nieuws
WAV
WAV
WW?
do. 10235
A. BRINKMAN ZOON
Dit blad verschi
FEUÏELE1
DOOR GOUD VI
BERGAMBACH'
NIEUWERKER]
SMAAKVOL
DRUKWERK
BINNENLAND.
In ieder huis, waar de
schept in het bijzijn zijm
vrouw in het bijzijn i
heerscht volkomen geluk
G
DAMRUBRIEK
Onder redactie van de Damclub „Gouda”,
Secretaris Steynkade 27, lokaal der club
Markt 49.
Een veel bewogei
Roman uit het 1
van
Miss E. BRAD
abonnementspr
pey kwartaal 2.90, pe
Franco per post per In
Abonnementen worde
bij onze agenten en loc
Onze bureaux zijn dï
Redactie Telef. 83. Pos
gedaan met hun domein, dan trekken ze
naar ongerepter oorden en dan staat er in
de Goudsche Avifauma: „broedde in 1926
vlak by Gouda, komt thans hier niet meer
voor”, ’t Is echter te hopen, dat dit nog
lang moge duren, dat nog lang daar ten
Noordiwi van Gouda de pliassen zullen lig
gen in al hun gtooteche pracht en dat wij
nog lang deze fraaie wonderlijke dieren in
hun prachtige omgeving kunnen bespieden
en nagaan.
Werkelyk:
Inhere is romance enough at home,
without going half a mile for it,
only people never think of itt...
(Dickens.)
M. PEETERS, G. O. C.
Gouda, 13 Aug. 1926.
er dan ook maar twee grypen om te ringen,
de andere Idrie lieten zich niet verschalken.
In 1923, en 1925 dedeen wy geen
apenwaamemingen; wel broedden
gens opgaaf (van Dr. W. Zuydam elk jaar
vveer op de „Roei- en Zeilplas”.
jaar
wouw-
ze vol-
dere buitenlandsche toeristen naar ons land
brengen. Op dit punt heeft de practyk de
verwachting voor dezen zomer bevestigd,
want enorm is nu de belangstelling in het
buitenland, die voor ons land en met name
voor ons mooie Scheveningen, bestaat. Ei
ken dag brengen de treinen dan ook hon
derden vreemdelingen naar onze centra en
badplaatsen en mag men hun uitlatingen
steeds serieus nemen, dan is de verwachting
voor de uitstapjes naar Holland steeds l)pog
gespannen.
ma-
van een water-
van na-
aantrekkelykheid tot het zandbad,
ziet ize daar* geregeld van gebruik
maken en (het is niet noodzakelyk dat de
kloek het ze voordoet of leert, want ma-
chinekuikens «(ju er even bedreven in als
natuurkuikens.
De Volkenbond, ’t ideaa
1 van verbroedering van de r
laatsten tyjd nog wel eens
dan vrede en vriendschap 1
onderling.
De toelating van Duitse,
van het verdrag van Loc
i tweespalt in de gelederen
niet is verdwenen en zelft
van Brazilië heeft tengevoi
Een ander conflict, gere
Volkenbondsleden onderlip
den onze lezers uiteenzette
Door de vergadering var
is indertijd 'besloten tot he
commissie, die een plan v
zou voorbereiden. Op dez
conferenties zyn echter zu
de meeningen te voorschy
men met alle 'bespreking^!
eenparig aanbevolen voon
kenbondsvergadering zal k
Welke zijn nu de' moei!
men in Genève is gestuit?
In de allereerste en vo
iis dit de kwestie der con.tr
pening. Frankrijk had in i
j gesteund door België, Pol'
Entente, betoogd, dat er e
commissie moest komen, o
oefenen op de stand dier o
verschillende landen. De
de ontwapeningscommissie
sche standpunt, maar
L groote tegenvaller de ir
ten, met name, Engeflar
R Amerika, Zweden en Chili
E er tegen en daar de versa’
r weg te nemen, zal nu een
een miiwierheidsrapport wo
Ondertusschen wordt me
Volkenbondsgepraat beu er.
kaansche waardeeringsther
fe Volkenbond toch nooit veel
j staan dan 0 graden, is di
i Coolidge met zyn minister
sche zaken Kellogg aan h(
- gaan en heeft laatstgenoe
een rede gehouden, waaimi-t
waartoe de Amerikaanse
E hebben geleid. Kellogg wil
van internationale control^
voering van een overeen]
„behoort af te hangen van
en eerfned voor de verdrag
Nu een ander point van
Volkenbondskringen. De
alle 'kwesties die zich bij oi
doen eerst vast formuleerei
ren zyn vastgesteld, zegge
daarnaar een plan voor oi
stellen, dat op ieder land
toegepast kan worden,
meer van afdbend handelei
ffen: „<t Vaststellen ven zo
ONS PLUIMVEE.
