chade M JT Blad. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN Ho. 16131 8Sa Jaargang No. 81 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen FEUILLETON. 4 ten lier Woensdag 21 April 1926 DE MAANSTEEN bergam NIEUWE] BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BOpEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPEUJE, ;RKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. Droogmaken of niet. VERKERK. Gouda, 7 April 1926. Den Haag- nader f u gespro- >UDA. uit 3. 5. 6- 7. i i* i i Spannend romantisch verhaal - van WILKIE COLLINS. Zuinigheid is deugdzaam, Maqr vooral, ziet toe, Dat die deugd toch nooit i Oierig worden doe. Geen progressie in de Grondbelasting. (Het Handel sblad" van 7 April j.l. (Avondblad) wydt een hoofdartikel aan onze grondbelasting en pleit voor herzie ning der jvet, met als grondslag, pacht waande óf verkoopwaarde met toepassing van progressie. De schrijver betoogt, dat wanneer de zaak op practische wijze wordt aangevat, deze binnen zeer korten tijd op weinig kostbare wijze kan plaats hebben. Mag ik even opmerken, dat deze zaak niet zoo heel eenvoudig is, als de geachte schrijver denkt. By de Wet van 2 Mei 1897 werd besloten tot herziening der belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen. Eerst in 1908 vond men voor het eerst de resultaten hiervan op het aanslagbiljet, alzoo ruim tien jaar duurde de zaak. Eene herziening van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigen dammen zal nog langer duren, omdat het aantal perceelen veel grooter is. Zoo zijn in Zuid-Limburg de kadastrale perceelen in doorsnede maar circa 15 Aren. Naar ik verneem bedroegen de kosten der herschatting van de gebouwde eigendom men ruim één ntillioen, zopdat eene her schatting van de ongebouwde eigendommen thans minstens twee miiUioen zal kosten. Die zeer korten tijd en weinig kostbare wijze zal men dus wel een beetje eng ruim moeten opvatten. Dat de Wet ongelijk werkt, zal een ieder moeten erkennen, maar dat de Wet door zijne langdurige, grootendeeLs ongewijzigde, werking, wat betreft de ongebouwde eigen dommen practinch eene grondrente is ge worden, zal men niet kunnen ontkennen, omdat sedert de laatste herziening der huur waaide der ongebouwde eigendommen van 1893, nagenoeg alle perceelen van eigenaar zijn veranderd. Gaat men alzoo het onroe rend bezit verzwaren, dan behoort men ook het roerend bezit te verzwaren door invoe ring van een effectenbelaating met ophef fing van het bankgeheim. Hierdoor zou men het verstoorde evenwicht tusschen directe en indirecte belastingen nog meer vengroo- ten. Zoo bedroegen van 1901 tot 1910 de di recte belastingen 25, 86 van het Staats- inkomen tegen in 1923: 43.52 Het idee van den schrijver om de hoogere grondbelasting alleen van nieuwe eigenaren te heffen, werkt onvervreemdbaarheid, in de hand, hetgeen strijdt met de economie en het beginsel van ons burgert yk wetboek, Erg practisch lijkt mij de regeling niet, als b.v. één perceel behoort aan één eigenaar en twintig nieuwe mede-eigenaren elk voor oen verschil tend deel, zooals met het nieu we erfrecht al heel gemakkelyk kan voorko men. Het hoofddoel van den schrijver is echter gericht op de in te voeren progressie. Nu is het begrip progressie oftewel belas ting naar draagkracht zoo langzamerhand geworden eene volksleuze. Nu zijn volks- mij alles nog zx*er goed herinnerde Maar waartoe zou zulke op dat oogen blik gediend hebben Hoe kon ik baar zeggen, dat hetgeen zij toen tot mij gwproki&n had, mij had verwon derd en bedroefddat ik het toegeschreven aan den toestand geesteso vers pawling, waarin zij keerde dat ik zelfs GOUDSCIIE COURANT. