VOEDSELVOORZIENING KIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREK Regeeringsverklaring ÓcgoHUatic&csliut van Belgrado niet voor Donderdag nsdag 1 April 1941 ÏO*t Ut HUuut Jaargang, No. 20593 ft T. Berlijn verklaart, dat aan elke groot moedigheid eens een éinde moet komen „Gepraat over ratificatie of niet-ratificatie is overbodig J)r Matsjek heeft nog geen beslissing genomen Rome terughoudend. De beraadslagingen te Belgrado. Verklaring Kosjoetitsj. Het vertrek der Duitschers. Burgemeester van Belgrado uit functie ontheven. Geen mobilisatie in Bulgarije. Persstemmen. Acht gezichtspunten. Instellingvan bedrijfs-en vakorganisaties met verordenende bevoegdheid Een vijftal raden ter coördinatie van de werkzaamheden der organisaties Zon op 7.16, onder 20.13. Maan op 9.32, onder 0.01. Man li verplicht fr verdais- teren van zonsondèrgang tol zonsopkomst. Lantaarni aan voertuigen moeten nor na zonsonder gang ontstoken worden. DEVIEZENGRENS NEDER- LAND-DUITSCHLAND OPGEHEVEN. 100 R.M. 75.36. De Nederlandscha Bank N.V, te Amsterdam deelt het vol gende mede: Op 1 ApHl IMi hondt de deviezengrens tusschen het bezette Nederlandsche gebied en Duitschland op te bestaan. Dientengevolge kan het weder- zijdsche betalingsverkeer zich in het algemeen wederom onmid dellijk over de particuliere cre- dietinstellingen, over de post enz. afwikkelen. Tusschen de beide circulatie banken, de Nederlandsche Bank en de Deutsche Reichsbank. la sedert langen tijd overeengeko men, dat aan alle transacties de waardeverhouding 100 R.N. 75,36 wordt ten grondslag gelegd. Deze koersverhouding geldt voor de toekomst ook bij om wisseling van bankbiljetten en munten. UITREIKING MELK- EN CACAOKAARTEN. Vindt binnenkort plaats. goudsche cot Postgiro 44400 Bur. Markt SL TeL tt« Directeur V. TUTI'EK Het AJHJ». meldt uh Berlijn, d.d. Itenti Ven welingelichte zijde vernemen wij: e Van officieelen Duitechen kant is ■ook gisteren geen'standpunt bepaald ten opzichte van de gebeurtenissen in Éuid-Slavië. De rijksregeering heelt echter, zoo hoorde men in de Wilhelm strasse, buitengewoon groote belang stelling voor de gebeurtenissen. De ont wikkeling, die zich alteekent op de straat in Belgrado en in andere Zuid- Stavlsohe steden wordt, zoo werd ver der verklaard, ijskoud waargenomen. In dit verband werd op de vraag, ol een Duitsche beslissing omtrent Zuid- Sla vië te verwachten ia, van D'htsche sijde geconstateerd, dat Duitschland m het geheel geen beslissingen over Zuid- Slavië neemt Zuid-Slavië is, zoo werd gezegd, een met Duitschland verbonden staat Duitschland neemt geen beslis singen over de Zuid-Slavische regee ring, maar zoo noodig alleen met het oog op de belangen der eigen Duitsche I menedhen en met het oog op een af- I weer ven de vij anden. Aangezien door de Zuid-Slavische rei jeering niet de noodlge maatregelen p zijn genomen om de ontwikkeling, J'* welke ging in de richting van ver sterkte anti-Duitsche excessen, tegen te gaan, heeft de rijksregeering besloten den fcykaduitschers in Zuid-Slavië op- i dracht te geven te vertrekken. In politieke kringen der rijkshoofd t stad spreekt men er over, dat de anti Duitsche tendens in de Zuid-Slavische excessen steede duidelijker zichbaar wordt. In deze kringen wijst men op nieuw op het Duitsche standpunt, dat J het geen Duitsche gewoonte is zich de J politiek te laten voorschrijven door welke oncontroleerbare groepen of m anonieme krachten ook. fa deze poli- tieke kringen verklaart men vandaag :q ook met nadruk, dat het op den duur «9 nauwelijks raadzaam is te verwachten, ja dat Duitschland onbeperkt excessen, i die het Duitsche prestige in gevaar moeten brengen, zal dulden. Dit geldt tg vooral voor een tijd waarin Duitsch- land tezamen met zijn bondgenooten in M een groot conflict gewikkeld is. Wan- y neer men de Duitsche dagbladen op- j slaat, dan wel de officieuze Duitsche B uitlatingen bekijkt, zal men tot de con- H clusie moeten komen, dat men tegen- R over de gebeurtenissen in Zuid-Slavië ff s an Duitsche zijde staat met een weer- B galooze grootmoedigheid en met een -.