KOMT RU VAN PAS Parel Cults es Geklepte Cotes J- L. HULLEMAN - Kleiweg 20 J. L. BRUNS. „FIAT" roiifl enz. Abonneert op dit Blad. f TT mmmjm: mm mm Gemeente Lichtfabrieken Valda Pastilles OPENING van het Winterseisoen. DAMES- EN KINDERMANTELS Japonnen, Kinderjurken en Hoeden VERWACHT OW BABY! h.a.v. bank GEVESTIGD ANTON COOPS Vulhaarden P. ROND Pz. SPAARBANK Raadsels voor de Jeugd. -m—m- 1 8 I I "ra Prijs Fl. 0,85 per H.L. afgehaald Ruime gelegenheid tot stalling hoest en verkoudheid Drogisterij „De Goudsche Baper" Markt 6 Tel. 762 TURFMARKT hoek O o u we. De voorbereiding voor het a.s. Seizoen zijn reeds in een vergevorderd stadium. Wij hebben dezer dagen een ongekende Collectie moderne Confectie ontvangen, die U een volledigen indruk zal geven van de heerschenden toon en vorm in het nieuwe seizoen, waarvan eenige modellen in onze etalage prijken. Bekijkt nauwkeurig onze modellen, vergelijk eens onze prijzen en U zult het met ons eens zijn, dat we werkelijk iets bijzonders brengen. Wij hebben de meeste zorg besteed aan deze afdeeling. Let U bij onze Confectie eens op de goede afwerking, deze valt zelfs bij het bezichtigen onzer étalage op. Door bij ons te koopen bevoordeelt men zich aanmerkelijk. Gaarne zien wij Uw geëerd bezoek tegemoet. Onze magazijnen zijn van een tot twee uur gesloten. zwarte Duitsche Piano fa J. T. Kerper Zn. J. L. A. BRAAK, Wijbert tabletten Valda pastilles Menthol dragées J ouderweteche, beetaait al zeer weinig be- langstelling. Die 60 jaar zijn niet altHd in bloei doorgebrfCaht on liet is nog steeds moe olijk oen eonlgazins botankonend aantal leden te houden. LawiUennis en hockey zijn titan» meer in de mode. Daarvoor is nu liefhebberij ge noeg en het is zelfs heel moeieltjk een tennisbaan te inden die een ochtend, een middag of een avond vrij is. Zoo v or and art nu eenmaal alles op den duur. HAGENAAR Hoe lang kan aan mansch zonder slaap T Wanneer wij vragen, hoe lang de mensch zonder slaap kan, dan bedoelen wy hier het begrip der slapeloosheid, welke gelyk staat met een volkomen wakenden toestand. In het dagelyksche leven spreekt men reeds van slapeloosheid, wanneer de slaap sTechts kort duurt, wanneer men moeilyk inslaapt of vaak wakker wordt. Men spreekt van slapeloosheid, wanneer de slaap niet liep is of onvolledig. Een dergelijke toestand kan levenslang diuren. Volkomen wakker kan de mensch slechts een zeer korten tyd btyven. De gewone afwisseling van 16 uur wakker zyn en 8 uur van slaap, kan natuurlyk niet op iedereen worden toegepast, en hangt van het inïïividu af. Algemeen wordt evenwel aangenomen, dat voor een normaal mensch 8 uur slaap voldoende en... noodzakelijk is. Eens een nacht niet slapen, is voor een ge zond mensch van weinig bet eekenis. Hy is wel in staat 40 tot 42 uur wakende door te brengen. Maar langer dan 42 uut wakker blijven baart reeds moeilijkheden. Amerika komt de eer(?) toe van het wakker blijven een soort sport te hebben gemaakt en in een wedstrijd in het waken wist iemand met 8'J uren de overwinning te behalen. Dat was toch eigenlijk niet het record, want by den terugtocht van het Fransche leger van Or leans in 1870 was een luitenant in de bit tere noodzakelijkheid 84 uur zonder slaap te blijven, zooals hy later, generaal gewor den, in zijn levensherinneringen vertelde. In het jaar 1896 werd dit record gebroken en wel ten dienste van het wetenschappelijk onderzoek. Het gelukte drie personen, die zich voor dit onderzoek beschikbaar hadden gesteld, 90 uur