VOEDSELVOORZIENING
KIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREK
Regeeringsverklaring
ÓcgoHUatic&csliut
van Belgrado
niet voor Donderdag
nsdag 1 April 1941
ÏO*t Ut HUuut
Jaargang, No. 20593
ft T.
Berlijn verklaart, dat aan elke groot
moedigheid eens een éinde moet komen
„Gepraat over ratificatie of
niet-ratificatie is overbodig
J)r Matsjek heeft nog geen beslissing genomen
Rome terughoudend.
De beraadslagingen
te Belgrado.
Verklaring Kosjoetitsj.
Het vertrek der
Duitschers.
Burgemeester van
Belgrado uit functie
ontheven.
Geen mobilisatie in
Bulgarije.
Persstemmen.
Acht gezichtspunten.
Instellingvan bedrijfs-en vakorganisaties met
verordenende bevoegdheid
Een vijftal raden ter coördinatie van
de werkzaamheden der organisaties
Zon op 7.16, onder 20.13.
Maan op 9.32, onder 0.01.
Man li verplicht fr verdais-
teren van zonsondèrgang tol
zonsopkomst.
Lantaarni aan voertuigen
moeten nor na zonsonder
gang ontstoken worden.
DEVIEZENGRENS NEDER-
LAND-DUITSCHLAND
OPGEHEVEN.
100 R.M. 75.36.
De Nederlandscha Bank N.V,
te Amsterdam deelt het vol
gende mede:
Op 1 ApHl IMi hondt de
deviezengrens tusschen het
bezette Nederlandsche gebied
en Duitschland op te bestaan.
Dientengevolge kan het weder-
zijdsche betalingsverkeer zich in
het algemeen wederom onmid
dellijk over de particuliere cre-
dietinstellingen, over de post
enz. afwikkelen.
Tusschen de beide circulatie
banken, de Nederlandsche Bank
en de Deutsche Reichsbank. la
sedert langen tijd overeengeko
men, dat aan alle transacties de
waardeverhouding 100 R.N.
75,36 wordt ten grondslag
gelegd.
Deze koersverhouding geldt
voor de toekomst ook bij om
wisseling van bankbiljetten en
munten.
UITREIKING MELK-
EN CACAOKAARTEN.
Vindt binnenkort plaats.
goudsche
cot
Postgiro 44400
Bur. Markt SL TeL tt«
Directeur V. TUTI'EK
Het AJHJ». meldt uh Berlijn, d.d.
Itenti
Ven welingelichte zijde vernemen
wij: e
Van officieelen Duitechen kant is
■ook gisteren geen'standpunt bepaald
ten opzichte van de gebeurtenissen in
Éuid-Slavië. De rijksregeering heelt
echter, zoo hoorde men in de Wilhelm
strasse, buitengewoon groote belang
stelling voor de gebeurtenissen. De ont
wikkeling, die zich alteekent op de
straat in Belgrado en in andere Zuid-
Stavlsohe steden wordt, zoo werd ver
der verklaard, ijskoud waargenomen.
In dit verband werd op de vraag, ol
een Duitsche beslissing omtrent Zuid-
Sla vië te verwachten ia, van D'htsche
sijde geconstateerd, dat Duitschland m
het geheel geen beslissingen over Zuid-
Slavië neemt Zuid-Slavië is, zoo werd
gezegd, een met Duitschland verbonden
staat Duitschland neemt geen beslis
singen over de Zuid-Slavische regee
ring, maar zoo noodig alleen met het
oog op de belangen der eigen Duitsche
I menedhen en met het oog op een af-
I weer ven de vij anden.
Aangezien door de Zuid-Slavische
rei jeering niet de noodlge maatregelen
p zijn genomen om de ontwikkeling,
J'* welke ging in de richting van ver
sterkte anti-Duitsche excessen, tegen te
gaan, heeft de rijksregeering besloten
den fcykaduitschers in Zuid-Slavië op-
i dracht te geven te vertrekken.
