STEN
R
peler.
ster
DE HOILANDSCHE 0M
Veertlendaagach Blad
voor do Huishouding.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, nieuwer.
KERK a. d. U.< OUDERKERK a. d. IJ., OUDEWATER, REEUWLJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz,
iï "1 —l -"»-
Ho. 15Ö88
Zaterdag lè November 1822.
61« Jaargang
Jdlng der
Dit Dommer bestaat vit 1 hloOen.
4.15
nu
FEUILLETON.
net to*«f»l
»t de be-
l?dt, voor
er 2000
egels
trei-
ksten
SEEK.
In den Maalstroom
Uit ou Parlemsit.
EERSTE BLAD.J
Itei iKideo.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
ABO^NEMENTSPRLISj per kwartaal par 'wr»ek 17 cent, mte ftmAgwhM
per kwartaal 2.M,(p«r week 22 cent, overal waar A bezorging >ar loojwwfg—li
Franco per post per kwartaal ƒ8,15. met Zondagsblad 8.80. I
Utrecht
dm
IX Ml
fl
II
.it
K Theater.
ck wat wil»”
8934, 40
23 NOV.
ende
ver»
lingen.
•n, en
(Wordt vervolgd),
Vertwijfeling is nog te dragen wijl zij actief
is, maar hopeloosheid is des döod gelijk.
SENSATIE,
best
Roman van
©LGA W0HLBRÜCK. t
Geautoriseerde vertaling van Mevrouw
Wessel ink—van Rossom.
naar een on-
r drank en
i, in sen
met
publiek
van den
>p van
[LEfBIHS
ÏÉN..Ï
5» 8951
a o o
I-rU» per kwartaal ir. p. paal, t 1
a o
I sar M.n kan rich
oekhud.l «I Hl d. Ullr.r.ra BRISK»*»
ie en Neder
iep o.a. met
Amsterdam
onze efgen sct^ld.
We verwachten 1 e veel. Dat is geen kwaad.
Het leven is ge^ ikRig door de verwachtin
gen. Maar de tegenstelling moeten wejddn
ook op den koop toe riemen. Hqe rtfter
iemand verwacht en hoopt, des te gelukki
ger zal hij iich voelen. Maar ook des te
..i ocit L|j sjra*KSi waririéêi uc
;n ijdel blijken. Daar mag hij
over klagen. Met de verwach-
ioort als per-
.laatschappu
Over het geheel gen<
v«m| den KabinetsleiAr
rijkheid, doch dit was
leid besproken en
staaltjes van
bijna boven- 1
23 NO»
igrammi
verhoogt de
i roem.
or de groote
eenparig als
uid.
unis met Dr.
inotiseur, die
hen en
komt, door
hem in deze
aanten, mei
k als letter-
or zijn bewo-
e medepUch-
GOUDSCHE COURANT
ADVERTENTIEPRIJSt UH Gaoda an otnatrekea (bahooronda tot dan bamaki'liigX
1-4 ragala MO, elke regal maar O W. Van bulten Good* an den bazorgkrtagt
1-4 regale LM, elke regel maar (WO. A Aartantit» to het Tatomrlngennimai 20 Itt
beslag op den prijs 1 .leMadlghelris-advertentife de helft van dan pr(|s.
INGEZONDEN M^SDEEUNGKN. 4—4 regel» /2.W, eün regel maar /&ML O|
da voorpagina 50 S boogt-.
Gewone advartaaVSr. -^^umdo» mdedeeltagan hft aentnwt tot aaa» gare das»
den prijs. Groote Inttor» an «a-zAn wcrdea berekend »»aor plaatsruimte.
*dvertenri5n kunnen warden ingazouóaa door tunocharftomrt van aoUada beeirhan*
delaron, Advertmtlebvraatix an enz« 4gtwt«a en moeten daar» vóór de plaatatag
mui het Bureau 4's tvvekerrxw Moeludo w rnaain» varzakaru te zijn.