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda «n omstreken bahoorende tot den bazorgkrin» 1—5 regels 1JO, elke regel meer f026. Van buiten Gouda en den bezorgkring 15 regels f 1 56, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 23 bijslag op den prijs. Liefdedigheids-advertentiën do helft ven den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regel* ƒ205, elke rogel moer ƒ0.63. Op de voorpagina 50 booger. Gewone adrortcntiln en ingezonden mededoelingen bö contract tot seer gereducoor den prijs. Groots lettere en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuMchenkomet van «oliede Boekhan delaren, Advertentiebureau! en onze Agenten en moeten daags vóór do plaatsing aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd to zfln. mijn hart soneurea^', zeide zij. ,,Gi> kun^. u verlaten op die schandelijke zwakheid, welke slechte tegen wor stelen kan op deze w jze." Eensklaps liet zij maj los. Zij sloeg haar handen ineen met een gebaar van wanhoop. ,.Elke andere vrouw zou voor zijne aanraing terugh ui veren”, riep zij uit. ..Helaas, ik veracht mij zelf nog die per, dan ik hem veracht.” l.»e tranen sprongen mij in de oog en. wat ik er t^gen doen mocht. Het was te verschrikkelijk om langer te ver duren ..Gij zult weten, «fat gij mij onge lijk hebt aangedaan”, zeide ik. „Of gij zult mij nimmer terugzien.” Met deze woorden verliet ik haar Z'j sprong op van den stoel, waarop zij zich een oogenblik had la*en neer val’en. en volgde nrj door de andere kamer met een laatste uitdrukking vaj^ verteerfenng bil het afsche’d nemen.j ..Fratolïn. Ik vergeef u D Frank lin. Franklin, wij rollen e’,’An'*er niet wederzien Ze?. crij nrii vergeeft. Ik wendde miin gehat tot hw op dat rij zou kunnen zien, hoe ónmoge lijk het mij was te sproten. Ik wuif de haar met de hand toe en zag haar, onduidelijk, als in een vtzioen. door mijne tranen heen die zich niet meer lieten weerhouden (Wordt vervolgd). ABONNEMENTSPRIJS: par kwartaal 2^5, par week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal f 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per poet per kwartaal 8.15 wet Zondagsblad f 8.80. Abennementen worden dagelijks ajuxganoman aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, hü onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zjjn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int. 82; Redactie, Tel. 83. leuzen zeer gevaarlijk, omdat ze vaak niet begrepen worden. Vraagt men aan een een voudig man, wat bedoel je met belasting naar draagkracht, dan krijgt men vaak al» antwoord: Hoe meer inkomen, hoe meer be lasting. Hieruit blijkt, dat hy van de ge- heele leuze niets begrijpt. Vefrtelt men dan aan zoo iemand b.v., dat men m Amsterdam bij f 1000.inkomen 9.45 gemeentebelas ting betaalt en bij 10.000.inkomen niet 10 anaal zooveel, maar ruim 50 maal zoo veel of f 522.45, dan is zjjn antwoord: Dat heb ik nooit geweten, dat ia toch wel ge noeg. .Die leuze van progressie ia m.i. al veel te ver doorgevoerd. Zoo hebben we thans: 1. Progressieve Rjjksinkomstenbelasting. 2. Progressieve Gemeente-inkomstenbe- lasting. Progressieve Verdedigingsbelasting Ib Idem. Idem II. Progressieve Successiebelasting. Progressieve Personeele belasting. Progressieve Gemeentelijke opcenten op die Personeele Belasting 8. Progressieve Schoolgelden. 9. Progressieve Rioolbelasting. 10. Progressieve Tarieven voor het afma ken van honden en katten (Gemeente Gouda). Voorts zijn nog progressief in hun tarief’, de dokter, de chirurg, de tandarts, do zie kenhuizen enz. De fout is m.i. geweest, dat men bij het vaststellen van de verschillende progressie ve heffingen niet gezien heeft naar dé reeds bestaande progressieve heffingen, anders zou men wel tot de conclusie zijn gekomen, dat men behalve uit bolsjewistische en so cialistisch oogpunt reeds veel te ver gegaan is. Een progressieve grondbelasting zou wer kelijk do maat doen overloopen. De werking ervan zon veel erger ayn dan die van de zakelijke gemeentelijke bedrijfsbelasting in 1921. Omdat de belasting izakelyk is, zou een zware hypothecaire schuld geheel ge negeerd moeten worden, bedrijfsverliezen evenzoo, het boschbezit zou nog meer be dreigd worden. Zoodanige wet zal nooit het Staatsblad zien. Volgens schrijver is’ gemakkelyk een systeem in het .leven te roepen, waarbij het gestelde doel ie te benaderen zonder al te veel administratieve rompslomp. Dit ontken ik ten stelligste. Als schrijver eens een middag zou willen zoek brengen op een hy- potheekkantoor in Branbant of Limburg, dan zal hij wel tot andere gedachten komen- De juiste