In politieke kringen der rijkshoofd
t stad spreekt men er over, dat de anti
Duitsche tendens in de Zuid-Slavische
excessen steede duidelijker zichbaar
wordt. In deze kringen wijst men op
nieuw op het Duitsche standpunt, dat
J het geen Duitsche gewoonte is zich de
J politiek te laten voorschrijven door
welke oncontroleerbare groepen of
m anonieme krachten ook. fa deze poli-
tieke kringen verklaart men vandaag
:q ook met nadruk, dat het op den duur
«9 nauwelijks raadzaam is te verwachten,
ja dat Duitschland onbeperkt excessen,
i die het Duitsche prestige in gevaar
moeten brengen, zal dulden. Dit geldt
tg vooral voor een tijd waarin Duitsch-
land tezamen met zijn bondgenooten in
M een groot conflict gewikkeld is. Wan-
y neer men de Duitsche dagbladen op-
j slaat, dan wel de officieuze Duitsche
B uitlatingen bekijkt, zal men tot de con-
H clusie moeten komen, dat men tegen-
R over de gebeurtenissen in Zuid-Slavië
ff s an Duitsche zijde staat met een weer-
B galooze grootmoedigheid en met een
-.érgs >nde reserve aan voorzichtigheid,
B liet moet echter allen instanties en ook
B d? Zuid-Slavische regeering duidelijk
J9 zijn, dat aan iedere grootmoedigheid
eens een einde moet komen.
In de Wilhelmstrasse verklaarde men
B vandaag, dat van de ontvangen talrijke
M berichten over uilspattingen de meeste
B bevestigd zijn en dat men de berichten
die niet werden bevestigd, van Duit-
9 sche zijde ook geen rekening gehouden
B zal worden. -
Van welingelichte zijde wordt nader
s vernomen:
3Ê In de Wilhelmstrasse is vandaag van
Hl buitenlandsche zjjde de vraag gesteld,
of het juist is, dat'in Belgrado de anti-
Duitsche elementen de overhand heb
ben gekregen, zoodat de toetreding van
Zuid-Slavië tot het driemogendheden-
pact geen beteekenis meer zou hebben.
Van Duitsche zijde werd op deze
vraag, evenals ten aanzien van de
kwestie van de toepasselijkheid of de
niet-toepasselijkheid van het drie-
mogendpact met betrekking tot Zuid-
Slavië geen standpunt ingenomen.
werd alleen aan herinnerd, dat Zuid-
Slavië zijn handteekening heeft ge
plaatst onder het toetredingsprotocol,
uit vrijen wil, en dat met de onder-
teekenlng de toetreding van Zuid-
Slavië rechtsgeldig is. Gepraat over
ratificatie of niet-ratificatie is derhalve
overbodig. Of de Zuid-Slavische regee.
ring van haar- kant het pact in acht
neemt of niet, daarover kan Duitsch
land zich niet uitlaten, pat is alleen
een zaak van de Zuid-Slavische regee
ring. Op een volgende vraag, of in
Berlijn van een officieele verklaring
der regeering te Belgrado over den
toestand iets bekend was, werd ont
kennend geantwoord.
Van Duitsche kant is verder op een
desbetreffende vraag van buitenland-
zate zijde geweigerd een scheiding te
meken tusschen de buitenlandsche lei-
Kroaten en die van Belgrado,
ir?, 'zngelegenheden, zoo werd
van Duitsche zijde verklaard, dia men
aan de Zuid-Slavlërs zelf moet over-
laten. Zeker is dat de Kroateh hun
wiendfchappelyke houding jegens de
van het peot van Berlijn
«t hebben verheeld en dat de Servi
ce politie met de blanke wapenen Is
opgetreden tegenover deze stemming.
Het D.N.B. meldt uit Rome: De ont
wikkeling van den binnenlandschen
politieken toestand wordt in Italiaan-
sche politieke kringen met de grootste
terughoudendheid beoordeeld. Men
verklaart, dat een definitieve ophelde
ring nog niet in het verschiet ligt, te
meer daar de tegenstellingen tusschen
Serven en Kroaten verder toenemen en
de anti-Duitsche en anti-Italiaansche
incidenten nog niet schijnen op te
houden.