„Ann Mister Juck, die hier zitEn nu be-
we de zaak een beetje. En wie mee wil
met genoegen, dames, met genoe-
voor den terugplag, doodend
werkelijk leven en doodend in j
>laati op iederie geestesproductiej
Zoó we düs moeten trachten ons innerlijk
,/enwfcht to bewaren, het welslagen v4n diet
poging moet niet gekocht worden met in4
nerlijke afstomping, die op het zwak rekgee*1’
ren op het leven, op het afwijzen van denver-,
heffingen jen verwachtingen op den dunt!
volgen moet. De verwachtingen, die het!
leven orib in de hand legt, moeten we aan-
vaajrtten als gefukbrengsters. En de teleur-
steliitf|en eh tegenslagen, die ha’ar onvermib-
delijtóegév^lgeh zijn, hebben we (jan ook
goedwQedig te dragen. We kunnen het te
gemakkelijker, naarmate we de verwachtin
gen te blijder verwelkomen. Want dit is im
mers onloochenbaar, dat op iedere tegen
slag, iedere teleurstelling een nieujwe ver
wachting VQlgt.
Het kans s^ms vreemd lijken, dat u en ik,
wij allemaal'zooveel meer van het leven
verwachten idhn het geeft en geven kan. Het I
lijkt verspilling van energie. Maar het is!
niet ?oo. Ohze geest- 'en onze daadkracht
blijven levend alleen onder de voortdurende
wisselwerking vdn tegenslagen en verwach
tingen. Mie< om den inhoud dier verwach
tingen èringt het leven ze ons in de hand,
maar om de prikkel, de zweepslag ais 't
ware, die ze zijn voor onze energie. Ze laten
ons telkens een nieuwe heerlijkheid zien, ter
verkrijging Waarvoor het de moeite waard
is, onze krachten in te spannen. Wat geeft
het dan eigenlijk, of we die heerlijkheid be
reiken? Om de werkzaamheid is het te doen.
Het bereiken brengt niet geluk maar het
verlangen en het streven. Als we- dat goed
begrijpen, dan deren de teleurstellingen en
tegenslagen ons veel mindér.' Mits we maar
iets bereiken. Het leven kan te troosteloos
worden dopr de aanhoudende tegenslagen.
Dan zitten we eindelijk neer als met gebro
ken vleugels. En in ons hart kunnen de ver
wachtingen niet meer ontkiemen.
Het gebeurt zoo zelden. Ook de ongeluk
kige heeft nog meéstal een plekje in zijn
hart, waar hij een zoete hoop bewaart. En
het is de kunst dat plekje onaangetast te
bewaren. Maar het leven zelf helpt ons im
mers. Het is niet zoo moeilijk moed te hou
den ook in de donkerste dagen, als men
elkaar wijs maakt. Het’ is moeilijker vaak
den moed af te schudden. Het is de inner
lijke levensdrang, die zich hier gelden laat
Juist omdat het leven uit actie geboren
wordt en voor actie de wil noodig is, die uit
verwachting ontstaat, dringt ons het leven
telkens naar een nieuwe verwachting. Maar
zoodra die verwachting werkelijk levend in
ons geworden is, zich als kracht laat gelden,
springt onze levensmoed weer als een veer
omhoog. We willen weer. En iets anders is
niet noodig. De druk van den tegenslag laat
af. En een nieuwe kracht wordt door en uit
dien druk geboren. Het is de kracht, die
leven schept. Ligt hier niet de verklaring
van den eeuwigen kringloop van verwach-
,Jfoor eens, Mistress Well, vnnAag heb ik Jim
my O’Brien verkocht, gefeliciteerd I"
Hans Graebner- sprong op.
„Hoezoo Jimmy O’Brien.... hoezoo
kocht F
„Aon
klinken
doen
gen r
Twee vriendinnen van jonge Jockeys zaten
aan een tafel en dronken port.
„Komt maar hier dames.... Heidsick Mono-
pol, axtra dry Glazen hierGlaaaa
zen INu, Hansemann, wat is er Wie rij
den kan, moet ook drinken 1"
Hij hield midden in den zin op, en zijn glin
sterende donkere oogjes werden heelemaal rond,
toen Hans Graebner plotseling op zijn stoel
neerviel en luid snikkend zijn hoofd m beide
armen verborg.
„Jawatnou, nouJongen!
Waarom huilt die nou Drink Jongen
zuip I KomJijHeiAick I”
Hij praatte niet duidelijk meer en schreeuw
de erg hard, omdat het gezelschap gedeeltelijk
lachte, gedeeltelijk den Jongen met vragen be
stormde.
