I
1
Gouda
I
(TER
RDAM
aat 27a
Fioduct
Jl
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLADVOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWQUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, UDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK, SC NHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enx
210. f8264
EERSTE BLAD.
1
g 27 Sept.
FEUILLETON.
ii
DOOK HOUD V EK BLIND
Een veel bewoge» Jena.
'i
ikleeding
t
I I
_di
Zaterdag 2S September I92B tJ9« Jaargang
4
it nummer bestaat uit twee bladen.
s
E. H.
de
2164 267
•■•kt.
Wmtzaan.
'NMEM KAMLEM
I
f 1.75
f
fluweelen
Hen.
i weten
Kinder-
:t alleen
ils Velours,
lodes
loor.
ame
larmeel
Aan de zanneayd© van de hofsteden staan
de Herfstbloemen, ze staan er in uitbundi-
gen overvloed en rijke
Daar staan bescheiden I
wig, daar pronken de vit
ingen
berekend
>et
maf 53 cant
f 1.45
f 1.25
f 1.95
fl.50
1117 W
Roman uit bel Engelsch
van
Miss E. B-RADDON.
fraai van kleuren,
aétera, wit én blau-
lainmeind rootle dah
lia’s, daar heffen de slanke herfstseringen
hun bloemballen, daar ^Toornen de Chry-
simtihén teer-rose, roomgeel of helder wit;
veel gebladerte.
irboven uit zjjn
i hun knalgeel
Mi daarmede was Sylvia’s korte Ken
nismaking m(et de groote wereld aige-
daan, wam nu gebeurde er ius waar
door Sir Aubrtj, remain voor aiujd.
uit de geoenscuiappen werd buitengtslo-
ton- v-4 t
Er is beweging! Er is beweging op ’t
water, op de velden, in de lucht! Alles voelt
de rijpe volheid van de dagen, de weidedhe
weelde van den Herfst.
Op de weiden rennen achter elkaar m *t
rond, de kiéviten, met vlugge trippelpas
jes; ie schermen en buitelen boven de sioo-
ten. Ook trekken groot© troepen, blinkend
wit gevederte van borst en onderzij in
blauwe lucht .vroolyk zwierend op ’t Zui
den aan.
Glimmend zwarte roekenbendeu wentel
wieken, met wild gekras, langzaam uit de
«•«U.M.11, Ua
Mnte of wa|e!)
Intuur in den rug
uren, beschutten
arapluie Regen*
een demi over*
rel?' b°Vendien
n4 Uhtm vindt
beschutting ook
en tevens een
HOFSTAD,
ft.
rende dagen heeft
ris genomen. Juist
Cieeie badseizoen
a. temperatuur zoo
den ganschen zo-
S Het volkazeebad
jr zou sluiten bleef
n den grooten toe
■st i gen niet te leur
f liet aan het strand
fcis abnormaal stil
reenden naar de
voor ontwapening op Houtrust
om daaraan deel te nemen óf om
Vrede brengen beteekent in de eerste
plaats: offeren, verzoenen, wil zeggen,
van zich zelf geven voor het geluk van
den vrede.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaa.7 2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad
>r kwartaal 2.90, per week 22 cent, oderal Waar de bezorging per looper geschiedt
ranco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelyks aangekomen aan ons Bui eau: MARKT 31, GOUDA
bij onze agenten en looperó, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zQn dagelijks geopend vpn 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.
BRIEVEN UIT J
Dioacx
Met een drietal schil
zomer afscheid van
op den dag dat het d
gesloten werd was het
verrukkelijk als wij ha
mer niet gehad hebbel!
dat Zaterdags om één
nog eemge uren open
vloed van bad- en zwe»
te stelden, *g Zondags w
bizonder heerlyk en te
omdat duizenden en""i
meeting i
waren óf
er naar te kijken. Het was buitengewoon
zooals deze bijeenkomst het trof al zal het
misschien wel iets te warm geweest •zijn.
Wn uit de verte hébben wij de ontzagge
lijke massa gadegeslagen en het was een
indrukwekkend schouwspel vol kleur en
sdhakeering. Groot wAs vooral het getal
jongeren dat deelnam en dat met zijn vaan
dels, zjjn gezang en ztfn muziek een eigen
aardig karakter aan de bijeenkomst gaf.
