JN lolines fE. FEN S3 - er oop. IN eikt. ÜWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN fto. TS034 Dit nummer bestaat uit 2 bladen. EERSTE BLAD. Fonilletoi FEUILLETON. f gels st aten :ek. lorien BUITENLAND. EN In den Maalstroom ergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, nieuwer. a. d. LL, OUDERKERK a. d. U„ OUDEWATER, REE li WIJK. SCHOONHOVEN. STOLWIJK! WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz, lair aim conflict op do Spoorwogon H (slot). Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen «flrt sees in Rotter* den. she, Duitsche 4254 W FOOM 961 8242 40 in Frankrijk en Nederland 40 9 bons ikjes PENING een ABONNEMENTSPRIJS» per kwartaal 2-25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geachiedt* Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ca» BureauMARKT 1L GOUDA» M onze Agenten en loopers, den boekhandel en óa postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend rata 9—6 uur.j Administratie TeL Int 82| EedacÜ» T«L 60. per ons. ons. mze special!* En vrede heeft, wie vreugde vinden kan. JACQUES PERK. I. eföe én Nacht nbacht 1. uur. 2 uur. k te ver verkrijg- enden doof k, DEI HUI, -5 .KL 9 u 4 uur. 9 mm 2 uur. OVERZICHT. De Fransch-Britsche tegenstelling komt niet alleen voortdurend tot uiting met betrekking tot de kwestie van de schadeloosstelling, maar, naar wij reeds meermalen opmerkten, evenzeer met betrekking tot de kwestie vnn 't nabije Oos ten. Niet alleen leden daar de Grieken een ge duchte militaire nederlaag, maar tevens moes ten dè Engebchen daar een politiek échec boe ken, dat hun zeer dwars zit Ze begrijpen zeer idl*. •land’*. 8256 V roerioht. morgm na| >ulouse. arlstadt. d van 16 SeptenJ ie N.-W. tot W( aanvankelijk nog 2157 80 WATSET titeru KT. ipt. 1922. I <ovoerdl32 e kwaliteit f 40.50 f 38.00 4 f 40.3 ieronder 35 leeling met aengesteldo 3223 30 Roman van OLGA WOHLBRüCK. Geautoriseerde vertaling van Mevrouw Wesselink—van Rossum. ‘ten franc en den gulden in aanmerking, dan lijkt het als twee druppelen water op de wanverhouding, ïn Nederland bij de spoorwegen ontstaan, ook bij ons is de verhouding zoodanig geworden, dat men al gauw tot de conclusie komt, dat de pos ten voor personeelsuitgaven ^aar beneden moeten. Zeker, jeérst dient nagegaan,, op welke andere posten bezuiniging is te ver krijgen. Weten de person^ elsbonden bezui nigingen aan te wijzen, niets zou ons aan genamer zijn en wij kunnen ons niet anders voorstellen dan dat dit ook den directies zeer aangenaam zal zijn. En wij willen wel zeggen, dat hetgeen tot dusver van die zijde gepubliceerd werd, alle hoop geeft dat er eenige mfllioenen van de uitgaven zijn af te knijpen, terwijl de verdere verlaging van den steenkolenprijs evenzeer verscheidene miUioénen zal besparen. Zal men echter daarmee het geheele te kort van 33 millioen wegwenken? Wij geloo- ven het niet, of men zou moeten besluiten tot schijnbezuindgingen, zooals het over brengen van de lasten van het onderhoud dér wegen van de spoorwegen op den Staat. Dit wordt thans door het personeel gepro pageerd en men beroept zich daarbij op andere verkeerswegen, de gewone Rijkswe- gen, kanalen e.d. Voor dit lapmiddel gevoe len wij niets. De spoorweglijnen zijn geen Rijkswegen en worden niet door het Rijk geëxploiteerd, de spoorwegmaatschappijen zijn er heer en meester en verbieden (te recht) aan een ieder om van hun