q
Had.
i
4
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
66*Jaargang
Zaterdag 2i Januari 1928
No. 19870
dfl
Dit blad verschijnt dagelijks behative op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
i
tl
[anten
FEUILLETON.
Ean il|Mie«n ktlang In vnrlndnn
an toekomst.
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
HAGENAAR.
mén lijdt.
zei
iruet zij
(Wordt vervoiïgd| x
ere gevallen,
te.
bleekzucht
Maag of
zwaarten in
litslag, roode
enz. op elke
Rheumatiek,
zer, leverstee-
e ziekten van
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
16 regels 1.30, elke regel meer 0J5. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
15 regels 1.65, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.05, elke regel meer 0.50. Op
de voorpagina 50 booger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeeiingen bij contract tot zeer gereduceerden
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande
laren, Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het
Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
■geneesmidde-
:e vragen aan
in de Medicjj-
>ote Markt 7,
andere plaatsen. Door daarin, verbetering
te brengen is het mogelyk het geheede jaar
door het bedryf uit te oefenen en dus krach
tig de werkeloosheid der visschers geduren
de een groot deel van het jaar tegen te
gaan.
Scheveningen is altijd wat het visschery-
bedryf betreft, een strop geweest voor den
Haagen als het gelukt daarin verandering
te brengen zal dat een aanzienlijk voordeel
zijn voor de gemeentekas. In plaats van
steun daaruit zal er dan misschien eens geld
in de lade komen.
De Haagsohe werkgevers in het alge
meen schijnen niet in te zien dat zy moeten
meewerken tot bestrijding der werkeloos
heid, in hun eigen belrfhg. Anderhalf mil-
hoen gulden heeft de gemeente in 1927 aan
steun uitgekeerd. Noodig is dat de werkge
vers geen arbeidskrachten van buiten im-
porteeren zoolang er hier bij <te steunver-
leening nog te krijgen zijn. Het hemd is 1,11
eenmaal nader dan de rok en wij moeten
zten van dit groote dure en demoraliseeren-
de euvel af te komen. Eerst dan zal belas
tingverlaging mogelijk zijn, die ook naar
het oordeel van onzen burgervader zeer
nootzakelijk ia voor verderen opbloei van
de welvaart.
Oe verhoogde bloeddruk.
In het Kompas schrijft Dr. M. N. een
zeer interessant artikel over de hypertonae
oi verhoogde bloeddruk, een ziektebeeld dat
in de laatste jaren nogal op den voorgrond
treedt. Wij ontleenen aan dit artikel dat
onze lezers(essen) zeker zeer wetenswaardrg
zteen vinden, het volgende:
De verhoogde bloedsdruk ia een verschijn
sel, hetwelk by verschillende ziektetoestan
den en onder allerlei invloeden van buiten,
voorbijgaand of blijvend kan optreden. Ge-
lyk wy den druk der atmospheer bepalen
door een barometer en dezen uitdrukken
in de hoogte van een kwikzilverkolom, zoo
kunnen wy ook den druk van het bloed op
de wanden der slagaders meten en in de
hoogte van een kwikkolom aangeven. De
modieus plaatst daartoe een gummimanchet,
als regel om den bovenarm, en pompt deze
zoo lang met lucht op, tot de pols niet meer
te voelen is en nu is het de kunst precies te
bepalen onder welke spanning de lucht in
de manchet staat by het weggaan en by
het terugkomen van den polsslag. Men leest
dat af óf op een kwikschaal óf op een an
dere schaal, als by een aneroiden barome
ter. En dan kent men den bloedsdruk. Even
min als de atmospheriache druk altijd gelijk
is, is de bloedsdruk constant Deze wisselt
by verschillende menschen en op verschillen
de leeftijden zoo tusschen de 95 en 140 a
150 m.M. kwik. In de puberteitsjaren zien
wij de eerste groote wisselingen in den
bloedsdruk en naderhand kan deze dalen en
vooral stijgen onder allerlei invloeden, om
na korten tyd.weej normaal te worden.