érgs >nde reserve aan voorzichtigheid, B liet moet echter allen instanties en ook B d? Zuid-Slavische regeering duidelijk J9 zijn, dat aan iedere grootmoedigheid eens een einde moet komen. In de Wilhelmstrasse verklaarde men B vandaag, dat van de ontvangen talrijke M berichten over uilspattingen de meeste B bevestigd zijn en dat men de berichten die niet werden bevestigd, van Duit- 9 sche zijde ook geen rekening gehouden B zal worden. - Van welingelichte zijde wordt nader s vernomen: 3Ê In de Wilhelmstrasse is vandaag van Hl buitenlandsche zjjde de vraag gesteld, of het juist is, dat'in Belgrado de anti- Duitsche elementen de overhand heb ben gekregen, zoodat de toetreding van Zuid-Slavië tot het driemogendheden- pact geen beteekenis meer zou hebben. Van Duitsche zijde werd op deze vraag, evenals ten aanzien van de kwestie van de toepasselijkheid of de niet-toepasselijkheid van het drie- mogendpact met betrekking tot Zuid- Slavië geen standpunt ingenomen. werd alleen aan herinnerd, dat Zuid- Slavië zijn handteekening heeft ge plaatst onder het toetredingsprotocol, uit vrijen wil, en dat met de onder- teekenlng de toetreding van Zuid- Slavië rechtsgeldig is. Gepraat over ratificatie of niet-ratificatie is derhalve overbodig. Of de Zuid-Slavische regee. ring van haar- kant het pact in acht neemt of niet, daarover kan Duitsch land zich niet uitlaten, pat is alleen een zaak van de Zuid-Slavische regee ring. Op een volgende vraag, of in Berlijn van een officieele verklaring der regeering te Belgrado over den toestand iets bekend was, werd ont kennend geantwoord. Van Duitsche kant is verder op een desbetreffende vraag van buitenland- zate zijde geweigerd een scheiding te meken tusschen de buitenlandsche lei- Kroaten en die van Belgrado, ir?, 'zngelegenheden, zoo werd van Duitsche zijde verklaard, dia men aan de Zuid-Slavlërs zelf moet over- laten. Zeker is dat de Kroateh hun wiendfchappelyke houding jegens de van het peot van Berlijn «t hebben verheeld en dat de Servi ce politie met de blanke wapenen Is opgetreden tegenover deze stemming. Het D.N.B. meldt uit Rome: De ont wikkeling van den binnenlandschen politieken toestand wordt in Italiaan- sche politieke kringen met de grootste terughoudendheid beoordeeld. Men verklaart, dat een definitieve ophelde ring nog niet in het verschiet ligt, te meer daar de tegenstellingen tusschen Serven en Kroaten verder toenemen en de anti-Duitsche en anti-Italiaansche incidenten nog niet schijnen op te houden. Ook de berichten, die van een lang durig onderhoud van den Joego-Slavi- schen minister van Buitenl. Zaken Ninsjitsj met den Italiaanschen gezant te Belgrado gewag makenhebben aan de Italiaansche opvatting niets kun nen verapderen. Te Rome vestigt men de aandacht op twee feiten, nl. ten eer ste, dat de Italiaansche staatsburgers, evenals de Duitsche, uit veiligheids overwegingen Joego-SIavië verlaten en verder dat de betoogingen tegen de spilmogendheden georganiseerd zijn door bepaalde Servische elementen, die door de Angelsaksische propagan da-opgehitst zijn, terwijl de Kroati sche bevolking openlijk uiting geeft aan haar sympathie voor de spilmo gendheden. In Joego-Slavische kringen te Bel grado staat men op het standpunt, dat dé beraadslagingen tusschen de regee- ringsftonten wellicht niet voor het midden van deze week een einde ne men. De regeeringsverklaring van ge neraal Simowitsj verwacht men op zijn vroegst Donderdag, waarbij men zich vooral voor de buitenlandsche politiek interesseert. De vice-voorzitter van de Kroatische boerenpartij en hoofdredacteur van de HrvastiDnevnikte Agram, Koe- sjoetitsj, die in opdracht van den Kroa- tenleider dr. Matsjek te Belgrado ver toeft, heeft verklaard, dat zijn bezoek zuiver informatieve doeleinden heeft en dat dr. Matsjek nog in geenen deele heeft