Zandbad.
Om hoenders, fazanten, patrijzen in hun
gevangen staat het leven op den duur mo
ge) yk te maken en zooveel mogelijk aan te
passen aan hun aard en karakter, is het
noodig ze voortdurehde beschikking over of
gelegenheid te. geven tot ’t nemen van 'n
zuiver zandbad. Met ’n kennelijk genot
maken zij met enkele beenslagen een soort
kuiltje, rollen er zich in, de veeren zooveel
mogelijk opgezet zoodat de zanddeeltjes er
flink tusschen gewerkt worden, woelen en
schudden zy zich dat het een lust is. Als
een poos (lang dfit spelletje geduurd heeft,
staan ze op, schudden zich flink uit, zoo
dat alle zanddeelen worden weggeslingerd
soms tegelyk met eenige op het vogel-
lichiaam huizende parasieten. Het ligt in
den aard der zaak dat het zand goed droog
is, «zooals het bijvoorbeeld op het strand
en in de dunnen wordt aangetroffen. Droog
rivierzand is eveneens best en bijvoegsels
als alsch zijn heelemaal onnoodig, maar
kunnen er in sommige gevallen een deel
van uitmaken. Grove stukken steen hooren
in een goed zandbad niet thuis. Het zand
bad moet overdekt zyn, zoodat ook in den
winter en bij alle weersgesteldheid er ge
bruik van gemaakt kan worden. Het is aar
dig om te zien hoe in een goede stadsren
in het hartje van den winter van het zand
bad gebruikt wordt gemaakt en hoe aan-
stekelijk deze liefhebberij bij kuikens en
kippen schynt te zyn. Vaak merkte ik op
hoe by zeer makke dieren het al voldoende
is met de hand een kuiltje in het zand te
maken om ze aan het baden te kry'gen. Zoo
lang hoenders lust hebben in het zandbad
kan men wel aannemen, dat ze gezond zijn.
By ongesteldheid of ziekte wordt er niet
aan gedaan. Onze duiven daarentegen ne
mén nooit een zandbad, maar moeten juist
de gelegenheid hebben een bad te nemen in
frisch water. Dit is voor hen onmisbaar,
zooals het ook noodig is voor onze kooi
vogels. Ook zyn er nog gevederde gasten,
zooals de musschen, die zoowel gebruik
ken van een zandbad als
bad. Zelfls kleine kuikens hebben
ture
imen
Prof. mr. J. Simon van der Aa.
Naar het Groninger Dagblad verneemt, is
de Internationale Penitentiaire commissie
voornemens een permanent bureau te Bern
in te richten en prof. mr. J. Simon van der
Aa, hoogleeraar te Groningen, te benoemen
tot secretaris-generaal van dat bureau. Zoo
als men weet, heeft genoemde hoogleeraar
op internationaal penitentiaire congressen
zich by zonder onderscheiden en viel hem
eenigen tijd geleden de eer te beurt in ver
band daarmee door den Engelschen Koning
te worden benoemd tot Knight.
Duitsch bankpapier.
Herhaaldelijk wordt getracht roodgestem-
pe^le, gedeprecieerde Duitsdhe bankbil
jetten van 1000 mark in Nederland te
plaatsen, onder voorspiegeling, dat ten
aanzien van dit papier waarschijnlijk nog
gunstige valorisatiebepalingen te wachten
zullen zyn.
Naar aanleiding hiervan wordt mee
gedeeld, dat het Departement van Finan
ciën van officieele Duitsche zijde bericht
heeft ontvangen, dat blijkens beslissing van
het Duitsche Reichsgericht de valorisatie
van zoodanig bankpapier in laatste instan
tie van de hand gewezen is.