wakker te blyven. Eerst in 1823 is dit record verbeterd. Weer was het voor een wetenschappelijk onderzoek, welke een aantal personen er toe bracht zich twee en drie nachten van slaap te onthouden. Slechts de leider van het onderzoek, Mr. Kleitman, was in staat ook den vierden nacht en den volgenden dag wakker te bly ven en bracht daardoor het record op 115 uur. En deze prestatie leverde hij tot twee maal toe. Terwijl in den eersten nacht slechts een aanval van oververmoeidheid tusschen drie en vijf uur intrad, kwamen aanvallen in der. tweeden nadht reeds vroeger voor. Het branderige gevoel der oogleden en der oogen is vaak onaangenaam. Er bestaat een gevoel van leegte, niet alleen in het hoofd, maar ook in het geheele lichaam. Op den dag konden de experimenteerende personen mechanischen arbeid verrichten, een lezing was al heel moeilyk, aanteekeningen 1 gelukte slechts voor korten tyd, dan een impuls noodig om een poosje te kunnen schrijven. In den derden nacht is de behoefte aan slaap nog grooter, den dag daarop is de persoon nog frisch, mechanischen arbeid kan nog worden uitge voerd, maar aanteekeningen maken van een lezing is niet meer mogelijk, 't gelukt niet meer dan slechts een halve minuut te tellen, na twintig slagen verliest men het aantal. De vierde nacht werd, zooals hierboven is gezegd, alleen door Kleitman wakende door gebracht. Zitten is by deze proef in den nacht slechts voor een korten tyd mogelijk, daar anders de slaap onmiddellijk intreedt. Op den vijfden dag traden evenals in den nacht, droombeelden op, het subjectieve ge- vod van moeheid was niet grooter na 115 uur dan na 60 uur waken. DE VOGELTREK. In den herfst, wanneer de vogels de Noor delijke landen verlaten, zitten in de vogel stations van Duitschland, Hongarije en an dere landen de vogelkenners en zooals eens Nils Holgersson in het boek van Selma la- gerlöf schreef, zouden zij met de wilde gan zen willen trekken, om de ploblemen te kun nen bestudeeren, welke aan het trekken der vogels zijn verbonden. Want dit stuk biolo gie stoot reeds daardoor op bijzondere moei lykheden, omdat hy het gewoon observeeren geen mogelijkheid bestaat voor een zekere identificeering van de voorbijtrekkende vo gels. Dit heeft tot gevolg geliad, dat men zijn toevlucht heeft genomen tot het aan leggen van ringen by de trekvogels. In het jaar 1889 begon de leeraar aan een gymna sium, Montensen, met het ringen en de we tenschappelijke vereenigingen wenden deze methode in het groot aan. De Hongaarsche ornithologische vereeniging heeft jn de laat ste jaren meer dan 32.000 vogels van een ring voorzien, van welk aantal evenwel niet meer dan 800 zijn teruggevonden. Dit is niet veel, maar daaruit kon toch w$l een en ander worden geconcludeerd en nu weet men dat de zwaluwen inderdaad heel vaak tot het oude nest terugkeeren. Men weet verder, dat de Hongaarsche trèkvogels over een breed front naar het Zuid-Westen trekken. Aan de Adriatische Zee vormen zy smalle rijen en trekken zoo naar Sicilië, Noord- Afrika of Spanje. Alleen de ooievaar trekt oostelijk tot aan den ooutelyken hoek van de Middeliandsche Zee, om dan over Pales tina, Egypte, Nylopwaarts de winterkwar tieren in Zuid-Afrika op te zoeken. In het vaderland leven de geslachten te zamen, maar op de reis geldt een andere regeling. Wat de vink betreft, vastgesteld netjes, de wijfjes met de wijfjes den trek ondernemen. Naar de meening der geleerde een verstandige maatregel, omdat er dan weinig aanleiding is tot