Ook de berichten, die van een lang
durig onderhoud van den Joego-Slavi-
schen minister van Buitenl. Zaken
Ninsjitsj met den Italiaanschen gezant
te Belgrado gewag makenhebben aan
de Italiaansche opvatting niets kun
nen verapderen. Te Rome vestigt men
de aandacht op twee feiten, nl. ten eer
ste, dat de Italiaansche staatsburgers,
evenals de Duitsche, uit veiligheids
overwegingen Joego-SIavië verlaten en
verder dat de betoogingen tegen de
spilmogendheden georganiseerd zijn
door bepaalde Servische elementen,
die door de Angelsaksische propagan
da-opgehitst zijn, terwijl de Kroati
sche bevolking openlijk uiting geeft
aan haar sympathie voor de spilmo
gendheden.
In Joego-Slavische kringen te Bel
grado staat men op het standpunt, dat
dé beraadslagingen tusschen de regee-
ringsftonten wellicht niet voor het
midden van deze week een einde ne
men. De regeeringsverklaring van ge
neraal Simowitsj verwacht men op zijn
vroegst Donderdag, waarbij men zich
vooral voor de buitenlandsche politiek
interesseert.
De vice-voorzitter van de Kroatische
boerenpartij en hoofdredacteur van de
HrvastiDnevnikte Agram, Koe-
sjoetitsj, die in opdracht van den Kroa-
tenleider dr. Matsjek te Belgrado ver
toeft, heeft verklaard, dat zijn bezoek
zuiver informatieve doeleinden heeft
en dat dr. Matsjek nog in geenen deele
heeft besloten of hij bereid is tot de
regeering van het nieuwe bewind toe
te treden of niet. Hef ligt ook in het
geheel niet in het voornemen, dat
Matsjek persoonlijk dezer dagen naar
Belgrado gaat, veeleer zullen met Ko
sjoetitsj Maandagnacht ook de ipinis-
ter van Financiën, dr. Sjoetej en de
minister van Staat, dr, Smoljan, naar
Agram terugkeeren, terwijl de minis
ter van Posterijen, dr. Torrbar en de
minister van Handel, dr. Andres die
Zaterdag reeds te Agram vertoefden,
als eenige vertegenwoordigen van de
Kroatische boerenpartij te Belgrado
blijven.
Gisterochtend heeft de -banus van
Kroatië, dr. Sjoebasjitsj, den legercorps
commandant, generaal Nedeljovitsj
ontvangen voor een langdurige bespre
king. In het paleis van den banus ver
schenen de voorzitter van de Kroati
sche boerenpartij, dr. Matsjek en de in
Agram aangekomen minister van Han
del en Industrie, dr. Andres. Zij voer
den een langdurige beraadslaging met
den banus.
Aangezien geen communiqué omtrent
de besprekingen zijn uitgegeven, is
het publiek op vermoedens aangewe
zen. Gisteren deed in Agram het ge
rucht de ronde, dat gedacht werd aan
het bijeenroepen van de Kroatische
afgevaardigden voor een vergadering,
opvat de afgevaardigden vertrouwd
zoudep kunnen worden gemaakt met
de belangrijkste problemen, die op het
oogenblik aan de orde zijn en opdat zij
daarover hun meening zouden kunnen
uitspreken.
De speciale trein met de laatste le
den van de Duitsche kolonies in de Ser
vische landstreken heeft vannacht Bel
grado verlaten.
Gistermiddag is de tweede en laatste
speciale trein met Duitschers uit Kroa
tië uit Agram vertrokken. Er waren
talrijke Kroaten aan het station ver
schenen.
Te Villach is het eerste transport
van 1SS Duitsche vluchtelingen uit
Zuid-Slavië aangekomen. Voor het
meerendee] waren het inwoners van
de atad Laibach en omgeving.