De Zuiderzeewerken.
Het volgend telegram is gezonden aan
den Minister van Waterstaat:
„Naar aanleiding van geruchten, die blij
kens nadere informatie waarheid bevatten,
worden onderhandelingen gevoerd over be
langrijke werken voor den afsluitdijk der
Zuiderzee met een op te richten naamlooze
vennootschap, waarbij eenige aannemers
mede dóór inbreng van bagtgermaterieel
zullen zijn betrokken.
Het bestuur der afdeelimg Gorinchem van
den Nederlandschen Aannemersbond' ver
zoekt Uwe Excellentie beleefd doch drin
gend, uwe medewerking daaraan niet te
verleenen, zoolang niet gebleken is, dat een
andere oplossing mogelijk is.
Onze leden beschikken over vijfenveertig
baggermolens, negentien profiel- en bak
kenzuigers, acht elevatoren, dertig sleep-
booten, honderdtien zuigbakken, zestig on-
derlossers, vijftig zolde/bakken, veertig
zandbakken, woonarken, volksarken, stooin-
kranen, drijvende bokken en divers spoor-
materiaal, alsmede een staf van personen
met ruime ervaring op waterbouwkundig
gebied. Zij stellen er prijs op, niet op eeni
ge wijze te worden uitgesloten, hetzy van
mededinging, den wel beschikbaarstelling
ook van hun materieel voor de te maken
werken en verzoeken dringend uwe mede
werking.”
Aan den directeur-generaal der Zuider
zeewerken is een telegram van dezelfde
strekking gezonden.
Fietstocht.
Clinge Doorenbos dicht in de Telegraaf:
Pa en Ma, op nieuwe fietsen,
Gaan de stad uit, eensgezind;
Beiden met den wind van voren
En van achteren een kind.
Op het stuur een mand met broodjes
En een groote flesch met melk,
Vier bananen, aipenoten
En een zes-cents-reep voor élk.
Ma rijdt door het stop-signaal heen
(Een kruispuntig stop-agent)
Vader moet zyn naam opgeven,
Want hy bromde: lamme vent,
’t Hengsel van het broodjesmandje
Breekt door ’t schokken in een kuil,
Vader reinigt de kadetjes
Met zyn zakdoek. (Was toch vuil).
Ma vraagt na vier kilometers:
Is ’t nog vèr, naar Muiderberg?
Pa, die dóórzet, schoon hy dóórzit,
Antwoordt opgewekt: niet erg.
Nog drie kilometers verder
Rydt Ma aan den linkerkant,
Auto drukt haar claxonhonend
In het mulle, rulle zand.
By het slippen breekt de mdkflesch,
Héél haar zwarte rok is wit,
Pa merkt, dat een rechterbroekspijp
(Van Pa) in den ketting zit.
Duizend meter Voor het einddoel
Wil het jongste kind er af;
Daar hij zulks te laat gevraagd heeft,
Krjjgt hy geen banaan voor straf.
Pootjeébaden totdat ieder
In een glasscherf heeft getrapt,
Dan het collectieve beenwerk
Met den zakdoek drooggelapt.
73) ---
-•Het huwelijk mitste..
Sir Aubrey deal tijdi lat-
échten te ver anderen,
sclientijd te sterven. Ne
Sir Aubrey niet lang v>
niet zoo dooni zijn on
8le| te spreken.”
Sylvia zuchtte, dacht
no°?ens verbonden aan
van armoede tot rijkdo
wi0rp zioh. Zij zette ha»
verwijderde zich om e<
ooor t0 brengen te mid
pers zijde, en patronen
spelden, waarmee Mairy
«K vertrekje als bezaa
zij heel druk ha
Roede Mary Peter er w
ais zij van die nieuwe
ne? E,. wafi aJ zoovoe
GEMENGDE BERICHTEN.
Het grensverkeer.