oppervlakte van iemands grond bezit te weten is vaak zeer moeilijk. Het komt veel voor, dat een eigenaar in Brabant of Limburg vast goed bezit in meer dan 5 verschillende gemeenten. In elke gemeente heeft hy een leggerartikel, in het eene is hy gerechtigd voor het geheel, in een ander De volgens den schrijver te verwachten meerdere splitsing van het grootgrondbezit komt er even zoo goed zonder een progres sieve grondbelasting, de publieke verkoopin- gen van landerijen, vaak om de hooge suc cessierechten te kunnen betalen geven hier van wel het bewys, terwijl met de Land- arbeidswet reeds uitstekende resultaten zjjn Verkregen. ken viel zij uit met toenemende gramschap, zoudt gij voor uw volgend leven met schande bedekt zijn gewor den. Als ik u mijn meenang had ge zegd, zonder andere getuigen, zoudt gij alles hebben ontkend, gelijk gij thans doet. Denkt güj. dat ik u geloofd zou hebbetn Zoudt gij aarzel ei/te liegen na hetgeen ik van u gezien had Ik herhaal het u nogmaals het stuitte mij tegen de borst, u tot een leugenaar te maken, na de vreeoelijke ontdek king, dat gij een dief waart Gij hebt over deze zaak gesproken, alsof e: sléchts een klein misverstand bestond dat gemakkelijk uit den weg kon ge ruimd worden.' Nu goed, het misver stand is opgehelderd. Is het nu goed? Neen I Het is alles nog. gelijk hei ge- weest is. Ik geloot u thans nog niet Neen! Niets van allee, wat gij mij ver teld heb Gij hebt den diamant gesto len. Ik heb het zelf geeien. Gij hebt de politie tot onderzoek aangezet Daar ben ik zeker van. Gij werpt de verdenking uwer schande dank zij mijn onverantwoordelijk stilzwijgen op een onschuldig man. Gij vlucht met uw buit naar het vasteland. Na al de ze laagheidi, was er nog slechts ’één ding, dat gij nog kan doen. Gij komt hier met een laatste valschhéid on uwe lippen gij komt hier, om mij te verwijlen dat ik u ongelijk heb aan- 105) - Gij dreef uwe onbeschaamdheid zelfs zoo ver om mij te durven vragen, met u te bespreken 't verlies van den diamant, i«n gij zelf hadt gestolen, die zich al dien tijd in uwe handen bevond. Na da| bewijs van uwe afschuwelijke valschheiü scheurde ik <ien brief in stukken. Maar toen zelfs nog. ter wijl ik bijna krankzinnig was van op gewondenheid van wege het gezoek en gevraag van den politiebeambte. gij hadt geroepen, toen zelfs kon u Qpg niet geheel en al opgeven Ik zeido tot mij zelve „Hij heeft co- roedie gespeeld voor iedereen in het huis laat ik beproeven, of hij dat voor ook kan vol houden. Iemand deet- de mij mede, dat gij op het terras was Ik deed' mij zelf geweid aan on met u te spreken. Zijt gij verge ten. wat ik gezegd heb?” ik had kunnen antwoorden, dat ik ze er niet minder onder lijden, wanneer men zonder eigenlyk inkomen een 32.inkom- stenbelasting moet betalen! Niettegenstaande dit alles zal het een be- wjjs van juist Overheids-belaid geacht moe ten worden indien zóóvele gelden worden beschikbaar gesteld, dat het werk op een zóódanige schaal wordt uitgevoerd die on der de heerschende omstandigheden de meest rendabele zal kunnen zjjn. in zijn repliek herhaalt Dr. Zuidam na- drukkelyk: dat waarschijnlijk de molen aan het Reeuwyksche sluisje het gevaar had voorkomen. De beschuldiging op zyn zachtst genomen, het ernstige verwijt aan het adres van het Reeuwyksche polderbestuur, komt hierdoor toch wel in een heel vreomd licht te staan, op grond van een ampele moge- lykheod zal men maar niet direct het schul dig mogen uitspreken. Dat echter, zelfs deze mogelijkheid niet bestaan heeft zal uit het volgend betoog als eenigstHmogelyke con clusie, onontkoombaar aanvaard moeten worden. Wanneer men er toe ovengaat de bema- hngstoestand van verschillende polders met elkaar te vergelijken, zal naast de capaciteit van het maalwerktuig, by oppervlakkige be schouwing, de te bemalen oppervlakte zich als een der beslissende factoren direct aan ons opdringen. By een eenigazins dieper gaande beschouwing biyken echter de op- voerhoogte ,en wel de gemiddelde, dat is dus 't gemiddeld verschil tusachen de stand van het polderwater en die van het water waar op de polder uitslaat, alsmede de kwel