=r E f 1 gen i NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN No. 16834 'K 1 I 1 FEUILLETON. r Zaterdag 4 Augustus 1828 1 67* Jaargang f Marie Antoinette. lil I BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDliWATER, REEUWDE, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. j------l- l-- N I 'E, BODEGRA NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATE< i------4- pit blad verschijnt dagelijks behalve op ’Zon- en Feestdagen ‘^ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal f 2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, pfer week 22 cent, overal waar <te ’lezorging per looper geschiedt. Franco per poet per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.VQ, 4 -3 ;jjh ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjjn. I ?1 i Us i I» 3i ant- leiband TWAALFDE HOOFDSTUK. gezeadi.' kgisten. Haag. (Wordt vervolgd) I, i 1 SANGUINOSE 12 flesschen 21- 1317 40 1317 40 1 wèikkyacht ge- dmkfang, welke aien we het ge- n M I of be- Hen ,e binnen aar eens, Overal Het bloed bevat pieren, zenuwen n eukbanden I ent gratis I 6702 I f - Gagarandasrde oplay^BIBO ex. advertentiën en ingezonden mededeeüngen bij contract tot zeer ge reduceerden ite letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. ntiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van «oliede Boekhande- rertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het teu laatste, dat het lijd wordit voor u, ook een woordje mee te spreken en uwe Koningin en martelares. van het platteland al een stuk ingehaald van den achterstand dank zijl de veel 'betere middelen van verkeer, nu de motoren, de auto’s en de bussen juist op het platteland hun intrede met, veel élan hebben gedaan. Het wajs een kleurige afwisseling in de Haagsdhe straten en het is niet ónmogelijk dat vele Hagenaars en vreemdelingen die hier tijdelijk vertoeven daarom eens een bezoek aan de tentoonstelling brachten om dat zy dat schouwspel eens wilden gade slaan. Qaduldig In 'ds vsrdn kling. Jt - L i 11 pondére [Herdruk- „Dat is geen antwoord1.” De hertog van Derry blikte angstig om zich heen. Was er dian niemand óm hem te helpen Groote zweetdrop pels parelden op zijn voorhoofd.' Hij herinnerde' zich' niet zich ooit tevoren zoo ongelukkig te hebben getvoeld. Marie Antoinette is nog heel jong, Sire, en niet aan ons hof gewónr’. 1 „Dus heeft zij ongelijk?' klonk het kortaf. Lodewijk boog het hoofd en u oordde met inspanning „Men mag nooit togen den koning opstaan.” O, zoo hij de uitdrukking had' kun nen zien der donkere oog en, die zich van hem afwendden'. „Ik stond niet op tegen dien koning maar tegen juffrouw Vaubemier”, zei- dle de Dauphine hooghartig. „Indiein zjij h er koning is gefwordén, dan buig ik mij? zeer zeker niet voor haar. En nu, Sire, weten Uwe Majesteit en ik genoeg ook' de Dauphijn geeft on gelijk aan de kroonprinses van Frank rijk Zij wacht nog slechts haar von nis aif en hoopt, dat het ballingschap naar Weenen zal luiden. Maria The resia zal mij gelukwenschen getoond te hebben hare dochter te zijn.” „Een straf, waarnaar men verlangt, houdt op eene kastijding te wezen” f bprak do koning met een boosaardi geil lach. „W'j zullen u dus niet aan de uwetn teruggenen, Hoogheid; maar gij zult u naar uwe vertrekken bjege- 7»ivua uien »c.or stamei- „dat dit alleh zich heeft Een gansche zaal van het hospitaal was voor de slachtoffers van de ramp bij het feest ingericht. Verscheidene gekwetsten waren aldaar reeds be zweken andoren vertoonden teeke nen van beterschap, er waren er