wegen ge bruik te maken. Maar welke reden kan er dan bestaan voor den Staat, om een vrij ADVERTENTIEPRIJS» Ui* Gouda «n omrtreluv (bahooreoda tot bMor*krMg)t 1—5 rejcal» L30, elka re«al maar 0.25. Van bulten Gouda «n dan bazorgkrinir» 1—5 regel» f 1.55, elka regel maar ƒ0.80. Advertentiën in bat Zatmriagmunmar >0 bjjslag op den prijs. l.lefdadighekiH-advertantiën de helft van dan pr^ja INGEZONDEN MEDEDKEUNGENi 1—4 regel» ƒ2.05, elke regel maar fOAA Of de voorpagina 50 booger. Gewon* advertentiën en ingezonden tnededeelingen bfj contract tot uer garertuea«p> den prijs. Groet® letter» en randen worden berekend naar plaataruinita. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaachankomrt van aollada boekban» de la ren. Advertentiebureaus ep on»» Agenten en moeten daag» vóór dn pleating aan bet Bureau zijn ingekomen, tenebida van opname verzakerd 6 fiOl USCH E MEANT .tmopel, fhracië en Adrionopel, o-.c vaar de Gricksche vloot en schadeloosstelling doog de Grieksche referring. Wanneer Constantino* pol niet werd teruggegeven aldus luidt e»M bericht zou Kemal’» overwinnond leger naad de stad oprukken. Verder deed Kemal de toezcgW ging, dat de zeeëngten zouden worden vrijgehou*» den en wenschto hij, dat de tegenwoordige sultan zou verdwijnen, In een interview met de Dn'ly| Telegraph moet Kcmal ten overvloede zich*!» volgt hebben uitgelaten: „Wij willen niet tegeai Brfttnnnië vechten, mnar het moet Conutantino- pel opgeven. Wnnneer het kan, willen wij het op vredelievende wijze verkrijgen; maar als dil niet gaat, zullen wij erom vechten." Ook schijnt de Frnnsche regeering reeds de verzekering td hébben erlangd, <tat het Turksche leger de on* zijdige zóne vnn de zeestraten zal respecteer ten, mits de geallieerde troepen den Aziath schen oever verlaten. De jntergofllb'^erde cotm missie zou haar zetel van Constantinopel naar GaHipoli moeten verplaatsen. Dit zijn waarlijk berichten, die de Engdscha ongerustheid slechts kunnen vermeerderen. Bo vendien hebben nog de Mohammeduansche le» den van den Indischen staatsratten telegram aan den Britschen premier gezonden, waarin erop wordt aangedrongen, dat Adrianopel, CotM stantinopd en-de zeeëngten aan Turkije worden teruggegeven, opdnt de grondslag wordt gelegd voor een toenadering tusschen het Bdtsche rijk en de Mohenun» claansche regeering. Wanneer men hier nog aan toe voegt, dat de bolsjewist ten op uitdagenden toon hun ingc-nometAria met de Turksche overwinning te kennen geve» en de volkscommissaris van buitcnlondsche sv ken in een nota aan de geallieerden randt» verklaart dat de sympathieën van Rusland aan de zijde van Turkije zijn, dan is het mnkkelljJi in te zien, dat de stemming in Fngelsd» kriiw gen weinig optimistisch is. Dit weerspiegelt zich in de Britsche pers overduidelijk en in de blM den wordt de toestand dan ook even ernstig her schouwd als in 1914. Jade meest pessimis tische Britache journalisten voorzien dan ooï reeds een nieuwen Balkan-oorlog, wanneer de Engelsche politiek niet met de grootste omzich tigheid wordt geleid. Tot overmaat van ramp nemen de berichten omtrent mobilisatis-bevelen bij de Kleine Entente toe. VOLKENBOND. HONGARUB TOEGBLATBN. Geul.,, 15 Sept. (B. T. A.) De poB< tieke cemmknie heelt met al,«neene etemme. besloten Hong«rije tot den Volkenbond toe te loten. Alle leden begroetten Hongarije op het. lelijke wij». DU1TSCHLAND. DB