JN
lolines
fE.
FEN
S3 -
er
oop.
IN
eikt.
ÜWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
fto. TS034
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
EERSTE BLAD.
Fonilletoi
FEUILLETON.
f
gels
st
aten
:ek.
lorien
BUITENLAND.
EN
In den Maalstroom
ergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, nieuwer.
a. d. LL, OUDERKERK a. d. U„ OUDEWATER, REE li WIJK. SCHOONHOVEN. STOLWIJK! WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz,
lair aim conflict op do
Spoorwogon
H (slot).
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen
«flrt
sees in Rotter*
den.
she, Duitsche
4254 W
FOOM 961
8242 40
in Frankrijk en Nederland
40
9
bons
ikjes
PENING
een
ABONNEMENTSPRIJS» per kwartaal 2-25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geachiedt*
Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ca» BureauMARKT 1L GOUDA»
M onze Agenten en loopers, den boekhandel en óa postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend rata 9—6 uur.j Administratie TeL Int 82|
EedacÜ» T«L 60.
per ons.
ons.
mze special!*
En vrede heeft, wie vreugde vinden kan.
JACQUES PERK.
I.
eföe
én Nacht
nbacht 1.
uur.
2 uur.
k te ver
verkrijg-
enden doof
k, DEI HUI,
-5
.KL 9 u
4 uur.
9 mm
2 uur.
OVERZICHT.
De Fransch-Britsche tegenstelling komt niet
alleen voortdurend tot uiting met betrekking
tot de kwestie van de schadeloosstelling, maar,
naar wij reeds meermalen opmerkten, evenzeer
met betrekking tot de kwestie vnn 't nabije Oos
ten. Niet alleen leden daar de Grieken een ge
duchte militaire nederlaag, maar tevens moes
ten dè Engebchen daar een politiek échec boe
ken, dat hun zeer dwars zit Ze begrijpen zeer
idl*.
•land’*.
8256 V
roerioht.
morgm na|
>ulouse.
arlstadt.
d van 16 SeptenJ
ie N.-W. tot W(
aanvankelijk nog
2157 80
WATSET
titeru
KT.
ipt. 1922. I
<ovoerdl32
e kwaliteit f 40.50
f 38.00 4 f 40.3
ieronder 35
leeling met
aengesteldo
3223 30
Roman van
OLGA WOHLBRüCK.
Geautoriseerde vertaling van Mevrouw
Wesselink—van Rossum.
‘ten franc en den gulden in aanmerking, dan
lijkt het als twee druppelen water op de
wanverhouding, ïn Nederland bij de
spoorwegen ontstaan, ook bij ons is de
verhouding zoodanig geworden, dat men
al gauw tot de conclusie komt, dat de pos
ten voor personeelsuitgaven ^aar beneden
moeten. Zeker, jeérst dient nagegaan,, op
welke andere posten bezuiniging is te ver
krijgen. Weten de person^ elsbonden bezui
nigingen aan te wijzen, niets zou ons aan
genamer zijn en wij kunnen ons niet anders
voorstellen dan dat dit ook den directies
zeer aangenaam zal zijn. En wij willen wel
zeggen, dat hetgeen tot dusver van die zijde
gepubliceerd werd, alle hoop geeft dat er
eenige mfllioenen van de uitgaven zijn af
te knijpen, terwijl de verdere verlaging van
den steenkolenprijs evenzeer verscheidene
miUioénen zal besparen.
Zal men echter daarmee het geheele te
kort van 33 millioen wegwenken? Wij geloo-
ven het niet, of men zou moeten besluiten
tot schijnbezuindgingen, zooals het over
brengen van de lasten van het onderhoud
dér wegen van de spoorwegen op den Staat.
