NIEUWS. EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE. BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, em.
anten
I9'|.
h
16798
67*Jaargang
(Zaterdag 23 Juni 1928
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
kbank
EEUILLETON.
Nieuwe Abonné’s
geit
met
op
ide
□een
UtO
tol
mis
I
Marie Antoinette.
6
1 4
S
Nooit uitgeleerd.
-
ter ook, met vrucht doorloopen,, men kan
aan het einde daarvan een schitterend einu-
diplonia behalen... in de school des levens,
waarin men de ware wijsheid leert, ds men
nooit gereed en zelfs de dood reikt hier
geen einddiploma’s uit, wanneer %e het zoo
eens zeggen mogen, want zelfs de oude van
dagen, die het leven heeft gezien en ervaffen
aan alleh kant en dit deed op de meest
voortreffelijke wyze, schiet ten slotte te
kort, omdat men hier, zelfs de beste leer
ling, nooit uitgeleerd is.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
«AÖENAAR.
rIOORWEG.
kon
maar
(Wordt vervolgd)
atum
r
55724»
die zich met ingang van 1 JULI voor
minstens 3 maanden op de GCHJD-
bUHE CUUKANi abonneeren, ont
vangen de tot dien datum verschij-
nande nummers GRATIS.
mejHydt^
fiocm miNT.
‘re gevallen.
reneesmidde-
b vragen aan
n de Medicü-
Dte Markt 7,
)0-
raait' uur, terwyJ
nl bezoeker wend
eastern, die zegt
'en die mevröuw
w was naar <len
tandarts en juffrouw Mulder kou de zaak
rroeg of mevrouw
bijvoorbeeld om half twee thuis zou zrijm Ja,
:ng de boodschap netje*
wfe t
cenige verkoop-organi^Lties.
zeitf den overlapt daarviyi on
ben, doet het ons bii’"’*
dat men er tegen tel
Het gebeurde onlial
de werkvrouw niet
dat. zij zoÜ komen. Z
ders. Geiyoonnyk kon
eik -k^k- yw ‘Jap <&g. teb
tot Hoek van Holland één breede woonwijk
langs de zee gelegen zyin en oi men <iuM al
jammert het helpt niets. Hoe meer wijd"®11*
bebouwing ho© eerder het terrein vol is. En
als dat alles afgeioopen is gaan wij de wei
landen bebouwen en worden de koeien ver
dreven. Dien kant gaat het trouwens ook
al een aardig gangetje. Al» je van Delft per
trein den Haag nadert zie je even voor,by
Kyswyk al de huizenblokken van den Haag
angstig dicht by den spoorweg komen. Het
zal zoo lang niet meer duren of de groene
velden zijn hier verdwenen.
AJ« eenmaal de groote verkeersweg den
Haag—^Rotterdam is aangelegd zal spoedig
de zvg. lintbebouwing langs dien weg een
aanvang nemen zoodat ook hier de open
terreinen zeer snel zulten verdwijnen.
Wij zijn op dien aanwas <ler groote steden
heelemaal niet zoo gebrand maar velen ple
gen daar een belangrijk verschijnsel In te
zien. Zy moeten dus niet aanstonds jamme
ren over de duinterreinen die verdwijnen.
Men kan niet uitgeven en overhouden tege
lijk.
Een beetje compresser bouw vooral voor
de goeilkoopere huizen zou heusch niet zoo
kwaad zijn en men kon hier en daar wel wat
spaarzamer zijn met plantsoenen en plei
nen. Het gaat hier te veel van ten grooten
boom.
later staan in den vollen strijd des levens,
dan trekken we de goede gevolgen uit die
jeugdervaringen. Ze ajjn ondengedoken in
ons bewustzijn, maar zie zyn niét verloren
gegaan, ze komen weer aan de oppervlakte
en dankbaar gebruiken we wat we leerden,
zonder het te beseffen ,iii lang vervlogen
dagen.