Van heinde en ver waren zij reeds vroeg in
den morgen samengekomen en ontelbaar
was het aantal autobussen dat naar den
Haag gereden kwam met meetringgangers.
Men kan in ons land zoo moeilijk een
openlucht vergadering houden omdat het
weer geen dag, geen uur dikwjjils te ver
trouwen is. En venschrikkelük is het mee
te maken een dergelijke bijeenkomst drie
gezegend wordt met plasregens. Dat ia het
allerzieligste wat men kan aanschouwen.
Alles is dan ingesteld pp mooi we?r, alles
is in feesttooi en in minder dan geen tijd
is het een flodder-iboel, die medelijden op
wekt Waarlijk mogen zij die hun hart aan
deze meeting verpand hadden ,diep dank
baar ajjn voor het resultaat, dat voor zeven
achtste aan het schitterende wee» is te
'ter veilig door te
Zoudt ge ze d*n
A. prijzen
rt van deze on*
r ieder mogelijk,
alle risico voor
leedingstuk ia,
it, waarover de
:de reden van
wordt desge*
■oor den vatten
nen zijn onaer een anaeren meester.
„Als de lor tuin Edmuiui en mij zuU
een wouuug nad geschonken, nee a*»u-
^enaam zouueu we die hebben in^e-
riuirt. We zouden die lange, sombere
gangen hebben gevuld met vroon jKe
menschen. en die naargeestige eetzaal
hebben opgevrooüjkt met vuur en heul
en schitterende oog en en juweeken en
dierlijke toiletten, lettere aag zou ons
nieuwe genoegens hebben geschonken.
J Dit was zeer dikwijls Sylvia’s ge-
dachtenloop, terwijl zij de ruime mu-
ziekzaal op en neer liep waarin
nooit «enige geluid van muziek was
gehoord op regenachtige achtermid
dagen, wanneer er geen enkel helder
plekje was te ontdekken aan het grau-1
we uitspansel, en evenmin een straal
va» hoop in haar eigen leven.
Zij had genteend als Sir Aubrey s
vrouw alle genoegens der wereld ie
smaken. Toen de baron haar het hof
begon te maken, had 't haair zoo ge-
fmikkelijk toegesohenen alles van hem
gedaan te krijgen. Zij had gehoopt een'
slaaf te hebben en had een meester
gevonden een strenger meester dan
halar vader, want buiten dezen om>had'
rij bijkans alles kunnen doen wat zijj
verkoos, als zij maar zorgde dat hij
nergens gebrek aan had eh zijn mid
dagmaal naar zijn smaak gekookt was;
nu editor Sir Aubrep haar meester
Wils. kon rij bijkans geen enkelen'
stap Meer doen zonder er rekenschap»
■s I
1* I
danken geweest. Men zegt dat dit de groot
ste openluchtmeeting is die ooit in den
Haag werd gehouden. Naar schatting zal
het aantal deelnemers en kijkers niet ver
van de honderdduizend xjjn afgeweest.
Men moet er anders wat voor over heb
ben om aan een dergelijken dag deel te
nemen. Reeds in het nachtelijk uur waren
velen op reis gegaan, om maar heel vroeg
in den morgen reeds present te*«ijn. Er
waren er al om half aoht in de residentie.
Op het terrein is niet veel schaduw en wjj
hooiden dat er waren die vier en vijf Uur
in de zon hadden geataan of gelegen,
waarbij kwam dat veel verfrisschende drank
niet te bekomen was. Maar ze schenen het
er voor over te hebben en opgewekt was
de stoet die langs den weg door bereidwil
lige burgers met water werd gelaafd.
Ook al zou men niet instemmen met doel
en strekking van de bijeenkomst en al zou
men nog ander bzwaren hebben, niemand
kan ontkennen dat de demonstratie groot,
ordelijk en indrukwekkend wa*
Maar, nogmaals, het was in de eerste
plaats aan de goedgunstigheid van het weer
te danken, dat dit succes zoo buitengewoon
werd.