Mevrouw Percy Well "sloeg met de eene hand
op de tafel, en streek met de andere zacht over
het kortgeschoren haar, waar de pet afgegleden
was.
„Laat den jongen toch!"
Toen stond ze op en snauwde haar man toe:
„Wanneer heb je mijn paard verkocht, zegt*
Mieter Juck maakte een beleefde buiging.
„O, nu net, voor een uurtje, hebben we bu-
W m.n «.n «on .co.
den box gezien en vond hem vwy fine voori>oekhandel oi b« de Uitgevers
mijn dochter om te rijden. Mister Well heelt I ZOON, GOUDA.
hij zit in zak en asch en dan kan ieder hem op
den kop gaan zitten.
Maar den volgenden dag hoe dan ook
is hij als een lam zoo zacht. Je kunt er op
aan. Nu, «n je weet toch dat je op mij vertrou
wen kunt!"
Haar erwtgroote brillanten schitterden in de
ondergaande zon, zoodat hij verblind de oogen
moest sluiten.
„Daar hebt u een paar geweldige dingen in
de oorei, Mevrouw Well"....
Ze lachte.
„Van Percy! Ja, zie je en ’s nachts tevoren,
had hij mij bijna doodgeslagen. Drie uur heb
ik in mijn hemd op de trap gpzeten en ben
ten slotte naar den koopman geloopen, en hij
met den revolver en "den rijzweep achter mij
aan. Maar omdat hij niet wist, wat hij deed,
heeft hij aldoor met de zweep gemikt en den
revolver recht naar beneden laten hangen. Om
je dood te lochen was het! Maar toch was ik
blij, toen de leerling kwam en mij in den winkel
trok; toen heeft hij een raar gezicht gezet,
die Percy en van de koude morgenlucht is zijn
hoofd spoedig afgekoeld en is hij weggeslopen.
De vrouw van den koopman heeft mij in haar
bed gelaten en thee voor me gezet nu ja, we
zijn ook goeie klanten van de zaak maar en
fin, het was erg aardig van haar. Want dat ik
me in dien nacht geen longontsteking op den
hals heb gehaald, dat begrijp ik nu nog niet.
Toen ik later thuis kwam, heeft hij geschreid
en mij de voeten gekust en ’s nriddags zijn we
naar Berlijn gegaan en heeft hij mij die din
gen gekocht.”
Ze vertelde de geschiedenis met een verge
noegd lachje en Hans voelde hoe hij beurte
lings rood en bleek werd.
Het was den eersten keer, Art hij een blik
gevraagd vijftienhonderd voor de hoese, en ik
heb gegeven dertienhonderd. Zonder veel bte*
len dertienhonderd baar op tafel.
Hans Graebner sprong op en snelde ruw
den uitgang. Hoe weinig hij ook van het En-
gelschc koeterwaalsch had verstaan, ééên ding
wist hij, zijn Jhnmy was voor hem verloren,'
En nu, nadat hij gozwelgd had In*alle zalig
heid van het bezit, nu was het als werd al!»’
vreugde, geluk en trots hem uit de ziel gerukt.
Hij hield zich vaat aan het hek van den voor
tuin en de tranen stroomden hem over de wan
gen. En omdat de smart zoo groot was, dat hij
niet op zijn beenen kon blijven staan, wendde
hij zich met het gezicht tegen den uitsprin
genden muur van het huis en snikte als een’
kind, dat slaag gehad heeft, in de omhoog ge
heven armen.
-Hans Hansje kom dam toch
Nu herkende hij de stem. Maar ditmaal was
ongeduldig en opgewonden.
H<j schoof den grendel van de deur en zag
Mevrouw Well voor zich staan. Ze was gekleed
uit te gaan en klopte ergerlijk met haar pa-
tasol op An asphaltvloer.
„Zeg ik heb eeh kwaad voorgevoel
mijn man is nog niet thuis gekomen. Zeker heb-
{*0 ze hem weer ergens vastgehouden. Stellig
w A Bodega. En hij mag immers nu niets
drinken I Kom, Hansje ga met me mee
alleen krijg ik hem Aar niet uit. Maar als we
hem samen onder de armen nemen”
Hij mocht niet weigeren hij moest haar wel
uijstaan, hoe akelig hij het ook vond, hoe zeer
hij ook vreesA het bij Percy Well te beArven.