besloten of hij bereid is tot de regeering van het nieuwe bewind toe te treden of niet. Hef ligt ook in het geheel niet in het voornemen, dat Matsjek persoonlijk dezer dagen naar Belgrado gaat, veeleer zullen met Ko sjoetitsj Maandagnacht ook de ipinis- ter van Financiën, dr. Sjoetej en de minister van Staat, dr, Smoljan, naar Agram terugkeeren, terwijl de minis ter van Posterijen, dr. Torrbar en de minister van Handel, dr. Andres die Zaterdag reeds te Agram vertoefden, als eenige vertegenwoordigen van de Kroatische boerenpartij te Belgrado blijven. Gisterochtend heeft de -banus van Kroatië, dr. Sjoebasjitsj, den legercorps commandant, generaal Nedeljovitsj ontvangen voor een langdurige bespre king. In het paleis van den banus ver schenen de voorzitter van de Kroati sche boerenpartij, dr. Matsjek en de in Agram aangekomen minister van Han del en Industrie, dr. Andres. Zij voer den een langdurige beraadslaging met den banus. Aangezien geen communiqué omtrent de besprekingen zijn uitgegeven, is het publiek op vermoedens aangewe zen. Gisteren deed in Agram het ge rucht de ronde, dat gedacht werd aan het bijeenroepen van de Kroatische afgevaardigden voor een vergadering, opvat de afgevaardigden vertrouwd zoudep kunnen worden gemaakt met de belangrijkste problemen, die op het oogenblik aan de orde zijn en opdat zij daarover hun meening zouden kunnen uitspreken. De speciale trein met de laatste le den van de Duitsche kolonies in de Ser vische landstreken heeft vannacht Bel grado verlaten. Gistermiddag is de tweede en laatste speciale trein met Duitschers uit Kroa tië uit Agram vertrokken. Er waren talrijke Kroaten aan het station ver schenen. Te Villach is het eerste transport van 1SS Duitsche vluchtelingen uit Zuid-Slavië aangekomen. Voor het meerendee] waren het inwoners van de atad Laibach en omgeving. Te Oraz zijn drie extra-treiiTen met Jevluchte Duitsche staatsburgers uit eego-Blavië aangekomen. Ook in het Roemeensche banaat rijn nog vluchtelingen aangekomen. Naar deze vluchtelingen melden,, trachten nog vele honderden Duitschers over de grens te komen. Uit hef dorp Staüora, in de nabijheid van de Roemeensche grens aan het spoorwegtraject TemeschburgWer- schetz wordt gemeld, dat men vandaar twee aan de overzijde van de grens in Joego-SIavië gelegen Duitsche ge meenten, te weten Zichydorf en Ku- dritz, ziet branden. Jevren Tomitsj, die tot dusverre bur gemeester van Belgrado was, is bij ko ninklijk decreet uit zijn, functie burgemeester ontheven. De Joego-Slavischè gezant te Berlijn, dr. Ivo Andritsj is te Belgrado aange komen.' Hij heeft een vrij langdurig onderhoud gehad met den nieuwen mi nister van Buitenlandsche Zaken Nin- tsjitsj. Het door buitenlandsche persagent schappen verspreide bericht, over een zoogenaamde algemeène mobilisatie in Bulgarije is geheel verzonnen, want hier is dienaangaande niets bekend, meldt hét D.N.B. uit Sofia. De Hrvatski Dveliik schrijft onder den titel „Provocateurs aan het werk" o.a., dat er eenige teekenen zijn, die laten concludeeren, dat men te Agram incidenten wil veroorzaken om zoodoende de hoofdstad van Kroatië en de Kroaten zelve in ongunstig licht te stellen. Tot dusverre zijn deze po gingen in de kiem gesmoord, want een handjevol heeft het beeld van de hoofd stad niet kunnen verandéren. Daar men voor deze actie de breede volksmassa niet meekrijgt, heeft men enkelingen daarvoor gewonnen, slechts om te kunnen melden, dat te Agram geen orde heerscht. Het blad besluit met het advies aan de burgers om ieder, die pogingen doet de orde te verstoren, terstond over te leveren aan den eer sten Rplitie-agent of het eerste lid van de Kroatische burgerwacht. De Kroaten dragen het bewustzijn van hun waarde in zich en dulden geenszins, dat men ben als objecten behandelt, schrijft het blad verder en vervolgt: Als wij zeggen, dat wij een volk zijn dan denken wij aan de sou- vereiniteit van den collectieven geest, die uit ons