Nu wjj dezen brief schrijven is het echt
herfst geworden: een grijee lucht, wuiven
de boomen die hun bladeren beginnen af te
schudden, een vrjj kille wind, 't Is de dag
van de opening der Staten-Generaal, van
ouds een dag van veel drukte in de stad al
is het op geen stukken na meer wat het
vroeger was toen van heinde en ver nog
voor het laatst als afscheid van het zomer
seizoen een dagje-uit werd ontworpen naar
den Haag. De optocht naar het Binnenhof
en terug duurt te kort en is niet meer van
die schitterende pracht die vroeger deze
glorieuse tocht kenmerkte. Ongelukkig is
het uur, dat er voor gekozen pleegt te wor
den.
Hoe men toch ooit dit uur, om één uur
in den middag, heeft kunnen kiezen, is on
begrijpelijk. Dat is nu letterlek voor ieder
een het ongeschikste van den geheelen dag
omdat wie wil gaan kijken een deel van den
ochtend en een deel van den middag daar
voor moet vrjj maken. Het blijkt echter al
tijd dat nog zeer velen er deze moeite wor
over hébben ,a!s is geljjk wjj zeiden de
drukte allerminst zoo groot als vroeger en
dat terwjjl den Haag in de laatste vjjf en
twintig jaar <zoo enorm is toegenomen dat
alleen daaruit de stroom Iheel wat grooter
kan zjjn.
In de Ridderzaal is het wel eens aardig
een kijkje te nemen, ’t Is zoo iets voorwe
reldlijks al dat geschitter van uniformen,
iets uit een groote opera. Alleen., de di-
rectie van een opera zou waarschijnlijk een
groot deel va ndeze ge-uniformeerdeq zelfs
niet als figuranten engageeren. Er zjjn er
vele die uiterst komisch - worden in (dat
mooie pakje, ook al omdat zjj zelf rich er
niet in thuis gevoelen .We zullen geen na
men noemen maar het is nu en dan om te
Nu sprankel^ de heerljjke Herfstzon, licht
en leven door de ruimte om in den vroe
gen avond weg te ririken; achterlatend
heel *t land dat in den avondgloed dan
plechtigljjk ’n wjjl oïhivafagen bljjft. Dan is
*t alles roerloos stil. luchten zjjn ge
kleund in waden violet en amethyst en
waar de zon is weggegaan, daar gloeit de
lucht als oud gedegen «oud.
Gouda.
|as v. gekl.
ij knoopen
gepl. rug
gensmod.)
in5j. (met
S 8”
ius. Z.1J vervuiue al hhar piicnteo naar
behooren, maar in haar binnenste haak
ie zij 'naar veTandering.
Maar was hei gezeesnhap
Aubrey somijjds een last,
voor een naar afwisselend
jeugdig hare. Mordred Perriam was
nog veu-moteaeiiider dan zijn bloeder,
daar hij veel meer praatte. Hij vond
in Sylvia eene welwillende en aan
dachtige toeiioorderes. Zij wilde niet
onbeleefd zijn jegens den broeder van
tiaar echtgenoot en hij nam1 haar dus
in beslag om haar al zijn merkwaardi
ge opmerkingen mede te doelen. Hij
uas echter verstandig genoeg om te
bemerken dat zij vlug van bevatting
was, en zeide bij ziöh zelven dat zijn
gesprek, dat als droog zand aan elkan
der hing, zeer gesdhikt was om haar
geest te beschaven.
,,Gij rijt geheel verschillend van an
dere jonge vrouwen”, zeide hij, toen
Sylvia hem haar verlangen te kennen
gaf om latijn te leeren, en iets van
de klassieke schrijvers te weten, „ge
kunt belangstellen in groote onderwer
pen”.
Dag op dag, avond op avond ram
melde hij op dezelfde vervelende, dro-
ge manier voort, verhelderde met geen
enkelen lichtstraal van zijn, eigen ver
stand de bladzijden waarover hij zat
heengebogen, en waarvan hij rijn best
deed den inbond van buiten te leeren.
(Wordt vervolgd).
Sylvia’s overpeuuingcs,
Sylvia was zee maanden getrouwu.
