Had.
JT
richting
NïEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWÖUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPEL1.E,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Mo. 16129
Maandag f9 April 1926
63"Jaargang
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
FEUILLETON.
[KERS
dier
uit
'ten, enz. enz.
behandeling.
IRVAART.
DE MAANSTEEN
Gouda
iswagens van
.*1
>en Haag.
J
HUITENI.ANDSCH NIEUWS.
Volgens de bladen heeft Dr. Stresemann
V
uw
de
i
DA.
staan
en
••lanaiagol 77
iten
aan
lin
den
Hoe
ler
en duur»
bed
Fe-
Spannend romantisch verhaal
van
WILKIE COLLINS.
inslapen? Zjjt gy
at U alles te veel
an hoofdpijn; aan
zjjt gij prikkel-
delyk dien vijand
t” middel dat U
dit reeds onder-
103) -
„Waardoor
bemerkte een liaht onder
deur en hoorde voetstappen naderen.
de gevaren aan Raadsuitbréiding verbonden
niet blind is, en men mag hopen, dat oo)^
dit netelige punt ten slotte nog een bevre
digende oplossing zal vinden.
Wat hier ook van zij, hoofdtaak is, in het
algemeen aan de gedachte Ajast te houden,
dat al mocht ei op Volfcenbondsgebied het
DUITSCHLAND.
Auto over den kop een helling af.
Ben huisje onder den wagen verpletterd.
Bij een scherpe bocht van een landweg
nabij Huerzig aan den Moezel verloor de
chauffeur va» een Franschen militairen
vrachtauto, waarin tweeëntwintig man ge
zeten waren, de macht over het stuur. De
auto reed tegen den stutirniur langs den
weg, verbrijzelde dien en stortte een helling
af! Na drie of vier maal over den kop te
Zoodanig, dat gij zien kon. wat ik
niet mijn handen deed
..Er zijn drie spiegels in mijn zit-
kamer. Terwijl gii daar stond werd
uw beeld in een ervan duidelijk weer-
Die vredesonderhandelingen met de Riffü'
ren zouden officieel Zaterdagmorgen be
ginnen.
Generaal Simon heeft den vertegenwoor
diger van Havas althans het volgende ver
klaard:
Zaterdagochtend om 10 uur zullen in het
kamp Berteaux zes Fransche en Spaanach^j
gedelegeerden drie afgezanten van Abd efl
Krim ontmoeten, die sedert Vrijdag te
Taoerirt zijn. Het zijn Azerkan, een zwager
van Abd el Krim, die hem den titel gaf vat)
minister van buitenlandsche zaken van hel
Riffgebied, Cheddi, bedden den stam der
Beni Oeriaghels vertegenwoordigend, en
Kaïd Haddoe, vertegenwoordiger van den
stam der Boekaya’s.
Om licht te begrijpen redenen van cor
rectheid heb ik in geenerlei persoonlijk con
tact willen treden met de afgevaardigden
der afvallige stammen vóór de komst der
Spaansche gevolmachtigden. Het program
van ons eerste onderhoud is niet overladen
In de eerste plaats zullen wij degenen, die
met ons komen spreken, moeten vragen uit
wiens naam zjj spreken; vervolgens zal ik
aan de afgevaardigden der Riffijnen uiteen
zetten welke de waarborgen van militairen
aard zjjn die het ons noodzakelijk voorkomt
een en ander niet naar den zin gaan, de
Volkenbond daarmede nog niet is veroor
deeld of heeft afgedaan. Hij is er en hij
heeft zijn laatste woont nog niet gesproken.