Dit wordt thans door het personeel gepro
pageerd en men beroept zich daarbij op
andere verkeerswegen, de gewone Rijkswe-
gen, kanalen e.d. Voor dit lapmiddel gevoe
len wij niets. De spoorweglijnen zijn geen
Rijkswegen en worden niet door het Rijk
geëxploiteerd, de spoorwegmaatschappijen
zijn er heer en meester en verbieden (te
recht) aan een ieder om van hun wegen ge
bruik te maken. Maar welke reden kan er
dan bestaan voor den Staat, om een vrij
ADVERTENTIEPRIJS» Ui* Gouda «n omrtreluv (bahooreoda tot bMor*krMg)t
1—5 rejcal» L30, elka re«al maar 0.25. Van bulten Gouda «n dan bazorgkrinir»
1—5 regel» f 1.55, elka regel maar ƒ0.80. Advertentiën in bat Zatmriagmunmar >0
bjjslag op den prijs. l.lefdadighekiH-advertantiën de helft van dan pr^ja
INGEZONDEN MEDEDKEUNGENi 1—4 regel» ƒ2.05, elke regel maar fOAA Of
de voorpagina 50 booger.
Gewon* advertentiën en ingezonden tnededeelingen bfj contract tot uer garertuea«p>
den prijs. Groet® letter» en randen worden berekend naar plaataruinita.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaachankomrt van aollada boekban»
de la ren. Advertentiebureaus ep on»» Agenten en moeten daag» vóór dn pleating
aan bet Bureau zijn ingekomen, tenebida van opname verzakerd 6
fiOl USCH E MEANT
.tmopel, fhracië en Adrionopel, o-.c vaar
de Gricksche vloot en schadeloosstelling doog
de Grieksche referring. Wanneer Constantino*
pol niet werd teruggegeven aldus luidt e»M
bericht zou Kemal’» overwinnond leger naad
de stad oprukken. Verder deed Kemal de toezcgW
ging, dat de zeeëngten zouden worden vrijgehou*»
den en wenschto hij, dat de tegenwoordige sultan
zou verdwijnen, In een interview met de Dn'ly|
Telegraph moet Kcmal ten overvloede zich*!»
volgt hebben uitgelaten: „Wij willen niet tegeai
Brfttnnnië vechten, mnar het moet Conutantino-
pel opgeven. Wnnneer het kan, willen wij het
op vredelievende wijze verkrijgen; maar als dil
niet gaat, zullen wij erom vechten." Ook schijnt
de Frnnsche regeering reeds de verzekering td
hébben erlangd, <tat het Turksche leger de on*
zijdige zóne vnn de zeestraten zal respecteer
ten, mits de geallieerde troepen den Aziath
schen oever verlaten. De jntergofllb'^erde cotm
missie zou haar zetel van Constantinopel naar
GaHipoli moeten verplaatsen.
Dit zijn waarlijk berichten, die de Engdscha
ongerustheid slechts kunnen vermeerderen. Bo
vendien hebben nog de Mohammeduansche le»
den van den Indischen staatsratten telegram
aan den Britschen premier gezonden, waarin
erop wordt aangedrongen, dat Adrianopel, CotM
stantinopd en-de zeeëngten aan Turkije worden
teruggegeven, opdnt de grondslag wordt gelegd
voor een toenadering tusschen het Bdtsche rijk
en de Mohenun» claansche regeering. Wanneer
men hier nog aan toe voegt, dat de bolsjewist
ten op uitdagenden toon hun ingc-nometAria
met de Turksche overwinning te kennen geve»
en de volkscommissaris van buitcnlondsche sv
ken in een nota aan de geallieerden randt»
verklaart dat de sympathieën van Rusland aan
de zijde van Turkije zijn, dan is het mnkkelljJi
in te zien, dat de stemming in Fngelsd» kriiw
gen weinig optimistisch is. Dit weerspiegelt zich
in de Britsche pers overduidelijk en in de blM
den wordt de toestand dan ook even ernstig her
schouwd als in 1914. Jade meest pessimis
tische Britache journalisten voorzien dan ooï
reeds een nieuwen Balkan-oorlog, wanneer de
Engelsche politiek niet met de grootste omzich
tigheid wordt geleid. Tot overmaat van ramp
nemen de berichten omtrent mobilisatis-bevelen
bij de Kleine Entente toe.
VOLKENBOND.
HONGARUB TOEGBLATBN.
