I
Blad.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GQUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, M0ERCAPELIJ5,
ïvIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
i
Mo. 18122
85*Jaargang
Feestdagen
EERSTE BLAD.
ZEN.
FEUILLETON.
Zaterdag 10 April 1928
BANK
GOUDA
»ls.
DE MAANSTEEN.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en
□it nummer bestaat uit twee bladen.
DE OUDE R
uitvoer van landbdeewproduc-
trompen
l
Haag.
96'
-E ARNHEM
Ww» -uwer
jen worden ten
oepen.
inde) en
waarden.
Oniheilsrierken in den hemel,
BaMqgekreun in wen tolvlucht;
Donker, spokig slaan de molens
Reueenkruisen in de ludht.
ti’ge dyken,
waterkant;
wn angstig
olderland.
9—12 uur
898 40
gewoon staal
het goed; dan
lelukkig wordt
uit Weenen
srbinding wor-
mezing belem-
ckig tegen-
It het aan den
rr
Ik moest he. kloedSngstuk dus
werk
van
die mij verdachten.
Stille, witte mi
Dreigend snelle
Held’re nacht n
Bolle wind, vol
Spannend romantisch verhaal
van
WILKIE COLLINS.
Hekel,
Aten stoet;
lichtgewemel,
irmoed.
lilllIISIHE COURANT
Die heerlijke molens!
Overall in 't waterland, eenzaam rjjzend
op de hooge punten van de zware bochtig-
slingerende dijken, aan de groote, dofzilve
ren rivieren waarop 'n stagen wind ontel
bare rijen witgekidfde kabbelgolfjes huppe
len doet, in lange reeksen ook langs breede
watervaarten in de wijde, vlakke uitge
strektheid van groengeel polderland, overal
staan de molens!
Vooril de watermolens!
Vanaf den hoogen dijk, waarop de boeren
in hun brikken rijden, is ’t ’n feestelijk ge
zicht zoo*n molenziwerm.
Laatst op 'n hefllen zomerdag was 't ’ll
feest? de molens stonden stil te pronken,
ze hadden de vlag in top.
Massaal in glanzend bruin’ en grijze pels
Emigratie heeft ten doel een deel der be
volking, geboren in landen met te weinig
grondstoffen, over te brengen naar landen,
rijk aan grondstoffen. Men kan echter ook
een anderen weg volgen en niet de men-
schen, maar de grondstoffen verplaatsen.
Dit punt zal ook op het congres onder de
oogen wonden gezien. In de toelichting
wordt gezegd, dut het emigratieprobleem
eigenlijk voortkomt uit economisch verkeer
de toestanden. Men wil daarom nagaan, in
hoeverre het mogettjk is, door het schep
pen van andere economische toestanden, b.v.
door het voorzien van een aan grondstoffen
arm land van datgene, waaraan het behoefte
heeft, de noodwendigheid van landverhui
zing te verminderen.
Wij zouden zoo zeggen, dat dit niets
nieuws is. Het geschiedt tegenwoordig op
groote schaal. Een zeer groot deel van de
Europeesche industrie berust op den aan
voer van levensmiddelen en andere grond
stoffen uit dunner bevolkte werelddeelen.