geheele wezen straalt. Het is niet moeilijk met de Kroaten samen te werken. Doch dat kunnen slechts zij, die het zelfbewustzijn der Kroaten en hun eigen aard respecteeren. Na verwezen te hebben naar vroe- gere pogingen om de Kroatische eischen bij politieke overeenkomsten te ont- duikeiwverklaart het blad tot slot, dat thans wel niemand meer gelopft, dat de Kroaten hun doeleinden en metho den niet nauwkeurig kennen. De verscherping van den toestand in Joego-SIavië en het toenemen der anti Duitsche betoogingen vormen de sen satie van de Spaansche pers. Het blad Informaciones somt bij de ver melding der gebeurtenissen de volgen de acht punten op: 1. De Duitsche gezant beleedigd en uitgefloten. 2. De arrestatie van den leider der Duitsche volksgroep en zijn medewer kers. 3. Het verbod op Duitsche berichten en films. 4. Het verbod voor Duitsche ver keersvliegtuigen om over te vliegen. 5. Het persbureau Avala onder lei ding van vijanden der asmogendheden, 6. Onderteekenaars van het driemo- gendhedenpact gevangen genomen. 7. Duitsch hoogleeraar kan niet in Belgrado, wel in Agram spreken. 8. Dé Joden houden plechtige dien sten in de synagog&u, In Spaansche politieke en diploma tieke kringen twijfelt men er niet meer aan, dat de rijksregeering zeer binnenkort ernstige beslissingen zal nemen, waarop het vertrek van Duit sche staatsburgers uit Joego-SIavië reeds wijst. Het gejuich in Engeland en Amerika achten deze kringen niet al leen voorbarig, doch ook misplaatst, aangezien Duitslhland in dezen oorlog herhaaldelijk bewezen heeft, doeltref fend het hoofd te weten bieden aan de Britsche plannen tot uitbreiding van den oorlog. i I UM.WH In het Verordeningenblad is Ver schenen een besluit van den secre taris-generaal van het departement van Landbouw en Visscherij betref fende den opbouw .van een organisatie vpor de voedselvoorziening. Hierin wordt bepaald, dat genoemde secretaris-generaal regelen stelt om trent den opbouw van zoodanige orga nisatie, zoomede omtrent de aan deze toe te kennen bevoegdheden. Tot de voedselvoorziening worden geacht te behooren de voortbrenging van de handel in en de be- en verwer king van alle producten van de voed selvoorziening met Inbegrip van ge notmiddelen zoomede van die pro ducten van de Nederlandschen land bouw, welke niet voor de voedselvoor ziening zijn bestand. Hierbij wordt onder landbouw ver- Staan: a. Akkerbouw, tuinbouw of eenige andere tak van. bodemcultuur, met uit zondering van boschbouw; b. Veehouderij en pluimveehouderij. Tot de voedselvoorziening wordt Voorts geacht te behooren de handel in die artikelen, welke als grondstof fen en hulpmiddelen voor den land bouw en de visscherij van bijzondere beteekenis zijn. Ten behoeve van de organisatie voor de voedselvoorziening worden licha men in den zin van artikel 152 van de Grondwet Ingesteld. Dese lichamen (organisaties) kun nen rijn bedrijfsorganisaties, onderbe drijfsorganisaties, vakorganisaties, vak groepen en ondervakgroepen. De bedrijfsorganisaties en onderbe drijfsorganisaties omvattfcn: a. Producenten in den landbouw en in de visscherij i b. Vakorganisaties of vakgroepen en zoo noodig ondervakgroepen van han deiaren, bewerkers en verwerkers op het gebied van do voedselvoorziening. De bedrijfsorganisaties en onderbe drijfsorganisaties op het gebied van de grondstoffen en hulpmiddele* omkat ten producenten in den landbouw en in de visscherij en vakorganisaties of vakgroepen en ondervakgroepen van handelaren. De organisaties kunnen plaatselijke en provinciale afdeelingen instellen. Als vakgroepen en ondervakgroepen van handelaren, bewerkers en verwer kers op het gebied van de Voedselvoor ziening worden gebezigd organisaties, ingesteld of erkend op grond van het besluit no. 206/1940 betreffende den Opbouw van een zelfstandige organi satie ter ontwikkeling van het be drijfsleven. Deze vakgroepen en ondervakgroe pen kunnen tot vakorganisaties wor den samengevoegd. Behoudens