Geul.,, 15 Sept. (B. T. A.) De poB<
tieke cemmknie heelt met al,«neene etemme.
besloten Hong«rije tot den Volkenbond toe te
loten. Alle leden begroetten Hongarije op het.
lelijke wij».
DU1TSCHLAND.
DB SCHADELOOSSTELLING.
De Belgisch-DulUclX
onderhandelingen.
Brussel, 15 Sept. (B T. A.) DoÖuitwhe
zaakgelastigde heeft bij den minister van bul-
tenlandsche zaken een bezoek ufgelegd en hen»
medegedeeld, dat hij binnenkort het antwoord
der Duitsche regeering xnl ontvangen, dit d<
president der Rijksbank zich op veuo*k daf
Duitsche regeering naar Londen heef*
en dat deze reis ven dien aard is om
wachte antwoord te verhaasten.
Parit», 15 Sspt. (W. B.) Duitschland moe»
vóór hedenavond twaalf uqr de bedragen ge-
dc beslissingen, die zijn jongen betroffen
alechts toeszeeililk medeUidenk. waaraan kil uit
ken der belastingbetalende burgerij te klop
pen. ten behoeve van de aande®lhouders
der spoorwegmaatschappijen of ten behoe
ve van de spoorwegambtenaren? Wij kun
nen er geen redelijk argument voor vinden
en een dergelijke verschuiving (niet ver
mindering) van lasten zou slechts camou
flage zijn, verdoezeling v^n den waren toe
stand, nog afgescheiden van het voor ons
vaststaande feit, dat de Staatsfinanciën zóó
ernstig ontwricht zijn, dat er geen sprake
van kan zijn, dat de Staat nieuwe millioenen
voor zijn rekening zou kunnen nemen .Kan
nu één verstahdig mensch iri ernst meenen,
dat men op deze wijze hiet vraagstuk tot
een oplossing brengt? En denkt men zoo
doende tot een verlaging der tarieven te
kunnen komen, een eisch van handel en in
dustrie, die dringend om inwilliging roept?
Van weerszijden hierop leggen wij den
vollen nadruk zal naar overleg en naar
een oplossing dienen gestreefd te worden.
Geen hooghartigheid en onnoodige prikke
ling van de rijde der directie, maar ook
geen koppig-eenzijdige actie van die zijde
der werknemers. Wanneer men op hun
meetings als het argument hoort bezigen
„het is niet onze schuld, dat er een tekort
is en niet wij willen het dus betalen", dan
De rustige bevrediging thuis over tiaar voort
durende aanwezigheid, werd menigmaal door
C,n schuw en bijna medelijdend schuldgevoel
Wge wisse ld. De zuinige en bijna niet genietbare
maaltijden, de vermoeiende, onfrlssche at
mosfeer der schoolvertrekken, de kale sober-
heid van de woon- en eetkamer, de kinderhicht,
me de openstaande deur der slaapkamer bin-
ftendrong en vermaande tot rust na den arbeid
^’'kruchtbesparing dit alles verhinderde zoo
goed als elke opleving van erotisch gevoel.
hij voor de avondpartijen in het huis
Van zijn broer niet bedankte, dan was het niet
met het oog op Susanne, die hij ook alleen
™d kunnen laten gaan, maar uit een gevoel van
Vreugde, dat hij zichzelf niet bekende, bij den
eanblik van zijn goedgekleede, stralende vrouw,
Wj zhdi in <je opgewekte stemming van
®en souper met champagne, onder elegante
H*nsc^en, nader meende te voeden dan thuis.
JJe arbeidsmadiine in hem rustte een paar uur
Jeng. Dan zag hij plotseling, hoe zijdenchtig
"•ar bruin haar glansde, hoe blank haar nog
rand van het glas, als om de snelle flikkering te
verbergen, die hij niet kon onderdrukken.
„De vrouw van mijn broer, mevrouw!"
Iets in zijn toon viel haar op. Hij echter dronk
het glas haastig leeg en keek op de klok.
„Over een half uur moet ik weg. Dan wordt
er een binnengebracht, aan wien ik een beetje
snijden moet."