twisten en die tot gevolg heeft, dat men eerder op de plaats van bestemming komt. Bij andere vogel soorten schijnt voornamelijk het voedings- vraagstuk den aard van den trek te -bepalen, zooals by die meeuwen, bij wie het, naar het schynt, niét op een omweg van een paar duizend K.M. aankomt, wanneer deze om weg van voldoende voedsel is voorzien en groote buit belooft. Maar de wereldreizigers onder de vogels zijn toch ongetwijfeld de Poolzee-zwaluwen. Op het Noordelijkste punt van de aarde, ooit door een mensch be treden, zeven graden van de Pool verwijderd vond Cook hun nest. Zyn de jongen volwas sen en sterk genoeg voor de reis, dan be gint de wereldreis naar de andere Pool. Welken weg zy op dezen reusachtigen tocht nemen, welke 33.000 K.M. lang is, is nog 'n raadsel. Ieder vogelsoort heeft 'n andere manier om den trek te beginnen. De eerste gaat in kringen de hoogte in, anderen ver laten als een luchtballon de aarde, byna alle verdwijnen snel in de lucht en zelf de scherp ste verrekijker heeft ze al spoedig uit het gezicht verloren. De vraag ryst op, waarom trekken de vogeds? Frederik de Tweede, de Hohenstaufsche keizer, met zyn wjsselvallig leven, heeft in een geschrift over den vogeltrek als de hoofdoorzaak de wisselende temperaturen en de daarmede samenhangende voeding ge noemd. „De vogels weten dat de tijd van het vertrek is gekomen door hun instinct door het natuurlijke gevoel, dat koude en warmte in hen opwekt." Dergelijke beweringen zyn niet voldoende om het vraagstuk op te lossen. In een tyd, waarin in het land, nog maanden lang voed sel in voldoende mate is te vinden, begint de trek der vogels en ook van koude is in dien tyd van het jaar nog weinig te bespeuren. Waarom trekken de vogels? Men ziet tegenwoordig in een innerlijke, periodisch in den vogel verloopende veran dering, de oorzaak van den trek. De ver andering is tot een historische geworden. Eens, voor duizenden jaren, moest iedere vogel voor zich het voedsel verzamelen, zoo dat, toen de dagen korter werden, het zoe ken naar voedsel moeilijker werd. Toen moest hij trekken om een streek te berei ken, waarin langer zonlicht was en meer voedsel was te vinden. Deze ervaring van den enkeling van lang vervlogen tyden is de ervaring van de soort geworden en al zyn ook de toestanden veranderd, de rhytme van het vogelleven heeft zich aan die ervaring aangepast en de vogels beginnen hun trek, onafhankelijk van de levensvoorwaarden In de buitenwereld. KERKNIEUWS. Zuid-Hollandsche Predikantenvergadering. Preeken maken. Zuid-Hollandsche predikanten fiebben Dinsdag, onder leiding van ds. J. E. v. d. Valk, vergaderd. Na een kort voorgebed en openingswoord van den voorzatter, sprak dr. S. F. H. J. Berkedbach v. d. Sprenkel over het onder werp: „Preeken maken". Eerst over den vorm: die wordt bepaald door het gehoor. Dit gehoor is een groep menschen, door tijd1 en plaats van samenzijn tot iets anders dan publiek geworden; toeli is het gehoor niet de belijdende gemeente, die is gastvrouw met open deur. Voorberei ding is dus kennis van het gehoor; die preekt zy een mensch onder de menschen, een, die opmerkt en verstaat, een, die als hij preekt, voorganger is, d.w.z. vooraangaat, maar het velband met de menschen niet verliest. Vervolgens over den inhoud: die wordt bepaald door de openbaring. Op de vragen: „Wie is God?" en „Wie ben ik?", of nog eenvoudiger op de vraag „van wien ben ik" is de prediking gebouwid. In de preek komt samen eenerzyds: God, die zyn Woord