Uit den Gelderschen Achterhoek schryft
men aan de A. Ct.:
Er wordt den laatsten tijd sterk gewaar
schuwd tegen het overschrijden van de
grens zonder pas, waardoor de indruk wordt
gevestigd, dat van Duitsdhe zyde by zonder
scherp wordt opgetreden. Weliswaar is voor
een reis naar Duitschland nog een buiten-
landsch paspoort noodig, doch dat neemt niet
weg, dat ook nu nog aan de grens over en
weer een zeer gemoedelyke verstandhouding
heerscht en het is goed even vast te leg
gen, dat men op Duitsch gebied buitenge
woon voorkomend wordt bejegend. Het klei
ne grensverkeer ondervindt absoluut geen
moeilijkheden en dat men nu daarvan een
zeer druk gebruik maakt, bewyzen de dui
zenden Duitsche toeristen, die aan de Hol-
landsche grensplaatsen bezoeken komen
brengen en Montferland met omgeving dan
ook geregeld aandoen. Omgekeerd krijgen
de Hollandsche grensbewoners onophoude
lijk gelegenheid goedkoope uitstapjes naar
de Duitsche overburen te maken, alwaar in
plaatsen als Emmerik, Kleef en omgeving
geregeld sportfeesten worden georganiseerd.
Vooral wedrennen te paard en per rijwiel,
alsmede vliegdemonstraties trekken kolos
saal veel bezoek uit ons land en er is we
der dezelfde aangename omgang over en
weer alsof men nooit oorlog en passen heeft
gekend.
Dat ook in het groote internationaal ver
keer buitengewone vooruitgang is te bespeu
ren, bewyzen niet enkel de in grooten ge
tale naar Nederland komende Oostenryk-
sche en Duitsche zakenlieden, die men da
gelijks te Emmerik met hun monsterkof-
fers naar ons land kan zien trekken om de
oude handel srelatiën weder aan te knoopen,
doch het zijn vooral de lange D-treinen,
welke met duizendtallen de Duitsche en an-
Probleem No. 376.
Ziwart schijven op: 1, 12/14, 16, 17, 19,
23, 24, 39.
Wit schijven op: 26/28, 30, 32, 33, 35, 38,
39, 47.
Oplossing van Probleem No. 371.
Wit speelt 35—30, 34—29, 28—23, 38—83,
32—1, 1 49.
Oplossing van Probleem No. 372.
Wit speelt 27—22 fzw. 23—29 gedw., op
20-24 of 25 wit 27—18 en 38—32), 34 23,
23 gaat tot 4, ziw. 20 tot 49 of 50.
Wouwapen.
In de dichtste rietpollen van de Reeuwijk-
sche- en Shiipwijksche Plassen, in ’t wilde,
woeste moerasstruweel, waar de gele we-
derikken en de roode wilgenroosjes om 't
hardst om den voorrang strijden, waar me-
terftioog koninginnekruid en melkeppe elkaar
verdringen, daar, in de mooiste hoekjes van
on&e mooie omstreken, huizen geheimzinnig
deze in levensgewoonten en manieren zoo
buitengewoon interessante vogels. Niet veel
streken van ons vaderland is het gegeven
de schuwe, kleine butoortjes te herbergen;
zelfs het beroemde Naardermeer, eigendom
van de Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten in Nederiand, kan er zich niet
op beroemen, hoewel ze wel op de naby ge
legen Ankeveensche plassen broeden.
Al een paar jaar lang hebben de leden
der Gowlsche Ornithologische Club „Hirun-
do” geprobeerd iets meer te weten te ko
men van deze schuwe rietbewoners en dit
is lang niet gemakkelijk, aingezien bij die
schuwheid en zeldzaamheid nog komt hun
naehtelijke levenswijze, ’t Eerst werden we
op ’t voorkomen van deze vogels opmerk
zaam gemaakt, door ’t volgend bericht in
een der Goudsche bladen van eind Augustus
1920:
e e u w ij k. „Door den heer J. Slinger
„alhier werden tusschen het riet van de plas
„een nest met 7 jonge roerdornpen (woud-
„apen) gevonden, een groote bijzonderheid.
„Twee ervan worden door hem groobge-
„bracht met visch.”