SCHADELOOSSTELLING. De Belgisch-DulUclX onderhandelingen. Brussel, 15 Sept. (B T. A.) DoÖuitwhe zaakgelastigde heeft bij den minister van bul- tenlandsche zaken een bezoek ufgelegd en hen» medegedeeld, dat hij binnenkort het antwoord der Duitsche regeering xnl ontvangen, dit d< president der Rijksbank zich op veuo*k daf Duitsche regeering naar Londen heef* en dat deze reis ven dien aard is om wachte antwoord te verhaasten. Parit», 15 Sspt. (W. B.) Duitschland moe» vóór hedenavond twaalf uqr de bedragen ge- dc beslissingen, die zijn jongen betroffen alechts toeszeeililk medeUidenk. waaraan kil uit ken der belastingbetalende burgerij te klop pen. ten behoeve van de aande®lhouders der spoorwegmaatschappijen of ten behoe ve van de spoorwegambtenaren? Wij kun nen er geen redelijk argument voor vinden en een dergelijke verschuiving (niet ver mindering) van lasten zou slechts camou flage zijn, verdoezeling v^n den waren toe stand, nog afgescheiden van het voor ons vaststaande feit, dat de Staatsfinanciën zóó ernstig ontwricht zijn, dat er geen sprake van kan zijn, dat de Staat nieuwe millioenen voor zijn rekening zou kunnen nemen .Kan nu één verstahdig mensch iri ernst meenen, dat men op deze wijze hiet vraagstuk tot een oplossing brengt? En denkt men zoo doende tot een verlaging der tarieven te kunnen komen, een eisch van handel en in dustrie, die dringend om inwilliging roept? Van weerszijden hierop leggen wij den vollen nadruk zal naar overleg en naar een oplossing dienen gestreefd te worden. Geen hooghartigheid en onnoodige prikke ling van de rijde der directie, maar ook geen koppig-eenzijdige actie van die zijde der werknemers. Wanneer men op hun meetings als het argument hoort bezigen „het is niet onze schuld, dat er een tekort is en niet wij willen het dus betalen", dan De rustige bevrediging thuis over tiaar voort durende aanwezigheid, werd menigmaal door C,n schuw en bijna medelijdend schuldgevoel Wge wisse ld. De zuinige en bijna niet genietbare maaltijden, de vermoeiende, onfrlssche at mosfeer der schoolvertrekken, de kale sober- heid van de woon- en eetkamer, de kinderhicht, me de openstaande deur der slaapkamer bin- ftendrong en vermaande tot rust na den arbeid ^’'kruchtbesparing dit alles verhinderde zoo goed als elke opleving van erotisch gevoel. hij voor de avondpartijen in het huis Van zijn broer niet bedankte, dan was het niet met het oog op Susanne, die hij ook alleen ™d kunnen laten gaan, maar uit een gevoel van Vreugde, dat hij zichzelf niet bekende, bij den eanblik van zijn goedgekleede, stralende vrouw, Wj zhdi in <je opgewekte stemming van ®en souper met champagne, onder elegante H*nsc^en, nader meende te voeden dan thuis. JJe arbeidsmadiine in hem rustte een paar uur Jeng. Dan zag hij plotseling, hoe zijdenchtig "•ar bruin haar glansde, hoe blank haar nog rand van het glas, als om de snelle flikkering te verbergen, die hij niet kon onderdrukken. „De vrouw van mijn broer, mevrouw!" Iets in zijn toon viel haar op. Hij echter dronk het glas haastig leeg en keek op de klok. „Over een half uur moet ik weg. Dan wordt er een binnengebracht, aan wien ik een beetje snijden moet." Hij noemde nooit het woord sanatorium. Het stond hem tegen, evenals al de zieken, die hun, zooals hij teide, meest ingebeelde ziekten op kweekten. De „salonverpleging" en de „hotel-huishou- ding" interesseerden hem niet. Sedert