Te Oraz zijn drie extra-treiiTen met
Jevluchte Duitsche staatsburgers uit
eego-Blavië aangekomen.
Ook in het Roemeensche banaat rijn
nog vluchtelingen aangekomen.
Naar deze vluchtelingen melden,,
trachten nog vele honderden Duitschers
over de grens te komen.
Uit hef dorp Staüora, in de nabijheid
van de Roemeensche grens aan het
spoorwegtraject TemeschburgWer-
schetz wordt gemeld, dat men vandaar
twee aan de overzijde van de grens in
Joego-SIavië gelegen Duitsche ge
meenten, te weten Zichydorf en Ku-
dritz, ziet branden.
Jevren Tomitsj, die tot dusverre bur
gemeester van Belgrado was, is bij ko
ninklijk decreet uit zijn, functie
burgemeester ontheven.
De Joego-Slavischè gezant te Berlijn,
dr. Ivo Andritsj is te Belgrado aange
komen.' Hij heeft een vrij langdurig
onderhoud gehad met den nieuwen mi
nister van Buitenlandsche Zaken Nin-
tsjitsj.
Het door buitenlandsche persagent
schappen verspreide bericht, over een
zoogenaamde algemeène mobilisatie in
Bulgarije is geheel verzonnen, want
hier is dienaangaande niets bekend,
meldt hét D.N.B. uit Sofia.
De Hrvatski Dveliik schrijft
onder den titel „Provocateurs aan het
werk" o.a., dat er eenige teekenen zijn,
die laten concludeeren, dat men te
Agram incidenten wil veroorzaken om
zoodoende de hoofdstad van Kroatië
en de Kroaten zelve in ongunstig licht
te stellen. Tot dusverre zijn deze po
gingen in de kiem gesmoord, want een
handjevol heeft het beeld van de hoofd
stad niet kunnen verandéren. Daar men
voor deze actie de breede volksmassa
niet meekrijgt, heeft men enkelingen
daarvoor gewonnen, slechts om te
kunnen melden, dat te Agram geen
orde heerscht. Het blad besluit met het
advies aan de burgers om ieder, die
pogingen doet de orde te verstoren,
terstond over te leveren aan den eer
sten Rplitie-agent of het eerste lid van
de Kroatische burgerwacht.
De Kroaten dragen het bewustzijn
van hun waarde in zich en dulden
geenszins, dat men ben als objecten
behandelt, schrijft het blad verder en
vervolgt: Als wij zeggen, dat wij een
volk zijn dan denken wij aan de sou-
vereiniteit van den collectieven geest,
die uit ons geheele wezen straalt. Het
is niet moeilijk met de Kroaten samen
te werken. Doch dat kunnen slechts
zij, die het zelfbewustzijn der Kroaten
en hun eigen aard respecteeren.
Na verwezen te hebben naar vroe-
gere pogingen om de Kroatische eischen
bij politieke overeenkomsten te ont-
duikeiwverklaart het blad tot slot, dat
thans wel niemand meer gelopft, dat
de Kroaten hun doeleinden en metho
den niet nauwkeurig kennen.
De verscherping van den toestand in
Joego-SIavië en het toenemen der anti
Duitsche betoogingen vormen de sen
satie van de Spaansche pers. Het blad
Informaciones somt bij de ver
melding der gebeurtenissen de volgen
de acht punten op:
1. De Duitsche gezant beleedigd en
uitgefloten.
2. De arrestatie van den leider der
Duitsche volksgroep en zijn medewer
kers.
3. Het verbod op Duitsche berichten
en films.
4. Het verbod voor Duitsche ver
keersvliegtuigen om over te vliegen.
5. Het persbureau Avala onder lei
ding van vijanden der asmogendheden,
6. Onderteekenaars van het driemo-
gendhedenpact gevangen genomen.
7. Duitsch hoogleeraar kan niet in
Belgrado, wel in Agram spreken.