Daarom kunnen we gerust zeggen, dat we
in tie school des levens nooit uitgestudeerd
zijn. Dagelijks leeren wfe meen-, dagelijks
groeit onfze* ervaring. En wie goed rondzag
in zyn leven en zijn vele ervaringen weet te
schikken en schiften, die zal zelfs, ja juist,
wanneer de levenszon ten ondergang zich
neigt, erkennen: dat een mensoh ook in
tlezen nooit te oud is om te leeren.
zij de kleedóngstukken welke het meeat ge
dragen worden, omdat het uitlblyven van
heete zomers hen tot eene onontbeerlijke
dracht gemaakt heeft. Ofschoon men het
niet zeggen zou, rekent Parijs daarop met
zijne modelleneoliectie. Het brengt er voort
durend iets anders, iets nieuws in en het
geeft allerlei suggesties, welke voortduren
de variatie mogedijk maken.
Een wandelcostuum kan zoowel uit een
enkele mantel alg uit een enkele japon of
een mantelpakje bestaan. Maar altyd zyn
het zekere stoffen en zekere modellen, die
er hij voorkeur voor genomen worden. Voor
de lange promenade-mantel is de geruite
stof zeer nneuw, zoowel de rechte als de
schuine ruit worden ervoor genomen. In
deze mantels teekent zich de verandering
af die het silhouet sedert het voorjaar
ondergaan van ietwat klokkend geknipte
panden of strooken. Bij de achuin-geruite
wandeljas komt eene klokkig opgezette w
plooi verbazend goed tot haar recht, maar
de rechte jas houdt van ingelegde plooien,
die bij het loopen aardig uitwippen en weer
samenvallen.
De wandel japon als „kloed-alleen” is wel
zeer in zwang, doch komt hier te lande nooit
zoo byster in aanmerking, omdat, zelfs als
het weer het toelaat, een bijzondere smaak
MODEPRAATJE.
-SE-
Wandelcostumes.
By de koele dagen van een grilligen
zomer, in een koel klimaat als het onze, is
niet met my af doen’. Ze
bijvoorbeeld om half t.;:_
dat zou wel. Ik breng de boodschap netje*
aan mijn vrouw over die aanstonds veron
derstelde dat het wel een mededeeling var
Me werkster was die niet was komen opda-
Jen. Half twee conivenieewle haar heel
^slecht omdat zy beloofd had dadelijk na de
koffie uit te gaan, maar zij izou dan we;
luu jjpven wachten omdat zij toch wilde weten
iV wanneer de werkster nu wel kwaWt Gehoed
en gemaniteld wachtte zij om half twee en
inderdaad tien minuten later kwam mejuf
frouw Mkrlder aan de telefoon. Het bleek
niet anders te zyn dan de telefoniste van
één der stofzuiger-vericoophuizen die met
het gewone praatje kwam of ze een demon
stratie mochten houden mei een nieuw toe
stel.
Is het niet om helach te worden? Het
bedrog want bedrog is het is waarlijk
heel grobt enbnutaal. Men begrijpt wel al
Niet tel/reden zijn met zichzelj, dat is
het beste en het ergste tevens.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week lï cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2^*0, per week 22 cent, overal waar de merging per looper geschiedt.
Franco per poet per kwartaal 8.15, met Zondagsblad .i.bO.
Abonnementen worden dagelijks aangenejnen aan ons Bui eau: MARKT 81, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boeknandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.
ihuisx walm1. Haar tienen, werden -ius
haastig gedroogd) en zij ging voor het
avondeten zorgen wanij, zij hadden
geen dien&tfoode. Alleen de» ochtends
kwam grijsaard' uit die stad me»
de vooraf bestelde etenswaren eni ver
dere liuiislhoudtelijke bmoodigd treden,
vdrridiilte dan het grove wctk en ver
trok nog voqr dten midkiiag.
Koningin en martelares.
leekzucht
Maag of
zwaarten in
itslag, roode
enz. op elke
Rheumatiek,
er, ïeverstee-
ziekten van
hui wordt overvallen’, diacht zij be
zorgd. „Hij heeft niet op slecht weer
gerekend en zeken nog zijn zomer-
kieereai aan Die leelijke hoest
er door terugkeerem.’’
Z j wierp haastig een mantel om,
trok die kap daarvan over het hoofd
en snekte naar <te laan, om uit te kij
ken ot zij iiem* niet aan zag komen
Het was echter niet de man met het
schUderachtige kunstenaarshoofd, die
zij zag naderen doch dlrie heeren in
jiaicihtiiostuum. I e regen, die thans ne-
dierstroonide. joeg hen in het gelaat,
zonder ontzag voor hun fluweel en
goudt|>rduiursete en kanten lubben.