ook, die voor het leven Verminkt zouden blijven. Op de daartoe aangewezen tijden kwamen dlagelijkk tal van «bloedver wanten de lijders zien. Onder de be zoekers bevond: zich dtoig op dlag e©n man, die' gezegd had slechts de vriend van een of twee dier ongefakkigen to zijn maar geregeld bij al de bedden kwam; een voor een de gewonden toe- j i De veet buitengewi btezrfékfers ver zyn z< waardjg s kwam mei den van vrouwen omvallen door haar kleurige cos- tupms en'(blaar prachtiger hoofdtooi.Zij wa ren alle hun Paasch-ibest en als ze wisten hoeve!® diunLs het ibuatengev. Eïi de heferen hebben menig oogje gewaagd, want waarl'yk er waren bizonder knaippe kopjes en figuurtjes onder. Wij héb- ben hier wel eens te sterk de gedachte dat btoerevr ouwen dik en tog zijn met oud-modi- sehe figuren en leeïijke japonnen. Ze zijn er zóó„ maar dat er véle andlere zijn, die 'in mo dieusheid en kleurenpracht niet onder doen voor de mooiste Parywhe snit hebben wy nu weer eens goed gezien. De mode heeft wel baar invloed doen gel den op de antieke costuume: de rokken zijn kort, die kousen kleurig en de schoentjes koket-modem, maar men heeft de mode niet laten tarnen aan den verderen vorm, niet aan de hoofdsieraden, nïet aan de hals- versiering. Het is een schitterende revue geweest van Nederlandsche. kleedërdiraichten. De mannen zijn er in de kléeding niet op vooruitgegaan. Zij hebben de confectie-pak jes in de plaats van dte /tracht” ’genomen en deze staan hun in dien regel nfiet De stijve witte boorden met leeïijke dassen, de ouri-modische, deuik-hoeden, ze staan ceY be spottelijk omdat men ziet dat de dragers ervan zich niet thuis giwoelen in die klee- ren. Neen, de vrouwen (lieden verstandiger met zich aan het oude te houden. Zelfs kan velen van hen niet een zekere elegance ont- zqgxl worden. In mondaine kleeren zou dit misschien anders zijn hoewel er bij zyn die in kleurenpracht en vormen werkelijk het mondaine aardig weten te Benaderen. De dames en de heeren van het z.g. plat teland weten zich best te amuseeren in het Haagje. Zy weten ook waar de beste waren zijn te krijgen: we zagen een stelletje er van in een der eerste restaurants zitten en het leek ons zoo dat zy er zich goed op hun gemak gevoelden. Trouwens in dit opzicht heeft een deel ,J >8»verte- aloosheid t gebruik gemalin te doen erkennen, hoe onge past, ja onvergeeflijk hare gansche houding is? Of verkiest gij een zwak keling te zijn, diie* aan den leiband eener vrouw zal loepen?” I e Dauphine zag dien jongen vors* aan hare dónkere wenkbrauwen wa ren saa'nig et rokken. Wat zou hij ant woorden Zou hij, die wist dat zij gel jk had, voor haar durven optre den Hij Ontweek haar blik en mom pelde eenige onsamenhangende woor den. „Spreek verstaanbaar”, gebood Lo- dewijk XV dlriftig. „Ik wil ’weten of mijn kleinroon miij onderworpen is ge bleven of niet. Gieen uiitvludhten mijn heer. Duidelijke faal- Dat is het e'eni- ge goede voorbeéjd, u door de Dau phine gegeven.” „Tk. |k betreur hie! zeier”, de de knaap. JL. _..