Hij zal echter om tot zjjn volle recht te ko
men, universeel moeten worden, pn ik ge
loof, dat dit op den duur ook gescftjeden zak
De achterklap, de laster, de haat, welk
een dwaasheid! Men moet leven in ge
duld, in vrede, in goedheid! Dat zijn wa
pens, die eenmaal den leugen en het
kwaad zullen overwinnen.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omscrokan (behooroodo tot den bezorgkrin»
1—6 regels f 1.80, alk* regal maar ƒ0.25. Vaa buiten Gouda en dan bazorgkriog
1—6 regels ƒ155, elke regel meer ƒ0.80. Advartentiën in het Zaterdagnummer 21
jjslag op dan prjjs. Liefdadigheids-sdvertentiën de belït van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1—4 regels ƒ2.06, elke regel meer ƒ0.50. Up
de voorpagina 60 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot «eer gereduceerd
den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhan
delaren, Advertentiebureaus en onze Agenten en moeten daags vóór do plaatsing
aan het Bureau zjjn ingekoman, teneinde van opname verzekerd te zijn.
V iel er niets meer voor, van dien
tijd af, tot op het oogenblik waarop
iedereen wist, dat de diamant vermist
werd
..Niekfl.”
..Zijl gij daar zeker van? Kunt gij
oen gedeelte van dien tijd niet gesla
pen hebben
,,lk ben zelfs niet weer naar I
gegaan. Er is niets gebeurd, tot
nelope binnenkwam.
Ik liet haai hand los. stond op en
deed een paar schreden de kamer in.
..Elke vraag, die ik bad kunnen
stellen, was beantwoord. Iedere om
standigheid, to elke het voor mij van
belang was tie weten, was mij uitge
legd. De veronderstelling, dat ik »n
mijn slaap zou gehandeld hebben, was
al even onhoudbaar als dit ik be-
sfliicnken zou zijn geweest. Wat wa-
er verder nog te zeggen Wat verder
nog te doen Alleen het verschrikke
lijke feit van den diefstal, het eenigo
zichtbare en tastbare in die ondoor
dringbare duisternis, stond daar drei
gend voor mij. Geen straaltje licht om
mij den weg te wijzen, toen ik ud
Rosanna Spearman’s brief het geheim
van het drijfzand had ontdek En geen
sprankje licht thans nu ik een beroep
had gedaan op Rachel zelf en de ge
schiedenis van dien onheilvollen nacht
gehoord1 had van haar eigen linnen
Ditmaal was zii de eerste die het stil-
zwijgen verbrak. (Wor4t vervolgd)
Volgens de Chicago Tribune, zijn de geal
lieerde Chineesche troepen Zaterdag Pe
king binnengerukt.
Reuter meldt dat het Chineesche Kabinet
een decreet van Toean Tsji-joei heeft goed
gekeurd, waarin deze zegt, dat hij zich ge
noopt voelt, tijdens de reconstructie der re-
geering zjjn taak als hoofd van den Staat
weer op te vatten. Het Kabinet heeft het
decrett van j.l. October heritoepen, waarbij
de arrestatie werd’ gelast van een aantal lei
ders der Tsjili-party. Voorts werd de nati
onalistische commandant generaal Loe
Tjoeng-lin van a| zjjn functies ontheven.
Zondagmorgen werd gemeld, dat vrijwel
alle stadspoorten zouden worden geopehd,
maar dat zjj ’s middags weer zouden worden
gesloten, behalve de Yoengiingmen-poort,
in welker nabijheid zich eenige vertegen
woordigers der zegevierende generaals met
hup lijfwacht bevinden in afwachting van
de komst van Tsjang Tso-lin. Reeds
werden aanhangers van Tsjang in de stad
toegelaten. Zij plakten geruststellende pro
clamaties aan. Er blijft kalmte en orde
heerschen in de hoofd stad.
Minister van Karnebeek over
den Volkenbond.
In het tijdschrift „de Volkenbond"
schrijft minister Van Karnebeek o.m.:
Lwe Redactie vraagt mij, met het oog
op de stemming, die de laatste gebeurtenis-
sen te Genève hebben gewekt, of er ook
naar mijne meening reden is tot ontmoedi
ging en of ik daarover iets wil zeggen. Ik
voldoe aan dit verzoek gaarne en wel om.
dat ik geloof, dat daairvoor inderdaad geen
reden is. Ik beweer dit, niet omdat het et
voor een minister van Buitenlandsche Za
ken zoo bij behoort zich in dezen zin uit te
laten, maan op grond van mijn overtuiging.
