=r
E
f
1
gen
i
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
No. 16834
'K
1
I
1
FEUILLETON.
r
Zaterdag 4 Augustus 1828
1
67* Jaargang
f
Marie Antoinette.
lil
I
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDliWATER, REEUWDE, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
j------l- l--
N I
'E, BODEGRA
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATE<
i------4-
pit blad verschijnt dagelijks behalve op ’Zon- en Feestdagen
‘^ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal f 2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, pfer week 22 cent, overal waar <te ’lezorging per looper geschiedt.
Franco per poet per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.VQ,
4
-3
;jjh ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjjn.
I
?1
i
Us
i
I»
3i
ant-
leiband
TWAALFDE HOOFDSTUK.
gezeadi.'
kgisten.
Haag.
(Wordt vervolgd)
I,
i
1
SANGUINOSE
12 flesschen 21-
1317 40
1317
40
1
wèikkyacht ge-
dmkfang, welke
aien we het ge-
n
M
I
of
be-
Hen
,e binnen
aar eens,
Overal
Het bloed bevat
pieren, zenuwen
n
eukbanden I
ent gratis I
6702 I
f
- Gagarandasrde oplay^BIBO ex.
advertentiën en ingezonden mededeeüngen bij contract tot zeer ge reduceerden
ite letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
ntiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van «oliede Boekhande-
rertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het
teu
laatste, dat het lijd wordit voor u, ook
een woordje mee te spreken en uwe
Koningin en martelares.
van het platteland al een stuk ingehaald
van den achterstand dank zijl de veel 'betere
middelen van verkeer, nu de motoren, de
auto’s en de bussen juist op het platteland
hun intrede met, veel élan hebben gedaan.
Het wajs een kleurige afwisseling in de
Haagsdhe straten en het is niet ónmogelijk
dat vele Hagenaars en vreemdelingen die
hier tijdelijk vertoeven daarom eens een
bezoek aan de tentoonstelling brachten om
dat zy dat schouwspel eens wilden gade
slaan.
Qaduldig In 'ds vsrdn kling.
Jt - L
i 11 pondére
[Herdruk-
„Dat is geen antwoord1.”
De hertog van Derry blikte angstig
om zich heen. Was er dian niemand
óm hem te helpen Groote zweetdrop
pels parelden op zijn voorhoofd.' Hij
herinnerde' zich' niet zich ooit tevoren
zoo ongelukkig te hebben getvoeld.
Marie Antoinette is nog heel jong,
Sire, en niet aan ons hof gewónr’. 1
„Dus heeft zij ongelijk?' klonk het
kortaf.
Lodewijk boog het hoofd en
u oordde met inspanning
„Men mag nooit togen den koning
opstaan.”
O, zoo hij de uitdrukking had' kun
nen zien der donkere oog en, die zich
van hem afwendden'.
„Ik stond niet op tegen dien koning
maar tegen juffrouw Vaubemier”, zei-
dle de Dauphine hooghartig. „Indiein
zjij h er koning is gefwordén, dan buig
ik mij? zeer zeker niet voor haar. En
nu, Sire, weten Uwe Majesteit en ik
genoeg ook' de Dauphijn geeft on
gelijk aan de kroonprinses van Frank
rijk Zij wacht nog slechts haar von
nis aif en hoopt, dat het ballingschap
naar Weenen zal luiden. Maria The
resia zal mij gelukwenschen getoond
te hebben hare dochter te zijn.”
„Een straf, waarnaar men verlangt,
houdt op eene kastijding te wezen” f
bprak do koning met een boosaardi
geil lach. „W'j zullen u dus niet aan
de uwetn teruggenen, Hoogheid; maar
gij zult u naar uwe vertrekken bjege-
7»ivua uien »c.or stamei-
„dat dit alleh zich heeft
Een gansche zaal van het hospitaal
was voor de slachtoffers van de ramp
bij het feest ingericht. Verscheidene
gekwetsten waren aldaar reeds be
zweken andoren vertoonden teeke
nen van beterschap, er waren er ook,
die voor het leven Verminkt zouden
blijven.