Deze grondstoffen worden in Europa be
werkt en voor een groot deel weer als eind
product in de landen, die de levensmiddelen
en grondstoffen leverden, afgezet. Het
merkwaardige js echter, dat men zich in de
landen, rjjk aan grondstoffen, in de laatste
jaren meer en meer van dien ruil afkeerig
toonde. Inzonderheid in de Vereenigde Sta
ten van Amerika doet zich dit verschijnsel
vöor. Men sluit door hooge invoerrechten-»de
grenzen voor de producten der Europeesche
nijverheid. Het gevolg daarvan is, dat Ame
rika ook zijn
ten moet inkrimpen. Door de hooge loonen
en prijzen der industrieele producten wor
den de productiekosten voor den landbouw
zoo hoog, dat de prijzen, welke men voor de
landbouwproducten bij uÜtvoer kan bedingen,
niet meer voldoende zijn, om die productie
kosten te dekken. In de kringen van den
Amerikaansdhen landbouw wint dan ook de
overtuiging veld, dat men, om loonende prij
zen te kunnen bedingen, niet meer moet
verbouwen dan voor binnenlandsche behoef
te noodig is. Dat ook de Regeering tot dit
standpunt overhelt, bleek uit eene dezer da
gen door het Departement van Landbouw te
Washington uitgegeven vlugschrift, waarin
de landbouwers gewaarschuwd worden te
gen uitbreiding van den landbouw. Men
krijgt zoodoende in de Vereenigde Staten een
toestand, waarin men Jjet buitenland, zoowel
ten aanzien van den afzet van landbauw-
voortbrengselen als van den invoer van in
dustrieele producten, kan missen. Van Aime-
dikaansch standpunt is dit ongetwijfeld te
verdedigen. Het behoeft echter geen betoog,
dat, als dit voorbeeld door andere dunbe
volkte, ruim van grondstoffen voorziene lan
den wondt nagevdlgd, men in het dichtbe-
’t Is de wind, die ons dit' denken doet.
Maar o, die wind, die nukkige grillige
wand!
Trouw is de wind in zijn aanwezigheid;
zijn luim Is onberekenbaar! Soms stroomt
hjj nauwelijks merkbaar door de helle zonne-
ruimte, zachtjes schuift hy langs de slappe
zeilen van de molenwieken en vfloeit dan
lustig verder weer over land en water. Maar
als in najaarsnachten de bulderende vlagen
van den drieatgeworden wind de troteche
molens beuken, dan davert in dien hijgend
fMlen windorkaan de oude hymne van de
wereldmachten, die met alverpletterend ge
weld zich op elkander storten, één éénig
doel: vernietiging.
van riet gehuld, rusten ze op 't lage wit
gekalkte fondament, omhoog de ruige kap,
die torst 't zwaar aaneengeklonken wieken-
stel, en van terzijde, ver naar buiten toe,
de zwartgeteerde balken van de staart, de
spruiten en de lange schoren, die in ’n luch
tig hoogen driehoek naar elkander loopend,
laag aan den grond tezamen komen, Waar,
in *t windas van 'tkiruiwiel, ze vast verankerd
•zijn. Vóóraan de kap daar is van zwierig
houtsnywertc de molenbaard, waarop 't wa
pen en de naam, 't jaartal Anno Domini van
eeuwen her, in schrille verven botergeel ge
kleurd of chocoladebruin en rood, zoo scherp
als menie. Naar achteren de lange vang,
waaraan *t vangtouw zwiert, dat lyk 'n
teugel breidelen kan te onbesuisde wieken-
vaart.
En boven op den molen daar davert rood
en wit en blauw, de driekleur, stijf den
wind! v*
Ze staan op schildwacht nu, die oude mo
lens; ze rusten uit.
Die geweldige goedmoedige reuzen!
Ze werker*irten lieven langen dag en den
winddoonwaaiden nacht; ze pakken den
bollen wind, als-ie perst en duwt, ze wor
stelen met den wind, die wringt en rukt,
ze vangen hem op met wijdopen armen, be
dwingen hem en buiten hem uit en dan la
ten ze schijnbaar met zich sollen, ze zwaaien
hun breede armen al maar rond.
En de binten kreunen, de as kraakt, de
zeilen klepperen, knarsend rammelt de ket
ting aan den staart, klotsend woelt 't water
tot onder den .molen, smokkend en gorgelend
gaat 't in de vjjzel omhoog, om WeggespoeM
te worden dan in nieuwe hoogere bedding.