De vraag is hoe men den Volkenbond ziet.
Zij die dachten, dat met de stichting van
den Volkenbond meteen de wereldgeest en
de werkelijkheid veranderd zouden zjjn,
vragen zich natuurlijk af hoe allerlei din
gen, die teleurstellen, zijn te verklairen.
Wanneer men evenwel begrijpt, dat dit het
geval kon zjjn, dan ziet men de verschijn
selen anders. De beteekenis van den Vol
kenbond ligt daarin, dat in tegenstelling
met vroeger, de wereld thans een gelegen
heid rijk is geworden, waarin de verzoenen»-
de factoren, die zich in de statensamenle-
ving doen gelden, niet incidenteel en toe
vallig, maar permanent op den grondslag
van een vaste orde en ontwikkeling kunnen
komen en woirden georganiseerd. 'Dit is een
geweldige vooruitgang. Natuurlijk werd
daarmede aan andere factoren niet het
zwijgen opgelegd en was het te verwachten,
dat ambities, belangentegenstellingen, uit-
.eenloopögte historische en cultureele tradi
ties en Opvattingen, kortom het gehéfelè
complex van tendenzen, dat in de politiek
tot uitdrukking komt, ook in den Volken
bond om den hoek zou komen kijken en zich
aldaar zou doen gelden. Zelfs was het te
verwachten, dat deze factoren, wier kracht
niet was gebroken, nu en dan de overhand
zouden krijgen en de andere in de schaduw
zouden stellen. Maar ligt daarin een grond
om aan den Volkenbond te gaan wanhopen
Ik geloof het niet, omdat ook de Volken
bond zelf een eisch der tegenwoordige wer
kelijkheid is.
Met andere woorden, de kracht van den
Volkenbond ligt niet zoozeer in zijn conven
tioneel karakter, als wel in zijn onvermijde
lijkheid, in den tijdgeest. Wanneer men hqm
maar laat begaan en hem geen eischen stelt,
die voor vervulling nog niet vatbaar zyh,
dan zal hij op den internationalen gang van
zaken een girooten en weldadigen invloed
kunnen uitoefenen, al zal hij nog wel eeps
te kort schieten. Men leert de beteekenis
van het bestaan van den Volkenbond eerst
beseffen wanneer men 'bedenkt, hoe het met
het herstel van Europa gegaan zou zjjn, in
dien hjj niet had bestaan.
Alleen dan loopt de Bond gevaar, wan
neer hij de werkelijkheid miskent. De ge
schiedenis geeft een proces te zien van on
afgebroken verandering en vervorming. In-
uiet roepen, LR was zelfs niet bij
machte mij te bewegen om mijn deur
te sluiten.
„Kon ik u zien, -waar gij stond l
„Gij hadl mij zeker kunnen zien,
doch gij wende uwe oogen niet naar
mijn kant. Ik ben althans overtuigd,
dat gij mij niet hebt opgemerkt.
„Hoe zoo?’,’
,,Zoudt gij anders den diamant heb
ben weggenomen Zoudt gij gehan
deld hebben, gelijk gij later deed
Zoudt gij u thans hier bevinden, in-
dien gij wist, dat ik u gezien had l
Eisch niet vaat mij, dat ik daar ver
der over spreek. Ik wil u zoo goed
ik kan antwoorden. Help mij. dat ik
bedaard blijf. Ga over tot iets an
ders.”
Zij had geliijk, volkomen gelijk.
Ik hervatte mijn reeks van vragen.
„Wat deed ik, na in het midden
der kamer te zijn blijven staan.
„Gij wendde u om en ging recht
naar den hoek bij het venster, waar
mijn Indiisch kastje zich bevindt.
„Toen ik daar was, moet ik -
rug naar u toegekeerd hebben,
kon gij zien, wat ik deed'?”
„Ik verplaatste mij zoo. dat ik uwe
bewegingen kon volgen.”
f7 *..3 m ra ra. I m. rara l./l.' I'
.Waart gij bang?”