Op de daartoe aangewezen tijden
kwamen dlagelijkk tal van «bloedver
wanten de lijders zien. Onder de be
zoekers bevond: zich dtoig op dlag e©n
man, die' gezegd had slechts de vriend
van een of twee dier ongefakkigen to
zijn maar geregeld bij al de bedden
kwam; een voor een de gewonden toe-
j
i De veet
buitengewi
btezrfékfers
ver zyn z<
waardjg s
kwam mei
den van
vrouwen omvallen door haar kleurige cos-
tupms en'(blaar prachtiger hoofdtooi.Zij wa
ren alle hun Paasch-ibest en als ze wisten
hoeve!® diunLs
het ibuatengev.
Eïi de heferen hebben menig oogje
gewaagd, want waarl'yk er waren bizonder
knaippe kopjes en figuurtjes onder. Wij héb-
ben hier wel eens te sterk de gedachte dat
btoerevr ouwen dik en tog zijn met oud-modi-
sehe figuren en leeïijke japonnen. Ze zijn er
zóó„ maar dat er véle andlere zijn, die 'in mo
dieusheid en kleurenpracht niet onder doen
voor de mooiste Parywhe snit hebben wy
nu weer eens goed gezien.
De mode heeft wel baar invloed doen gel
den op de antieke costuume: de rokken zijn
kort, die kousen kleurig en de schoentjes
koket-modem, maar men heeft de mode
niet laten tarnen aan den verderen vorm,
niet aan de hoofdsieraden, nïet aan de hals-
versiering.
Het is een schitterende revue geweest
van Nederlandsche. kleedërdiraichten.
De mannen zijn er in de kléeding niet op
vooruitgegaan. Zij hebben de confectie-pak
jes in de plaats van dte /tracht” ’genomen
en deze staan hun in dien regel nfiet De
stijve witte boorden met leeïijke dassen, de
ouri-modische, deuik-hoeden, ze staan ceY be
spottelijk omdat men ziet dat de dragers
ervan zich niet thuis giwoelen in die klee-
ren.
Neen, de vrouwen (lieden verstandiger
met zich aan het oude te houden. Zelfs kan
velen van hen niet een zekere elegance ont-
zqgxl worden. In mondaine kleeren zou dit
misschien anders zijn hoewel er bij zyn die
in kleurenpracht en vormen werkelijk het
mondaine aardig weten te Benaderen.
De dames en de heeren van het z.g. plat
teland weten zich best te amuseeren in het
Haagje. Zy weten ook waar de beste waren
zijn te krijgen: we zagen een stelletje er
van in een der eerste restaurants zitten en
het leek ons zoo dat zy er zich goed op
hun gemak gevoelden.
Trouwens in dit opzicht heeft een deel
,J
>8»verte-
aloosheid
t gebruik
gemalin te doen erkennen, hoe onge
past, ja onvergeeflijk hare gansche
houding is? Of verkiest gij een zwak
keling te zijn, diie* aan den leiband
eener vrouw zal loepen?”
I e Dauphine zag dien jongen vors*
aan hare dónkere wenkbrauwen wa
ren saa'nig et rokken. Wat zou hij ant
woorden Zou hij, die wist dat zij
gel jk had, voor haar durven optre
den Hij Ontweek haar blik en mom
pelde eenige onsamenhangende woor
den.
„Spreek verstaanbaar”, gebood Lo-
dewijk XV dlriftig. „Ik wil ’weten of
mijn kleinroon miij onderworpen is ge
bleven of niet. Gieen uiitvludhten mijn
heer. Duidelijke faal- Dat is het e'eni-
ge goede voorbeéjd, u door de Dau
phine gegeven.”
„Tk. |k betreur hie! zeier”,
de de knaap. JL. _..„L w
voorgedaan.”
Het grapje van het beslag dat gelegd is
op het departement van buitenlandsche za
ken en het Rijksarehief is op het oogenblik
dat wy dit schryven nog niet afgeloopen.
We noemen het maar een grapje want
eigenl'yk is het niet meer dan dat. Het be
wijst alleen wat een bespottelyk verouderd
systeem het is, dat beelag-leggen.
In het geval zelf zullen wij niet treden
want dit is voor den rechter uitvoerig be
handeld. Alleen willen wy in aansluiting op
de verschillende passages uit het verslag
der Algsmeene Rekenkamer, die wij verle
den week gaven, toch even wijzen op de
noodzJkelij'kheid om in het algemeen spoed
te kunnen eischen van regeeringsbureaux.
voor de noodkreten door hef vertrapte
volk geslaakt. Dto noodlottig»-gebeur
tenis heeft ntot tol niets gediend, als
het u allen dó oogeh opende. Gij weet
hu wat <6 kushanden beduidden, die
<i)uizenden het hoofd op hol brachten.”