Zij zagen er zoo armzalig uit aldus,
dat Yvonne moeite hadi om niet ün
lachen uit te barsten. Neen, dan we
ren <le kleeren van haar vader toch
nog beter tegen noodweer berekend.
Ook het drietal- had haar in 't oog
gekregen. Zij wisselden «enige woor
den en daarop -maakte da jongste hun
ner een diepe buiging. di;e heel ko
tnipdi schelen onder zü>ket oms|andag-
hrtMien. en snelde vooruit, naar haar
toe.
Bij haar gekomen, nam hïj dea hoed
af, met zooveel gratie, dait deze nage
noeg «ver den bodem streek, ert
vroeg
,.Neen, maar als het jachtseizoen
daar is, zullen zij wederkeeren. Weeg
öp je hoede, Yvonne. Gij zijt mooi en
je vader moet je wel eens alleen la
ten om zijn doeken naar de stad te
brengen of sehalderbeiioiodigdhedcn te
koopen. Herinner je altijd, dhr je mijn
levenj, mijn toekomst zijt, dat wij zoo
gelukkig samen zullen worden en 4at
anderen wel mooier woorden kunnen
vinden dan ik, maar liet niet goed' met
je zouden meenen.”
Jiel jonge melsjd telde zijn vrees
zoo licht, dat zij, wat haar vrtj. wat
l ever was. over den dag begon te
spreken, waarop hij tot haar terug
zo keeren Gn ahdterniaail fluisterden,,
7fi.i onhoorbaar vopr and|eneni. van het
beloofde land der Toekomst.
Een half uur later poogde zij nog
hen» in die (hiistemjs nai te staren. Zij
weende nu zacht, want het viel haar
onbeschrijielijk haWI voor zoo lang af
stand van hesn te moeteth doen maar
rij was dapper en wijde gden roode
oogen wxMien als baar vader straks
Het zevende Leerjaar komt terug. Natuur
lijk is ook tegen die weder-invoering het
noodige protest gehooid, maar over het al
gemeen kan men wel aannemen, dat hex
grootste deel van het Nederlandsche volk,
dat in dezen tot oordeeten in staat i», de
weder-invoering van het bewuste leerjaar
loegejuicht.
Onder de motieven, welke 0aaavoor plei
ten behoort ook de overweging dat voor de
tegenwoordige jeugd een sdhooltyd van
hoogstens zes jaren niet voldoende is; <lat
oin de beginselen der hoogtstnoodige kennis
op te do^n de tyd van zeg jaren onvoldoen
de en die van zeven jaar amper voldoener
is. Daaruit volgt dan ook, dat die kennis
feitelyk nog niet voldoende is om voor het
geheeie leven te gelden; <iat dus die kennis
beschouwd moet worden alg een fundament,
Waai-op verder moet worden voorbgebouiwd.
hen kind, dat dus zeven teèrjaren f
den rug heeft en de lagere school met vyuchj
JaJïulwlw p«w
Verder oyderwys blyft gewenscht-
Maar, wanneer we deze laatste woorden
neerschryven, ryst onwillekeurig de vraag:
wanneer is een menschenkind uitgeleerd
Moeit het antwoord op die vraag niet luiden:
nooit? Neen, een menach is nooit te oud om
te leeren, zeiggen we en in die uitspraak
schuilt een groote waaitheiid en wyeheud.