ten aanzien van de zoo juist genoemde vakgroepen en onder- vakgroepen geschiedt de instelling van een organisatie door den secretaris generaal, waarbij tegelijk wordt vast gesteld eën reglement, regelende haar samenstelling, inrichting en bevoegd heid. De taak yan de organisaties is advi- seerend, uitvoerend en besturend. Een organisatie omvat alle deelne- ,mers ongeacht den rechtsvorm, waarin het bedrijf wordt uitgeoefend die werkzaam zijn op het gebied der voedselvoorziening, waarvoor de orga nisatie is ingesteld. Aan de organisaties kan veror- denande bevoegdheid, als be doeld iri artikel 153 der Grondwet, worden verleend. Indien aan een organisatie verorde nende bevoegdheid is verleend, maakt z|j do verordeningen, welke zij voor het belang van het gebied der voedsel voorziening, waarvoor zij is ingesteld, noodig oordeelt. Deze verordeningen kunne* onder meer de volgende onderwerpen be treffen: a. Regeling van do voortbrenging, den invoer, den afzet waaronder mede begrepen do uitvoer- de verdee ling en aanwending waaronder mede begrepen de opslag en de be- en verwerking van producten van de voedselvoorziening. f- b. Regeling van de vestiging, uit breiding, beperking, reorganisatie, tijdelijke of blijvende stillegging, fusie, vervreemding of het verpachten van bedrijven op Ihet gebied der voedsel voorziening, Waarvoor de organisatie is ingesteld. c. Het verleenen van vergoedingen aan hen, die door eenigen maatregel als bedoeld onder b., ernstig economisch nadeel ondervinden, zoomede het op leggen aan hen, die van een zoodani- g^i maatregel economisch voordeel genieten, van de verplichting tot het betalen van een geldsom. d. Vaststelling van prijzen en mar ges zoomede van betalings- en leve ringsvoorwaarden met betrekking tot producten van de voedselvoorziening. e. Vaststelling van voorschriften voor de tot de organisatie behoorende ondernemers betreffende het voeren van hun boekhouding en administratie, zoomede' betreffende het verstrekken van mondelinge en schriftelijke gege vens aan de organisatie. De regelingen als bedoeld onder a kunnen onder meer inhouden: 1. Het opleggen van een verplich ting tot het betalen van een geldsom terzake van het verrichten van een handeling op het gebied van de voed selvoorziening; 2. Het opleggen van een verplichting tot inlevering van eenig product; 3. Het brengen van de aan de uitvoe ring der regeling en het daarop uit te oefenen toezicht verbonden kosten ten laste van alle personen, voor wie de regeling verbindend is. De organisaties kunnen bij dwangbe vel, medebrengende't recht van parate executie, invorderen al hetgeen haar terzake van een krachtens bovenge noemde bepalingen opgelegde verplich ting verschuldigd is. Indien de organisaties bevoegd zijn tot het uitvaardigen van verordenin gen betreffende de vaststelling van prijzen enz., vindt het bepaalde in artikel 3 van het besluit inzake de be noeming van een gemachtigde voor de prijzen overeenkomstige toepassing. Het algemeen toezicht op de organi saties, voor zoover betreft haar werk zaamheden, geregeld in dit besluit, be rust bij den secretaris-generaal of een of meer door hem daartoe gemachtig den. Vijf raden Voor de coördinatie van de werk zaamheden der organisatie» worden vijf raden ingesteld, elk bestaande uit twee of meer leden en wel: a. Een raad voor de organisaties, in gesteld voor het gebied van de pro ducten van den akkerbouw en daar mede gelijk te stellen producten; b. Een raad voor de organisaties, in gesteld voor het gebied van de produc ten van de veehouderij, zoomede van margarine .vetten en oliën; c. Een raad voor de organisaties, in gesteld voor het gebied van de pro ducten van en tuinbouw; d. Een raad voor de organisaties, in gesteld voor het gebied van de vis scherij v. e. Een raad voor de organisaties, in gesteld voor het gebied van de grond stoffen en hulpmiddelen. De besluiten en verordeningen van de organisaties kunnen door den secre