8. Dé Joden houden plechtige dien
sten in de synagog&u,
In Spaansche politieke en diploma
tieke kringen twijfelt men er niet
meer aan, dat de rijksregeering zeer
binnenkort ernstige beslissingen zal
nemen, waarop het vertrek van Duit
sche staatsburgers uit Joego-SIavië
reeds wijst. Het gejuich in Engeland en
Amerika achten deze kringen niet al
leen voorbarig, doch ook misplaatst,
aangezien Duitslhland in dezen oorlog
herhaaldelijk bewezen heeft, doeltref
fend het hoofd te weten bieden aan de
Britsche plannen tot uitbreiding van
den oorlog. i
I
UM.WH
In het Verordeningenblad is Ver
schenen een besluit van den secre
taris-generaal van het departement
van Landbouw en Visscherij betref
fende den opbouw .van een organisatie
vpor de voedselvoorziening.
Hierin wordt bepaald, dat genoemde
secretaris-generaal regelen stelt om
trent den opbouw van zoodanige orga
nisatie, zoomede omtrent de aan deze
toe te kennen bevoegdheden.
Tot de voedselvoorziening worden
geacht te behooren de voortbrenging
van de handel in en de be- en verwer
king van alle producten van de voed
selvoorziening met Inbegrip van ge
notmiddelen zoomede van die pro
ducten van de Nederlandschen land
bouw, welke niet voor de voedselvoor
ziening zijn bestand.
Hierbij wordt onder landbouw ver-
Staan:
a. Akkerbouw, tuinbouw of eenige
andere tak van. bodemcultuur, met uit
zondering van boschbouw;
b. Veehouderij en pluimveehouderij.
Tot de voedselvoorziening wordt
Voorts geacht te behooren de handel
in die artikelen, welke als grondstof
fen en hulpmiddelen voor den land
bouw en de visscherij van bijzondere
beteekenis zijn.
Ten behoeve van de organisatie voor
de voedselvoorziening worden licha
men in den zin van artikel 152 van de
Grondwet Ingesteld.
Dese lichamen (organisaties) kun
nen rijn bedrijfsorganisaties, onderbe
drijfsorganisaties, vakorganisaties, vak
groepen en ondervakgroepen.
De bedrijfsorganisaties en onderbe
drijfsorganisaties omvattfcn:
a. Producenten in den landbouw en
in de visscherij i
b. Vakorganisaties of vakgroepen en
zoo noodig ondervakgroepen van han
deiaren, bewerkers en verwerkers op
het gebied van do voedselvoorziening.
De bedrijfsorganisaties en onderbe
drijfsorganisaties op het gebied van de
grondstoffen en hulpmiddele* omkat
ten producenten in den landbouw en
in de visscherij en vakorganisaties of
vakgroepen en ondervakgroepen van
handelaren.
De organisaties kunnen plaatselijke
en provinciale afdeelingen instellen.
Als vakgroepen en ondervakgroepen
van handelaren, bewerkers en verwer
kers op het gebied van de Voedselvoor
ziening worden gebezigd organisaties,
ingesteld of erkend op grond van het
besluit no. 206/1940 betreffende den
Opbouw van een zelfstandige organi
satie ter ontwikkeling van het be
drijfsleven.
Deze vakgroepen en ondervakgroe
pen kunnen tot vakorganisaties wor
den samengevoegd.
Behoudens ten aanzien van de zoo
juist genoemde vakgroepen en onder-
vakgroepen geschiedt de instelling van
een organisatie door den secretaris
generaal, waarbij tegelijk wordt vast
gesteld eën reglement, regelende haar
samenstelling, inrichting en bevoegd
heid.
De taak yan de organisaties is advi-
seerend, uitvoerend en besturend.
Een organisatie omvat alle deelne-
,mers ongeacht den rechtsvorm,
waarin het bedrijf wordt uitgeoefend
die werkzaam zijn op het gebied der
voedselvoorziening, waarvoor de orga
nisatie is ingesteld.
Aan de organisaties kan veror-
denande bevoegdheid, als be
doeld iri artikel 153 der Grondwet,
worden verleend.