Werd niet reeds door een wijsgeer van den
ouden dag diè mensoh Wijs geheeten, die
wist, dat hy niets wist; die er dus van
overtuigd was, dat hy steeds door moest
gaan met waarnemen en opmerken, met
denken en lieren. Dat geldt van ieder
me^nsch, apowej wat de intellectueele^ten*
nig ate wat de. levenswijsheid betreft. Maar
hoevelen gaan door het leven heen met een
minimale dosis initellectueele kennis en ver
zuimen de gelegenheden om meerdere ken
nis te vergaren, mede, omdat ze deze gele
genheden niet zoeken. Wie echter verder
ziet, die weet, dat deze menschen juist in
onzen tijd achteraan komen, waar het er op
aan komt om een betere positie in de maat
schappij in te nement Niemand behoeft hen
te beklagen, ze moeten aichzelf beklagen,
want niemand en niets heeft aan dit tekort
schuld dan zyzelf. 4
Sylvain was in de leaite vertrokken
Nu was het herfst. Het gamhche woud
klEoeg een goudglans de geie etn. roo
de bladeren verspreiddibn veel zoeter
•eur dan in den zomer ,iYvonne had,
van haar vader geleerd *de schoon
.heid van dit jaargetijde te waarde
ren. Haar blik zweefde vol liefde tot
de liooge kruinen op. Voor haar had
luet najaar nog geen weemoed verkre
gen, zooals voor degenen, die er hun
eigen levensbeeld in zien-, en heel
ftaar hart jubelde. Irnmielrs den vorigen
dag had. zij een brief van Syflvain ont
vangen, die haar .^ide, dat zijn stu
diën sneller vorderden dan Ivij had
Verwacht en dat hij thans hoopte h«ar
reeds over een jaar zijn vreftuwtje te
kunnen noemen. Niet tevergeefs had
hij reed» als knalap zoo hardnekkig
doorgeiwerkt.
..Ktoid zeide dien morgen aan het
ontbijt de vader, ,.het weer is zoo
goed, dat ik er gebruik van maken
zal om nog eens naar de stad te gaan
voor den (winter. Ik stelde het reeds»
veel te lang uit. Gij weet hoeveel bet
mij kost iiiiiij ooik maar voor één dag
aam mijn woning te ontrukken; dai is
zeker de ouderdom, want vroeger
moest ik wei eens maanden a<uhlereen
van huis zi^n, voor dlei een of andere
opdrachtmaar vandaag moet het toch
endelijk geschieden. Ik heb drie stuk
ken gereed en, als ik zo door Pierré
liet bezorgen, zou Mallieji er georuiK
van maken om mij nog nueer le besta
len dun hij al doet. Men moei het ge
weien van een kunstkooper betritten
om arme schilders mt te zuigen, als
Innen zelf al een huis te Parijs en eeti
prachtig landgoed' te Vleudon heelt.
Wijt gij mij vergeaeilen?”
„Ik zou n'ets liever dben. vadertje”
antwoordde Yvonne, teedier de armen
om zijn hals slaande, „maar ik heb
nog heel wat uit te voeren in huis en
liet is ook beter, dat ik va)n uwe af
wezigheid gebruik maak ohn1 het ate
lier eens ter dege sdvoon te maken,
of het wordt nog een spinnenpalete.
Gij wit ook nooit gestoord worden
door bezems en stofdoeken.”
He kunstenaar glimijacJnte.
drukte haar op het Iwrt toch vooral
zorg te dragen alle voorwerpen weder
op de oude plaats terug; te zetten
Daarna ging hij nog het een of ander
kiostbaar gereedschap voor haar al te
ijverige vingertjes wegstuiten, en ein-
Wetijk begaf hij zich op weg. Het was
pas negen uur b j hoopte dus vroeg-
tijdig weer tuuis te kunnen wezen.
Hel jonge meisje verloor intusschem
geien oogenblik. Zoodra zij hem om
helsd had en do groote ^pan in zag
slaan, aan den hoek waarvan Etienne
\louron er in geslaiagd was een reeipije
:$rond te, bemachjjgen. omi er zijn haard
slede op te slaan, spoed e zij zich
naar zijn werkplaats. Zij0, wist, dat
haar vader geen oogenblik langer dan
noodzakelijk weg zou blijven en allies
moest schoon zijn als hij zich weer
vertoonde, wat géén kleinigheid be
duidde, want niets w«s zoo plakkerig
en vol stof als olieverfdoozen en pa
letten. En dan al die Oostersche stof
‘ten, diie zij uit moest kloppen, dat
ganmche harnas, dat behoorde te wor
den gepoetst. Zij moest woekeren met
de nriimiten.
Tot twaalf uur was zij er mede be
zig toen blonk alles alsof het fon
kelnieuw was en, tevreden over haar
werk oog zij awi haar overigen ar
beid.