dat is het water dat onder de ringdyk in den polder doordringt, en lekyvèter dat is water dat door den dijk lekt 4TR dwo e® lichte slechte specie gemaakt is, water afkomstig uit wellen, sluiswater en nog eenige andere die hier minder van belang zjjn, een niet minder omvattende beteekenis te hebben, vooral dan de drie eersten. Indien over al deze verschillende faktoren geen gegetipns bekend zijn, althans geener lei aanwijzing gegeven wordt voor beide polders, is de on derlinge beoordeeling hunner bemalingswy- ze buitengesloten. Het is duidelijk dat in dien water 2 M. hoog moet worden opgv voerd dit oninstens 2 x zooveel arbeid zal vereischen, als een opvoerhoogte van 1 M.; de gemaakte vergelijking met de vyzehno- len van Beneden-Haastrecht is dus volko men waardeloos. En gaan we ook al deze omstandigheden in aanmerking nemen dan valt ze zeer in het nadeel van Polder Reeu- wjjk uit, ieder kent de groote verschillen in binnen- en buitenwaterstand aan het Reeu wijksche sluisje; over de groote kwel gevolg van de doorlaatbaarheid van de veenlagen en de geweldige Ifjc tengevolge van de ge ringe soliditeit van de afsluitende dammen, over de vrij drukke scheepvaart en dus nood gedwongen inlaten van veel water aldaar zal ik niet behoeven uit te wyden het is alles te óvertiekend en dat verder bijvoorbeeld bij het zwemmen in de Plassen, de aanwezig heid van talrijke wellen aan het koude on inslapen? Zjjt gy at U alles te veel an hoofdpyn; aan zyt gy prikkel de! y'k dien vjjand rt” middel dat U dit reeds onder- onvervatechte landbouwpractici mogen on dervinden I En zal men ook niet een keer mogen be denken dat de veel-gesmade ingenieurs mede de oorzaak zyn, dat we baden tm da ge niet als heele of halve-wilden, met knots of speer gewapend ter jacht trekken in de Germaansche Oerbosschen, en dat de niet minder gesmade kuituur de oorzaak ge weest is van de uitbreiding van een aantal echte natuurelementen, zooals bjjv. verschil lende vogelsoorten Maar ter zaloe: Bij een droogmaking als de Vettenbroeksche zoowel als by die van het geheele Pkassen-complex, zal men zich niet op de allereerste plaats moeten afvragen in hoeverre een groep van boeren voordeel hierv'an heeft, maar in welke mate, door dit droogmaken een algemeen volksbe lang gediend- «al worden. Dat verder op een grond van uitstekend^ kwaliteit, de aan wending van kapitaal eerder geoorloofd is, dan op een waarvan Dr Z. zelf schryft: arm als de kraaien, zal wel niemand kunnen orft- kennen. Welke .beide feiten ons onverbidde lijk tot de conclusie dry ven: Zelfs indden het den boeren in het toekomstige Vettenbroek eens bizonder goed zou gaan, de kapitaal- aanwending voor de weer-drooglegging van deze polders niet gerechtvaardigd is indien niet tegelijkertijd de bemalingstoestanden van deze gronden een zeer belangrijke ver betering hebben ondergaan. Dat hiervoor nog al een en ander noodig zal zyn heb ik reeds vroeger uiteengezet, het blijkt ook we) uit de uitspraak van Prof..M. F. Visper 1. i- e?n van onae beste polderdeskundigen„Vet tenbroek is de beroerdste polder van heel Nederland." Uit dit oogpunt konden de droogmaking van alle Plassen en nog tal van andere werken wel eens economische noodzaak worden. Van de zware druk die de belastingen op het Nederlandsche volk uitoefenen, zyn, het is misschien niet algemeen bekend, ook onze hedendaagsöhe studenten niet verschoond gebleven, en waar nu in onze moderne tyd, ook velen met zeer geringe financieele capaciteiten door middel van academische studies trachten vooruit te komen zullen de- ttad van ver een oogenblik had getwijfeld, of hel verlies van net juweel voor haar wel roo'n geheim was als voor de overigen, doch dat zelfs geen straaltje van de waarheid tot mij was dóórgedrongen ,,Gïj hebt er misschien belang bij, te vergeten ik wensch radj te herin neren' ging zij voort. ..Ik gaf u de eene gelegenheid na de andere om de waarheid te beketnnen. Ik liet niets onbeproefd', behalve dat ik u niet in ronde woorden mededeelde, u den steen te hebben zien wegnemen. En alles, wat gij deed1, was mij met voor gewende verbazing aan te zien, met een