Indien aan een organisatie verorde
nende bevoegdheid is verleend, maakt
z|j do verordeningen, welke zij voor
het belang van het gebied der voedsel
voorziening, waarvoor zij is ingesteld,
noodig oordeelt.
Deze verordeningen kunne* onder
meer de volgende onderwerpen be
treffen:
a. Regeling van do voortbrenging,
den invoer, den afzet waaronder
mede begrepen do uitvoer- de verdee
ling en aanwending waaronder
mede begrepen de opslag en de be- en
verwerking van producten van de
voedselvoorziening. f-
b. Regeling van de vestiging, uit
breiding, beperking, reorganisatie,
tijdelijke of blijvende stillegging, fusie,
vervreemding of het verpachten van
bedrijven op Ihet gebied der voedsel
voorziening, Waarvoor de organisatie
is ingesteld.
c. Het verleenen van vergoedingen
aan hen, die door eenigen maatregel
als bedoeld onder b., ernstig economisch
nadeel ondervinden, zoomede het op
leggen aan hen, die van een zoodani-
g^i maatregel economisch voordeel
genieten, van de verplichting tot het
betalen van een geldsom.
d. Vaststelling van prijzen en mar
ges zoomede van betalings- en leve
ringsvoorwaarden met betrekking tot
producten van de voedselvoorziening.
e. Vaststelling van voorschriften
voor de tot de organisatie behoorende
ondernemers betreffende het voeren
van hun boekhouding en administratie,
zoomede' betreffende het verstrekken
van mondelinge en schriftelijke gege
vens aan de organisatie.
De regelingen als bedoeld onder a
kunnen onder meer inhouden:
1. Het opleggen van een verplich
ting tot het betalen van een geldsom
terzake van het verrichten van een
handeling op het gebied van de voed
selvoorziening;
2. Het opleggen van een verplichting
tot inlevering van eenig product;
3. Het brengen van de aan de uitvoe
ring der regeling en het daarop uit te
oefenen toezicht verbonden kosten ten
laste van alle personen, voor wie de
regeling verbindend is.
De organisaties kunnen bij dwangbe
vel, medebrengende't recht van parate
executie, invorderen al hetgeen haar
terzake van een krachtens bovenge
noemde bepalingen opgelegde verplich
ting verschuldigd is.
Indien de organisaties bevoegd zijn
tot het uitvaardigen van verordenin
gen betreffende de vaststelling van
prijzen enz., vindt het bepaalde in
artikel 3 van het besluit inzake de be
noeming van een gemachtigde voor de
prijzen overeenkomstige toepassing.
Het algemeen toezicht op de organi
saties, voor zoover betreft haar werk
zaamheden, geregeld in dit besluit, be
rust bij den secretaris-generaal of een
of meer door hem daartoe gemachtig
den.
Vijf raden
Voor de coördinatie van de werk
zaamheden der organisatie» worden
vijf raden ingesteld, elk bestaande uit
twee of meer leden en wel:
a. Een raad voor de organisaties, in
gesteld voor het gebied van de pro
ducten van den akkerbouw en daar
mede gelijk te stellen producten;
b. Een raad voor de organisaties, in
gesteld voor het gebied van de produc
ten van de veehouderij, zoomede van
margarine .vetten en oliën;
c. Een raad voor de organisaties, in
gesteld voor het gebied van de pro
ducten van en tuinbouw;
d. Een raad voor de organisaties, in
gesteld voor het gebied van de vis
scherij v.
e. Een raad voor de organisaties, in
gesteld voor het gebied van de grond
stoffen en hulpmiddelen.
De besluiten en verordeningen van
de organisaties kunnen door den secre
taris-generaal of door een door hem
aan te wijzen instantie worden ge
schorst of vernietigd, waarbij tevens
de gevolgen worden gerégeld.
Verordeningen in zake prijzen, mar
ges, betalings- en leveringsvoorwaar
den zijn steeds aan de goedkeuring
van den secretaris-generaal onderwor
pen. In de bevoegdheden van den ge
machtigde voor dë prijzen wordt'geen
wijziging gebracht.