Dan eerst is 't leven waarlijk zoet,
Als men iets goeds voor and'ren doet.
ZONNKWKELDE.
Romen van OLGA WOHLBRüCK.
Met autorisatie vertaald door
Mevr. I. P. WESSELINK-Van Koasum
(Nadruk verbedenj.
beteekent verlies van werkgelegenheid en
de onmogelijkheid om van overheidswege
allerlei sociale maatregelen, verzekenngs-
uitikeeringen, zorg voor voldoende onder
wijs, enz. vol te houden.
Het valt niet te ontkennen, dat de bezui
niging! offers heeft gevergd op vrijwel elk
terrein. Veel van wat wenschelyk, nuttig
of zelfs noodig genoemd mocht worden,
diende onverbiddelijk te wonden geschrapt,
eenvoudig omdat nu eenmaal het zwaarste
het zwaarst moest wegen; omdat voor het
groote algemeen belang van gezonde finan
ciën verschillende kleinere en tydelyke be
langen moesten wijken. Maar het verheu
gend resultaat is, dat het gevaar voor te
korten op de Staatsbegrooting is afgewend.
De middelen vloeien weer ruimer, men
heeft zelfs de belastingen iets kunnen ver
lagen en de begroeting vertoont een klein
overschot.
Mitsdien is de belangstelling voor het
werk der bezuiniging verflauwd. Zeer ten
onrechte. Want het ernstige gevaar, dat in
1921 dreigde, is wel .bezworen, maar er
daent nog heel wat te worden gedaan om tot
een gezonden toestand' te geraken.
De sluitende Staatsbegrooting is voor een
groot deel bereikt door het opleggen van
nieuwe lasten op de burgery en door ruime
opbrengst van bestaande middelen. De be
lastingdruk is ook na de jongste, nog on-
voldoende verlaging nog zeer zwaar en
belemmert een gezonde economische ople
ving. De Staatsuitgaven staan nog op een
te hoog peil; het totaal is bijna driemaal
zoo hoog als in 1913. Verschillende nieuwe
uitgaven zullen in de naaste toekomst noo
dig zyn; weliswaar zyn verschillende uit
gaven verlaagd, maar aan stelselmatige
vereenvoudiging en reorganisatie van den
Staatsdienst is nog bitter weinig gedaan.
Mooie woorden zijn er genoeg over geuit,
vete voorstellen zyn gedaan, maar bereikt
is men leze het verslag der Bezuinigings-
commissie nog vrywel mets. Daarenbo
ven wekken in tal van gemeenten de finan
ciën toenemende zorg; ook daar heeft men
te kampen met zeer hooge belastingen en
met het sluitend maken van de begrooting.
Neen waarlyk, wy zijn er nog lang niet
met het bezuinigingswerk. Er valt op het
gebied van doeltreffende bezuiniging nog
veel en nuttig werk te doen; in toenemende
mate zal getracht moeten warden, van de
beschikbare middelen het grootst moge
lijke profijt te trekken. Vooral in dit laatste
opzicht valt nog een belangrijke taak ten
algemeenen nutte te vervullen.
4lnder de „brandende vraagstukken” van
de na-oorlogspenode neemt de toestand der
openbare geldmiddelen wel een voorname
plaats in.
By het intreden Ier malaise bleek maai
al te duidelijk, hoe onrustbarend snel de
openbare uitgaven gestegen waren, en hoe
zeer de belastingdruk verzwaard was om
de ontvangsten niet al te zeer bij de stij
gende uitgaven te doen achterblijven.