gemaakt onnoooej gezicht, juist gelijk gij mij vandaag hebt aangeke ken. Toen ik u dien morgen verliet, kende ik u voor hetgeen gij werkelijk zijt, een ellendige, zoo valsch van aard als er één op de wereld leeft. „Indien gij toen ter tijd ronduit ge sprotten had. Rachel, zoudt gij hebben ingezien, dat gij een onschuldige wreed had verongelijkt.” ..Als ik tot anderen had gedaan. Indien ik nog een oogenblik langer was gebleven, weet ik niet, welke woorden mij eouden kunnen ontsnapt zijn., waarover ik later spijt zou heb ben gevoeld. Ik ging langs haar heen en opende de deur voor de tweede maal. Nog eens echter vatte zij mij bij den arm. terwijl hare drift haar geheel scheen te overmeesteren. Laat nrij gaan. Rachel nep ik uit. ..Het zal beter zijn voor ons bei den. Laat mij gaan.' Haar borst ging snel op en neder rij ademde met stuipachtige schokken, terwijl zij mij bij den uitgang tegen Meld. ..Waarom zijt gij hier gekomen vroeg zij met wanhop gen aan I rang ..Waarom) zijt gij hier gekomen Zijt gij bang, dat ik u zal verraden G zijt thans rijk gij hebt een hooge piaa-'s in de wereld gij kun’ de voor naamste dame van het land huwen zijt gij bevreesd, dat ik -de woorden zal spreken, welke ik nog tot niemand dan to: u gewit heb? Ik kan het niet Ik kan u niet aan de schande prijs geven. Ik ben. zoo mogelijk, nog slech ter dia» gij zelf zijt.” Stokken en tranen braken hare woor den af Zij onderdrukte ze met ge weld Zij hield mij nog steviger vast ,.Ik kan u thaqg zelf» nog niet uit voor de helft in een derde voor een achtste, voorts is hy somwijlen Ztede-eigenaar v»or een aantal firen of centiaren in een onge splitst perceel. Met een tiental aanslag biljetten gaat hij dan onderscheidene ont vangers met een bezoek vereeren. Voorts zyn by het Kadaster meestentijds-de sloo- ten niet afzonderlijk opgemeten Mjjn conclusie als insider is alzoo, dat een progressieve grondbelasting theoretisch onjuist en practisch onuitvoerbaar is. De polders Mettenbroek en de Broekvelden en de Reeuwljksche en Sluipwijksche Plassen Enkele cijfer». IV. Met een heftigheid, dia eenigszins vreemd aandoet vpor „een practicus, en ouder man die ook andere kanten dan den theoretisehen ziet" gaat Dr. W. Zuidam, tekeer tegen en kele opmerkingen, die ik naar aanleiding van zijn ingezonden stük over „Droogma king van de Reeuwyksche Plasaen", te de zer plaatse gemaakt heb. Tot nu toe, heb ik steeds gemeend, dat bezadigdheid bij de be schouwing van theoretische zoowel als van uiterst practische problemen, als eerste- vereischte aanwezig dient te zyn; en, waar ik ook in de toekomst aan deze stelregel hoop vast te houden^ zal hy my tot leid draad strekken wanneer ik er hier toe over ga, Dr. Zuidam’s repliek aan in onloochen bare cyfers vastgelegde feiten te toetsen. Men zal van my niet ^erlangen, dat ik inga op‘de .enkale persoonlijke op- ent het fegtmMzóówel ia. al* buiten Gouda voldoende bekend, zoodat ze op geenerlei wy-ze afbreuk zullen kunnen doen op hetgeen door my naar voren is, en wordt gebracht. Men denke verder slechts eens aan het stof dat de actie tot behoud van zeker natuurmonument heeft doen op waaien. Wanneer echter in: En dat zullen alle theoretici van de Wageningsche Landbouw school mij niet uit het hoofd redeneeren, on ze hoogste instelling op het gebied van het landbouwonderwijs, als zoodanig, wondt aan gevallen wil ik, weliswaar ten overvloede, met een greep uit’onze naaste omgeving, het oordeel van onze Zuid-Hollandsche boe ren over deze z.g. theoretici nog eens nader demonstreeren. Dezer dagen verscheen het: Verslag van de werkzaamheden van den Ryks-Zuivel- consulent voor de prov. Zuid-Holland te Gouda over 1925, waarin, onder meer, te lezen is, dat 267 kaasboerderijen werden bezocht omdat daar advies gevraagd was, dat het aantal personen dat den Rykseuivel- consulent bezocht in 1925 tot 419 steeg ©o dat de gehouden voordrachten door 1515 boeren en boerinnen werden aangehoord. Een enkel staaltje van de ruime mate van waardeert ng die de landbouwkundigen der Wageningsche hoogeschool van de zijde der

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 1