„Ochwat I Denk je, At Lij er idee van heeft,
wat ar gebeurt, als hij een stuk in zijn kraag
heeft Heelemaal niets weet hij An l Of hij
woeAnd en dan vliegt hij iedereen aan, of
TWEEDE KAMER.
Algemecne beschouwingen over
de Staatsbegrooting.
Terwijl In twee avondvergaderingen de be
groeting van minister Aalberse behandeld is,
werd overdag het groote politieke Abat voort
gezet, hetwelk nog niet afgeloopen is, al nadert
nu wel het einde. En Aaronder-door is een dag
geïnterpelleerd over de werkloosheid en hare
bestrijding.
Of er reden wes voor Aze interpellatie
Ja of neen
Neon Aar de Regeering wearHjk niet on
verschillig is voor hel droeve lot der werkeloo-
zen en deze interpellatie Am ook weinig of geen
resultaat heeft opgeleverd.
Ja indien men dp hot standpunt staat, At
het Parlement is A hoogste plaats voor partij-
propaganda en een partij dus volkomen het
recht heeft een of ander onderwerp te gebruiken
om aan haar liefde voor een of andere volks
groep uiting te geven. Die liefA kan volkomen
oprecht zijn en toch A goeA zaak meer scha
den dan baten.
Geheel in An stijl van een part ij-interpel-
latie was A optocht van Rotterdamsche en an-
andere partijgenooten, A overhandiging van
een motie aan A roode Kamerfractie, met
seling van redevoering* w
werkeloozen natuurlijk, maar toch ook een wei
nig in het belang der socialistische propagnnA
Wij betreuren het, At men op deze wijze van de
bestrijding der werkeloosheid en haar gevolgen
een stuk partij-politiek maakt. Het geldt hier
een uiterst gecompliceerd vraagstuk. At aller
eerst rustige behandeling eischt en dat geen stap
verder worA gebracht met betoogingen, waarbij
het zoo licht tot botsingen komt.
Het resultaat was miniemeen motie voor de
typografen, een zeer onArgeschikt punt in het
geweldige vraagstuk Ar werkloosheid, en een
tweede motie, zóó leeg van inhoud, dat velen er
maar vóór stemden, omAt ze niets inhield, tet-
wijl anderen er tegen stemAn, omdat ze tyct
voor een mhoudlooze motie willen stemmen r
Moesten dóórvoer nu honArden rooA broe
deren van RotterAm en andere plaatsen naar
den Haag marcheeren Zonde van hun schoei
sel I
ir tt om A pc.rtsfe’<lias n» An ^en
ter beschikkiDg Ar Kr>en te stallen.
Dat w»s aanvankelijk niet rood»g. W A Pre-
;iier, Wijl de Kroon te allen Hj-le het recht heeft
LGnhtprs te onts’mnn en Vwemen. Toen
echter bleek, dat vat* rijden Aar-
cp Drftr werd geitch?. het Kabinet „nog
tww Oyccttolijk” A ter beschik-
I- r<lt nv niCC'Af staan bij A fictie als-
«fl Hi-i'tw-pörtefrunies eigenlijk permanent
ter IkHftjt Ar Kroon zijn En ware het
niet -fyaler gev-r te erkennen. At het Kabi
net nahvnnketijk An verkiezingsuitslag zóó zeer
nepfl naschouw*! als een goedkeuring van het
‘d van dat Kabinet, dat het een tor beschik-
itMIen der portefeuille» een dwaasheid
sloeg in het huwelijksleven van twee menschen.
Hij kon niet begrijpen, hoe de vrouw hem dit
alles zoo kon vertellen dat van het bloote
hemd en van An rijzweep en van het kussen
der voeten en A brillanten
Hij had haar immers pas ook bijna geslagen,
maar het zou hem niet in het hoofd" gekomen
zijn, haar daarna wat te geven.
Of wel?
Hij moest er ingespannen over naAnxer
toen werd hij erg rood want hij zei tot zichzelf,
dat het een geschenk van zijn kant was, dat hij
nu naast haar liep en haar dronken man zocht
want hij vond het niet prettig en liefst wa« hij
omgekeerd en had nooit meer een voet in de
kleine villa in Karlshorst gezet.