geeft, waarvan de beddenaar des Woords getuigt, anderzyds de hoorder, die feitelyk erger is, die van den prediker verwacht, dat hy zyn groote vraag begrypt. De preek legt de vraag van den mensch en het Woord van God open en stelt voor de mogelykheid van een antwoord zijnerzijds, d.w.z. in het ver band met God. Voorbereiding hiertoe is ten eerste gebed, vervolgens het vatten van openbaring, ten slotte ihet treden in de hier in gestelde mogelykheid. Ten derde: de methode: de spanning tus schen gehoor en onderwerp, moet strak en breed opgetrokken; de twee punten God en mensch zyn niet één en niet geschieden: door de getuigenis van preeker en gemeente (die den dienst stelt) worde de hoorder vo#r de keus gesteld, al of niet op het Woord Gods in te gaan en het gesteld verband te aanvaarden. De prediker leeft als hy zien voorbereidt naar de spanning „God en mensch" toe, de hoorder leeft, gedurende en na de preek, er van uit. Elke manier van preeken kan goed zyn, als zy' aan gehoor en spreker past, en de prediker zich volkomen geeft aan den dienst. Elke preek zy een levend geheel uit één kern gegroeid, gewor teld in verborgen omgang met God en Zijn kroon dragend in den storm van den tyd. Hoe steedscher gehoor, hoe belangryker het preeken, want de stad vereenzaamt de men schen en de eenzaamheid verscherpt de vra gen en maakt de „nood tot God" bewust. Het typisch Protestantsche „preeken" heeft taak en toekomst voor menschen, wier be hoefte aan visueel luisteren zelden bevre digd wordt en die in hun vragen gekend en begrepen willen z(jn, en een antwoord zoe ken, dat levend maakt en vrede geeft. Na dit fyne en geestige woord ontspon zich een warme, geanimeerde en vertrou welijke gedachtenwisseling tusschen de col lega's. Referaat ds. A. Landstra. Na de pauze behandelde ds. A. Landstra hetzelfde onderwerp van zijn standpunt be keken. De vraag: „hoe moeten wy een preek maken?" is, zeide hy, alleen te beantwoor den in verband met die andere: „waarom maak ik een preek?" f Wie zal spreken, moet allereerst kunnen luisteren. Dit kan actualiteit meebrengen. Steun daarvoor is te vinden in klassieke en moderne litteratuur. Ook het zoeken van teksten moet hiermee verband houden; zy moeten niet zyn geopenbaarde zinnetjes, maar exponenten van levenswaarden. Heeft men een tekst gevonden, dan moet er tyd zyn van ernstige bezinning en oc»Jc een bepaalde orde van werken, wat aan den vorm der preek ten goede 'komt. In dien vorm zy er één gedachte, die het geheel draagt en spreekt in ieder deel (organisch geheel), ook een logische gang, waardoor elk beeld en iedere gedachte een vaste plaats krygt. Een eiech is ook concreet te zyn en te werken zonder effectbejag. Stichting vindt haar bron in aanbieding van God. Een preek zy een weloverwogen getuigenis, een ge tuigenis van zoeken en vinden. Ook naar aanleiding van deze inleiding werd menige aanvullende opmerking ge maakt en werden de verschillende inzichten aan elkander getoetst en verhelderd. De drooglegging der Plassen. Een ernstig woord tot de Goudsche burgery. (Ingezonden.) Alvorens het te laat is, willen de onder- geteekenden een ernstig woord richten tot hun medeburgers inzake de voorgestelde drooglegging der Reeuwyksche en Sluip- wthksche rtassen. Hot wil ona toch voorko- men, dat een zeer groot deel der inwoners van Gouda en velen uit de omgeving zicli niet bewust zyn van de groote schade en het velerlei nadeel, dat onze stad en de omlig gende gemeenten, ja zelfs de geheele pro vincie, zullen