Bepaalde schuldigen voor den gang van
zaken waren niet aan te wjjzen; feitelyk
hebben wij allen meegedaan. Waarschijnlijk
was men het meest den verkeerden weg op
gegaan, dooirdat onverwacht de welvaart
nog enkele jaren na den oorlog voortduur
de en de middelen dus bleven stygen, zoo-
oat men het gevoel kreeg alsof dit een
soort gevolg was van het stygen der uit
gaven. Van de zakenmenschen, die het eerst
bemerkten, dat het uit was met de welvaart,
moest de eerste waarschuwing Uitgaan. Zij
waren de eersten, die den stormbal hebben
geheschen, en hun: „weest op uw hoede’’
maakte een diepen indrink. Zy spraken in
1921 uit: „dat er een wanverhoudnig ia ont
staan en zich meer en meer verscherpt
tusschen belasting en nationaal inkomen,
die niet alleen -besparing en kapitaalvor
ming tegenhoudt, maar zelfs een interen
van het nationaal vermogen zal veroorza
ken, hetgeen moet leiden tot verminderde
bestaansmogelijkheid en op den duur tot
economischen ondergang; dat hierdoor alle
klassen der bevolking evenzeer getroffen
zullen worden en het dus een algemeen
landsbelang is, dat men zal geraken tot een
algemeenen geest van bezuiniging by over
heidslichamen en particulieren.”
Langzaam maar zeker begon het besei
door te dringen, dat aanmerkelijke vermin-
uering der overheidsuitgaven noodig was en
wel tot zoodanig peil, dat het evenwicht op
den gewonen dienst der Staatsbegrooting
verzekerd is by een belastingheffing, die de
ontwikkeling van handel en bedryf niet be
lemmert. Inderdaad werden pogingen ge
daan om tot een zuiniger en doeltreffender
werken van de onderscheidene takken van
overheidsbemoeiing te geraken. Men werd
zich bewust van de groote gevaren, die een
voortgaan met stijgende tekorten op de
begrooting moest meebrengen; men besefte,
dat het hier in de eerste plaats ging om het
belang van de niet-bezittende klasse, voor
wie een Staatsbankroet de droeve erva
ring elders leerde het immers duidelyk)
GOHKSC.HE (OllilM.
stc'len. lieve Suzanne.
„Het doet mij veel genoegen,
zii en stak hem haar hand toe.
..Mevrouw, ik be-u heel gelukkig.
Roeckwitz ‘-Uste die; hom aangeboden^
hand, schraapte 'Zïjji Veel, fcAoei mid
den in den zin steken. H^t mooie, ai-
mc- geiaat van de nog ^merkwaardig
jonge en toch zeer moederlijke, bijna
matrone-acbttig gekleede virouw bracht
hem in verwarring. Zoo had hij tio'
gravin Oberwali niet voorgestel^1
..(ia zitten, suzanne zei graaf Ober
wali.
Gehoorzaam ging zij zitten, vouwde
haar 'widen in den schoot van de op-
bo.derende japon.
Zij had reeds van die oude gravin
gehoord, welke rol de familie Roeck
wnz in het huis Oberwali speelde.
Het speet haar, dat do vriendelijke,
oude heer, zich zoo tevergeefs „op
kosten joeg’ voor haar. Maar zij wil
de haar man niet kwetsen en was
bijna beminnelijk in haar antwoorden
en informaties naar de dame». Haar
wonder week orgaan verhoogde nog
de beteekenis van haar woorden.
Roeckwitz vond haar bekooverend.
vergat den tijd, het doel van zijn be
zoek en maakte haar liet hof met ziin
onhandig en onbenullig betoon van
ridderlijkheid.
..Wanneer zullen wij het geluk neb
ben u bij on? te zien
..Zoodlra ik miij^i zoon al leien Kan
laten. Ik ben uw dames een bezoek
62
Hij kauwde aan zijn sigaar, en streek'
iruet zijn duimen over rijn Knevel.
Giraaf Oberwali’ zat onbeweeglijk in zijn
leunstoel, hiellp hetm met geen woord,
geen beweging.
»>Tja dus r— oudé vriend, het is
niet langer te verbergen, niet waar
ik geloof, dait uw mo<lter mijn dames
met zeer genegen is.