„L w voorgedaan.” Het grapje van het beslag dat gelegd is op het departement van buitenlandsche za ken en het Rijksarehief is op het oogenblik dat wy dit schryven nog niet afgeloopen. We noemen het maar een grapje want eigenl'yk is het niet meer dan dat. Het be wijst alleen wat een bespottelyk verouderd systeem het is, dat beelag-leggen. In het geval zelf zullen wij niet treden want dit is voor den rechter uitvoerig be handeld. Alleen willen wy in aansluiting op de verschillende passages uit het verslag der Algsmeene Rekenkamer, die wij verle den week gaven, toch even wijzen op de noodzJkelij'kheid om in het algemeen spoed te kunnen eischen van regeeringsbureaux. voor de noodkreten door hef vertrapte volk geslaakt. Dto noodlottig»-gebeur tenis heeft ntot tol niets gediend, als het u allen dó oogeh opende. Gij weet hu wat <6 kushanden beduidden, die <i)uizenden het hoofd op hol brachten.” De oogen van d$n lijder verkregèn een half treurige, halt verlegen uit drukking. „Wat wilt gij, Sylvhin Norbert”, ant woordde hij „ik sohahnii er mij thans zeli overmaar zij scheen ons zoo goed gezind. Wij waren er niet aan gewoon, dat de vorsten ons eeltig blijk van liefde gaven, en rij lachte ons toe, strooide bloemen voor het volk. Wij begonnen weór aan een betere toekoanet te gelooven „En gij hebt tal van anderen over gehaald het lidmaatschap van onzen bond op te zeggen.” „Zij zouden dat oók zonder nüj heb ben gedaan. Lieve hemel, Norbert, de opstand, die gij ons altijd predikt, is goed en wel als men anders geen uit kómst 'riet. Gij hebt gelijk te zeggen, dat dó toestandl niets kan of mag voortduren, zJooals hij thans is maar het zou een omverwerping van alles wezen, zullen wij zelf niet worden verpletfórdl ondier het puin vffn het eeuwenoud gebouw d!at wij omver gaan halen 1 daarvan zyii groot dragen in het levert^; weest en zoo /zal irzoolamg deze wereld 1 een met zonde en met gebrék, j' Het woont niet onder d"' J' onvoimaakt zijn. Tot, de onvolmaaktheden van dit ondermaansche behoort ook ver- di-ukkinig. Want het móest niet zyn, dat een mensch, hetzij door eqn ander ïnensch, het- zy door alilerlei omstandigheden, welke tegen hem zyii, verdrukt wdtüt. De slappelingen aanvaarden dit feit onoverkomelijk en laten zich verdrukken. ftlaar die ruggegraat bezitten richten zich rechtop en vragen zkh af: zullen we ons latefi neerdrukken door iets wat feitelyk nde.t behoefde te wezen. Bij hen is de reactie op de verdrukking, dat ze te sterker warden en daarom hun leven voor henzelf en voor anderen te vrucht baarder. Geduld is een bewijs van zeldzame geeste lijke kracht De geest van het geduld is een gansch andere dan een Jan-Salie-geest: laat maar komen, wat komen moet. Dat is laf heid, welke zich automatisch in zulk een leven wreken gaat. Neen, geduld is kracht, louter geestelyke, zuivere kracht. Die kracht leert in de verdrukking geduldig te wezen, omdat geduld weet wat wachten is. Wachten is een moeilyk ding. Er zyn menschen, die het nooit leeren. Er zyn er, die het eerst leeren na veel moeilijkheid en teleurstelling. Maar wie in de school des gedulds het wach ten geleerd heeft, die weet dat geduld ook te toonen in de dagen, welke hem niet be hagen: in de dagen der verdrukking! Ge duld in de verdrukking is, dat we de ver drukking dragen in de overtuiging, dat be tere dagen zullen komen, dat ons levenslot niet is als een speelbal van wind en golven, maar dat de Eeuwige Wysheid daarin de lyn getrokken heeft; een lyn, welke niet gaan zal steeds in dalende richting, maar rust, loodzwaar soms, op den geest. Er is dat ook de styging komen zal, niet op onzen Daar is vrede, vreugd noch licht, Dan op den engen weg van Plicht. Een daad van bizondere piëteit is ge weest de onthulling van een geschilderd portret van Jean Louis Pisuise op Scheve- ningen. Daar heeft die goede Pisuise heel wat triomph gevierd en het bewijs ervan is dat hy zich in den Haag metterwoon had gevestigd. Het portret is geschilderd door Han van Meegeren, een onzer beste schilders, al is nu portretschilderen niet het