een jaar had hij een afdeelin^ als kliniek ingericht, waarvoor hij geen offers of kosten spaarde en op den drempel waarvan ook de macht van mevrouw Elise een einde vond. Mevrouw von Paulsin wist, dat hij in deze kliniek meest onbemiddelden behand-lde, en achtte hem hoog wegens een zeker idealisme, en al vond dit ook misschien meer zijn' oor sprong in zijn liefde voor de wetenschap dan in zuivere menschenliefde, het kwam toch een deel der menschheid ten goede. ^ij u is men goed opgeborgen," zei ze. „Hangt er van af, mevrouw!" Hij lachte kort, riep een bediende, die voor de derde maal rondging om champagne te schenken en schoof hem het glas toe. „Vol!” beval hij. Toen vroeg hij„Drinkt u niet, mevrouw?" „Dank u, ik moet nog naar de receptie bij dan Ehgelschen gezant.” Hij «treek over zijn gladgeschoren, «cherp ge. richt ^too heeft ieder van om nog beroepswee Daarvoor heeft men seksr een helder hoofd aoodig." x Het mneat eeherés^ d taHnh«^ meer htt voel- moet ons de opmerking varf bet hart, dat men er zóó niet komt. Men kan dan naar verzet en staking drijven, het eind van het lied zal dan toch zijn, dat geschiedt wat economisch onafwendbaar is; alleen zal er dan heel wat haat en nijd blijven ritten en de slachtoffers zullen hun „leiders" ver wenseden, die hen in de ellende dreven. Stel slechts tegenover elkaar, dat in 1913 de personeelsuitgaven 36J4 millioen beliepen en in 1921 129& millioen. Gaat het dan aan, om te propageeren, dat het niet de „schuld" van het personeel is, dat de ba lans zulk een weinig fraai beeld vertoont? Wij willen het woord „schuld” niet bezigen, maar vast staat, dat eenerrijds de zeer aan merkelijke loonsverhoo-ringén, anderzijds de dootf den korten arbeidsdag sterk vermeer derde personeelssterkte in 8 jaar den post voor het personeel op een cijfer heeft ge bracht, ruim drie en een half maal zoo hoog als 8 jaar tevoren. Wij gevoelen niets voor-de onbeperkte werktijden en de vaak zeer onvoldoende loonen van oudtijds. Zoo in één bedrijf, dan is in het spoorwegbedrijf een niet te lange werkdag eisch van billijkheid en veiligheid. Maar men kan ook in hef andere uiterste vervallen: handhaving vanbij verminderde duurte niet meer gerechtvaardigde hooge loonen en een zeer korte arbeidsdag* ook voor onbeduidende en weinig inspannende werkzaamheden. Door uit angst voor het personeel na te laten wat economisch noodzakelijk is, geeft men niet alleen dè leiding uit handen en in handen van manneg dip, b bega&fd ook, hiertoe niet in staat zijn, doch men bevor dert er wat erger is de duurte mee. Men kan uit vrees de eenig mogelijke op lossing uitstellen, uitstel kost slechts geld. Loonsverlaging en werktijdverlengirtg kun nen hier slechts baat brengen, waar van winst geen sprake meer is en kleine midde len niet voldoende baat kunnen brengen. Kan men er alleen met eenige verlenging van den werktijd d. i. met personeelsver mindering) komen, des te beter. Baat ook dit niet voldoende, dan moet ook salarisver- mindering worden toegepast. In ieder geval dient ingegrepen te wor den. Wij kunnen niet in den dMurtècirkel blij ven ronddroaien •che gegevens, was de toename van het personeel door den korten arbeidsdag: uit een rapport van den heer Mussat, inspec- teur-generaal van bruggen en wegen, door den Franschen Spoorwegraad met een on derzoek belast, blijkt dat de spoorwegmaat schappijen in 1921 zouden