Natuurlijk weid er door ons al dadelijk
ijverig uitgezien naar woudapen, zooals ze
officieel heeten en werkelijk, reeds den
llden September 1920 wajjen wij zoo geluk
kig een paartje van deze dieren te consth-
teenen op 'n eiland van den bekenden „Plas
van Stoflberg”. Ook 1921 gaf ons twee
waamentingsdata n.l. 13 Juli en 5 Septem-
,ber; maar daarbij bleef het; nesten wenden
niet gevonden. Ook 1922 begon ontmoedi
gend; overal werd gezocht, systematisch
werden groote rietgorzen afgezocht, didh-
te wildernissen doorwaad, maar alles tever
geefs. Wel weiden talrijke hhJf of by’na vol
tooide nesten gevonden, vele malen wenden
de mooie vogels gezien en des avonds klonk
duidelijk en helder over de in maanlicht
roerloos liggende plassen hun op kikkerge
kwaak gelijkende paringsroep (waaraan ze
hier hun naam wouwaap te danken hebben)
maar ondanks alles: ’n legsel van de kleine
roerdompen bleef tot de vrome wenschen
behooren.
Maar ook hier speelde het toeval weer
een rol. Op een klein onaanzienlijk en smal
eiland joegen we een prachtvogel op: ziwart
met groenachtige metaallglans was de
geelbruin de onderzijde, de vleugels
fraaie witte diekveeren, een wouwaap!
toen bleek ook waarom ze wouwapen
noonwl worden.
teruit, de veeren verliezen hun glans, de
dieren vermageren, staan treurig in een
hoek, verliezen soms enkele nagels of ge
ledingen van hun teenen, kunnen op het
laiatst zelfe niet meer staan en sterven aan
algemeene uitputting.
Wordt de besmetting vroegtijdig ontdekt,
dan is er nog wel veel te herstellen. De be
handeling komt natuurlijk aan op het doo-
den der parasieten, zoowel op de pooten
van het dier als op den zitstok zelf. Door
goed inwrijven met groene zeep worden de
korsten week, daarna afgewasschen met
lauw water, mits geen bloeding veroorza
ken. Nu begint onze hernieuwde aanval op
de mijten met creoline, hertshoomolie, peru
balsem, teer en ook nog zuivere petroleum.
Maar al deze stoffen gebruike men pas na
voorafgaande vermenging met olie, vase
line of eenig ander vet, gemiddeld vyf dee-
len vet op één deel andere stof. Eenige ma
len herhalen van deze bewerking zal altijd
noodig blijken.
- Zyn de aangetaste dieren minder kost
baar, dan zou afslachten aanbeveling ver
dienen en dit dan ook niet uitstellen tot de
vermagering begonnen is. Het vleesch kan
dan nog dienen.
Ook dit
was weer vrij gunstig voor ide wouw
apen. Alleneerst ondekte ons clublid, H. D.
Boot Jr. op de plassen waar de Roei- enq
Zeilvereeniging „Gouda” haar clubgebouw
heeft, ’n nest van den wouwaap d.w.z. op
19 Juni 11926 vond hij het begin van een
nest, dat echter ongeveer 1% week verlaten
bleef. W« begonnen reeds te denken aan
een speelnest of aan een hulpnest, zooals
meerkoeten en waterkipjes ze dikwijls bou
wen en die laten dienen als rust- en speel
plaatsen voor de jongen, tot by de controle
op 5 Juli echter bleek, dat de wouwapen er
een étage-woning van gemaakt hadden:
20 c.M. onder het eerste nest en 40 c.M.
boven het waten was een tweede nest ge
bouwd en hierin lagen ’n tiweetal eieren, een
aantal, dat op 10 Juli tot 6 aangegrooid
was. Op 21 Juli waren de jongen er, n.l. 4
stuks, 2 eieren waren, nog niet uitgekomen.
Op 28 Juli waren er 5 jongen en 1 ei; drie
jongen waren op het bovenste nest geklau
terd, de twee anderen, die kleiner en jonger I
leken zaten nog op de benedenwoning. Na
tuurlijk werden ze geringd.