sterkste fort van dezen in véle opzichten geniale kunste naar. Pisuisse heeft hy heel goed getroffen en vooral den vorm dien hij voor hem koos is zee>r goed. Het is een stuk ten voeten uit en de zanger is gekleed in zyn bekende zwarte cabaret-costuum. De achtergrond is licht-vlammend, zoodat het volkomen den indruk maakt van, het oogeniblik waarop Pi suisse vóór het voetlicht placht te treden, tusschen den voorhang uitkomerd en fel belicht door het licht dat uit de zaal op hem viek De plaats voor dit portret is wel gunstig gekozen, al staat het wat hoog van den grond zoodat het hoofd van het stuk heel ver in de hoogte staat. Het plaatsen van dit portret is een daad van een der Haagsche weekbladen „Mon dain Den Haag” en het strekt de 'leiders daarvan tot eer dat zij dit blyvend monu ment hebben gesticht. In de onmiddellyke nabyheid van de plaats waar dit beeld thans staat heeft Pisuisse honderden malen het publiek vergast op zyn zang en voor drachten. Hy was met zyn clubje een der weinige attracties van Scheveningen en door het internationale karakter juist van bizon dere beteekenis. Koevele vrienden en ver eerders Pisuisse had bleek by de onthulling van dit zeer mooie stuk. dan leed gekomen in het letfen of. wel er moeten zongen, veel in aantal en‘zwaar in gewicht, getorst en overwonnenworden. Hoe vaak heeft het dan ^iet delti schijn als of alle energie verbruikt wordt in dien moeolyken strijd, alsof aH 1 broken wordt door die v’j het leed aanihracht erf loc.. schiedlen, dat juist het '/tegenoveirgesitdlde het geval is! Dat togenoyer tyet: „gy lult niet” der ve^rukkilng gesteld wordt het: 4,ik wil toch” van den fcesoluten geest. Dat zjjplt de mpnsrJiftn. dte Hiiiv vmvwisWrinitr ti-steMirml’ winst 'móe! geput Br is in sieze wei ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 15 regels L30, elke regiel meer D.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 16 regels 1.56, elke regel meer 0.80. AdTertentiën in het Zaterdagnummer 20 tt bjjslag op den prijs. Liefdadigheids-advertectiën de helft van den prtja. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.05, elke regel meer 46. O> de voorpagina 50 hooger. 1, i Gewpm - prtfs. Gw i I Adverb l> laren, Adj Bureau zj >ch” van den fcesoluten geest. Dat ij e menschjert| die l^un verdrukking tra^hterffl b yerget&i jin den aibeidij; die? weten, drft' loetjlijkliéÜeh diep mensch igegeven woidew, I m Jyrverwinnen te worden 'dat uit verldw 'inSt móep geput Witien. I J'jrnno) melajk veld le$fH Het is dwaasheid dat té onti ;ennen. ledler zm ■otei’ .of k eineip deel meéfl ■erfqkZpo ik het p,ltyd ge-'l het’ ook Jsteeds' blijven, wnleild is behept o_-Hejt volmaakte de'(starve| ingen, die zeil’ Vaaantie Na langdurige raadszittingen bij’ hooge temperatuur, die snakken deden naar ver- sche lucht in de medé door groote publieke belangstelling ontstane benauwde atmosfeer der raadzaal1 in het gothisch Goudsch Stadhuis, is bij, het gemeentebestuur de vacantietijd ingetreden. De Burgemeester en de Secretaris zyn met verlof afwezig, zoodat, tenzij zeer bijzondere omstandig heden daartoe aanleiding mochten geven, althans gedurende de maand Augustus geen zitting van den gemeenteraad kan worden verwacht. De edelachtbaren rusten thans op hunne lauweren en doen nieuwe krachten op om straks, gesterkt en verjongd van geest, met nieuwen moed den politieken strijd te stryden in den Raad, waartoe de 'behandeling van het meerendeel der ge meentelijke aangelegenheden blijkt aanlei ding te geven. Niet het minst zal dat wel wederom