Maar daAlijk Aarop dacht bij Ban Jimmy
O’Brien.
En nu gingen nog slecht zijn beenen, naast
A ksappe blonde vrouw voort. Zijn gedachten
waren alle bif het isabellen kleurige paard....
bij zijn lief, goed paardje.”
Percy Well zat werkelijk in A BoAga. Nog
niet heelemaal dronken, maar ook niet nuchter
meer. Om hem heen een paar jockeys, een
‘trainer en nog een heer.
„HalloAar komt Misters Well, met
haar cavalierhalloplaats voor mijn
lieve vrouw I Mister Jack. Kent u mij vrouw
De koele blonde van Karlshorst Nee Ga
zitten, Arling. En hier Mister Kukeleku, een
groot ruiter voor An HeereHoe komt
het. At u mijn vrouw niet kent, Mister Juck?
„O ja, ze was vandaag irn. Berlijn, toen u mij
opzocht.. ..ja ja" fl.. Ongeduldig her
haalde hij; „Ga toch zitten, Arling...t en Jij,
Mister Kukeleku, ga ook zitten.”
Hij bes te IA twee glazen, lachte, sloeg zich
op A smalle, magere dijen, klonk met allen:
..-Kp
We kunnen jiiet anders en we doen ook/
niet anders. Daar zorgt het lieven zeU wel
voor. Het is als eeg dwang, Idle niet a|lajt4
èn ons met toestaat neer te zetten in moed»-
Joosheiö. We moeten vooruit.] Ert omdat we
!|vooruit moeten,iimoeten we, OfMe willen of
j jiiet, moed houdfen. (V :l,
Voor u als vdor mij, voor iraëreen is hét
V leven v^j tegdhslagen en tegurstelliAgen.
tens anders. W sommigen I
schijnt jals van een leien flwje te feaan.
Maar wie de uitèrlijke tegenslagen ni^t k^i,
nén, kenden de Innerlijke, ciie b$terdet \jiaak
zijn en wieder. Waar de meestel,kenne^ zl*
Het is Wel groj terideels
We verwachten 1 e veel D
Het leven is ge^ ikl^ig
gen. Maar de tegenstt
ook op den koop toe riemen. Hpe
iemand verwacht en hoopt, des te gelukki
ger zal hij iich voelen. Maar ook des te on
gelukkiger TOelt hij zich straks, wanneer de
verwachtin*’”' ,,/U’
feitelijk ni<
ting schepfflhij zich zelven de mogelijkheid
van, de kans op. teleurstelling. Is het dan het
beste zonder verwachtingen door het leven
te gaan? Misschien. De bitterheid der ont
goocheling zou bespaard blijven. Maar ook
de zaligheid van het verlangen, het verwach
ten. Zou iemand de lente willen missen, om
dat de zomer zoo vaak teleurstelt en omdat
straks de herfst komt en de dood van den
winter? Maar we kunnen ons deze overwe
gingen feitelijk sparen. Het leven laat geen
keus, het schept telkens opnieuw verwach
tingen, het dringt ze ons op. En het is daar
om ook riiet de vraag, of we verwachtingen
zullen hebben. Dat hangt ook niet van onze
keus af, maar van onze persoonlijkheid. Al
leen we kunnen er door wilsoefening wat af
en wat toe doen. In zooverre kunnen we dus
vragen: Zullen we verwachtingen trachten
te wékken, ze kweeken en er ons heel sterk
In leven of zullen we ze bestrijden? Maar
het antwoord op deze vraag wordt bepaald
door een andere. Wat is het gelukkigst,
.waardoor wordt ons leven het heerlijkst,
maar ook het mooist en het nuttigst: door
hoogtepunten van zaligheid en geluk en
laagtepunten van teleurstelling en depressie
of door de gelijkmatigheid van de vlakte.
Het is niet in het algemeen te zeggen. Maar
dit kunnen we wel zeggen, dat ieder mensch
ook de prikkel van de geestdrift noodig
heeft en dat alleen onder de werking van
dien prikkel het hoogste kan worden tot
stand gebracht, dat dus vlakke gelijkmatig
heid, het zich nooit laten meevoeren door
verwachtingen en verrukkingen uit vrees
Abonnuinentan gorden dagelijks aangeitotnen aan ons Bureani MABKT I1L GOUBAL
fcg onze agenteb en loopers, An boekhandel «n de postkantoren. J 11
Onze bureaux »(jn dageljjk» gtop«d vaa >-4 trar.j Adxninlitratia M.