ïyden indien deze plannen ten uitvoer zuaden worden gebracht. Dit is ons een reden"m by deze aangelegenheid, die reeds veder pen in beweging heeft gebracht, nogmaals in breeden kring de aandacht, op enkele voorname punten te vestigen. De groote schade, waarvan wy spraken, is allereerst gelegen in de onherstelbare ver nietiging van natuurschoon. Dat de schoonheid van onze Reeuwyksche Plassen zoo weinig bekend is, is slechts te betreuren. Maar grootendeels is djt een gevolg van ge brek aan „reclame", reclame in den goeden zin van het woord. Zyn er niet tallooze plaatsen in ons land, waarvan een ieder zegt, dat ze mooi zyn, plbatsen welke jaar- Lytks honderden en duizenden bezoekers trek ken, alleen onjdat er een zekere roep van uitgaat, omdar door een vereeniging voor vreemdelingenverkeer, door exploitanten van hotels en restaurants, in 't algemeen door den middenstand, door directies van spoor- en tramwegen enz. steeds en voort durend den volke wordt voorgehouden; Woont in X, Vestigt U te Y, Schoone lig ging, lage belastingen enz. In werkelykheid moeten vele van de hier bedoelde plaatsen wat natuurschoon betreft ongetwyfeld onderdoen voor menig plekje, waarvoor een dergeiyke reclame niet, althans .nog niet, wordt gemaakt. Dit kan ook gezegd worden van de omstreken van onze eigen stad, in 't byzonder van die, waarin de Reeuwyksche Plassen zyn gelegen. Vele Gouwenaars weten het, getuige het steeds toenemend bezoek aan de Plassen; een wandeling, fiets-, roei- of zeiltocht naby of op de Plassen is voor menigeen een welkome, ja een onmisbare verpoozing. Er zyn helaas menschen, die geen oog hebben voor de voorname schoonheid van dit echt-Hollandse he landschap, maar dit mag voor hen geen reden zyn anderen te berooven van een steeds weerkeerend ge- Een mooi en zuiver genoegen, niet alleen voor de paar honderd leden van „de Roei- en Zeil" maar voor honderden andere stadge- nooten ,uit éïle kringen! "t Is daarom zoo merkwaardig, dat de voornaamste aandrang tot droogmaking van deze Plassen, tot vernietiging van dit heerlyke brok natuur, wordt uitgeoefend door sommige vertegenwoordigers der arbei dersklasse, der zelfde klasse, aan welke terecht door hare (leiders wordt voorge houden; „Ontwikkelt U, neemt deel aan de algemeene beschaving", dat zelfde deel onzer natie waarvoor Instituted van Arbeiders ontwikkeling onvermoeid werken, waarvoor steeds meer vacantie- en ontspannings oorden worden opgericht een klasse, die haar jeugd de ontwikkeling van lichaam en geest yooral laat zoeken in de open lucht, in de vrye natuur. Verheugend is het daarom te weten, dat naast hen, die met 't oog op een mogelyke werkverschaffing de droog legging der Plassen voorstaan, in de arbei dersklasse een beweging groeiende i3, die niet alleen wil trachten een stuk natuur schoon te behouden, maar bovenal wil voor komen ,dat „een u itmuntende gele genheid tot ontspanning, waaraan de groote stadsbe volking een steeds meer toenemende behoefte krygt, wordt opgeruimd". Een der Rotterdamsche afdeelingen van de S.D.A.P. wil trachten, voor de arbeidende stadsbevolking nog te redden, wat hier te redden valt en heeft daarom deze zaak by de Statenfractie en de federatie Rotterdam der party aanhangig gemaakt. In een sympathiek gesteld artikel in het dagblad „Voorwaarts" heeft de afdee- lingsvoorzitter, de heer Sandifoit een na drukkelijk beroep gedaan op de „g-rootstede- lingen" om deze actie te steunen. En dan mogen we ook niet vergeten, wat Henri Polak verklaarde: ook het afbreken van het Paleis op den Dam zou men ala werk- VAN DE HANDELS EN LAN0B0UWBANK Saldo inleg 1 Juli 1927 1.981.153.