kunnen vol staan hebben met een personeel van 352,000 man volgens het systeem van vóór de wet op den 8-urendag, terwijl het in 1921 in werkelijkheid 476,232 man heeft bedragen. De wet op den 8-urendag heeft dus het personeel vermeerderd met ruim 120,000 man! Dat de salarissen èn door de vermeerdering van het aantal geëmploy eerden èn door de loonstijging op die ma nier een onevenredig cijfer gingen vragen, spreekt vanzelf: in 1913 werd aan salaris sen 806 millioen francs betaald (40,7 pCt. van de ontvangsten), in 1920 schrik niet - 3289 miHioen (61 pCt.), in 1921 zelfs 3408 millioen (59 pCt.); voor 1921 kostte Öe personeelsuitbreiding niet minder dan 792 millioen! Wij hebben hierbij opzettelijk even stil gestaan, wijl men ten onzent gelijke ver schijnselen heeft kunnen waarnemen Neemt men de grootte der spoorwegnetten m Frankrijk en Nederland en de waarde van drukking gpf door edelmoedig nfstl von voor hem vanzelfsprekende rech’ Mevrouw Elise klopte tegen haai vergeefs had zij gehoopt, dat haar i teekenis van den avond door een paarwoorden zou gedenken. Tevergeefs had zij bcprWfd hert door teekena duidelijk te maken, wat ze van hert verwachtte tenslotte fluisterde zij den huiss arts van het sanatorium, die tegenover haar za^ toe, of hij wilde spreken. „U weet, beste dokter —heden werd het in werkelijkheid en na rusteloozen succeevoilen arbeid het Graebneraanatorium de intiei men zijn ingewijd, u zult het begrijpen." Dokter Baumnum stond gehoorzaam op. Hij was altijd bereid, voor zijn twee-honderd mar» in de maand met vrije kost en inwoning -A kleine gezelschapspHchten op zich te nemen, j Met het rossig blonde haar, het ronde buiUk onder het witte plqué-vest, de fonkelende brlM leng! azen, die hem een schijn van geleerdheid) gaven, de blank», dikke handen, dif* altijd naat eau de Cologne roken en het altijd naar linta geneigde hoofd, dat al luisterend, deelneming vertroosting scheen uit te drukken was Nj een heel sympathieke algemeen voorbeeld val vertrouwenwekkend dokterschap. 7.ijn bezighetf bestond bij ernstiger gevallen meestal in het be vestigen van voorschriften zijner collega s et overigens slechts in een beminnelijk, opmont» rend toezicht, die aan de patiënten zelf een aan gernme en verhoogde gewichtigheid verleende „Dokter Baumaum wilde grnag een paa woorden over den dag van heden sprekeOt" kondigde mevrouw Eliss» ontsluierde, bruine oogen konden schitteren, hoe kersrood haar vólle, in kuischheid gekuste lippen zich welfden over de witte tanden. En dan doorliep hem een weldadig warmtegevoel, als hij zich voorstelde, dat deze heele week, lieftallige jeugd hem behoorde, en thuis in de smelle, witte bedden kinderen ‘■liepen, die haar trekken en de zijne in zich vereenigden en later misschien datgene zouden bereiken, wat hem en haar door het noodlot onthouden was gewor den. Dan richtte hij zich in zijn volle, niet onbe langrijke lengte op, want het was hem, als mocht hij niet meer klagen over zijn mislukt leven, als had hij het recht, even trotsch en vol vertrouwen in de toekomst te zien, als ieder, die aan de wereld het beste «n edelste gef, dat in hem was. En dan nam hij wel eens heimelijk de hand van zijn vrouw, kuste die half verliefd en half eerbiedig en wekte in haar een verwach ten* dat haar deed gloeien in de hoop op een liefdesuur, dat haar steeds zeldzamer ten deel viel, en dat haar over lange, doode