Hij noemde nooit het woord sanatorium. Het
stond hem tegen, evenals al de zieken, die hun,
zooals hij teide, meest ingebeelde ziekten op
kweekten.
De „salonverpleging" en de „hotel-huishou-
ding" interesseerden hem niet. Sedert een jaar
had hij een afdeelin^ als kliniek ingericht,
waarvoor hij geen offers of kosten spaarde en
op den drempel waarvan ook de macht van
mevrouw Elise een einde vond.
Mevrouw von Paulsin wist, dat hij in deze
kliniek meest onbemiddelden behand-lde, en
achtte hem hoog wegens een zeker idealisme,
en al vond dit ook misschien meer zijn' oor
sprong in zijn liefde voor de wetenschap dan in
zuivere menschenliefde, het kwam toch een deel
der menschheid ten goede.
^ij u is men goed opgeborgen," zei ze.
„Hangt er van af, mevrouw!"
Hij lachte kort, riep een bediende, die voor
de derde maal rondging om champagne te
schenken en schoof hem het glas toe. „Vol!”
beval hij.
Toen vroeg hij„Drinkt u niet, mevrouw?"
„Dank u, ik moet nog naar de receptie bij
dan Ehgelschen gezant.”
Hij «treek over zijn gladgeschoren, «cherp ge.
richt
^too heeft ieder van om nog beroepswee
Daarvoor heeft men seksr een helder hoofd
aoodig." x
Het mneat eeherés^ d taHnh«^ meer htt voel-
moet ons de opmerking varf bet hart, dat
men er zóó niet komt. Men kan dan naar
verzet en staking drijven, het eind van het
lied zal dan toch zijn, dat geschiedt wat
economisch onafwendbaar is; alleen zal er
dan heel wat haat en nijd blijven ritten en
de slachtoffers zullen hun „leiders" ver
wenseden, die hen in de ellende dreven.
Stel slechts tegenover elkaar, dat in 1913 de
personeelsuitgaven 36J4 millioen beliepen
en in 1921 129& millioen. Gaat het dan
aan, om te propageeren, dat het niet de
„schuld" van het personeel is, dat de ba
lans zulk een weinig fraai beeld vertoont?
Wij willen het woord „schuld” niet bezigen,
maar vast staat, dat eenerrijds de zeer aan
merkelijke loonsverhoo-ringén, anderzijds de
dootf den korten arbeidsdag sterk vermeer
derde personeelssterkte in 8 jaar den post
voor het personeel op een cijfer heeft ge
bracht, ruim drie en een half maal zoo hoog
als 8 jaar tevoren.
Wij gevoelen niets voor-de onbeperkte
werktijden en de vaak zeer onvoldoende
loonen van oudtijds. Zoo in één bedrijf, dan
is in het spoorwegbedrijf een niet te lange
werkdag eisch van billijkheid en veiligheid.
Maar men kan ook in hef andere uiterste
vervallen: handhaving vanbij verminderde
duurte niet meer gerechtvaardigde hooge
loonen en een zeer korte arbeidsdag* ook
voor onbeduidende en weinig inspannende
werkzaamheden.
Door uit angst voor het personeel na te
laten wat economisch noodzakelijk is, geeft
men niet alleen dè leiding uit handen en in
handen van manneg dip, b bega&fd ook,
hiertoe niet in staat zijn, doch men bevor
dert er wat erger is de duurte mee.
Men kan uit vrees de eenig mogelijke op
lossing uitstellen, uitstel kost slechts geld.
Loonsverlaging en werktijdverlengirtg kun
nen hier slechts baat brengen, waar van
winst geen sprake meer is en kleine midde
len niet voldoende baat kunnen brengen.
Kan men er alleen met eenige verlenging
van den werktijd d. i. met personeelsver
mindering) komen, des te beter. Baat ook
dit niet voldoende, dan moet ook salarisver-
mindering worden toegepast.
In ieder geval dient ingegrepen te wor
den.