■In het eerst niet. Ik wist, dat mijn
ntoetler slieöht sliep en zij er d«en
avond1 lang op had aiangedrongen, dat
ik haar den diamant in bewaring zou
geven. Zij maakte zich er onnoodig
ongerust over, zoo dacht ik, en ik ver
beeldde mij, dat zij kwam om mij nog-
maa|ls| over hef juweel te spreken,
Wanneer ik nog op was.
„Ik blies dd kaars uit, om haar ie
dooi denken, dat ik te bed lag. Ik
van mijn kant was stijfhoofdig en wil
de den diamant op de plaats laten,
waar ik hem gelegd» had.”
,,Bi na de kaars te hebben uitge
blazen, xijt gij üaar bed' gegaan?’’
„Ik had er geen tijd toe. Op het
Hat Ouitsoh-Russisch verdrag.
Het oordeel van Engeland. Vredesonderhandelingen te Oedjda.
Peking bezet.
reeds voor eenige weken te Stuttgart het
verdrag met de Sovjet-Unie besproken in
een vergadering van de Duitsche Volkspar
tij, en heeft hy er de aandacht op gevestigd,
dat in het verdrag zal worden geconstateerd
dat de beginselen van het verdrag Man Ra-
pallp riiet aangetast zjjn.
Beide staten verplichten zich voorts aan
geen enkele tegen een der verdragssluiten-
den gericht agressieve actie te zullen deel
nemen.
Het verdrag beteekent niet, dat Duitsch-
land zich afwendt van het Verdrag van Lo-
corna. Duitschland heeft, toen zjjn onder-
handelïngen mét 'Rusland ten einde liepen,
zijn mede-contractanten van Locarno eer-
lyk en openlijk van het feit der onderhan-
delingen in kennis gesteld. Duitschland
heeft daarmede een voorbeeld gegeven, dat
anderen in de toekomst eveneens moeten
volgen.
Locarno heeft voor Duitschland geen ori
ëntering naar het Westen, doch het vol ge p
van eene vredespolitiek beteekend en het i|
vanzelfsprekend, dat Duitschland is inge
gaan op een voorstel tot uitbreiding zijner
vreedzame betrekkingen met het Oosten.
tusschen is aan het stelsel van den Bond
het beginsel ten grondslag gelegd van on-
voorwaardelyke, door sanctie gewaarborg
de handhaving van een bepaald, na-
oorliogsch, territoriaal status quo, zonder
dat afdoende in eene oplossing is voorzien
van het probleem van de onhoudbaar en ge
vaarlijk geworden situaties. Hierin is een
zwak punt gelegen, dat meer reden tot be
zorgdheid geeft dan het vraagstuk van de
samenstelling van den Raad, hoe belangrijk
dit ook moge zyn. Maar ook ten aanzien van
dat punt zal de tijd op den duur wel raad
schaffen en het besef van de groeiende in
ternationale saamhoorigheid en afhankelijk
heid de noodige correctie aanbrengen. Voor-
loopig is er reden om reeds meer dan tevre
den te zjjn over het vermogen, dat de Bond
getoond heeft te bezitten om zich met suc
ces bij acute conflicten te doen gelden en
die daairuit voqr den vrede voortspruitende
gevaren te keeren. Wanneer de Bond op dat
stuk diligent blijft en er voor zorgt, dat de
noodige machinerie tot onderzoek en rege
ling dadelyk in werking kan worden ge
steld in het licht der openbaarheid, dan is
daarmede in het belang van den vrede reeds
zeer veel bereikt Het verleden is in dit op
zicht bemoedigend en men kan op de betee
kenis van den Bond te dien aanzien het licht
niet genoeg laten vallen.