tijden weer heen hielp. Het was heden de eerste maal, dat Susanne zijn blik niet beantwoordde. Het was de eerste maal, dat ze nadacht over woorden, die niet van hem kwamen. Aan het andere eind van de tafel zat mevrouw von Paulsin. Haar blanke schouders kwamen als koel parelmoer uit het diepe décolleté van een kostbaar zwart kanten toilet, waarop als eenig versiersel slechts haar beroemde, tweemaal om den hals gewon den en tot op haar schoot redeend» paarlenkete ting. „Wie is dat aardige vrouwtja, dat met mijn oom spreekt, dokter?" Dokter Graebner nam rijh ongewoon groot champagneglas met het monogram J. G. tow - «*en zjjn beid. blrni» handm, kd.wM.bo* grjj^bija-xk. «M« M» M wel, dat de Turken op grond van hun militaire successen minder bescheiden zullen zijn, wat hun eischen betreft, dan wanneer ze niet door een overwinning hun positie hadden versterkt. Het is dan ook te begrijpen, dat de Britten vreezen, dat de voorwoorden, waarmee de Tur ken voor den dag zullen komen, wanneer de dag is aangebroken om te onderhandelen over de liquidatie van den oorlog in den Levant, op onaangename wijze zull-’n indruischen tegen de Engelsche belangen. Het onprettigstis in middels wel, dot de Engelschen niet of nauw het vermoeden onuitgesproken kunnen laten, dat de Franschcn op eenigerlei wijze de Tur ken hebben gesteund en zoodoende feitelijk een heimelijken attaque hebben gedaan op de En gelsche Levantijnsche politiek. In Frankrijk heeft men duar natuurlijk met klem en hevig veront waardigd tegen geprotesteerd. Maar hetzij Frankrijk inderdaad de Kemelisten assistentie heeft verleend, hetzij dij slechts een kwaadaar dige beschukLging is in <4k geval blijkt wel, dat de sympathieën der Fianschen zich oriënteocen in Turksche richting. Officieel wordt dit natuur lijk niet erkend en een Havas-bericht consta teert dan ook, dat sinds de geallieerden in Maart .1921 het accoord sloten, waarbij zij den Tur ken het bezit van Constantinopel niet betwist ten, de politiek der Fransch© regeering steeds bezield was door den wensch om bij te dragen tot het herstel van den vrede. In denzelfden geest heeft thans Poincaré van bescheid gediend op de jongste nota fan Italië, waarin de nood zakelijkheid werd betoogd om binnen niet al to langen tijd een conferentie te houden, waar heen Poincaré een gevolmachtigde zou sturen, zoodra de belanghebbende mogendheden de voorwaarden voor deze conferentie zullen heb ben vastgesteld. Inmiddels, zegt het geciteerde Havas-telegram, meent de Fransche regeering, zonder tusschenbeide te wiHen komen in het Grieksch-Turksch» conflict, dat de Turksche troepen de neutrale zóne moeten eerbiedigen. Wat de zeestraten betreft, blijft Frankrijk ge trouw aan het princip» van de vrijheid dezer engten, echter met het eenig» voorbehoud, dat do wettige aspiraties van Turkije worden ge ëerbiedigd. Men ziet hieruit, dat, al is de toon welwillend en hoffelijk tegenover Engeland, de Turken te vens worden ontzien. Bovendien is het begrip „aspirations légitimes" zeer rekbaar en de Tur ken e zullen er heel iets anders onder verstaan dan de Engelschen b.v. Door aldus het standpunt onder woorden te brengen, bewaart Frankrijk althans den schijn van correctheid tegenover beide partijen. De Franschen weten bovendien drommels goed, dat rij door de Grieksche (lees: mede Engelsche) nederlaag een prach tige troef in handen hebben