Wij kunnen niet in den dMurtècirkel blij
ven ronddroaien
•che gegevens, was de toename van het
personeel door den korten arbeidsdag: uit
een rapport van den heer Mussat, inspec-
teur-generaal van bruggen en wegen, door
den Franschen Spoorwegraad met een on
derzoek belast, blijkt dat de spoorwegmaat
schappijen in 1921 zouden kunnen vol
staan hebben met een personeel van
352,000 man volgens het systeem van
vóór de wet op den 8-urendag, terwijl het
in 1921 in werkelijkheid 476,232 man heeft
bedragen. De wet op den 8-urendag heeft
dus het personeel vermeerderd met ruim
120,000 man! Dat de salarissen èn door de
vermeerdering van het aantal geëmploy
eerden èn door de loonstijging op die ma
nier een onevenredig cijfer gingen vragen,
spreekt vanzelf: in 1913 werd aan salaris
sen 806 millioen francs betaald (40,7 pCt.
van de ontvangsten), in 1920 schrik niet
- 3289 miHioen (61 pCt.), in 1921 zelfs
3408 millioen (59 pCt.); voor 1921 kostte
Öe personeelsuitbreiding niet minder dan
792 millioen!
Wij hebben hierbij opzettelijk even stil
gestaan, wijl men ten onzent gelijke ver
schijnselen heeft kunnen waarnemen
Neemt men de grootte der spoorwegnetten
m Frankrijk en Nederland en de waarde van
drukking gpf door edelmoedig nfstl
von voor hem vanzelfsprekende rech’
Mevrouw Elise klopte tegen haai
vergeefs had zij gehoopt, dat haar i
teekenis van den avond door een paarwoorden
zou gedenken. Tevergeefs had zij bcprWfd hert
door teekena duidelijk te maken, wat ze van hert
verwachtte tenslotte fluisterde zij den huiss
arts van het sanatorium, die tegenover haar za^
toe, of hij wilde spreken.
„U weet, beste dokter —heden werd het in
werkelijkheid en na rusteloozen succeevoilen
arbeid het Graebneraanatorium de intiei
men zijn ingewijd, u zult het begrijpen."
Dokter Baumnum stond gehoorzaam op. Hij
was altijd bereid, voor zijn twee-honderd mar»
in de maand met vrije kost en inwoning -A
kleine gezelschapspHchten op zich te nemen, j
Met het rossig blonde haar, het ronde buiUk
onder het witte plqué-vest, de fonkelende brlM
leng! azen, die hem een schijn van geleerdheid)
gaven, de blank», dikke handen, dif* altijd naat
eau de Cologne roken en het altijd naar linta
geneigde hoofd, dat al luisterend, deelneming
vertroosting scheen uit te drukken was Nj
een heel sympathieke algemeen voorbeeld val
vertrouwenwekkend dokterschap. 7.ijn bezighetf
bestond bij ernstiger gevallen meestal in het be
vestigen van voorschriften zijner collega s et
overigens slechts in een beminnelijk, opmont»
rend toezicht, die aan de patiënten zelf een aan
gernme en verhoogde gewichtigheid verleende
„Dokter Baumaum wilde grnag een paa
woorden over den dag van heden sprekeOt"
kondigde mevrouw Eliss»
ontsluierde, bruine oogen konden schitteren,
hoe kersrood haar vólle, in kuischheid gekuste
lippen zich welfden over de witte tanden. En
dan doorliep hem een weldadig warmtegevoel,
als hij zich voorstelde, dat deze heele week,
lieftallige jeugd hem behoorde, en thuis in de
smelle, witte bedden kinderen ‘■liepen, die haar
trekken en de zijne in zich vereenigden en later
misschien datgene zouden bereiken, wat hem en
haar door het noodlot onthouden was gewor
den.