Graaf Oberwali kruiste zajn handen
over zijn kn.eön en tikte mot de duv
men tegen elkaar gedrukt ziei hij.
zonder Roeckwitz aan te zien
.,Wij zijn het zeiden met elkaar
eeo», Rijn moeder en ik.”
Haastig «viel Roeckwitz in
,,Nu, dat doet er niets toe, niet
*aar. De zeer geachte gravin heeft
ten slotte niet de beslissende stem,
oefrst komen de ouders...
Op dit oogenblik .voelde de goede
Roeckwitz zich een groot diplomaat
want hij had zooals hij het noem
de ongemerkt het gesprek op de
BRIEVEN JJIT DE HOFSTAD.
DCCCXCHi.
Na de verpletterende kraak in de na a-
tenschap van notaris Treub, waardoor tal
van personen ongetwijfeld óf geruïneerd óf
van rijk tot zeer poover zyn geworden,
komt nu de gebeurtenis van de Veendam
mer hypotheekbank, waar by misschien
niet zoovele Hagenaren zyn betrokken maar
toch wel weer enkele. In den loop der jaren
zyn er zoo al heel wat stroppen geweest en
het is te begrijpen dat men hoe langer- hoe
wantrouwender tegenover al dergelyke in
stituten komt te staan, Als er weer een tijd
lang niets van dergelyke gevallen is ge
beurd wordt men echter weer hoe langer
hoe gernakzuchtiger totdat een explosie hier
of daar plotseling weer doet opschrikken uit
den dommel
.Eigenaardig is het dat de overheid die
zich met allerlei particuliere zaken inlaat
zich met dergelyke instituten pas gaat be
moeien als de boel is spaak geloopen en er
geen redden meer aan is. Wat heeft men
er aan of dan de veaantwoordeljjke leiders
al acht&r slot en grendel worden gezet
waardoor niets gered wordt maar dikwyls
de toestand onmlddediyk verergerd. In ons
kleine land bestaan eigenlijk veel te veel
van diergelijke instellingen en het is niet mo-
gejjk daarvoor een voldoende werkkring te
vinden. Er worden wel jaaroverzichten ge
publiceerd maar daaruit wordt men niet
wijaer omdat niet gecontroleerd kan worden
of die cjjfers en gegevens kloppen met den
waren toestand, of er n.l. geen „muziek”
in de balans zit.
Wat by de nalatenschap van notaris
Treub weer bleek doet zich altijd op vry wed
gelyke wy&e vyor; ojsn^stopt da lekken
met het binnenkomende geld, waardoor
naar buiten niets blijkt van den desolaten
toestand. Het wordt dan een leven van de
hand in den tand en als de fortuin een
oogenblik gunstig is gelukt het er weer uit
te springen, maar alg fortuna niet mee
werkt wordt het met den dag ernstiger tot-
aat het niet meer te houden is. Dan blykt
meestal hoe de fout al jaren oud is en men
al dien tyd op een vulkaan heeft gezeten.
Wie zal ons zeggen hoevele van dergelyke
vulkanen er zyn en welke uitbarstingen als
nog zyn te wachten? Voor de goede deug
delijke instituten zyn dergelyke explosies
ook verre van aangenaam omdat zij de al-
gemeene stemming van het publiek druk
ken. Het zou ons niets verwonderen als
velen weer eens er toe overgaan hun geld
op andere wyze te bewaren en uit vrees
voor een debacle zeifs waar daarvan geen
sprake behoeft te zyn, de bemiddeling der
banken, in den steek laten. Zou het niet op
den weg der deugdelijke instellingen liggen
om controle te oefenen en door onderlinge
samenwerking tijdig een naderend onheil
aan te kondigen? Natuurlijk zyn de con
currenten niet de beste beoordeelaars, maar
het is toch hun eigen belang dat het publiek
met de stuipen op het lyf worden gejaagl
voor het instituut als zoodanig.