Redactie TeL 548.
- ju-m.
doodend werikt op alle F ting? Eh vinden we zoorook niet het ant-i Vnt te zeggen va> tue w>n Premier we, dat A Regeering
doodend in, de eerste^ woord op de vraag, hoé we tegenover de De i'remier verstaat vei A om zich|nero*na koestert. Er
staat. |Een typisch voorbak Aarrnn vomAi-P grond van <A feiten tot A overtuiging ge-
’ll;*;“7~-7*
ambtenaren en spoorwegmannen (z.g. inboorlin
gen) op het platteland te hoog zijn, vergeleken*
bij A salarissen, in particuliere betrekkingen
Aar verdiend. Daarom denkt de Regeering ©vet
uitbreiding van het aantal gemeente-klassen. Er
staat editor nog niets vast en de eventueel ge-
wijzigA classificatie zal niet gekten voor de
reeA aangestelA ambtenaren, ook niet indien
Aren overgplaatst worAn. Óns dunkt, Anr-*
mede is A motie-Troelstra, die van de groote
onrust gewaagt onder A ambtenaren, die »ich
ten onrechte dusbedreigd gevoelen, ver-,
oordeeld. Het in die motie gevraagde, d. L de
Kamer in A te nemen beslissing te kennen,,
schijnt ons overigens zeer re Al ij}.
De tweeA motie, Aor mr. Troelstrn ingedienc1,
richt zich tegen An voorgenomen pensioennf -
trek. Het doet ons leed, maar wij kunnen in
deze motie niet anArs sten An een politiek spel.
De heeren zelf zijn overtuigd van A noodza
kelijkheid en onvermijAlijkheid van salarisver
laging (mr. Troelstra erkende dif gisteren zelf)
en A socialist Van Ar WaerAn deed er nóg
een argument voor aan de handhij vóórziet
een nok verder gaande Aling van A prijzen
en toch willen A heeren A inkomens Ar Rijk*;-
ambtenaren op het hoogste peil houden. Iets an
ders An A zucht om deze groepen naar de
opgen te zien en tegenover hen de beau(t) róle
te spelen, vermogen wij in Aze houding nlef te
zien, te meer nu het spoorwegpersoneel reeA.
berust heeft in A 8^ pct.
Ten slotte heeft A Vrijheidsbonder mr. Van
Rnppard een motie ingediend tegen A voorge
nomen opheffing van het Departement van Land
bouw, waartegen hij zeer krachtig is opgekomen.
Voor menig lid van A Rechterzijde zal het een
hard gelag zijn Aarfegen te moeten stemmen
De replieken, welke nog niet beëindigd zijn,
brachten weinig nieuws. Veel nageharrewar over
antithese, financiën e.d., waarbij wij niet meer
kunnen stilstaan.
Het wachten was op een naAre verklaring
van An heer Colijn over zijn defensie-plannen.
Na lang wachten kwam A heer Colijn er ein-
Alijk toe. Wat hij zei, viel tegen. Hij had niet
verwacht, dat zijn verklaring zulk een indruk
zou maken, voor verbazing was geen reAn, enz.
enz. Zoo moest A beteekenis van de gerucht
makende uitlating verkleind worden. Men had
eigenlijk nooit iets anArs gewild An handha
ving van 'A neutralileit, die de heer Colijn ook
thans op den voorgrond had gesteld. Hij wilde
niet alleen negatief-bezuinigen en moest dus ook
aanwijzen waarop wèl bezuinigd moet worden.
Intusschen wikte A heer Colijn gaarne een
correctie op lijn reA geven wanneer men Anr-
uit gelezen had, At de verdediging zelve moest
worden prijsgegeven. Bedoeld was slecht» bet
Nederlandsch vestingstelsol op te heffen, als
gevolg van de gewijzigde omstandigheden.
Het resultaat was, At er van de groote be
zuiniging niets meer overbleef (voor A linies
wordt thans niet» of ongeveer niets uitgetrokken)
en At A heer Colijn zelfs vond, dat er op het
leger al te veel bezuinigd was.
liet was een geduchte tegenvaller en het
eerste optreden van den heer Colijn al» partij-
leiAr was een fiasco geworAn.