Februari, de vervelendste maand in -
een koutten, eentonigen winter, lie-j»
ben einde. Sdherpe noorden-windvla-
gen deden de vensters vgn Paraam
Platje rammelen. De ontbladerde boo-1
men in de lange oprijlaan wrongen
wanhopig hun naakte armen, alsof rij
moedeloos uitriepen Wanneer komt
toch eindelijk het warme weder Wan
neer gaan we weer bloeien?” De cs>-
ders alleen stonden onbewogen, en!
schenen den noordoosten stormt te tar
4en. ui - •->.**• I
Die lange winter was bijzonder ver
velend geweest voor Laft>y Perriam1. Na
het half dorijn dineer ter harer eere 1
gegeven, in de hoerenhuizen, villa’s
en kasteel en Vijftien mijlen in ’t rond I
vnn Perriam Place, had er geen en
kele vermakelijkheid meer plaats ge
vonden. Zelfs haar eenzame ritjes ln|
de gele koels waren door het onbarm
hartige weer gestaakt, en haar bleqf
niets over dan door het ruime oude5
huis te loopen', met rijn groote, Jedj-,
ge, overvloedige» kamers, en te bepein
zen hoe geheel anders alles zou kun-*
van Sir
te zwaar
snak k enu
fiOUME COURANT.
Dit blad verschijnt dadelijks behaive op Zon- en Feestdagen ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den betorgkriog)
1 1—5 regels f 1.30, elke regel meer 0.25; Van buiten Gouda en den bezorgkrfhg:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentifen i»het Zaterdagnununer 20
bjjslag op den prjjs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den pril».
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN; 1—4' regels 2.05, elke regel meer 0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceer-
den prijs. Groote letters en randen worden berekend naaj plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhan
delaren, Advertentiebureau» en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing
aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde vnn opname verzekerd te zijn.
- f i 1 i *- 1 -1
schaterlachen als men de type0 daar ziel
roniddwalen met hun deftigheid en hun de
gen! En Vooral als men dan de personen in
hun dagelyksch doen kent^ ze heeft gade
geslagen in hun gedragingen als Kamer
lid, omdat het oer-komisch om fién heen als
edele ridders uit' de middeleeuwen’ te zien
rondkuieren. Waarschijnlijk voelen zy zélf
niets van de humor van het geval en dat
is maar gelukkig ook, want dan bleef ons
dat vermaak bespaard.
,By deze uniformen past alleen een echte
karakteristieken regenten-kop, zooals wij
ze kennen van de oude platen. In den ouden
tyd paste het uniform daarby. Het uniform
bleef maar de koppen Veranderde zeer; het
genre dat nu regenten-rollen vervuld is
gansch gewijzigd en nu is er een dwaas
anachronisme in deze kleederdracht.
Met een stijven rok aan wondt het er niet
beter op. Dan krijg je telkens den indruk
alsof je op een congres van kellners en
huisknechten ben.
Er zijn er velen die meeium dat deze sta
tige opening moest verdwijnen en dat wtf
djp meer in stijl van het heden moesten
brengen. Och waarom zouden wij het doen
Het is zoo typisch Hollandsch om by plech
tigheden deftig te doen. Je ziet het bij hu
welijksvoltrekkingen hoe men daar nog
steeds aan het ouderwetsche vasthoudt en
niet ziet hoe komiek het voor den buiten
staander is. Wie zich eens kostelijk wil
vermaken ga eens op het kostelooze trouw-
uur naar het stadhuis en sla het schouwsi>el
gade van de bruidstoeten die daar bijéén
zijn. Man gevoelt zich bij die gelegenheid
pas ernstig statig en gewichtig wanneer
men anders doet dan in gewone omstandig
heden. Hollandsche deftigheid bestaat in
een zwarte jas en een eenigszïns uitgestre
ken gezicht.
Er wordt ytrteld dat voor het HoJland-
sche woord „deftig” in geen enkele taal
ter wereld een avereenkometig woord is te
vinden ,dat precies dezelfde get lach ten be
vat als het onze.
Inderdaad is de Hollandsche deftigheid
iets bijzonders, maar wie die deftigheid
niet in zich heeft, kan er zich alleen maar
mee amuseeren. Daarom laat ons de defti
ge opening der Staten-Generaal houdên;
duizenden zyn er mee ingesnomen en eenige
honderden amuseeren zich gratis.