De oogen van d$n lijder verkregèn
een half treurige, halt verlegen uit
drukking.
„Wat wilt gij, Sylvhin Norbert”, ant
woordde hij „ik sohahnii er mij thans
zeli overmaar zij scheen ons zoo
goed gezind. Wij waren er niet aan
gewoon, dat de vorsten ons eeltig blijk
van liefde gaven, en rij lachte ons
toe, strooide bloemen voor het volk.
Wij begonnen weór aan een betere
toekoanet te gelooven
„En gij hebt tal van anderen over
gehaald het lidmaatschap van onzen
bond op te zeggen.”
„Zij zouden dat oók zonder nüj heb
ben gedaan. Lieve hemel, Norbert, de
opstand, die gij ons altijd predikt, is
goed en wel als men anders geen uit
kómst 'riet. Gij hebt gelijk te zeggen,
dat dó toestandl niets kan of mag
voortduren, zJooals hij thans is maar
het zou een omverwerping van alles
wezen, zullen wij zelf niet worden
verpletfórdl ondier het puin vffn het
eeuwenoud gebouw d!at wij omver gaan
halen
1 daarvan zyii groot
dragen in het levert^;
weest en zoo /zal
irzoolamg deze wereld 1 een
met zonde en met gebrék, j' Het
woont niet onder d"' J'
onvoimaakt zijn. Tot, de onvolmaaktheden
van dit ondermaansche behoort ook ver-
di-ukkinig. Want het móest niet zyn, dat een
mensch, hetzij door eqn ander ïnensch, het-
zy door alilerlei omstandigheden, welke tegen
hem zyii, verdrukt wdtüt. De slappelingen
aanvaarden dit feit onoverkomelijk en
laten zich verdrukken. ftlaar die ruggegraat
bezitten richten zich rechtop en vragen zkh
af: zullen we ons latefi neerdrukken door
iets wat feitelyk nde.t behoefde te wezen.
Bij hen is de reactie op de verdrukking, dat
ze te sterker warden en daarom hun leven
voor henzelf en voor anderen te vrucht
baarder.
Geduld is een bewijs van zeldzame geeste
lijke kracht De geest van het geduld is een
gansch andere dan een Jan-Salie-geest: laat
maar komen, wat komen moet. Dat is laf
heid, welke zich automatisch in zulk een
leven wreken gaat. Neen, geduld is kracht,
louter geestelyke, zuivere kracht. Die kracht
leert in de verdrukking geduldig te wezen,
omdat geduld weet wat wachten is. Wachten
is een moeilyk ding. Er zyn menschen, die
het nooit leeren. Er zyn er, die het eerst
leeren na veel moeilijkheid en teleurstelling.
Maar wie in de school des gedulds het wach
ten geleerd heeft, die weet dat geduld ook
te toonen in de dagen, welke hem niet be
hagen: in de dagen der verdrukking! Ge
duld in de verdrukking is, dat we de ver
drukking dragen in de overtuiging, dat be
tere dagen zullen komen, dat ons levenslot
niet is als een speelbal van wind en golven,
maar dat de Eeuwige Wysheid daarin de
lyn getrokken heeft; een lyn, welke niet
gaan zal steeds in dalende richting, maar
rust, loodzwaar soms, op den geest. Er is dat ook de styging komen zal, niet op onzen
Daar is vrede, vreugd noch licht,
Dan op den engen weg van Plicht.
Een daad van bizondere piëteit is ge
weest de onthulling van een geschilderd
portret van Jean Louis Pisuise op Scheve-
ningen. Daar heeft die goede Pisuise heel
wat triomph gevierd en het bewijs ervan
is dat hy zich in den Haag metterwoon had
gevestigd.