Geschillen tusschen een organisatie
en een of meer ondernemers worden
bij uitsluiting in eeTste instantie be
slist door een scheidsgerecht, ingesteld
bij den raad, waartoe de betrokken
organisatie en de ondernemers behoo
ren; van de uitspraak van een scheids
gerecht staat binnen 20 dagpn beroep
open bij den secretaris-generaal. Deze
beslist niet dan nadat een commissie
van advies is gehoord.
Het scheidsgerecht beraadslaagt
beslist met drie leden, waaronder een
rechtsgeleerd lid moet zijn.
Geschillen tusschen organisaties
onderling worden bij uitsluiting be
slist door den sêcr ■taris-generaal, ge
hoord den betrokken raad of de bi
trokken raden.
Aan bedrijfsorganisaties of ooderbe-
drijfsorganisatles kunnen aparte licha
men worden verbonden, wélke bevoegd
zijr. tot het san- en verkoopen en op
slaan van producten van de voedsel
voorziening, zoomede tot het doen van
andere daarmede verband houdende
handelingen. Deze lichamen zijn reohtz-
De secretaris-genëraal van het de
partement van Landbouw en Vis
scherij deelt mede dat zeer binnen
kort zal worden overgegaan tot de uit
reiking van melkkaarten en cacao-
kaarten.
Op nader door de plaatselijke dis
tributiediensten aan te geven tijd
stippen zullen op vertoon van de
distributiestamkaarten genoemde kaar
ten worden uitgereikt en wel:
a. aan een kind, dat na 1 April
1937 geboren is: vier melkkaarten
en één cacaokaart.
-b. aan een kind, dat na 1 April
1927 maar vóór 2 April 1937 geboren
is: twee melkkaarten en één cacao
kaart.
c. Aan personen, die vóór 2 April
1927 geboren zijn: één melkkaart.
De onder c genoemde groep van
houders van distributiestamkaarten
komt dus niet ln aanmerking voor
cacaokaarten.
Met nadruk wordt dé aandacht van
melkveehouders op het vol
gende gevestigd:
Aangezien het waarschijnlijk is, dat
de aan melkveehouders en hun gezin
nen, alsmede de aan' het bij hen in
wonend personeel uitgereikte melk
kaarten te zijner tijd wederom zullen
moeten worden ingeleverd, zullen de
aan deze groep van personen uitge
reikte kaarten in ongeschonden
toestand zorgvuldig bewaard dienen
te worden. De nadere regeling zal zoo
spoedig mogelijk worden bekend ge
maakt.
Over de eventueele distributie van
melk en cacao zullen tz.ti, nadere
mededeelingen volgen.
personen, i on instelling geschiedt door
den secretaris-generaal. Zij worden in
en buiten rechte door een of meer
directeuren vertegenwoordigd.
Raad voor de voedselvoorziening
De secretaris-generaal stelt voorts
een Raad voor de Voedselvoorziening
in, welke hem van advies dient en
welke in de plaats treedt van het col
lege voor de voedselvoorziening. De
directeur-generaal van de voedsel
voorziening is voorzitter van den
raad.
Hij, die in strijd handelt met een bij
of krachtens dit besluit of in een op
grond van dit besluit uitgevaardigde
verordening gesteld verbod of vastge
steld voorschrift, of aan een opgelegde
verplichting niet of niet behoorlijk vol
doet, wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste een jaar of geldboete van
ten hoogste 25.000 gulden.
Hij die opzettelijk handelt in" strijd
met zoodanig verbod of voorschrift 'of
opzettelijk niet of niet behoorlijk vol
doet aan een opgelegde verplichting,
wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste acht Jaren of geldboete
van ten hoogste 50.000 gulden.
Ter zaken vaa^^riet-nakoming
van door de organische' uitgevaar
digde regelen kan door 'wLonmcns de
organisatie tuchtrecht worden uitge
oefend, waarvan de regeling door de
organisatie de goédkeuring van den
secretaris-generaal behoeft.
Dit besluit treedt heden fa werking.