HAGENAAR.
MEDISCHE BRIEVEN.
Digitalis.
II.
Den vorigen keer hebben wij gezien, dat
de werkzame bestanddeftlen zitten in de
bladeren der plant, die den naam draagt van
Digitalis purpurea. Langen tijd heeft het
geduurd, alvorens men er in slaagde de
bewuste stof in handen te krijgen. Aller
eerst heeft men de bladeren, na ze ontdaan
te hebben van hun steel, behandeld met
chloroform, door welke bewerking men een
Sir Aubrey had eeu feestmaal gege
ven aam de adellijke vrienden, die zajn
vrouw wareni komen bezoeken, een
maaltijd welke rich onderscheidde door
deftigheid en pracht, maar bijkans even,
somber als dat rouw bank et det de Ro-
meinsöhe keizer Domitianus aan zijne
vrienden gaf, waarbij de muren met
zwart weren behangen, en de dood
iu ai ajn verschrikkingen zoo duide
lijk was voorgesteld, dat „velen onder
db gasten van den minzanw» keizer
m zwijm vielen, en werkelijk dien geest
pven, bij ’t gericht van die afgrijse-,
lijkheden, waarop hun, gastheer hen
onthaalde. Ne dit feestmaal werden er
g«en partijen meer op perriam gbge-
maar Sir Aubrey nam zijn mooie
F^gie vrouw mee naar /drie: of vier
gelijksoortige feesten, die rijn vrien
den haar ter eere hadden aangelegd.
ruij^ewassen planten met v
Tegen den muur, ver vaai
de zonnebloemen, dragend
stralendeoieuzenblomnen hoog in ’t libht.
verte aan. Vraatzuchtig vrilén ze op bouw
land neer waar stronken staan van half-
bedorvèn kool.
Ook ijlt ’n schollevaar^vereenzaamd door
de lucht, met snel beweeg van vlericen, op
trék naar open water. Zijn zwarte silhouet
zakt steeds meer na^r ’t verschiet.
Op de oneindig lange draden langs ’t
sgioor, op die draden die steeds maar voort
deinen van verschiet tot verschiet, zitten in
drukke rijen de spreeuwen. Glimmende
metaaflglans vloeit op liun gevederte, de
zon spikkelt en sprankelt daarop haar dui
zenden dansende vlekjes licht. De spreeu
wen zwatelen luidruchtig ondereen en nu
en dan zwiert er ’n troep vandaan, ze ma-
noeuvneeren even Wat in ’t rond en strij
ken neer in ’t gras, bedrijvig zoekend naar
wat voedsel. Ze vallen ook in groote regi
menten aan op boschjes hulst, die hier en
daar zijn achter boerderijen. Gulzig pak
kend naar de roede bessen, rukken z© dia
met trosjes af.
En dan zitten ze weer te kwetteren op
de ruige rieten daken, ze zingen met de
'borst in de zon.
iDoor de boomgaarden, waar vreemd-
veiw rongen door ’t zware loof, stammen
gebogen staan, gebogen als oude wezens
onder last van jaren, last die ze torsen van
donkergroen, goudgeel en purper fruit, zoo-
dat de takken neigen tot den bodem van *t
gewicht, trekken kleine bonte meesjes. Met
helder tjing’lende geluidjes, die waterfiin
opklinken en rinkelen als scherfjes blad-
kristal, riBwerven zy van boom tot boomf’!
De blauwige pimpeltjes, dfe gnauwe zwart-
kopmeesjes met hun roetzwart kapje, de
gitten kopjes en de zwavelgele borstjes
van de fiere koolmeesjes, ze buitelen om
de takjes; die pittige figuurtjes wippen nu
eens weg en da’n weer op, >ze moeten alles
doorzoeken en alles bekyken.