Het portret is geschilderd door Han van
Meegeren, een onzer beste schilders, al is
nu portretschilderen niet het sterkste fort
van dezen in véle opzichten geniale kunste
naar. Pisuisse heeft hy heel goed getroffen
en vooral den vorm dien hij voor hem koos
is zee>r goed. Het is een stuk ten voeten uit
en de zanger is gekleed in zyn bekende
zwarte cabaret-costuum. De achtergrond is
licht-vlammend, zoodat het volkomen den
indruk maakt van, het oogeniblik waarop Pi
suisse vóór het voetlicht placht te treden,
tusschen den voorhang uitkomerd en fel
belicht door het licht dat uit de zaal op
hem viek De plaats voor dit portret is wel
gunstig gekozen, al staat het wat hoog van
den grond zoodat het hoofd van het stuk
heel ver in de hoogte staat.
Het plaatsen van dit portret is een daad
van een der Haagsche weekbladen „Mon
dain Den Haag” en het strekt de 'leiders
daarvan tot eer dat zij dit blyvend monu
ment hebben gesticht. In de onmiddellyke
nabyheid van de plaats waar dit beeld
thans staat heeft Pisuisse honderden malen
het publiek vergast op zyn zang en voor
drachten. Hy was met zyn clubje een der
weinige attracties van Scheveningen en door
het internationale karakter juist van bizon
dere beteekenis. Koevele vrienden en ver
eerders Pisuisse had bleek by de onthulling
van dit zeer mooie stuk.
dan leed gekomen in het letfen of. wel er
moeten zongen, veel in aantal en‘zwaar in
gewicht, getorst en overwonnenworden.
Hoe vaak heeft het dan ^iet delti schijn als
of alle energie verbruikt wordt in dien
moeolyken strijd, alsof aH 1
broken wordt door die v’j
het leed aanihracht erf loc..
schiedlen, dat juist het '/tegenoveirgesitdlde
het geval is! Dat togenoyer tyet: „gy lult
niet” der ve^rukkilng gesteld wordt het: 4,ik
wil toch” van den fcesoluten geest. Dat zjjplt
de mpnsrJiftn. dte Hiiiv vmvwisWrinitr ti-steMirml’
winst 'móe! geput
Br is in sieze wei
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
15 regels L30, elke regiel meer D.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
16 regels 1.56, elke regel meer 0.80. AdTertentiën in het Zaterdagnummer 20 tt
bjjslag op den prijs. Liefdadigheids-advertectiën de helft van den prtja.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.05, elke regel meer 46. O>
de voorpagina 50 hooger. 1,
i Gewpm -
prtfs. Gw
i I Adverb
l> laren, Adj
Bureau zj
>ch” van den fcesoluten geest. Dat ij
e menschjert| die l^un verdrukking tra^hterffl
b yerget&i jin den aibeidij; die? weten, drft'
loetjlijkliéÜeh diep mensch igegeven woidew, I
m Jyrverwinnen te worden 'dat uit verldw
'inSt móep geput Witien. I
J'jrnno) melajk veld le$fH
Het is dwaasheid dat té onti ;ennen. ledler zm
■otei’ .of k eineip deel meéfl
■erfqkZpo ik het p,ltyd ge-'l
het’ ook Jsteeds' blijven,
wnleild is behept
o_-Hejt volmaakte
de'(starve| ingen, die zeil’
Vaaantie
Na langdurige raadszittingen bij’ hooge
temperatuur, die snakken deden naar ver-
sche lucht in de medé door groote publieke
belangstelling ontstane benauwde atmosfeer
der raadzaal1 in het gothisch Goudsch
Stadhuis, is bij, het gemeentebestuur de
vacantietijd ingetreden. De Burgemeester
en de Secretaris zyn met verlof afwezig,
zoodat, tenzij zeer bijzondere omstandig
heden daartoe aanleiding mochten geven,
althans gedurende de maand Augustus geen
zitting van den gemeenteraad kan worden
verwacht. De edelachtbaren rusten thans op
hunne lauweren en doen nieuwe krachten
op om straks, gesterkt en verjongd van
geest, met nieuwen moed den politieken
strijd te stryden in den Raad, waartoe de
'behandeling van het meerendeel der ge
meentelijke aangelegenheden blijkt aanlei
ding te geven. Niet het minst zal dat wel
wederom het geval zijn bij de behandeling
der begroeting voor 1929, welke ditmaal
'volgens toezegging in dit voorjaar gedaan,
vroeg aan de orde zal komen, zoodat de
vaststelling daarvan binnen den wettelyken
termijn zal kunnen plaats hebben.
Vandaag denken wij niet daaraan.