rtoe de overheid preventief zou kunnen
optreden is niet zoo gemakkelyk te zeggen,
maar dat het dringend noodzakelyk is, zal
ieder moeten toegeven. Zulke gebeurtenis
sen zijn ook tegenover het buitenland aller
minst gewenscht. Men ziet het hier te lande
hoe hier met arendsblikken de handelingen
van de geid-instituten over de grens wor
den gevolgd. Het zelfde zal natuurlijk ginds
geschielen. ten. epzichte van ons. Hier ligt
dus stellig een taak voor de overheid, die
z.ch wel met minder belangrijke zaken in
liet
By den aanvang der eerste raadsvergade
ring in het nieuwe jaar heeft de burgerva
der een kort overzicht gegeven van den toe
stand der gemeente in het afgeloopen jaar.
Over het algemeen noemde hy dien gunstig
en met verschillende gegevens illustreerde
hij dat naar het schijnt de welvaart geleide
lijk weerkeert. Maar zonderling daarmede
in stryd achtte hy het verschijnsel dat de
werkeloosheid toeneemt. Inderdaad dat
klopt niet. Dan moet er ergens een fout zit
ten in on& maatschappelijk teven. De voor
naamste industrie in den Haag is het bouw
vak en als er nu iets is dat bloeit dan js het
dit bedrijf. Terwyl de bevolking met 7500
zielen toenam, werden er 4000 woningen ge
bouwd. Eigenlijk zyn het er nog meer want
de afgebroken woningen zyn van het to
tale aanwascyfer afgetrokken. Voor 7500
zielen zyn ongeveer 1900 woningen noodig
zoodat er dus tweemaal zooveel is gebouwd
als noodig is. Daarvoor moeten dus zeer
vele arbeidskrachten zyn noodig geweest en
als er dus één bedryf is dat geen werke
loosheid moest geven dan was het al weer
dit Toch is er in dit bedrijf nog een. kwan
tum werkeloozen.
Er is dus een fout en wy vreezen dat die
hier in bestaat dat nog steeds nieuwe
krachten zich in den Haag vestigen voor
bedrijven waann hier al een overvloed van
krachten bestaat We hebben er ai eeng eesy
der op gewezen dat de provincie te veel ar-
beidslfrachteii naar de steden afvoert en dat
wy hier dus voor de puzzle worden gezet
om de werkeloosheid te bestrijden althans
de gevolgen ervan af te wenden. Wanneer
de voorziening dus niet voor het geheele
iand gelydelyk wordt getroffen zou het hier
op neerkomen dat de groote steden die zelf
een lager geboortecijfer hebben, de kosten
moeten jlragen van de te groote overschot
ten in de provincie-gemeenten. De burge
meester zei dan ook al dat afvoer van ar
beidskrachten uit de steden noodzakelyk is
maar dat alles wat wy doen en- doen kun
nen eigenlijk eer daarmede in strijd dan in
overeenstemming is.
Met genoegen kon de burgemeester con-
stateeren dat het visschersbedryf in Sche
veningen tlians aan de betere hand' is.
Eigeniyk is men daar tot het inzicht ge
komen, dat de techniek op de schepen niet
meer op de hoogte van den tyd is en dat
daardoor het bedryf achter is by dat van
schuldig om haar te danken.
Spreek niet van dank, nevrouw,
iwij hebben te danken vooir alle oewij-
pttu van vriendschap, die wij van uw
echtgenoot mochten ontvangen. En als
oew liejve jongen maar eerst...