Nu trekt de torenvalk snel en vroolyk
over veld en weiden. Soms staat-ie stil in
eens, wiekelend houdt-ie zich op een plaats;
de zon giét baar strelen over ’t warme
bruin en zwart van zjjn rug en van ayn
trillende vleugeds. De boeren zeggen: „Hy
bidt voor ’t eten”. Maar schenp tuurt-ie
naar omlaag... laait zich dan op ’t onver
wachts naar beneden vallen, verdwijnénd
even in 't gras... dlan wiekt-ie op, klimt
weer in de lucht omhoog, met 'buit in de
klauwen; sonoor jubelt zijn kreet door den
rlag... kli... kli... krikrikriii...!
Hoog, héél hoog is er ’n reiger in de
lucht, die hangend aan zijn breede zware
valsdhermVleugels, traag naar de slooten
dalen komt.
van to moeien geven, hij Deuianueuue
haar echter ni©i onvriendelijk, en dai
maakte den <Qaad nog ooaragenjaer.
Zij had geen reden tot klagen, en te
genover die 'lachte dwingelandij was
t bijkans onmogetijk in verzet te ko
men Hij verbood haar dit, beval haar
dat, maar was altijd de zoetsappig heid
aelve. Hij beperkte haar bewegingen
tot zulk een nauwen kring, dat een
eekhoorntje in een kooi zich eveneens
vrij had kunnen noemen. Vrienden of
kennissen had zij niet want de adel
lijke lieden, die geneigd waren ge
weent omgang met haar te zoeken-
hielde^ zich op een afstand, daar zij;
niet de minste aanmoediging ontvin
gen om beleefd te rijn.
HERFSTDAG.
Hoe zeena vallen ze af,
de ziek© zomenbfaren;
hoe zinken ze, altemaal,
die eer zoo groene waren,
te grondewaardl
Guido Gezelle.
Hoog en wijd koepelt ’t blauw over den
polder.
Eindeloos strekken zich de weiden uit;
groot groene tapijten in ruime zaal.
Vèr weg, in ’t verschiet, verwazen de din
gen in grysblaiuwen nevel.
(De dag is helder, de lucht is jjl en klaar;
de hemel onbedekt van wélken.
De dingen staan zeer fijn, zeer broos,
alle in de rustige stilte van den plechtigen
Herfst.
De rilde populieren, waarvan ’t rijzig
beeld blinkt in de breede watervaart, tui-
schen haast onmerkbaar, er is iets stil* ver
hevens in ’t gefluister van hun steeds be
weeglijk loof.
De knoestige knotwilgen staan scheef
gezakt, gebogen over de volgegroeide sLoo-
ten en hier en daar, waar open water is,
bestaren ze hun nog zomersah wezen, dat
heaf snel dorren zal. om ne^r te zygen op
den stillen spiegel van *t water.
Langs den straatweg, in lang gelid, staan
de trouwe Wi nJet de zon daarop,, is
't of ze branden, ’n inwendig vuur, goud-
Vlammen, getemperd rood en okerbruin.
Rondom de breedvoldane boerderijen zijn
oude zware kastanje’s saaJngegroept, ze
staan al» bergen in 't land, betgen van rjjk
tapijt, Oostersch van bezonken verven.
Donkere schaduwen diepen in die bonte
bergen.
De groote Plassen liggen voor de laatste
keer uiteengespreid onder ’n open zon, ’t
effen water is groenverzadigd1 van uitge
werkte zomepgiroeizaamheid, ’t dorre riet
heft allerwegen, grijze pluimen hoog, ’t is
volgroeid, de kentering is daar.
Die stréfige winter tastte Sir Au
brey’s niet zeer sterk gestel aan Hiji
was gedurig ongesteld, en de deftige
edelman, die zulk een toonbeeld' van,
oudierwetsdhe hof lelijkheid scheen te
zijn op dien warmen zomermiddag in?
den boomgaard van den heer Hopling,
was onrustig, knorrig wanneer hij ver
kouden was. of door eene lichte keel
ontsteking werd aangetast. Gedurende
dien tijd werd Sir Aubrey liever door
Jeetti Chapelain, dan door zijn jonge’;
vrouw opgepast, hoewel hij rischte dat
Sylvia ’t grootste gedeelte van haar
tijd in de Ziekenkamer doorbradit, en
gaarne had dat zij hem tot afleiding
de politieke artikelen en do buiten-’
lamfeche berichten irft de Time» voot4