Het is vacantietyd en kemtis-Zater-
dag. Wie niet geniet van het heerlijk buiten
zijn in de vry’e natuur, waar alles in volle
weelde is, wie niet meedoet aan de zomer-
ven en ctaalr, tot we schande, blijven
zoolang ons dat goddriunkt. Gij, Ber
ry, die vdrstand genoeg hebt getoond
inieit met dien vijand te heulen, zult aan
onze rijd© blijden. Niemand mag in
twijfel worden gelaten omtrent uwe
goedé gerimdheid tegenover mij. Gij
'Kunt gaan, taevrouiw.
De prins snelde op dó dieur toe, om
die voor haar le oipenen. Hij was
wanhopig en minachte zichzelf. O, dat
To non hem aan mocht zien en hens
met een enkelen blik zeggen, dat zij
hem vergaf. Maar na een onberispe
lijke buiging voor zijn; grootvader te
hebben gemaakt, trad zjj langs hem
heen, also® zij h-in niet eens opmerk
te
38
„Dus gevoelt gij ein|delijk en
laatste dat het tijd wordit vu
tijd, maar dan, w*
komen isj 1 f.
ledejr merfsch krjjgi een
i' of lichteyj te dragjen
1 altjjd eerf kruis m^t i
zich danOaarir t
wordt gemaakt, maa
ke dat kryis moeten
zoodat wat eerst onn
gelyjk wordt. Dat sol
dat is <®t niet. Het i
op in dé vei
baart. Wie i
zitten Wie
?nte
lm' den oogfct
groojén, dén top
zwarfin zoudep mdroeen stéen. Daaidoöi-
de 'boom verljjindera worden iyn kraak
bestelen aarf.'feen ÏBooger opgroeien, M
door jwedeixjnyde lapcht meer aan dej/p
ten bésteed tya. wiwden. We,' weten Me
het juist is, maar^óó het juist is wi',
trent deze gejwoonte.. verteld wordt, dkn.
vat het een merkwaardige gel^khekfejmet
het menschejyke lieven'. jrj,
Niet zteldfön toch 'Wen we, dat veWrak-
king, van welken aard ook, de energie^ den
aanleg en den levensmoed''verhoogt. Daar
van enkele voonbeeldin hy te brengen is
heusch geen groote mueite. Ieder, die in de
wereld om zich hAn ziet met een opmerk
zaam oog, weet, dat het geduld in de ver
drukking prikkelt tot een aanwenden van
alle levenskracht en levensmogelijkheden.
Hoe vaak toch woont een sterke geest in
een zwak lichaam. De Stadhouder-Koning
Willem III bijvoorbeeld was een man, die
voortdurend door pijnen .gekweld werd, toch
was hij een "der grootste figuren uit zyn
tyd |en zijn regiem bracht èn aan Engeland
èn aan Nederland zeer veel goeds. Beetho
ven werd geplaagdi door een zeer hinder
lijk lichaamsgebrek, maar hij arbeidde niet
tegenstaande dat met groote energie en is
nog steeds een der groote mannen uit de
wereld der toonzetting. Mozart niet anders.
Een buitengewoon zwak man, maar zyn
geest was zoo sterk, dat hij nu nog een eer
ste. plaats inneemt onder de componisten
van alle tijden. Het was de verdrukking, die
ze ondergaan moesten, welke hen juist aan
spoorde tot grootere energie, tot krachtiger
arbeidsprestatie. Maar we behoeven niet
terag Ijs grijpen in het verleden, ook het
heden weet te gewagen van zulke sterke
mannen en vrouwen, wier sterkte regel
recht in strijd is met de 'kracht, welke in
hun lichaam woont. Ze zyn als de palmen,
welker top een steen torsen moet, maar die
daardoor grootere vruchtbaarheid ontwik
kelen.
Hun verdrukking is van zuiver lichame-
ly’ken aard. Erger is de verdTukkïhg, die
sprak.
Dien nridldag nadordó hij eene spon
de, waairop een forsche gestalte lag
ip'tgestreikt. Deze patiënt scheen geen
bekenden te Parijs te hebben want
hij had nog geen enkel bezoek ont
vangen en rustte daar geheel verla
ten. De onbekende boog rich over
hem heien en vroeg
„We nu, ’Morin, line gaat liet er
mee
„Slecht”, bromde de toeg esprok ene
„dlio pijnen op tfe b^>rst zijn ondrage-
Ujk en ik gai; alweer bloed1 op. Te
denken, dat ik onder dien voet ben
ge’-omen, ik een Hercules maar een
ander pakte mij in het neervallen bij
de beenen en daarop was ik n;et be
dacht.”