Ongeveer terzelfder tijd wertf van ver
schillende kanten het bestuur der club er 1
opmerkzaam op gemaakt, dat aan den Plat-
teweg jonge wouwapen te koop aangeboden
werden. Aangezien zoowel ’t uithalen, als
het ten verkoop voorhanden hebben van
deze dooi- d^ wet beschermde vogels verbo
den i^ en tevens de wouwapen door het
steeds meer en meer in cultuur brengen van
woeste oenlanden voortdurend zeldzamer
wonden, werd de Nederiandsdhe Veretni-
ging tot Bescherming van Vogels gewaar
schuwd, en, dank zy de medewerking van
Rijks- en Gemeentepolitie kon op de jonge
vogels beslag gelegd worden. Daar zy ech
ter te jong waren om, aanstonds losgelaten
te worden, werden ze „uitbesteed” om, tot
ze groot genoeg zouden zijn, ,^>pgevoed” te
worden. Onder dit „opvoeden” werd ver
staan, dat het edele vijftal dagelijks onge
veer 1 K.G. witvisdh te verorberen kreeg.
In de natuur zijn de wouwapen echter niet
zulke vrs-ohverislinders; tusschen ’t riet ma
ken ze jacht op vliegen, muggen, torren en
kevers, hoewel ook niet verzwegen mag
worden, dat eieren en jongen van de kare-
kieten graag door de scherpgebekte movers
worden buitgemaakt. Verscheidene scheef
hangende geplunderde karekieten-nesten in
dc buurt van de wouwapenhuiöhouding wy-
een er op, dat ze op z'n tijd een eitje en ’n
jong vogeltje niet versmaden.
lEindelyk, 6 Augustus was de dag daar,
dat de pleegkinderen groot genoeg warei.
om zelfstandig de wereld in te trekken. Op
e«i eenzame plek, waar ’n ki-aggeneiland
stil te droomen lag midden in de zonover
goten plassen, waar geheimzinnig uitzien
de rietbosschen overvloed schuilplaatsen bo
den voor de aan hun lot ovengclaten jongen,
werd kalm hun hok geopend. Zachtjes be
hoedzaam slopen ze naar buiten in de typi
sche reigerhouding, kop laag tusschen de
schouders, de snavels bij elkaar eiken stap
vooruitpriemend, voorzichtig, de pooten
neerzettend. ’n Hand in hun nabijheid ge
bracht negeerden ze totaal, maar kregen ze
by het ringen even de gelegenheid, direct
werd een forsche houw in de richting van
ons gezicht, speciaal de oogen gelanceerd.
Draaiden we, als ze op den grond zaten,
langzaam om hen heen, dan draaiden ze als
maar mee, steeds maar hun oogen op de»
(denkbepldigen) aanvaller gericht. Daarvan
maakten we ook by het kieken gebruik, om
hen naar believen „en face” of „en profil”
te fotografeeren. ’n Typisch moment was
het, toen hoog in de blauwe lucht 'n witte
stern traag wiekte direct werden de halzen
gerekt, de hals- en borstveeren gingen om-
’hoog en ze staarden, staarden met hun
snavels opgeheven en volgden hem met hun
blik: de natuur riep. En ineens, daar verhief
er zich een hoog op de pooten, de vleugels
klapwiekten, een sprong- en... dkar ging hij.
Nooit had hij zijn vleugels gebruikt en nu
zeilde hy, eerst onzeker, maar dan steeds
vlugger en vlugger over de wondere we
reld ondei- hem, 't rietland in... de onbe
kende toekomst tegemoet. Ook de ander’n
stegen, de een na den ander op en nog lang
hoordén wy hun geritsel, als ze rondschar
relden in den rietzoom langs het eiland. De
eerste dagen lyden ze misschien honger,
maar dan geven ze gehoor aan de oerin-
stincten, die hen aanzetfoen tot vischvangst
en insectenjacht en als straks de trekeen-
den uit de Oostzee den naderenden winter
zullen aankondigen, dan trekken ze heen
naar het Zuiden, om straks, wanneer de
strakke voorjaarswind suist oveir onze wij
de, mooie plassen, terug te keeren en hun
diepe paringsroep te laten klinken in den
helderen maanlichten lentenacht.
Als ook hier echter de plassen worden
drooggelegd en ’t (dichte rietstruweel plaats
moet maken voor akkers, waar ry en ry
de bloemkolen staan, als in plaafs van ’t
donkere watervlak met zilverblanke water
lelies, gouden plompen en 'bronzen rietplui
men, glanzend 'groene weiden liggen te
blinken, dan zullen onze wouwapen onze
omgeving niet lang meer bewonen, dan is ’t
Kalkbeenen.