—. Saldo inleg 1 Jan. 1928 f 2.175.935. RENTEVERGOEDING 4 2519 20 verschaffing kunnen ondernemen. In Reeu- wyk kent men geen werkloosheid en voor de Goudsche werkloozen, is elders voldoende gelegenheid voor, bovendien meer perma nente, werkverschaffing. Niet alleen een genot voor een elkeen, maar ook een groot hygiënisch be lang heeft men in 't behoud der Plassen te zien. Overal gevoelt men de noodzakelijk heid van den aanleg van parken, plantsoe nen etc. zou alleen Gouda er voor zyn om zulk een kostelyk natuurlyk ontspan ningsoord, ter wille van vermeend voordeel, te laten vernietigen? Kunnen Rotterdam en Den Haag dit zonder krachtig verzet laten passeeren Er is nog een punt, dat onze aandacht verdient. Er is beweerd, dat de droogmaking zoo'n voordeel zou zyn voor den Goud- schen middenstand, voor ons abat toir en de veemarkCGelooft men dit werke- lyk? Zouden de Goudsche winkeliers er veel profyt van hebben als daar in Reeuwyk een 50-tal arme boerengezinnen meer zouden wonen? Zulken onzin gedooft niemand! Te recht zyn uit middenstandskringen protes ten tegen deze dwaze voorstelling opgegaan. Volgens onze vaste overtuiging zou 't een veel grooter belang voor onze gemeente zyn wanneer haar omgeving een aanzienlyk vreemdelingenbezoek zou trek ken, wanneer van de uitstekende gelegen heid voor watersport en ontspanning voor de inwoners der groote steden een beter gebruik werd gemaakt. Voor hoevele plant- sen in ons land is dit niet een der voor naamste bronnen van welvaart? Wanneer men een deel der som, die men thans wil voteeren voor de leegmaling, zou besteden aan 't maken van betere verbindin gen te land en vooral te water, dan kan het niet andens, of by ©enige „reclame" evenaren onze Reeuwyksche Plassen, de Loosdrechtsche, Mydrechtsche, Kager en andere plassen in bekendheid en bélangryk- heid. En hienby zal de Goudsche midden stand meer haat hebben dan by de inkoopen van enkele financieel weinig krachtige boe ren, want „rijke" boeren, zooals de droog- leggers ons suggereeren, zullen 't zekor niet worden, deskundigen hebben dit vol doende aangetoond. Ondergeteekenden protesteeren dan ook met klem tegen een dergel yke doellooze verwoesting van natuurschoon en vernieti ging van een zoo byzondere gelegenheid tot vestiging van watertoerisme en vreemde lingenverkeer. Zy wekken alle gelykgezinde en welden kende medeburgers op om, hetzy door adhaesie te betuigen aan het werk en het streven van het bestaande comité tegen de drooglegging, hetzy door een openiy'k ge tuigenis in de pers, den voorstanders der drooglegging te laten zien, dat hun plannen in alle kringen der bevolking op ernstig ver zet zullen stuiten, opdat kan worden belet, dat de schendende hand wordt uitgestoken naar een bezit, dat behoort tot de meesi waardevolle stoffelijke en wellicht ook on- stoffelyke goederen der gemeenschap. Mr. L. J. C. DElN HARTOG. Mr. A H. G. EVERS. Drs. J. GONDA. Ds. J. VAN RiOSSUM. G G. SPIT, med. docta. C. BOOT, jur. canda. C. M. STEURES, chem. stude. G. M. H. VAN DIJK, pharm. stude. B. E. J. BIK, theol. stud. D. G. VAN VRIEUMINiGEN, litt. cl. stud. C. J. DEN HARTOG, M. O. Econ. G. M. HOOGSTRA, tandh. stude. Oplossingen van de prtysraadscls van vorige week. 1. Kast. 2. Postkantnor. 3. Hoogezand. 4. Hooge boomen vangen veel wind 5. Zutfen. 