Als je recht onder de as gaat staan, met
den ruig tegen den molen geleund, dan blijft
van al die geluiden maar dat eene over: 't
doffe zoeven van de kolossale wieken, die
monotoon in sterke vaste regelmaat met
machtig-groote maaibfeweging naar beneden
zwaaien en weer op, steeds door en steeds
maar door.
Zoo draait de molen, honderd jaar en
méér!
De wind die perst de uitgespannen zeilen,
die zingt 'n levenslied in de aeolusharp van
’t houten wiekgeraamte. Dit is 't lied van
eeuwen, moeilijk te verstaan; wij hooren
maar één enk’le strophe, want iedere breede
zwaai der wieken en iedere slag der scha
duwen op ’t gras, ze kan de laatste zijn, die
wij zien; de molen draait dóór, de molen en
jie Tijd zijn bondgenoot.
Maar lijk in der eeuwen deining, hoo
ren wy w^l de sterke regelmaat van léven
en van stryri, altijd door, steeds nieuw ge-
beureA en verklinken, ’t volgt elkaar onaf
gebroken op den voet, wij zien geen eind en
geen begin.
Beklemmend drukt 'n lange nacht van
herfsteduister op ’t lage land, somber staan
de natte molens te wachten in den regen;
rondom de huizen in den polder heffen de
oude iepen hoog 't glimmend-warrig tak
kennaakt, ontbladerd zijn de holle wilgen
langs de trieste slooten, de bronzen pluimen
van ’t schuingeregend riet neigen tot 't wa
tervlak, waarop de kille regen drenst met
kleine kringetjes, die vóór ze weggerimpeld
zijn vervangen worden door veel nieuwe.
Soms worden ook die cirkeltjes tot teere
koepeltjes van waterbellen, die door de felle
regenpjjlen dansen op en neer.
Ook zijn er neveidagen nu en dart, grauw-
grijze wolken natte mist hangen zwaar of
golven op t land, de molens en de bownen
zijn niet te kennen meer.
t Water waat, de vaarten vullen zich tot
aan den rand der lage polderpaden; 't WW
ter drukt de dijken stuk!
Dan komt de wind!
'n Vroegen avondmiddag is de regen op
gehouden, t grauwe wolkendek gaat nu van
een. zich splijten, de nacht komt aangeduis
terd en groote blauwig-awarte wolken ko
men opgezet, laag aan den hemel v.arend als
sombre floersplakkaten, die, zwart onheil
brengend, de herauten zyn van losgebroken
wind.
De zon in ondergang is bloedig rood, maar
koud en geel de westerkim; de groote scha
duwen der vale wolkgevaarten ijlen over ’t
Jand, toch is de ruimte leeg.
En dan, dan snellen plotseling vanuit ’t
goud en zwart der holle zonnepoort, in breed
luguber front, de woeste wolven van den dol
geworden storm. Ze komen aangezwermd, ze
rennen door de leege ruimte, eerst komt hun
gierig hijgen door de lucht, dan huilen ze
voorby aan alle zijden, vervullend heel .den
hemelkoepel.
Los zijn de wolven van den w^gd, dit is
de wilde jacht!
De wolken jagen M maar voort, de Meeke
maan doet nevelige lichtebundels zweven
Een internationaal
emigratie-congres.
Volgens eene mededeeling in de bladen
zal in de maand Mei te Londen een inter
nationaal emigratie-congres worden gehou
den. Het initiatief daartoe schijnt te zijn
uitgegaan van het Internationaal Verbond
van^Vakvereenigingen, welk verbond zich
voor dit doel in verbinding heeft gesteld
met andere internationale socialistische or
ganisaties. Men ging daarbij van de over
weging uit, dat het emigratieprobleem een
zoodanigen onwang en eene zoodanige be-
teekema' heeft verkregen, dat het een der
zeer voorname vraagstukken is, waarmede
ile vakbeweging zich in internationaal ver
band heeft bezig te houden.
