haar heele levensplan.
„Ik^ad naar een echt gymnasium willen gaan,
niet maar zoo eerst naar een meisjesschool, dat
is eigenlijk maar een kostschool!" en om haar
standpunt nog duidelijker te maken zei ze ter
loops ^W°nt u begrijpt, trouwen, dat doe ik
nooit."
Holden glimlachte en haastig legde zij hem
uit
„Ik ben niet mooi genoeg! Nel is heel mooi,
net als mama, 't lijken wel twee zusters, zegt
iedereen. Maar ik ben de leelijke van de familie!"
Zij zweeg hals over kop met een raadselach
tig lachje, alsof ze op 't punt was geweest om
er uit te flappen, dat haar grootmoeder haar
altijd met haar vader vergeleek. Bij hen in de
familie was nu eenmaal het oordeel: „Dora is
zoo leelijk als haar vader, en dat wil wat zeg
gen!" Holden scheen het wel te raden, want zij
lachten tegen elkander in volkomen begrijpen.
't Was dan ook een feit, dat zij, niettegen
staande haar mooi, bruin haar, dat onder haar
hoed te voorschijn kwam, niettegenstaande haar
frissche, gezonde jeugd, leelijk was; zij had den
dikken neus en de breede, beenige gelaatstrek
ken, die haar vader eigen waren.
„Maar leelijke vrouwen trouwen toch ook
wel”, waagde de dokter te opperen.
„Natuurlijk, maar ik geef niets om jon
gens. En ze houden ook niet van mij. Mama
zegt, dat ik niet vroolljk ert gezellig genoeg
rfhn,*r zei haar vader, „dat is ook niet ah fjd
noodig voor een geluüfg huwelijk."
Jliaar ik wil dokter wordenF
je wttt in de «wdidiMn gaan ^oder*
beslissingen op belangrijke momenten ernstige
afkeuring ondervonden.
Wij blijven nog maar altijd bij ons advies
dat het beste was het gemeentelijke gebouw
te vei huren en vt^der niet om te zien naar <le
wijze van cxp’.Mtati?. Alle pogingen om de
kunst te bevordKen ■zijn bij de gemeente mis
lukt en dus moist men eindelijk dit punt maar
aan de particuperen overlaten.
Zondag j.l. whs het twee en een halve eeuw
geleden dat de gebroeders Jan en Cornelis de
Wit door het ïlaagsche schuim werden j^er-
moord. Van e?n aanvankelijk plan om een stille
hulde aan de’nagedachtenis van deze belang
rijke staatslieden te brengen, is afgezien. Waar
om is niet recht duidelijk. De opgegeven reden
n.l. omdat het publiek dit heeft verhinderd is
niet juist, want al was er wat drukte op Zon
dagmiddag, er was wel gelegenheid geweest
om een enkel woord te spreken of een bloe
menhulde neer te leggen. Met de stichting^an
een standbeeld is al reeds boete gedaan maar
een kleine herhaling, eens in de 50 jaar, was
niet ongepast geweest. Waarlijk, het nage
slacht heeft heel wat goed te maken aan deze
gebroeders, wier lijden en dood de leelijkste
bladzijde in de historie Van het land vult.
Misschien ware het dw grootste hulde wan
neer men besloot het „monument van Neer-
land's schande", de Gevangenpoort op te rui
men.
Onze raad om althans de bezichtiging van
momument niet langer voor kinderen open te
stellen, heeft bij één der Haagsche bladen weer
klank gevonden en we vleien ons thans met de
hoop dat bij de aanstaande staatsbegrooting
één der Kamerleden daaromtrent het gevoelen
van den minister zal inwinnen.
Bijna steeds gaan de schoolkinderen die een
I
.ige japonnen van zéér los
rijde vleugelmouwen en rok-
ongelijk hangende panden, doen ons
als vanzelf de opmerking aan de han<^ dat we
ze eigenlijk liever in huis dan op straat zien
dragen. We kunnen er nog altijd niet te best
aan wennei en krijgen een indruk, die we ons
als te nonchalant voor straatdracht doen be
schouwen. Alles werkt daartoe mede. De'ruime
mouwen, waaraan niet veel snit te bekennen
is, de vaak met ee-\ enkel biesje afgewerkte hals,
de losgekloopte ceintuurs, die maar amper wat
ruimte om het middel bijeenhouden.
Nu het ook nog mode wordt om deze japon
nen uit twee verschillende stoffen te maken en
nu men ter afwisseling sommigen met gewerk
te figuren zoodanig overlaadt, dit ze uit twee
stoffen schijnen te bestaan, wordt den indruk
van „nonchalante zwierigheid”, zoozeer passend
bij de vrouw-in-haar-huis nog aanmerkelijk
verhoogd.
Inderdaad ruimt men aan de huisjapon, of
het dan een eenvoudige ochtendjapon, een huis-
houdjurk of een élégante teagown is, eene nieu.
we, ove. groote plaats in. Het is de huisvrouw
niet langer toeges’aan om iiare oude jurken in
huis af te dragen. Als ze volkomen met de
mode mee wil gaan, moet ze voor elke gelegen
heid binnen hare eigen muren een ander soort
van kleeding bezitten.