Dan richtte hij zich in zijn volle, niet onbe
langrijke lengte op, want het was hem, als
mocht hij niet meer klagen over zijn mislukt
leven, als had hij het recht, even trotsch en vol
vertrouwen in de toekomst te zien, als ieder,
die aan de wereld het beste «n edelste gef, dat
in hem was. En dan nam hij wel eens heimelijk
de hand van zijn vrouw, kuste die half verliefd
en half eerbiedig en wekte in haar een verwach
ten* dat haar deed gloeien in de hoop op een
liefdesuur, dat haar steeds zeldzamer ten deel
viel, en dat haar over lange, doode tijden weer
heen hielp. Het was heden de eerste maal, dat
Susanne zijn blik niet beantwoordde. Het was
de eerste maal, dat ze nadacht over woorden,
die niet van hem kwamen. Aan het andere eind
van de tafel zat mevrouw von Paulsin. Haar
blanke schouders kwamen als koel parelmoer
uit het diepe décolleté van een kostbaar zwart
kanten toilet, waarop als eenig versiersel slechts
haar beroemde, tweemaal om den hals gewon
den en tot op haar schoot redeend» paarlenkete
ting.
„Wie is dat aardige vrouwtja, dat met mijn
oom spreekt, dokter?"
Dokter Graebner nam rijh ongewoon groot
champagneglas met het monogram J. G. tow
- «*en zjjn beid. blrni» handm,
kd.wM.bo* grjj^bija-xk. «M« M» M
wel, dat de Turken op grond van hun militaire
successen minder bescheiden zullen zijn, wat
hun eischen betreft, dan wanneer ze niet door
een overwinning hun positie hadden versterkt.
Het is dan ook te begrijpen, dat de Britten
vreezen, dat de voorwoorden, waarmee de Tur
ken voor den dag zullen komen, wanneer de dag
is aangebroken om te onderhandelen over de
liquidatie van den oorlog in den Levant, op
onaangename wijze zull-’n indruischen tegen
de Engelsche belangen. Het onprettigstis in
middels wel, dot de Engelschen niet of nauw
het vermoeden onuitgesproken kunnen laten,
dat de Franschcn op eenigerlei wijze de Tur
ken hebben gesteund en zoodoende feitelijk een
heimelijken attaque hebben gedaan op de En
gelsche Levantijnsche politiek. In Frankrijk heeft
men duar natuurlijk met klem en hevig veront
waardigd tegen geprotesteerd. Maar hetzij
Frankrijk inderdaad de Kemelisten assistentie
heeft verleend, hetzij dij slechts een kwaadaar
dige beschukLging is in <4k geval blijkt wel, dat
de sympathieën der Fianschen zich oriënteocen
in Turksche richting. Officieel wordt dit natuur
lijk niet erkend en een Havas-bericht consta
teert dan ook, dat sinds de geallieerden in Maart
.1921 het accoord sloten, waarbij zij den Tur
ken het bezit van Constantinopel niet betwist
ten, de politiek der Fransch© regeering steeds
bezield was door den wensch om bij te dragen
tot het herstel van den vrede. In denzelfden
geest heeft thans Poincaré van bescheid gediend
op de jongste nota fan Italië, waarin de nood
zakelijkheid werd betoogd om binnen niet al
to langen tijd een conferentie te houden, waar
heen Poincaré een gevolmachtigde zou sturen,
zoodra de belanghebbende mogendheden de
voorwaarden voor deze conferentie zullen heb
ben vastgesteld. Inmiddels, zegt het geciteerde
Havas-telegram, meent de Fransche regeering,
zonder tusschenbeide te wiHen komen in het
Grieksch-Turksch» conflict, dat de Turksche
troepen de neutrale zóne moeten eerbiedigen.
Wat de zeestraten betreft, blijft Frankrijk ge
trouw aan het princip» van de vrijheid dezer
engten, echter met het eenig» voorbehoud, dat
do wettige aspiraties van Turkije worden ge
ëerbiedigd.