Het laatste is ongetwijfeld juist en het
moet dan ook zeer worden toegejuicht, dat
de internationale socialistische organisaties
rich met dit probleem gaan bezighouden.
Er zjjn op dit gebied misstanden, die bij
internationale samerwerfcing uit den weg
kunnen worden geruimd en eene doelmatige
(internationale samenwerking zal wel het
best kunnen worden bereikt door den in-
vfoed der groote en machtige socialistische
organisaties.
Toch zouden wij er voor willen waarschu
wen, de verwachtingen irf dezen te hoog
té spanhén. Naar het <Jns vóórkomt, is dit
bÜ de promotors van dit congres het geval.
Blijkens de door hen gegeven toelichting is
het de bedoeling, aan de speciale belangen
van alle landen in de voor te stelled reso
lution zooveel mogelijk recht te laten weder
varen. Deze resolution zullen o.m. inhouden,
dat emigratie en immigratie geheel vrij
moeten kunnen geschieden, onder voorbe
houd, dat de levensstandaard van de arbei
ders van het land van vestiging er niet door
mag dalen. Dit Ijjkt heel „arbeiterfreund-
lich", maar welbeschouwd zal men, als men
deze voorwaarde streng in het oog wil hou
den, de emigratie moeten beperken inplaats
van uitbreiden. Het verband tusschen bevol
kingsdichtheid en welvaart is nu eenmaal
zóó, dat als een land een minimum van be
volkingsdichtheid heeft overschreden, elke
vermeerdering van bevolking de strekking
heeft de loOnen der arbeiders te doen dalen.
De arbeiders in de Vereenigde Staten van
Amerika zieh' dit zeer goed in. Het is voor
al aan hun invloed te danken, dat de Ame
rikaanse he Regeering het aantal immigran
ten, hetwelk uit de onderscheidene landen
jaarlijks in de Vereenigde Staten mag bin
nenkomen, belangrijk heeft beperkt.
Treek u niet oen, wat ieder secht,
Maar doet, dat billyck is en recht.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda «a omstreken (behooreode tot dm bttoigkringj
1—b rageU /LM, elke regel meer ffkZb. Vaa buiten Gouda aa dan bezorgkring
15 regels elke regel meer ƒ0.80. Advertentiün in het Zatardagnummer 21 9
jQslag op don prijs. EflbMadigheide-advertentifo de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1—4 regels ƒ2.06, elke regel meer ƒ1.58 O>
de voorpagina 60 booger.
Gewone advertantiën en ingezonden mededeel ingen bty contract tot Mar geredat-oor
den prijs. Groots letters on randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiin kunnen worden ingezonden door tusechenkomet van soliede Boekhan
delaren, Advertentiebureaux on onze Agenten en moeten daags vóór de plaataiag
aan bot Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te sQn.
volkte Europa op een houtje kan bijten. Wat
nu vooral de aandacht verdient, is, dat dit
protectiomsone evenals het beperken der im
migratie speciaal steun Vindt bjj de Ame-
rikaansdhe arbeiders. Zy zien daarin een
middel om hunne hooge loonen te handha
ven.
De vraag is nu: Zal het internationale
socialisme hierin verandering kunnen bren
gen? Wij betwijfelen dit. Het gaat hier niet
om een strijd tusschen kapitaal en arbeid,
maar om een strijd tusschen de arbeiders
van het eene land en die Van het andere. En
hoe men ook mag roemen ever de solidari
teit der arbeiders, wanneer zjj staan tegen
over de ondernemers, toch heeft de ervaring
der laatste jaren voldoende geleerd, dat
zelfs in hetzelfde land de eene groep arbei
ders er moeilijk toe is té krijgen, voordee-
len prtfs te geven, die ver1
koste van andere arbei<
n. Tweemaal
ed, geen enkel
e verslapping,
ogisten.
alien verbaasd op het hooren dezer
woorden. Waaróm
..Gmtiat de diamant zich in jultrouw
Rachel's zitkamer bevond’ en ik gis-
ceravond de laatste was, die dat ver
trex heb verlaten.'