U heeft een zoon, mijnheer Roeck
witz
Roeckwitz lachte hartelijk.
geval bedoel ik Gerhard,
Wij hebbp». hem lief als
eigenlijke Kwestie gebracht. Hij 6iog
Wijüioeens voor zijn stoe' steun, streew
zijn Knevel in de hoogte en vervolg
de
„Daarom, waarde Oberwali, zou het
ons alleir wensch zijn, uw vrouw ie
leeretu kennen, en het doel van mijn
uezoek is openhartig gezegd de
hoop aan haar te worden voorgesaelu
Graan Ubepwaïi W|as niet verrast. Hiji
hemde de menschen en wist, dat ae
beste*! onder hen onder voorgewende
o( met eerlijk gemeende hartelijkheid
elke indiscretie meenen te mogen be
gaan als het er om gaai hun doel ie
uereiken. Met een vermoeidie beweging,
die Roeckwitz nooit bij nem op gemier k q
had. drukte hij op den electri&cnen
knop.
,,Ik zal mijn vrouw verzoeken ijer
te komen, zei hij.
Roeckwitz wierp zijn sigaar weg en
sprong, op van zijn stoel'.
..Zie zoo, ik wist heit wel.
Zijn rood gezicht straalde
.,Wat de vrouwen zich al met ver
beelden. Zij iiebben bijna' met mij ge
wed, dat ik uw vrouw niet te zien
zou krijgen Zoo iets krankzinnigs.
Roockwi*z lachte en klopte zich goed
geluimd op zijn rondten buik, knipoog
de terluiks voor zich1 heen, terwijl
graaf Oberwali den knetehit de opdracht
gaf mevroui te verzoeken bij hem te
konen. Toen werd hij weer ernstig
en zei zacht en zeer vertrouwenjk
,.Wees er van overtuigd, mijn Waar
de vriend, dat ik niets verkeerd op
kat. Gij zult wel uw goede redenen
gehad Lebben om nooit iets van ux
vrouw ie vartenen. Maar ge.ooi mij
net beste iz altijd in zulke gevallen
de loe bij de horens te pakken.
Graat Ooerwall stond op en maakie
een beweging met de schouders, aisoi
hij iets, aat hem» drukte, van zich af
wilde schudden.
Hij had zich altijd ten eenling ge
voeld een uitzondenngspos.iie, uie
geen gelegenboidi ga* tok krullek en nog
minder tot indiscrete vergelijkingen,
trachten in te nemen.
Nu was hij voor Roeckwitz wat ieder
getrouwd man was, die „een gesen e-
denis met zijn vrouw hóeft gehad
En de banaliteit van deze opvatting,
ir.et die daaraan vastgeknoopte raadge
vingen, wondde hem als een verme
tele aanraking.
De knecht kwam weer binnen, open
de de .deur en diende aan
„Mevrouw de gravin
Suzanne Oberwali kwam' binnen. Ben
zeer eenvoudige bijna ouderwetsche
zijden japon on sloot haar gevulde ge
stalte. Haar gang was langzaam en
wiegend, maar een zekere walardig
heid' ontbrak er niet aan.
,.Je wilde mij spreken. André?
Graaf Oberwali liep haar tegemoet
en streek zijn vingers zacht 'angs
lialar wollen ap».
,,Ik wilde je den heer Roeckwitz,
den besten vriend van ons huis, waar
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per poet per kwartaal 8.16, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.
„In dit
r..ewouw.
onzen zoon.
„Zoo, ja.
Suzanne OberMatl kreeg een kleur
en luier breede. witte tanden beten in
haar onderlip.
„U au|.t nu toch voor goed bier blij
ven, mevrouw
Suzanne lachte.
..WaalracibijnJijk niet, mijnheer Roecks
witz. Ik voel ntij niet thuis in de
groote stad. En in bet geheel niet in
een Duitsdie Neen, ik wacht slechts
op t herstel van mijn zoon. Dan rei
zen wij naar mijn landgoed. Daar
moet hij geheel opknappen.
,.U ontvoert u neemt Gerhard
mede?’’
Heel kalm antwoordde Suzanne Ober
wali
..Onze zoon is meerderjarig, mijn
heer Roeckwitz. Wij zulllen ons wel
naar zijn, wenschen moeten sch kken
met waak, André.'