gekregen met be trekking tot de kwestie der schadeloosstelling: immers Engeland toch zou ten aanzien van dit laatstgenoemde probleem aan Frankrijk conces sies kunnen moeten doen in ruil voor toezeg gingen von Franschen kant met betrekking tot het vraagstuk van het nabije Oosten. Zoo zou dus de nederlaag der Grieken Duitschland te vens nog meer Kot kind van de rekening kun nen maken. Wat overigens de Kemalistische eischen be treft, hetgeen hleromtren verluidt is niet van dien aard, .dat de Engelschen er zich door ge rust gesteld kunnen gevoelen. Zoo zou Kemni pasja in een interview als voorwaarden voor den vrede hebben genoemd: teruggave van Constan tie, dat zijn gedachten niet bij rijn woorden wa ren, Ze zag hem heimelijk onderzoekend aan. De stille Glöwener landarts was nauwlijks meer te herkennen. „Ho« gaat het uw zoon?" vroeg to, om het gesprek gaande te houden. Hij roerde met het zilveren staafje h»t«kool- zuur uit de champagne. „Den jongen? Goed, den? ik." „Denk u dat?” Een beetje verwonderd beschouwde za hem. „De opvoeding is zaak van mijn vrouw, ik bemoei mij daar niet erg mee. Als hij zestien is, zal ik hem wel eens nauxzkeurig bekijken." Zijn glas was al weer leeg. Hij trommelde ongeduldig met rijn vingers op den rand van zijn bord. Hij kon dat lange tafelen niet verdragen. En het minst naast een dame, die door zijn vrouw als Boven haar stand werd behandeld. Hij had, in tegenstelling met zijn vrouw, niet het gevoel, dat hij Paulsin iets te danken had. Br waren zelfs oogenblikken* dat hij terugver langde naar zijn praktik in Glöwen, naar den tijd, toen niemand hem op de vingers keek, als hij de ziekte anders probeerde aan te pakken, dan tot nu toe gewoonte was geweest. En hij kende geen berouw, als het eena mis ging. Zelfs toen had hij dit niet gevoeld, toen hij zijn vijftienjarig dochtertje de oogen had moeten sluiten en zijn vrouw hem, wild en too- meloos snikkend, met booze, grove woorden een gewetenloozejy ingebeelden knoeier re- noemd had. Het was geen berouw, als hij na dien tijd schijnbaar toegevender was tegen rijn vrouw. Wst nadat ons vorig artikel geschreven was, kwam ons in handen een overzicht van den toestand op die Fransche spoorwegen, in verband met de invoering in Frankrijk van de wet op den 8-urigen arbeidsdag (van 23 April 1919). Het is dear, in Frankrijk, tout comme chez nous. De zes groote spoorwegnetten wer ken •djdr te lande met enorme tekorten: in 1920 beliependeze tezamen 3-milliard francs, in 1921 2 milliard en in bet loopende jaar zal het deficit ondanks sterke bezuini gingen en in weerwil van de lage kolenprij- ®en, toch nog 1,2 milliard bedragen. In de mededeelin-gen van 't Bestuur der Vereenigingen van Nederlandsche werkge vers, waarin deze en an diere cijfers gegeven warden, lezen wij verder, dat het uitgeslo ten is, de ontvangsten door verhooging van de tarieven te verminderen en de eenige uitweg werd dan ook geacht een herziening van de toepassing van de wet op den 8-uri gen arbeidsdag; een ontworpen bestuurs maatregel zou 115 millioen francs bezuini gen, de directiën hebben voorstellen ont worpen, die een bezuiniging zullen geven van 248 millioen en met een speling van 300 werkuren zelfs van 436 millioen. - - ...4 Wat on» haast n«^ rtieer trof in de Pran- groot aantal millioenen 's-jaam* uit de zak-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1922 | | pagina 1