Daidejjk herinnerde ik mij, dat een
ander persoon later dan Penelope in
de kamer was geweest Dat tfaart gij
zelf. In elk andet geval zou ik mij
geschaamd hebben, een heer jals u van
diefstal te verdenken doch de rge
daehte alleen, dat gij u hadt afgela
ten tot dezelfde laagte, waarop ik
s^ond, en dat ik het voortaan in mijn
niawht had. y te beschermen of u aan
de schande over te geven, bracht mij
hef hoofd in de war en deed mij han
delen gelijk ik gedaan heb. De opge
wondenheid. waarin ik verkeerde, liet
mij geen rust voor ik u gesproken
had. Gij hadii een uwer ringen boyen
laten liggen daarmee had ik een
goed voorwendsel om mij bij u te ver
tonnen. Maar o. mijnheer gij zaagt
nrij zoo koel aan en, bedankte mij op
zulk een onverschillige manier, dat
mijn knieën onder mij knikten en ik
op het punt stond van op den vloer
neer te vallen. Ik herstelde mij ech
ter en vond den moed u aan te spre
ken.
Gij weet misschien nog wel. wat ik
zeide en hoe gij nrij antwoordde. Ik
gevoelde, dat een naar woorden meer
de waarheid aan den dag zoudenbren-
ik ooit gezien neb. Naar zijn gestalte
en bewegingen te oordeelen was riij
nog jong. Volgens de uitdrukking van
zijn gelaat en met Berieredge verge
leken, was hij de oudste van beiden.
Zijn kleur was donker als die van
een Zigeuner in zijn magefe wan
gen waren twee diepe kuilen, waar
over zijn kaakbeenderen een heel eind
vooruit staken. Zijn neus vertoond.'
den fijnen vorm en de schoone lijnen,
zoo Thkwerf gevonden bij de volken
In het Oosten. zoo> zelden aangetrot-
fen bij de Westersche rassen. Zijn
voorhoofd rees hoog eu recht boven
zijn wenkbrauwen omhoog. Zijn sproe
ten en riqvpels waren talloos. Uit dat
wonderlijk gelaat keken u, won
derlijker nog een paar oogen aan,
van het raditste bruin, oogen droome-
rig en droefgeestig en diep in hun
kassen geaodken. en h elden uw aan
dacht gevangen, ook tegen uw eigen
wil Denk u hierbij een overvloed van
dik, taftllend haar, dat door Tien een
of anderen gril der natuur zijn kleur
had verloren op de zonderlingste ma
nier. Boven op het hoofd was het nog
gitzwart langs de rijden was hel ge
heel wit De lijn tusschen de beide
kleuren had geen geregelden loop. Op
de eene plaats ging het wit hoog op
in het zwart, op andere vermeng
de het zwarte haar rich tot bijna ne
neden met bet witte.
(Wordt vervolgd)
Ik moest he. kleedlngstuk dus ver
bergen en een ander maken, juist er
aan gelijk, voor de wasdhvrouw deu
volgenden Zaterdag kwam, als wan
neer alles zou moeten uitlekken. Nau
welfijks had ik het nachthemd in mijn
kastje verborgen, of ik werd opgeroe-
pen om door mijnheer Seegrave on
dervraagd ie worden, tegelijk met de
andere dienstboden. Toen volgde het
ïpaoeken van onze koffers en doozen
en eindelijk de meest belangwekkeh-
de gebeurtenis van den dag. voor
“dj ten minste, die de verfstreep op
uw kieedingstuk ontdekt had.