Wat nu het probleem aangaat van den
Raad, het was te verwachten, dat daarbij de
politiek zich duchtig zou doen gelden. Men
aanvaarde dit als een onvermijdelijkheid,
die men kan betreuren, maar die nog niet
noodlottig behoeft te zijn. De reden intus-
schen, waarom men met de uitbreiding van
din Raad zoo voorzichtig moet zijn, is, dat
op den duur het beginsel der eenstemmig
heid^ als hoofdwaarborg tegen het oven-
wicht van politiek in dat college, niet te
handhaven zal zijn, wanneer het te talrijk
is geworden. Verkeerd zou het ook zjjn, in
dien de verantwoordelijkheid van de groote
mogendheden, die uiteraard' den internatio
nalen toestand het meest in de hand heb
ben, door onevenredige toevoeging van klei
nere Staten verzwakking onderging. Zoo-
als in zooveel opzichten getuigde ook op dit
punt de opzet van het Grondverdrag, die
op beperking was gericht, van Staatsmans-
wijsheid. Men dacht zich den Raad ails een
politiek lichaam, waarin de groote mogend
heden suo jure zitting zouden hebben; ech
ter niet met uitsluiting van anderen, als
een tweede Heilige Alliantie, maar in ge
zelschap en onder controle van enkele klei
nere, minder politieke grootheden, daartoe
bij toerbeurt geroepen, wier kracht zou zijn
gelegen, niet in hun aantal, maar in het ook
aan ieder hunner toekomend absoluut veto
recht. Afwijking van dezen opzet is geen
verbetering, en reeds vier jaar geleden, in
1922, heeft Nederland er met nadruk tegen
gewaarschuwd. Wjj stonden toen alleen, bij
de stemming door geen ander lid gesteund.
Het is intusschen te midden der verwarring
onlangs te Genève gebleken, dat men voor
van hen te eiataen alvorens tot eigenlijke
ondetaandelingen over te gaan. Dadelijk na
onze eerste bespreking moet dus een wapen
stilstand in werking treden. Er is geen ze
kerder middel om van alle stammen het in
acht nemen der bevelen van Abd el Krim
zelf indien zjj daartoe niet volkomen ge
neigd zouden zijn te verkrijgen, dan
het bezetten van stellingen, die wjj op-
eischen.
Jk verwacht op het oogenblik geen onovcr
komeljjke moeilijkheden te dien aanzien.
Dan zullen wij ons moeten verstaan over de
voorioopige besprekingen morgenochtend.
Ik zal de drie afgevaardigden der afvallige
stammen uitnoodigen zich naar Oedjda te
begeven om eert aanvang te maken met de
officieele onderhandeMngen. Intusschen, al
dus besluit generaal Simon, doen de
eerste inlichtingen mij gelooven (ongetwij
feld zinspeelde hij hier op de officieuze be
sprekingen van generaal Mougin te Taoe
rirt) dat de afgevaardigden van Abd el
Krim tot ons komen met den ernstigen
wensch om tot een goed einde te komen.
Gehoopt mag worden, dat de toekomst wel
dra deze optimistische voorspelling zal be
vestigen.
..Ja. Gij
GIIIDSIHE COURANT.
oogenblik. dat ik het licht uitdeed,
werd die deur der zitkamer geopend
en ik zag-
Gij zag?’
„U.”
„Gekleed als gewoonlijk
„Neen.”
„In mijn nachthemd?’’
„Ja. Gij hadt een kaars in de hand.
„Was ik alleen?’
„Alleen.”
„Kon gij mijn gezicht zien
Ia
’.’Duidelijk
„Zeer diuidtelijk. Het licht van
kaars viel er op.”
„Wairen mijn oogen open
„Ja.
„Merkte gij er niets vreemds
Iets als een starendie, onzekere
drukking
„Neen. Uwe oogen stonden helder
helderder zelfs dan gewoonlijk. Gjj
zag de kamer rond, alsof gij wist, u
ergens te bevinden, waar gij niet ko
men mocht, en bang waart, ontdekt tc
worden.”
„Hebt gij ook acht geslagen op mijn
gang terwijl ik in, het vertrek kwam
„Gij Hep met uw gewonen stap
Midden in de kamer bleef gij
en sloeg een blik in hert rond.”
„Wat deed gij. toen gij mij in het
oog kreeg?”
,,Ik kon niets doen. Ik was als ver
steend. Ik kon niet spreken, ik kon
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2^6, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 8.16 net Zondagsblad 8.80.
Abannementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA,
hij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int. 82;
Redactie, Tel. 88.
Kaatst.
„Wat zag gij?’
„Gij zette uwe kaars boven op hef
kastje en deec ue eene lade na do
andere open en dicht, tot gij aan die
kwam, waarin ik den diamant had ge
legd. bij bleei er een oogenbiil in
staan kijken. Toen stak gi.; er do hana
in en nam den diamant weu
„Hoe weel gij dit
„Ik zag den steen glinsteren,
wijl gij hem tusschen vinger eu
hield.
„Kwam mijn hand nogmaals bij de
lade om ze te sluiten bijvoorbeeld?
„Neen. Gij hield den diamant in
-«^uij op pui ubbu uo puBipaiqooj mi
het licht van het kastje.
..Keek ik daarna in het rond
„Neen.”
„Verliet ik onmiddelliik het vertrek?
..Neen. Gij bleef een poos lang sfi!
staan. Ik zag uw gelaat ter zijde «n
den spiegel. Het was. af gij diep in
gedachten waart en volstrekt niet te
vreden met uw eigen overpeinzingen.
„Wat gebeurde er vervolgens?”
„Op eens scheen gij een besluit <e
nemen. Gij verliet do kamer.”
„Sloot, ik de deur achter mij?”
„Gij liep snel de smalle gang in en
liet de deur open.”
„En toen?”
„Toen verdween uw licht. Het ge
luid uwer voetstappen stierf weg
ik bleef achter in het donker.”
De op handen zynde onderteekening van
een overeenkomst tusschen DuitschlaJid en
Rusland is door Duitschland ter kennis ge
bracht van de Britsche Reige&ring. Dit
wordt in Engokmd zeer op prijs gesteld, en
men uit de o’^tatuiging, dat openbaarma
king van den volledigen tekst van het nieu
we verdrag de door Berlijn gegeven verze
kering zal bevestigen, dat het past in het
kader, dat geschapen is op de conferentie
te ocarnoL, en dat Duitschland hierdoor niet
zal verhinderd worden tot den Volkenbond
toe te treden.
De Britsche regcering heeft reeds aan
Duitschland doen weten dat de meening vai)
het Foreign Office betreffende het voorge
stelde Duitsch-Russische verdrag niet on
gunstig is. Dat de Duitsche regeering de
overige onderteekenaars van het Locarno-
verdrag van de op handen zijnde ondertee
kening van een overeenkomst met de Sov
jet-Unie in kennis heeft gesteld wordt zeer
op prijs gesteld.
In Praag en Warschau heerscht daarente
gen twijfel omtrent de nauwkeurige beteeke
nis van ’t nieuwe Duitsch-»Riïssische verdrag,
en reeds heeft Benesj aandacht geves
tigd van de Engelsche, Fransche en ItaH-
aansche regeeringen op de noodzakelijkheid
van een bespreking van den invloed van het
nieuwe verdrag op het vraagstuk van
Duitschlands toetreding tot den Volkenbond
in September a.s.
Men verwacht, dat Benesj in de eerstvol
gende bijeenkomst van den Volkenbonds
raad1 niet slechts de meening van de Kleine
Entente tot uiting zal brengen, maar ook
die van Polen. Benesj is van meening, dat
het Duitsch-Russische verdTag vragen zal
doen oprijzen, waarop, naar hij hoopt, de
Duitsche regeering in de gelegenheid zal
zy’n bevredigende antwoorden te geven,
vóórdat een toetreden van dit land tot den
Bond mogelijk is.
Benesj heeft een lijst van vragen opge
steld ,vjjf categorieën omvattend, waarvan
hij aan de onderteekenaars van Locarno met
inbegrip van 'Duitschland, mededeeling heeft
gedaan.
De houding van de Fransche regeering
ten aanzien van het nieuwe verdrag is in be
ginsel niet ongelijk aan die van de Britsche
regeering, maar Briand zal vragen den vol
ledigen tekst van het verdrag te zien, alvo
rens een bindende meening uit te spreken.