„En uwe mooie Dauphine?” lachte
dó ander spottend, terwijl er een lee-
lijke trek kwalm op rijn anders schoon
en scherp geteekhnd geiaiat.
„Zij is niet gekomen”, mompelde de
zieke verdrietig.
„Waar rijn de bloemen, de versna
peringen, die zij gezonden heeft
„Zij stuurde nliets”, klonk he: aar
zelend, „m'aar misschien liet zij naar
ons vragen en hóeft món On» dat niet
gezegd.”
Wees niet langer diwaae, Auguste
Morin”, sprak de man, rich op den
rand van het bed neeraettende. Ik
h®b ie van dén aahvang af gew^d, dat
rij zich om geen dór slachtoffers zou
bekommeren, Zij bleef onverschillig
[kerübedryf on den Ker-
slecht^ in éjn^ blad.
IE.
Met het oog op de vroegere sluiting
van l^et drukkerijbedrijf on den Ker-
iuib*2tyterdaa Verschijnt dejGpudsche
^Cóinant heq|n s’ - - -
De oudé wapenspreuk van he
vorstenhuis lUid|: Palana st
cresmt; de palm groeit onder
kiwg lDeze spreulrf^ou ontfeend rijbaan een'
gewoonte vak» I^dische^ paiménkwee^erfs,
xlte, om den oogiifc’ aan palmnoten’ tp vtfr-
palmboomJl vei’-
te
fr dejityd daarvaor ge-
kruis, zwaarder
rf het is nog niet eens
----rpzien. Geduld openbaart
iaarin,( niet,, dat het kruis lich'ter
nat de schouders, wel-
brsen, sterker worden,
Igely’k scheen dan mo-
feit ee» wonder, maar
-^de juiste, wyze, waar-
irdruk^ing'bet geduld zich open-
J zou rfjet ^aartfe dat geduld be
zuren i-wie niét!) gaarne zoo sterk wezen,
i dat hy tover de verdrukking heenzien kan
in betere toekomst! i
Om dat geduld te bézitten moeten we uit
een' angler levensprincipe leeren leven dan
i^het ^uiver-mensch^ijke. Daartoe is noo-
dig, dat we uit het eeuwigheidsheginsel gaan
i leveiti'Dat we oog krijgpn voor wat geen
oog kan zien en oorèn ■taor wat. geen oor
kan verstaan: voor het] beginsel, dat steunt
op deA wetenschap derf heslachtert, (lat geen
ding;/hier beneden geschiedt door toeval,;
maar flat alles in het ièjzen een leiding is der
Eeuwige Wijsheid, die de wegen der men-
schenkinderen lafclt vólgens andere gedach
ten) hoogere gedachten dan de menschen
zelf kunnen bezitten of doorgronden.
Wi
sporten, dae alle zorgen uit het hoofd ban
nen, die zal allicht vandaag in dolle pret
ontspamfiwg zoeken op de oud-Hottlandsche
Goudsche kermis, die zijn laatsten glorie-
dag;' vAnj^iW28 beleeft.
Het'is'^cantietyd ook voor ons.
Wij .malen uit vandaag. De krant is dan
ook hedettimaar één blad. Maar Hezen Za
terdag daö^ook alleen. Voegende week is de
arbeid hervat. Want er is veel dat onze
aandacht vraagt.
BRtEVEN UIT DE HOFSTAD.
QMXXXJ.
jtenöponsrelling in den Haag is eon
wopri succes geweest. Het aantal
zeer groot en van heinde en
htoegestroomd. 't Was een merk-
houiwspel in den Haag; overal
Ide typische figuren uit alle oor-
i's land tegen, waarbij vooral <|e
waden door haar kleurige
'aar prachtigen hoofdtooi.Zij
wellicht jaloersch waren op
igewoon-flatteusiei van de kleedyl
>er aan
GIHINIIE COURANT.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 8Ï, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
(Onze bureaux zjjn dagelijks geopend van 96 uw. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 88. Postr^keirfng 484Ö0.