Penelope keerde tot ons terug, btp-
ten zich zelf van drift over de wijze,
waarop <ie commissaris haar had. be-
handMd. Hij had rooveel als te ken
nen gegeven, dat hij haar verdacht
van de dievegge te zijn. Wij stonden
gen. toen de Komst van mijnheer Bet-
reredge alles bedierf.
Zoodra ik in de bedAendenk^ner te
rug kwam, luidde de bel voor ons
eten. Ree.is» zoo laat. En het, goed
voor een nieuw nachthemd moest nog
gehaald worden Br was slechts eén
weg op. Ik hield mij ziek en had al.
dus den tijd tusschen toen e» het iftee-
uur voor mij zelf. Waar ik mede be
zig was, terwijl allen meenden, dat
ik te bed lag, en hoe ik den nacht
doorbreekt, na mij op het theeuur
wederom ziek gehouden te hebben,
behoef ik u niet <e zeggen. Cuff heeft
dat alreeda ontdekt. En ik kan gissen,
hoe. Men heeft mij gezien in den win
kei te Erizinghall. Er hing een spie
gel vlak voor raaj achter de toonbank
en dtaairm bemerkte ik. dat pen der
bedienden naar mij wéés en fluiste
rend sprak tot een ander, ’s Nachts,
toen ik in het geheim aan het --
was, hoord'e ik de ademhaling
twee vrouwen. -----
buiten de deur. Op dien Vrijdagmor
gen. 'uren voor Cuff z^ch in het huis
vertoonde, lag het nieuwe nachthand.
gestreken en gevouwen in uw kast
Er bestond geen vrees, dat de nieuw-
beid ervan u zou verraden, voor net
geval, dat het linnengoed onderzocht
zou worden. Al uwe onderkleeren wa
ren nieuw gemaakt, toen gij bit ons
kwaamt ik veronderstel na uw terug
keer uit den vreemde.*’
..nog nie.8, aat eenig licht geen,
mijnheer zeide Betteredge, toen ik
even opnield. ,.Cf rijt gij al tot eem-
ge oplossing gekomen?’
..Lees gij den brief maar eens ver
der voor. Beiteredge er zal misschien
nog wel wat in staan, dat klaarheid
in de zaak brengt Daarna heb ik een
paar woorden tot u te zeggen.
..Heel goed, mijnheer. Maar, neem
mij nijet Kwalijk, dat ik het vraag,
riet gij al een uitweg uit deze ellen
dig en doolhof
,,lk zie mijn weg naar Londen
antwoordde ik, .,en Cuff te raadple
gen. Indien hij mij niet kqn helpen..
,,Ja mijnheer.
..Of indien hij rijn rustig verblijf te
Lorkvng niet wil verlaten-
,,Hij aal het niet 'doen mijnheer
Franklin.''
..Dan Betteredge, weet ik niet, wa
ik moet beginnen. Na mijnheer Brutf
en Club, ken ik geen sterveling die
mrj in deze zaak van nut zou kunnen
wezen.
Nauwelijks waren deze woorden over
mijn lippén of er klopte iemand aan
de deur.
Betteredge keek eenigszins verwon
derd en geërgerd op. w
..Binnen riep hij min of meer kor
zelig.
De deur ging open en daar vertoon
de rgch voor onze oogen. misschien
wel de merkwaardigste persoon, dien
Breede, hooge, gj|
Suizend riet, laaf
Rosse liditjes flfl
Diép en ver in
‘1
Hooge, ziw*rte.nL_
Doemen op in manenacht;
Zwoegend staan de sterice molens,
Oude, stoere, ruige kracht.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per waak 17 cent, mat Zondagsblad
p«r kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per poet per kwartaal 8.15 aet Zondagsblad 8.80.
Abannementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 21, GOUDA
hjj onze agenten en looper*, den boeJdiandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dageljjke geopeud van 9uur. Administratie Tel. lat 82;
Redactie, Tel. 88.
en.
in
de
Un
ne
etn'
in
ren.
de
too
is
or.
ier:
aor
75