Ook hiermede kwam zij'gereed en
zij had juist haar wertopakje verwik
seld voor betere kleeren, toen een
luide dorNjlwiïlag haar verbaasd' op
deed kijken-. Zoo druk luid zij het ge
bald. dat zij niet eens bespeurd haa
ho dreig<?nd de wofken waren, die
zich van lieverlede boven het woud
hadlden saajngepakt. Fr brak een he-
Yig onweder los.
Och. als vader maar niet, door de
dat als men zegt mevrouw te willen spreken
over een stoliauiger dat meneer ten hoorn
ophangt al <tati met i»a een harug woord
gezegd te hebben. Men leidt dus meneer
alvast om den tuin door een willekeurigen
caani te noemen en op dje manier althans
mevrouw aan de telefoon te kryigen. Het
geval van de werkster kwam hier nu toeval
lig tussejien en maakte dat met eenige Be
langstelling op mej. Mulder werd gewacht.
De Huisvrouwen-vereenigrnig heeft zich
nu met nadruk tegen dit reclame-systeem
verzet en ze wekt haar leden op om tegen-
reclame te maken tegen de verkooporgani
saties die <tit systeem toepassein. Het is dus
te hopen 'dat het nu qpoedig uit is. De
telefoon is op vele tyden al geen prettig
instrument omdat men veel te tgemakkelyk
maar opiroept zelfs op uren waarop men
het niet wagen zou om aan te sdhelleni, maar
als op deze wijze de telefoon misbruikt
wordt zakt het instrument in de sympathie
van de bezitters.
Overigens: hoe verzint iemand zoo’n
systeem waarvan hij kan begrijpen dat het
voordeel niet kan opwegen tegen de onaan
gename uitwerking die het anderzijds zon
der twyfel moet hebben.
Tegen het uitbtreudrngsplan in te duinen
naar Wassenaar wordt nogal oppositie ge
voerd. Natuurlijk op de gewone aestheti-
sehe gronden. Het is altyd eenigszins humo
ristisch een dergelyke actie te zien voeren
wanneer men bedenkt dat haast niemand
naar dit natuurschoon placht om te zien en
een groot gedeelte ervan zelfs voor het pu
bliek was afgesloten. Eveneens is het niet
onvermakelijk te hooreri betoogen dat als -r ---
het tenreia tabouwh. .Ut u, u«lar «e- M srtulfliOlut hr wolMa be
val bebouwing nwd z-ijn, <L w. r. in >1»' wandeleostamee. fe-U-luk run
die knusse vrlla-park-trant waarvan we al
versoheidene specimina hebben. Men ver
geet dat dit de methode ie om het spoedigst
tot nog grrooter uitbreiding te moeten ko
men. De gansche bouw van den Haag is
juist zoo heel ruim, dat altijd maar weer
nieuw terrein in beslag genomen moet wor
den. Het totale oppervlak van de residentie
dat dient voor woningen met plantsoenen en
lanen is even groot als dat van Paryis en
dat is alleen het gevolg van de lage huizen
en den ruimen bouw. Het is natuurlijk heel
mooi en prettig v<^>r de bewoners maar liet
gevolg is dat (tal van duinterreinen en an
dere llefelyke \oorden moesten verdwiynen
om plaats te maken voor ryen huizen. Wan
neer men dus betoogt dat open bouw g -
wenscht js dan dinyft men naar steeds meer
vernieling van natuurschoon'.
Wy betreuren het ook dat dergelijke
mooie plekken verdwynen, maar wij zien
het onvermydelyke ervan bij de gestadige
uitbreiding van de bevolking. Nergens in
Europa is qp zoo’n klein oppervlak zoo’n
ma-ssa menschen opgehoopt als in het
westen van Zuid-Holland. Alleen in de
Roerstreek in het mijnbedrijf is het iets
voller. Wanneer de aanwas nog tien jaar
blyft voortgaan als de laatste tien jaar het
geval is in deze streek, zal van Haarlem
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
gmxM.
v«y heboen al eens einder er op gewezen
(iac ue nutsvrouwenrvetièémgjng goed weiK
kan uoen en uat ook‘op gezette tyden doet,
net doet ons -genoegen^uat wy weer eens
op een hare-r goede welken kunnen wyzen.