?nomen, munntte A raA
niet uit door bclang-
onder de gegeven om-
standighwten ook niet te verwachten. x
Btflangrijker was de rede van An Minister
van Financiën. Deze heeft in een als altijd za
kelijke en knappe redevoering het financieel be-
’.GJ. v.. A interpellatie-Troelstra be
antwoord.
Ofschoon de jtodwHsten allerminst voldaan
waren en zij met name den voorgenomen pen-
sioenaftrek blijven bestrijden, is de Minister
van Financiën er o. i. in geslaagd het
standpunt Ar Regeering te verklaren. In
perking va» het ambtenaarskorps is noo
dig en A Regeering streeft in die richting,
nl liet mr. De Geer terecht A deur open
voor de mogelijkheid, dat de Regeering ten
Aze iets te angstvallig is. De Minister van
Financiën erkende natuurlijk ten volle, At
de pensioenkorting een ernstig geval is,
maar er waren gelukkig factoren, die het
voor Regeering en personeel minAr pijnlijk
rnqken Aze noodzakelijkheid Ie aanvaar
den. Daar is de niet onbelangrijke da
ling der index-cijfees, namelijk met 18 pCt.
sinds A invoering van het bezoldigingsb»^
sluit, waardoor de toestand 13 pCt. gunsti
ger is geworAn dan de socialisten toen (zomer
1920) vroegen. Daarbij komt, At A inkomens in
de Kamerfractie, met wis- particuliere betrekkingen veel sterker gedaald
ren, alles in het belang A.- «ijn en zeer velen daar A broosheid van hun be-
1 staan haast dagelijks gevoelen en At vele amb
tenaren, wien opzegging van het dienstverband
bedreigt, er nog erger aan toe zijn. En ten slot
te voerde A minister aan, dat de verlaging Ar
inkomens tot verdere prijsdaling kan leiAn, een
standpunt waarvoor mr. Troelstra weinig bleek
te gevoelen, doch dat waarlijk niet alleen theo
rie is. Hoe dit zij, de Minister kwam op grond
vhn deze overwegingen tot A conclusie. Af de
pet. korting, de eenige weg, dien het Be
zoldigingsbesluit open laat om tot een aanmer
kelijke besparing te komen, in de gegeven om
standigheden niet onredelijk is. Dat de druk van
deze korting ongelijk werkt, erkende de Minis
ter natuurlijk, ..doch hiertegen over stond, dat
de hoogere ambtenaren in en na An oorlog
slechts met gemiddeld 50 pet. en de lageren met
gemidAld 100 pet. hun inkomen hadden zien
stijgen.
Over A classificatie-voornemens vernamen
Premier we. At A Regeering ton Aze nog geen Vooi
liu *---1 - "f was hier veel beArven1'
^verwachtingen moeten staan? Als ze den er do^r te slaan, ooh Wes’- hij kennelijk zwakdoor onjuiate geruchten. Wel is A Regeering
i»"levensmoed scheppen erf de stimnlans zijn,I,Mt- iEen WW» voorbak- rfeemn ror»4el»p vronrf v«» <t« W>«i> tot ovntuiging pe-
im .voor elke levensfunctie, dan hebben we nc i
,n ïi I - J- -- - ..-/tl..w ar .rwirw^rm.wtwn Iv <r fnn/VM-Itnw
hls levensnoodzakelheden aanvaarden.
?Maar we hebben ze ook in te hak-” als A X.
«nieuwe boden van een nieuwt fj-f-af. aseer
uriog als de brengers van^on^ ie-’-”
Jlmmers van deh nieuwen nibea en de »ewe
verrukkingen. Is in dat beir’ mé!' de we
renschap, dat ze op lédarftt -wtdf even
regelmatig keepen als de een nm ht.
het moed houden dan rari^litJA? tiet
laven, dan den moed noodig ijeeft, heeft er
>|!f voor gèzorgd, dat het njat zoo w»s.
.’Moed houden ook na de fehtejeger.rslage i
;iis niet het bovenmenschelijkf, maar het na-
Juurlijke. En het is juist iedere teleurstelling, hêS*M
iedere tegenslag, die ons er opnieuw van kingf s
overtuigt. Mr. K. k
63