De kalkbeenen by hoenders, fazanten en
andere hoenderaöhtige vogels worden ver
oorzaakt door een bepaalde soort schurft-
myt, die op en tusschèn de schubben van
het loopbeen huist, op de kale, maar meer
nog op de beveerde beenen, zooals van Sa-
belpootkrielen, Cochins enz. Gelukkig be
staan er eenige voorbehoedmiddelen om ons
pluimvee bevrijd te doen blyven van deze
lastige, vieze en ten slotte zelfs doodelyke
plaag.
Wie kuikens langs den natuurlijken weg
fokt heeft er nauwkeurig op te letten, dat
de hen aan welke men de jonge kuikens ter
opvoeding toevertrouwt, zelf volkomen vrij
is van kalkachtigen aanslag op het loop
been, ook zelfs van zulk een aandoening in
het allereerste stadium, dat vooral op het
kniiegewricht het eerste is wiaar te nemen.
Het is vast en zeker dat door haar de kui
kens met kalkbeeneh besmet zullen worden
en reeds voordat ze volgroeid zijn er vrij
sterk door aangetast zullen zijn. Zich daar
naar te richten is dus al een voorbehoed
middel en wel het meest afdoende. Het
tweede is nooit hoenders, hetzy hanen of
hennen aan te koopen of van anderen over
te nemen, als ze niet volledig vrij zijn van
besmetting door deze mytensoort.
Een derde middel is om alle pluimvee,
dat boven, de drie jarén oud is, af te slach
ten of voor de consumptie te verkoopen,
want het zou wel kunnen gebeuren, dat on
danks de behoorlyke verzorging en rein
heid, zioh toch van buiten af de besmetting
kenbaar maakt.
De bedoelde schurftmyt (Sarcoptes mu-
tans) is zeer klein, want als er vier of vijf
naast elkaar staan opgesteld, vormen zij een
gelid van slechts één enkelen millimeter of
een kleine vijftig op een rij van één centi
meter. Maar hoe klein ze ook zyn, ze ver
oorzaken een ondragelijke jeuk, die aan
broedsters de vereischte rustigheid en aan
volwassen dieren ((en slaap ontrooft. De
wy’fjes graven zich in, terwyl de mannelijke
rny’ten meer aan de oppervlakte blyven. De
ingraiving der wijfjes veroorzaakt ontste
king, die gevolgd wordt door een afscheiding
van vochten, welke met de uitwerpselen der
mijten de bekende poederachtige, kalkach
tige korsten vormen, waardoor de van na
ture goed aansluitende beenschubben wor
den opgelicht. Dit opgelicht zyn vertoont
zioh het duidelijkste daar, waar de teenen
beginnen. Bij aankoop op dat punt nauw
keurig te letten!
Ten slotte wordt door die aangroeiing en
afscheiding het been steeds dikker, het loo-
pen wordt moeilijk, de eetlust neemt af, het
voedselzoeken en de bewegingen minderen,
I de eierproductie gaat natuurlijk hard ach-
Probleem No. 375.
Zwart schijven op: 3, 6/14, 19, 20, 24.
Wit schijven op: 21/23, 27/29, 33/35, 38,
42.
rug,
met
En
g«-
Als een aap zoo vlug en
handig klauterde de vogel weg van rietsten
gel op rietstengel met behulp van de lange
grijpteenen. Eeneigenaardig wuiven van
het riet toonde n<>g lan® den weg, dien de
vogel nam. En in een elzenstruik lag het
nest, heel eenvoudig, bijna slordig gebouwd
van twijgen, gevoerd met rietstengels, riet
bladen en biezen en daarin lagen 7 witte,
Jets blauwige eieren ter grootte van een
tortelei. Een paar weken later waren er
jongen, prachtdieren, geheel in gelig crème
kleurig dons gekleed, waartusschen 't
vleeWh roze schemerde. Naderden wjj het
nest, dan werd direct de „schrikstand” aan
genomen: de donsveeren gingen omhoog, de
kop achterover en de halfgeopende snavel-
gaven de jonge vogels een zeer vreemd
uiterlijk. Dit nest lag in een elzenstruik,
zooals wij reeds vermelden, in 1924 echter
vonden wy een nest, dat op geheel andere
wijze gebuowd was. Dit rustte op de manier
van k o’ten nes ten op de rietstoppels van het
vorige jaar, dreef a.h.w. half op het water.