Zij trekt dan in de vroege ochtenduren, wan
neer de huishoudelijke taak wel in elkaar gezet,
doch nog niet* begonnen wordt, een gemakke
lijke katoenen of moiselinen ochtendjasje aan
Voor het ontbijt is ze aldus voldoende ge
kleed. Ze is netjes genoeg om met de gedien
stigen de werklijst in orde te maken, om haar
de bestellimen op te geven en haar vóór te
gaan in lichte huishoudelijke bezigheden.
Wanneer ze zichzelf respecteert, gaat ze zich,
fiOWHE COURANT.
t» SrJ. 15 regel» L30, elke regel maar 0.26. Van buiten Gouda en dan baznrgkrinr
16 regel» L55. elke regel meer 0.30. AilverUntiën in het Zate rangnummer >0
bijslag op den prijs. Liefdadigheid.s-a<lvcrt«nt.iën de helft van den prya.
INGEZONDEN MEDEDEEUNGRNi 1—4 regel» ƒ2.06, elk» regel mew CMML Op
de voorpagina 50 booger.
Gewone advertentlën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer geredoetw r-
den prijs. Groot* letter» en randen worden berekend naar pla*t«ruimte
Ad verten tien kunnen worden Ingezonden door tuMchenkomfit van «oliede boekhan-
dclaieB, Advertentiebureaus en onze Agenten en moeten daag* vóór de plaataing
aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd t< aiin.
na het opmaken der bedden en het insperite
der slaapkamers .n andere vertrekken, wat oj>»'
knappen voor de lunch. Zij steekt zich daarto^
in een van die bevallig-losse huiskhedjea, dh(
door het uilgevenoe patroon der «tof of der
werking en dojr het eigcnaardig-artistleke snitf
tot iets bijzonders gestempeld worden cn waarw'
voor ik straks een aardig idee zal nangeven. 'I
Wanneer het voorkom dat zij voor de lunchi
één of meer warme gerechten te bereiden heeft^
schiet zij v'ug over alles heen een schortjnpoflf
van poolbont aan, dnt geheel hnre kleederefl
fnsluit en waarin zij de bonden uit den mouWl
kan steken, zonder dat deze ook maar in 'f
minste te lijden hebben. Ongetwijfeld komt hH)'
vóór dat zij dit „overall” ook later op tien dnff*
nog noodig heeft. Op de kamerdngen b.v. is het
onmisbaar voor de vrouw, die een handje mee*
helpt en toch in een wip klaar wil zijn wanneet*
de gedienstige „onverwacht bezoek” nankoM
digt.
Indien mevrouw tot de ontvangende wereld
behoort, dan beeft ze een paar maal per wcekl
het genoegen zich ex’ra mooi te kunnen maken
met een uitgezócht en grac’eus model tengowrw
Als van zelve stelt men zich, daaraan denkeiw
de, reeds een extravagnnt-los gewaad voor,
waarbij de nieuwe vorm der cape-mouwen zo<
ptecies schijnt te behooren en men denkt zich'
daarvoor de hichtigste ktoffen, die, volgens ds
voorschriften der mode met grillige figuren be*
werkt, er het voornaamste deel vnn uitmaken.
Tegen dinertijd is het uit met die losse klee*
ding. Dan is al wat nonchalant is, in de ba»
en kleedt men zich nnar ge'nng van rang eni
stand in gekleed, stemmig toilet, dat met het
weder wisselt wat den aard en de kleur betreft
Een van de opvallende nieuwigheden voor dg
intérieur-kleeding is het weder verschijnen vaiï
een afstekend overlijfje op een glad japonnetjg
van eene stof met drukke patronen. 11
Ons van ouds geliefde overgooiertje! f
Het is er weer en het wordt het liefst gezien
van zwart satijn en in een vorm, die van achter
los en recht is en die van voren zóó diep ig
uitgehold, dat hij haast het heele gladde lijfje
der onderstof te voorschijn laat komen. Ons
nieuwste overgooiertje wordt naar de aille toe^
-wat aangetrokkén en wat gedrapeerd en gaat
over in eene lange strik, die vlak van voreW
door eene aardige ronde gesp get lokken is<
Het hoort er zoo bij,dat zich ook eene kap va»
hetzelfde satijn op de wija-uitloopende, lang*
hangende mouw bevindt. 1
Aangezien men ook in de mode altijd naar
het hoogste streeft, zal het satijn al spoedig)
door andere effen stoffen vervangen worden em
het behoeft geen betoog, dat de quasi-artist'ekg
menschen hierin eene aanleiding tullen vinden,
©m allerlei kleurige stofjes mot een effen over*
gooiertje te combireeren. Men becenke dan
wel, dat volgens de nieuwe mode oe geheels
japon fleurig en alleen het jakje van eene don
kerder stof moet zijn. Nu het effen mouseling
zoozeer in de mode is, laat zich daarvan in eens
lichte met eene donkere tin;, een al'ornare
digst hulsjaponnetje fabriceeren Gesteld dat
het eigenlijke kleedje van lichtlila mouseling
genomen wordt en dat de garneeringsst >f dong'
kerpaars getint is, dan maakt men van deza
laatste een paar 'os- en langerhxjngetvlc zij pan
den op den rok, geeft in denzelfden geest dwarss
kappen aan de uiteinden der vlsvge'.mouwen,
garneert de ha's met eene bies in gelijken trant
cn zet ook op de van voren gestriJtoe losse cein«