taris-generaal of door een door hem aan te wijzen instantie worden ge schorst of vernietigd, waarbij tevens de gevolgen worden gerégeld. Verordeningen in zake prijzen, mar ges, betalings- en leveringsvoorwaar den zijn steeds aan de goedkeuring van den secretaris-generaal onderwor pen. In de bevoegdheden van den ge machtigde voor dë prijzen wordt'geen wijziging gebracht. Geschillen tusschen een organisatie en een of meer ondernemers worden bij uitsluiting in eeTste instantie be slist door een scheidsgerecht, ingesteld bij den raad, waartoe de betrokken organisatie en de ondernemers behoo ren; van de uitspraak van een scheids gerecht staat binnen 20 dagpn beroep open bij den secretaris-generaal. Deze beslist niet dan nadat een commissie van advies is gehoord. Het scheidsgerecht beraadslaagt beslist met drie leden, waaronder een rechtsgeleerd lid moet zijn. Geschillen tusschen organisaties onderling worden bij uitsluiting be slist door den sêcr ■taris-generaal, ge hoord den betrokken raad of de bi trokken raden. Aan bedrijfsorganisaties of ooderbe- drijfsorganisatles kunnen aparte licha men worden verbonden, wélke bevoegd zijr. tot het san- en verkoopen en op slaan van producten van de voedsel voorziening, zoomede tot het doen van andere daarmede verband houdende handelingen. Deze lichamen zijn reohtz- De secretaris-genëraal van het de partement van Landbouw en Vis scherij deelt mede dat zeer binnen kort zal worden overgegaan tot de uit reiking van melkkaarten en cacao- kaarten. Op nader door de plaatselijke dis tributiediensten aan te geven tijd stippen zullen op vertoon van de distributiestamkaarten genoemde kaar ten worden uitgereikt en wel: a. aan een kind, dat na 1 April 1937 geboren is: vier melkkaarten en één cacaokaart. -b. aan een kind, dat na 1 April 1927 maar vóór 2 April 1937 geboren is: twee melkkaarten en één cacao kaart. c. Aan personen, die vóór 2 April 1927 geboren zijn: één melkkaart. De onder c genoemde groep van houders van distributiestamkaarten komt dus niet ln aanmerking voor cacaokaarten. Met nadruk wordt dé aandacht van melkveehouders op het vol gende gevestigd: Aangezien het waarschijnlijk is, dat de aan melkveehouders en hun gezin nen, alsmede de aan' het bij hen in wonend personeel uitgereikte melk kaarten te zijner tijd wederom zullen moeten worden ingeleverd, zullen de aan deze groep van personen uitge reikte kaarten in ongeschonden toestand zorgvuldig bewaard dienen te worden. De nadere regeling zal zoo spoedig mogelijk worden bekend ge maakt. Over de eventueele distributie van melk en cacao zullen tz.ti, nadere mededeelingen volgen. personen, i on instelling geschiedt door den secretaris-generaal. Zij worden in en buiten rechte door een of meer directeuren vertegenwoordigd. Raad voor de voedselvoorziening De secretaris-generaal stelt voorts een Raad voor de Voedselvoorziening in, welke hem van advies dient en welke in de plaats treedt van het col lege voor de voedselvoorziening. De directeur-generaal van de voedsel voorziening is voorzitter van den raad. Hij, die in strijd handelt met een bij of krachtens dit besluit of in een op grond van dit besluit uitgevaardigde verordening gesteld verbod of vastge steld voorschrift, of aan een opgelegde verplichting niet of niet behoorlijk vol doet, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste 25.000 gulden. Hij die opzettelijk handelt in" strijd met zoodanig verbod of voorschrift 'of opzettelijk niet of niet behoorlijk vol doet aan een opgelegde verplichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht Jaren of geldboete van ten hoogste 50.000 gulden. Ter zaken vaa^^riet-nakoming van door de organische' uitgevaar digde regelen kan door 'wLonmcns de organisatie tuchtrecht worden uitge oefend, waarvan de regeling door de organisatie de goédkeuring van den secretaris-generaal behoeft. Dit besluit treedt heden fa werking.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 1