6. Fuchsia. De prijs Ib b(j loting ten deel gevallen aan NELLY DE JONG, Lethmaetatrant 16 Gouda. Nieuwe Raadsels. 1. Er staat in 't perkje van myn tuin Tusschen de bloemenryen Een mooie stoel, waarop ik toch Me nimmer neer kan vleien. Zeg weet je wel wat ik bedoel? Natuurlyk is 't een 2. Welk hoedje draagt geen enkel kind Ooit op haar krullenkopje, Al is het nog zoo'n allerliefst En alleraardigst dopje? Ik denk dat raad je-daad'lyk goed, Natuurlyk is 't een 8. Met welken sleutel kun je niet Een kast- of huisdeur sluiten? Denk nu eens even heel goed na, Je vindt hem meestal buiten Al by een bytje, zoem-zoem-zoem, Ik heb een ring, een mooien ring, Dien ieder zal behagen. En toch kan ik dien mooien ring Nooit aan myn vingers dragen. Wie noemt den naam eens van dat ding? Natuurlyk is hèt een 5. Met welke tanden heeft geen mensch Nog immer iets gegeten? Zeg, welke tanden hebben nooit In koek of brood gebeten? Je ziet ze wel eens in een park, Dus 't zyn de tanden van een Overal waar in de laatste regel van de versjes puntjes staan, invullen welk woord daar behoort. Oplossingen inzenden aan de Redactie van de Goudsche Courant, Markt 31, Gouda. DAMRUBRIEK Onder redactie van de Damclub „Gouda", Secretaris K. Tiendeweg 23, lokaal der club Markt 49. Probleem No. 589. iZwart schyven op: 11/15, 19, 21, 22, dam op 26. Wit schyven op: 25, 30, 33, 34, 36, 38, 39, 41, 43, 44, 47. Probleem No. 590. -M Tega* 'MU j^g Zwart schyven op: 6/10, 14, 16, 24, 26. Wit schyven op: 19, 22, 23, 30, 31, 39, 40, dam op 37. Oplossing van Probleem No. 585. Wit speelt: 20—14, 38:32, 36:18, 24—19, 29:18, 15:2. Oplossing van Probleem No. 586. Wit speelt: 27—22, 2211, 29—28, 45 1. Advocaat: Te oordeelen naar de zaak, moet uw man een echte schavuit Zij (boos): Pardon, ik kom hlertqïn mijn echtscheiding te regelen, niet om rtfn arme man te hooren uitscheldenP V UJNKJUHP's JftS J2S IN VOLDOENDE HOEVEELHEID BESCHIKBAAR - THUISBEZORGEN 15 CENT MEER - COKES WORDT STEEDS MEER GE BRUIKT TER VERVANGING VAN EIERKOLEN, KACHELKOLEN EN ANTHRACIET. 1941 60 Bestellingen: p. Telefoon, p. Briefkaart en aan het Kantoor der TELEFOON 350 Reparatiên worden vakkundig uitgevoerd in de van de meest moderne machines voorziene werkplaats Het beste middel tegen verhoogt uw geluk en koopt de luiermandbenoodigdheden bij J- C. S'BBES HOOGSTRAAT 7 TEL. 423 Hoofdvertegenwoordiger voor Gouda en Omstreken H. VAN DER GRAAFF Blauwstraat 19 Tel. 763 GEBRUIKTE volle toon f 225.— Verhuren, Huurkoop, Repareeren, Stemmen Karnemelksloot 122 Gouda te GOUDA, Burg. Martenssingel 24 Leeraar M. O. Boekhouden. Opleiding voor practijk en examens. Een fijn taaiblijvend bitterkoekje blijft altijd een gewild artikel. Probeert U ze eens. Zotte tn Zoute Krekelingen, Siroopwafels, Goudsche Sprits enz. GEBR. KAMPHUIZEN. Drogist Wijdstrast 31 - Tel 328 Dc economische Europeesche Auto, die U tevreden doet blijven en uitmunt door schitterende kwaliteiten, ais: Voordeelig In aanschaffing en gebruik. Mooie, solide Europeesehe afwerking. Vaste ligging op den weg. Agent voor Gouda en OmstrekenLange Tiendeweg 24 Gouda «I. F. W. TURION Telefoon No. 326 Kousan Soukan Truien Shalws Mutsen Koopt U het bette bij: C. J. J. LOEVE, Bonwe 145 t.o. de Turfmarkt Wij hebben voorradig een prachtsorteering van de beste fabrikanten. Tevens een groote sorteering Wij houden ons beleefd voor Uw bezoek aanbevolen en staan U met vakkundige adviezen en personeel gaaime ten dienste ZEtlGESTRAAT 96-98-100 GOUDA

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1928 | | pagina 2