Men ziet hieruit, dat, al is de toon welwillend
en hoffelijk tegenover Engeland, de Turken te
vens worden ontzien. Bovendien is het begrip
„aspirations légitimes" zeer rekbaar en de Tur
ken e zullen er heel iets anders onder verstaan
dan de Engelschen b.v. Door aldus het standpunt
onder woorden te brengen, bewaart Frankrijk
althans den schijn van correctheid tegenover
beide partijen. De Franschen weten bovendien
drommels goed, dat rij door de Grieksche
(lees: mede Engelsche) nederlaag een prach
tige troef in handen hebben gekregen met be
trekking tot de kwestie der schadeloosstelling:
immers Engeland toch zou ten aanzien van dit
laatstgenoemde probleem aan Frankrijk conces
sies kunnen moeten doen in ruil voor toezeg
gingen von Franschen kant met betrekking tot
het vraagstuk van het nabije Oosten. Zoo zou
dus de nederlaag der Grieken Duitschland te
vens nog meer Kot kind van de rekening kun
nen maken.
Wat overigens de Kemalistische eischen be
treft, hetgeen hleromtren verluidt is niet van
dien aard, .dat de Engelschen er zich door ge
rust gesteld kunnen gevoelen. Zoo zou Kemni
pasja in een interview als voorwaarden voor den
vrede hebben genoemd: teruggave van Constan
tie, dat zijn gedachten niet bij rijn woorden wa
ren,
Ze zag hem heimelijk onderzoekend aan.
De stille Glöwener landarts was nauwlijks
meer te herkennen.
„Ho« gaat het uw zoon?" vroeg to, om het
gesprek gaande te houden.
Hij roerde met het zilveren staafje h»t«kool-
zuur uit de champagne.
„Den jongen? Goed, den? ik."
„Denk u dat?”
Een beetje verwonderd beschouwde za hem.
„De opvoeding is zaak van mijn vrouw, ik
bemoei mij daar niet erg mee. Als hij zestien
is, zal ik hem wel eens nauxzkeurig bekijken."
Zijn glas was al weer leeg.
Hij trommelde ongeduldig met rijn vingers
op den rand van zijn bord. Hij kon dat lange
tafelen niet verdragen. En het minst naast een
dame, die door zijn vrouw als Boven haar stand
werd behandeld.
Hij had, in tegenstelling met zijn vrouw, niet
het gevoel, dat hij Paulsin iets te danken had.
Br waren zelfs oogenblikken* dat hij terugver
langde naar zijn praktik in Glöwen, naar den
tijd, toen niemand hem op de vingers keek, als
hij de ziekte anders probeerde aan te pakken,
dan tot nu toe gewoonte was geweest.
En hij kende geen berouw, als het eena mis
ging. Zelfs toen had hij dit niet gevoeld, toen
hij zijn vijftienjarig dochtertje de oogen had
moeten sluiten en zijn vrouw hem, wild en too-
meloos snikkend, met booze, grove woorden
een gewetenloozejy ingebeelden knoeier re-
noemd had.
Het was geen berouw, als hij na dien tijd
schijnbaar toegevender was tegen rijn vrouw.
Wst nadat ons vorig artikel geschreven
was, kwam ons in handen een overzicht van
den toestand op die Fransche spoorwegen,
in verband met de invoering in Frankrijk
van de wet op den 8-urigen arbeidsdag
(van 23 April 1919).
Het is dear, in Frankrijk, tout comme chez
nous. De zes groote spoorwegnetten wer
ken •djdr te lande met enorme tekorten: in
1920 beliependeze tezamen 3-milliard
francs, in 1921 2 milliard en in bet loopende
jaar zal het deficit ondanks sterke bezuini
gingen en in weerwil van de lage kolenprij-
®en, toch nog 1,2 milliard bedragen.
In de mededeelin-gen van 't Bestuur der
Vereenigingen van Nederlandsche werkge
vers, waarin deze en an diere cijfers gegeven
warden, lezen wij verder, dat het uitgeslo
ten is, de ontvangsten door verhooging van
de tarieven te verminderen en de eenige
uitweg werd dan ook geacht een herziening
van de toepassing van de wet op den 8-uri
gen arbeidsdag; een ontworpen bestuurs
maatregel zou 115 millioen francs bezuini
gen, de directiën hebben voorstellen ont
worpen, die een bezuiniging zullen geven
van 248 millioen en met een speling van
300 werkuren zelfs van 436 millioen. - - ...4
Wat on» haast n«^ rtieer trof in de Pran- groot aantal millioenen 's-jaam* uit de zak-