Zy neeit zich verzet oen nieuw en
iimdenyk systeem viantteciamemakeii ;lat
in de laatste tyden wks toegepast door
u Aangezien wy
ondervonden heb-
jfer aangenaam aan,
jfcle trekt.
dat te mynen huize
ftacheen op ten dag
Hets is niets bizon-
Kr dan in den loop
_n,,„Jpch tericht.dat ze
ziek is of plotseling op famiyebezoek is of
een ander verhaal, waarvan /niemand een
woonl behoeft te gelooven.
’s Morgens even vóór tw
ik in gesprek was met eei
ik opgeheld door een dam
mejuffrouw Mulder te zyn/
te spreken vraagt. Mevrou*
ADVBBTKNTIEPIUJSs Uit G-rad. onutralua (bdiwnud. Wt <te b«orttaiii<)
1—6 rani, t UIU, tik. repj mw OJb. Vm OuIUd Good, «n d» buoixkrüw:
1—4 hk^> 1 14», dke rapd mmr j 1>M>. Adnruatidn la bat Zatardagaomaw
Uulag oo den pr^a. UeldadlsbeldasMWuuntlta do MA .aa dan pnja.
IhUEZÜNUKK MfDBUKKLlNGKN: 1—t ra(aU SM, eU» ngei mMr f (4*. O,
de voorpagina 50 booger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeeiingen bQ contract tot zeer gereduceerden
prys. Groote letters en randen worden berekend naar pUataroimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tZMMbenkoflMt van ooliede Boekhande
laren, Advertentiebureau! en onze agenten en moeten daags vóór de pUataing aan bel
Bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zfln.
Jitf is echter nog een breeder terrein dan
dat tier intellectueuie ontwikkeling, hoe
groot dit laatste ook moge wezen, dat ós hex
groote gebied der levenswijisheid. Deze is
niet te leeren urt geleerde boeken; i* gt-'ei
vnucht van studie, waaraan He. naeiixrusi
opgeotlferd werd; dit 'is vrucht van opmer
ken, oonleelen, vergelijken en bovenal van
kauwigezet schiften der levenservaringen.
Wie is daarin ooit uitgeleerd?. Wie durft
zeggen, dat hy deze wysheid in optima
forma bezit? ze zooveel motgelyk be
zit, zal de eerste^wezen om te eikemen,
dat er nog veel meeir js wat hy niét, <la<i
wat hy wél weet, .immers die ware wysheid
maakt besdheideif Onbescheiden „wijzen
dje bij alile/mogelijke gelegenheden hun
wijsheid! culmineert in het boven aangc-
haalde woord van naar we meenen
Socrates: de ware wyze is^iy, die weet, dut
hij niets weet. Dit te zeggen is geen vailsche
bescheidenheid, geen nederige hoogmoed,
neen, het is de oprechte erkenning, dat hier
een gebied betreden wordt, waarop me a
nooit uitgeleerd raakt.
Wat is wysheid Het is de kennis om in
alle Omstandigheden rien juristen toestemn
te onderkennen en in overeenstemming
daarmede de juiste wegen te bewandelen en
de doeltreffendste middelen te kiezen. Wie
daarin ooit uitgeleerd? Er zijn maar wei
nig leerlingen, welke van hun leermeesters
niets meer leeren kunnen; op dit gebied
acktpr echter yajlt zoo ontzaglijk veel te leeren, dat
vrucht teh mènschenloind daarop nooit uitgeleerd
Men zou Jcunnen opmerken, dat dit: noo-t
uitgeleerd, tot wanhoop stemmen kan, ge-
lyk het een leerling wanhopig maakt, wai.-
neer hij pnerkt, dut hy niet vordert iDhrt^'
tegenstaande de beste inspanning van all?-
krachten. Toch ie niets minder waar daiL
dat. Het komt maar aan op dé verhouding
van wait men had kunnen leeren en wat men
geleerd heeft. Natuurlijk moet dan menig
een erkennen, dat hij schijnbaar niet veel
bereikt heeft. Maar de resultaten van deze
vorderingen kunnen niet dadelijk tot uit
drukking komen. Vaak eerst langzamerhand
wordt duidelyk wat we geleerd hébben.
Ervaringen uit onze jeugd hy voorbeeld leg
gen we naast ons neder, maar wanneer we
GC
|
1928
|
|
pagina 1