het geval zijn bij de behandeling der begroeting voor 1929, welke ditmaal 'volgens toezegging in dit voorjaar gedaan, vroeg aan de orde zal komen, zoodat de vaststelling daarvan binnen den wettelyken termijn zal kunnen plaats hebben. Vandaag denken wij niet daaraan. Het is vacantietyd en kemtis-Zater- dag. Wie niet geniet van het heerlijk buiten zijn in de vry’e natuur, waar alles in volle weelde is, wie niet meedoet aan de zomer- ven en ctaalr, tot we schande, blijven zoolang ons dat goddriunkt. Gij, Ber ry, die vdrstand genoeg hebt getoond inieit met dien vijand te heulen, zult aan onze rijd© blijden. Niemand mag in twijfel worden gelaten omtrent uwe goedé gerimdheid tegenover mij. Gij 'Kunt gaan, taevrouiw. De prins snelde op dó dieur toe, om die voor haar le oipenen. Hij was wanhopig en minachte zichzelf. O, dat To non hem aan mocht zien en hens met een enkelen blik zeggen, dat zij hem vergaf. Maar na een onberispe lijke buiging voor zijn; grootvader te hebben gemaakt, trad zjj langs hem heen, also® zij h-in niet eens opmerk te 38 „Dus gevoelt gij ein|delijk en laatste dat het tijd wordit vu tijd, maar dan, w* komen isj 1 f. ledejr merfsch krjjgi een i' of lichteyj te dragjen 1 altjjd eerf kruis m^t i zich danOaarir t wordt gemaakt, maa ke dat kryis moeten zoodat wat eerst onn gelyjk wordt. Dat sol dat is <®t niet. Het i op in dé vei baart. Wie i zitten Wie ?nte lm' den oogfct groojén, dén top zwarfin zoudep mdroeen stéen. Daaidoöi- de 'boom verljjindera worden iyn kraak bestelen aarf.'feen ÏBooger opgroeien, M door jwedeixjnyde lapcht meer aan dej/p ten bésteed tya. wiwden. We,' weten Me het juist is, maar^óó het juist is wi', trent deze gejwoonte.. verteld wordt, dkn. vat het een merkwaardige gel^khekfejmet het menschejyke lieven'. jrj, Niet zteldfön toch 'Wen we, dat veWrak- king, van welken aard ook, de energie^ den aanleg en den levensmoed''verhoogt. Daar van enkele voonbeeldin hy te brengen is heusch geen groote mueite. Ieder, die in de wereld om zich hAn ziet met een opmerk zaam oog, weet, dat het geduld in de ver drukking prikkelt tot een aanwenden van alle levenskracht en levensmogelijkheden. Hoe vaak toch woont een sterke geest in een zwak lichaam. De Stadhouder-Koning Willem III bijvoorbeeld was een man, die voortdurend door pijnen .gekweld werd, toch was hij een "der grootste figuren uit zyn tyd |en zijn regiem bracht èn aan Engeland èn aan Nederland zeer veel goeds. Beetho ven werd geplaagdi door een zeer hinder lijk lichaamsgebrek, maar hij arbeidde niet tegenstaande dat met groote energie en is nog steeds een der groote mannen uit de wereld der toonzetting. Mozart niet anders. Een buitengewoon zwak man, maar zyn geest was zoo sterk, dat hij nu nog een eer ste. plaats inneemt onder de componisten van alle tijden. Het was de verdrukking, die ze ondergaan moesten, welke hen juist aan spoorde tot grootere energie, tot krachtiger arbeidsprestatie. Maar we behoeven niet terag Ijs grijpen in het verleden, ook het heden weet te gewagen van zulke sterke mannen en vrouwen, wier sterkte regel recht in strijd is met de 'kracht, welke in hun lichaam woont. Ze zyn als de palmen, welker top een steen torsen moet, maar die daardoor grootere vruchtbaarheid ontwik kelen. Hun verdrukking is van zuiver lichame- ly’ken aard. Erger is de verdTukkïhg, die sprak. Dien nridldag nadordó hij eene spon de, waairop een forsche gestalte lag ip'tgestreikt. Deze patiënt scheen geen bekenden te Parijs te hebben want hij had nog geen enkel bezoek ont vangen en rustte daar