Dit nest was geheel van riet en biezen ver
vaardigd en bevatte 5 eieren. Bij dit nest
zijn heel wat waarnemingen geschied en
tal van leuke wouwapen-tgewoonten zijn er
geobserveerd. Naderden wij met onze boot
heel zachtjes, dan werd door de broedende
vogel, zöodra er gevaar dreigde de z.g.
„psialhouding” aangenomen, üjwjz. de vogel
rekte zich zooveel mogelijk uit, de kop ging
achterover, dë groengele snavel loodrecht
de hoogte in. Draaiden wij nu in een halve-
boog om het nest heen, dan volglden de fel
gele oogen ons steeds en de vogel draaide
onmerkbaar mee, steeds maar zorgend de
borst naar ons toe gekeend te hebben; ’n
pracht methode om zich te verbergen, daar
de geelbruine kleur van de bonst, bij het
v'ijfje nog van donkere vlekken voorzien, de
vogel zoo goed als onzichtbaar maakt tus
schen 't gelende riet, terwyl de lange, slan
ke vorm het dier geheel doet oplossen in
het-rietwoud. Zóó goexl hielp soms de me
thode, dat als we even ons hoofd afwend
den, we weer groote moeite hadden den vo
gel terug te vinden. Naderden we te dicht
nbar zijn zin, dan werd tot vluchten over
gegaan. Behoedzaam, heel zachtjes, steeds
de borst naar ons gekeend houdend, sloop
de vogel achterwaarts het rietland in en
plots •was hy dan verdwenen, weg in ’t
moeras. Verraktten wy ham, door plotseling
om den hoek van „Rietgat” met een kano
met groote snelheid te naderen, dan maak
te hij van een andere vludhtmetihode ge
bruik: klapwiekend steeg hy dan op door
het riet, en laag fladderend boven de wui
vende riettoppeu onder eiigemaairdig gra
cieus staartgevip verdween hij dan met een
grooten boog in een nabijgelegen rietkrag.
Do jongen hebben de gewoonte al op zeer
jongen leeftyd, als ze nog heelemaal niet
vliegen kunnen, rond te scharrelen tusschen
’t riet, dat het nest omgeeft. Met echte
aapachtige bewegingen grypen ze (zich met
hun grijpklauwen vast, balanceeren op dun
ne rietstengels en snappen in de ónmoge
lijkste, gewrongen houdingen naar vliegen
en libellen. Van de vijf 'jongen konden we
’s Avonds, als ze doodmoe thuis zyn
Na hun doorgetrapten dag,
Krijgt mama de zenuwzinkings
En ze zwabbert over stag.
Héél den dag de wind van voren
Vrouwenbeul! Zoo roept ze uit;
Pa kry’gt wéér den wind van voren,
Knypt zich kalm zyn fietskrampkuit.
Over boord en verdronken.
Donderdagavond te twaalf uur wilde een
Noorsch zeeman, die in Rotterdam aan hot
passagieren was geweest met de motorboot
„Oranjeplaat” van den havendienst „Spido”
naar zijn in de Maashaven aan paal 16 lig
gend schip ,^kard" terugkeeren. De man
verkeerde onder den invloed van alcohol en
ging op het dek liggen slapen. Toen de boot
by paal 1 in de Rijnhaven was gekomen
we^d de man plotseling wakker, stond op en
viel een oogenblik' later over de railing,
waarsdhynltfk doordat hy zeer onvast op
zyn beenen stond.
Hy zonk onmiddellyk. Hoewel men twee
en een 'half uur dregde, gelukte het niet hem
op te visschen. De verdronkene is vermoe-
delyk T. Christiansen geheeten, tremmer
van beroep en afkomstig uit Tromsö (Noor
wegen
De Boni fariusfeesten te Dokkum.
Sedert eenige dagen wordt te Dokkum
druk gewerkt aan de feestelijke ontvangst
der pelgrims, die op Maandag 23 dezer de
groote nationale bedevaart meemaken, die
ter inwyding van het nieuwe processiepark
plants vindt. Ook de aartsbisschop van
Utrecht en de bisschoppen van Fulda en
Malnz nemen er aan deel.