geheel verla ten. De onbekende boog rich over hem heien en vroeg „We nu, ’Morin, line gaat liet er mee „Slecht”, bromde de toeg esprok ene „dlio pijnen op tfe b^>rst zijn ondrage- Ujk en ik gai; alweer bloed1 op. Te denken, dat ik onder dien voet ben ge’-omen, ik een Hercules maar een ander pakte mij in het neervallen bij de beenen en daarop was ik n;et be dacht.” „En uwe mooie Dauphine?” lachte dó ander spottend, terwijl er een lee- lijke trek kwalm op rijn anders schoon en scherp geteekhnd geiaiat. „Zij is niet gekomen”, mompelde de zieke verdrietig. „Waar rijn de bloemen, de versna peringen, die zij gezonden heeft „Zij stuurde nliets”, klonk he: aar zelend, „m'aar misschien liet zij naar ons vragen en hóeft món On» dat niet gezegd.” Wees niet langer diwaae, Auguste Morin”, sprak de man, rich op den rand van het bed neeraettende. Ik h®b ie van dén aahvang af gew^d, dat rij zich om geen dór slachtoffers zou bekommeren, Zij bleef onverschillig [kerübedryf on den Ker- slecht^ in éjn^ blad. IE. Met het oog op de vroegere sluiting van l^et drukkerijbedrijf on den Ker- iuib*2tyterdaa Verschijnt dejGpudsche ^Cóinant heq|n s’ - - - De oudé wapenspreuk van he vorstenhuis lUid|: Palana st cresmt; de palm groeit onder kiwg lDeze spreulrf^ou ontfeend rijbaan een' gewoonte vak» I^dische^ paiménkwee^erfs, xlte, om den oogiifc’ aan palmnoten’ tp vtfr- palmboomJl vei’- te fr dejityd daarvaor ge- kruis, zwaarder rf het is nog niet eens ----rpzien. Geduld openbaart iaarin,( niet,, dat het kruis lich'ter nat de schouders, wel- brsen, sterker worden, Igely’k scheen dan mo- feit ee» wonder, maar -^de juiste, wyze, waar- irdruk^ing'bet geduld zich open- J zou rfjet ^aartfe dat geduld be zuren i-wie niét!) gaarne zoo sterk wezen, i dat hy tover de verdrukking heenzien kan in betere toekomst! i Om dat geduld te bézitten moeten we uit een' angler levensprincipe leeren leven dan i^het ^uiver-mensch^ijke. Daartoe is noo- dig, dat we uit het eeuwigheidsheginsel gaan i leveiti'Dat we oog krijgpn voor wat geen oog kan zien en oorèn ■taor wat. geen oor kan verstaan: voor het] beginsel, dat steunt op deA wetenschap derf heslachtert, (lat geen ding;/hier beneden geschiedt door toeval,; maar flat alles in het ièjzen een leiding is der Eeuwige Wijsheid, die de wegen der men- schenkinderen lafclt vólgens andere gedach ten) hoogere gedachten dan de menschen zelf kunnen bezitten of doorgronden. Wi sporten, dae alle zorgen uit het hoofd ban nen, die zal allicht vandaag in dolle pret ontspamfiwg zoeken op de oud-Hottlandsche Goudsche kermis, die zijn laatsten glorie- dag;' vAnj^iW28 beleeft. Het'is'^cantietyd ook voor ons. Wij .malen uit vandaag. De krant is dan ook hedettimaar één blad. Maar Hezen Za terdag daö^ook alleen. Voegende week is de arbeid hervat. Want er is veel dat onze aandacht vraagt. BRtEVEN UIT DE HOFSTAD. QMXXXJ. jtenöponsrelling in den Haag is eon wopri succes geweest. Het aantal zeer groot en van heinde en htoegestroomd. 't Was een merk- houiwspel in den Haag; overal Ide typische figuren uit alle oor- i's land tegen, waarbij vooral <|e waden door haar kleurige 'aar prachtigen hoofdtooi.Zij wellicht jaloersch waren op igewoon-flatteusiei van de kleedyl >er aan GIHINIIE COURANT. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 8Ï, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. (Onze bureaux zjjn dagelijks geopend van 96 uw. Administratie Telef. Interc. 82; Redactie Telef. 88. Postr^keirfng 484Ö0.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1928 | | pagina 1