H DIER VERMIST OF GEVONDEN? SCHEIDEND WIJKOPZICHTER WIM VAN DASSELAAR: "VOORRECHT OM IN ZEVENHUIZEN-MOER TE WONEN" HYPOCHONDRIE ^ÊvËTThÜTzEN - MOERKAPELLE Hart van Holland 16 november 2005 pagina 11 www.amivedi.nl r Hele pakket Omschakeling Contactpersoon Dorpsgemeenschap Aangesproken 'lill VI JlHttl li Dorpsstraat, Ons Dorp Stichting AMIVEDI, Kosteloze re gistratie vermiste en gevonden huisdieren. Hulppost 3B-Hoek- Zeven huizen/Moer ka peil e-Pij- nacker/Nootdorp. VERMIST: Kater, zwart/witte bef, buik en voetjes, blind aan een oog, Noordelijke Dwarsweg, Zevenhuizen; Kater, ongecastr.rood/witte bef, borst, 1 1/2 jr. Leliestraat, Zevenhuizen; Poes, wit/cypers op rug, bij ogen, hele staart, Bredeweg, Zevenhuizen; Geel-groene grasparkiet, Nieuwstraat, Boskoop. GEVONDEN: Zwarte herderachtige hond, reu, band bruin met penning, Wollefoppenweg, Oud Verlaat; Kat, beige/bruin, lijkt oosters type, blauwe ogen. De Patrijs, Zevenhuizen; Grasparkiet, man, groen/geel, Weth. Kreftlaan, Zevenhuizen; Groep parkietachtige vogels, groen met oranje/rode snavels, omg. Knibbelweg Zevenhuizen. Kat, zwart/witte poten, nek, vlekjes op rug, band rond staart, een schouder wit, Puttenlaan, Boskoop; Kater, wit/donkergrijze vlekken, wit/grijze kop, grijs dek en staart. Halve Raak, Boskoop. GOED TEHUIS GEZOCHT VOOR: Cypers met wit gesteriliseerd poes, 1,5 jr; Cypers-muisgrijze gecastreerde kater, 2jr; Rood-witte gecastreerde kater, 2jr; Jonge katjes van 4-5 mnd. ledereen die vragen heeft of informatie kan geven kan bellen naar: Stichting Amivedi Hulppost: 3B-Hoek - Pijnacker/Nootdorp - Zevenhuizen-Moerkapelle, telefoon 010-5121937 of kijk op Bart Bakker weet al jaren via zijn pen door te dringen tot iemand zijn leef- en gevoelswereld. In de wekelijkse rubriek 'Het Voetstuk' zet hij mensen uit de lokale samenleving in de schijnwerpers. o e w e I hij for meel op 1 december met vroegpensioen gaat, zit de 61- jarige Wim van Dasselaar, wij- kopzichter in Zeven huizen-Moerkapelle, vanaf 1 augustus thuis. "Ach, ik had nog zoveel verlofdagen. Plotseling was het dus zover", zegt hij. "Het werkloze leven bevalt me prima. Ik ben geen type om achter de geraniums te gaan zitten. Ondanks dat ik me de afgelopen maanden voornamelijk bezighield om mijn werkzaamheden rustig af te bouwen, veel op te ruimen en mijn (ex)collega's van advies te dienen, ga ik me de komende tijd concentreren op mijn hobby's als tourfietsen, klussen, puzzelen en het volgen van diverse sportwed strijden. Waarom ik gebruikmaak te van de vroegpensioenregeling? Er zijn tegenwoordig op dit gebied zoveel veranderingen gaande, datje maar moet afwach ten of je op je 65e nog wel met pensioen kan gaan en niet nood gedwongen langer moet door werken. Ik wilde iedere onzeker heid uitsluiten en besloot daarom te stoppen." Wim van Dasselaar groeide in de loop der jaren uit tot een 'local hero' bij de huurders van huizen van de plaatselijke woningbouw vereniging. Zo'n zestien jaar gele den begon hij bij het toenmalige 'Beter Wonen' in Zevenhuizen, dat 550 woningen in haar beheer had. Toen in 1993 de fusie met Moerka- pelle plaatsvond, groeide het woningenbestand uit tot 850. Wim van Dasselaar was in die tijd - begin jaren negentig- een ware duizendpoot op zijn vakgebied. De Moerkapellenaar hield zich bezig met zaken als planning van de nieuwbouw en grote onder- houdsprojecten. Tevens was hij belast met het planmatige,-muta- tie,-en dagelijks onderhoud. "Kortom, ik was verantwoordelijk voor het hele pakket als het ging om de planning en het onder houd", zegt Wim. "Ik was trou wens ook nog belast met de sto ringsdiensten. Dit betekende dat ik ook nogal eens 's avonds op pad ging. Het was een mooie tijd. Mensen belden gewoon bij me aan als er iets aan de hand was. Toen kon dat nog allemaal. Ik had in die tijd dan ook enkel te maken met een dagelijks bestuur. Kortere lijnen waren nauwelijks denk baar." De fusie met een aantal andere woningbouwverenigingen, waar uit Woonpartners Midden Holland ontstond, betekende voor Wim van Dasselaar een grote omscha keling. "Met de fusie in 1996 met Woonpartners had ik alleen in Zevenhuizen-Moerkapelle 1100 woningen", vertelt Wim. "Ineens was het over met de korte lijnen en het nemen van snelle beslissin gen. Ik maakte ineens deel uit van een grote organisatie. Achteraf beschouwd had ik hier best moei te mee. Maar ach, gelukkig kon ik me in de loop der tijd goed aan passen, waardoor ik met het nodi ge plezier mijn vak bleef uitoefe nen." Namens Woonpartners was Wim van Dasselaar, die overigens werd geëerd met een Gouden Speld, de afgelopen negen jaar de contact persoon tussen bewoners van Zevenhuizen-Moerkapelle en de woningbouworganisatie. Tevens bekleedde hij de functie van wij- kopzichter voor de Vereniging van Eigenaren en de flat aan de Bus ken Huetlaan in Waddinxveen. "Een veelzijdige baan", blikt Wim nog eens terug. "Je ontmoette allerlei verschillende mensen. Vroeger was men direct blij als een woning werd toegewezen. Tegenwoordig komt de nieuwe huurder zelf met een lijstje van eisen wat er allemaal moet gebeu ren. En dan te bedenken dat men de keuze heeft uit soms drie, vier verschillende kleuren bij de keu kenbladen, tegelwerk of de kleur van de woning zelf." "De mensen moeten overigens niet vergeten dat het een voor recht is om in een dorpsgemeen schap als Zevenhuizen-Moerkapel le te wonen", vervolgt Wim. "In de grote steden is bijvoorbeeld het onderhoud van de woningen, die behoren bij een woningbouw vereniging, minder goed verzorgd dan in een dorp. Dit geldt ook voor het woongenot. Het gaat er in Zevenhuizen-Moerkapelle alle maal veel gemoedelijker aan toe dan in een grote stad als bijvoor beeld Den Haag en Rotterdam." Ondanks dat Woonpartners in haar eigen magazine melding maakte van het vertrek van Wim van Dasselaar, wordt hij nog regel matig door bewoners aangespro ken. "Vooropgesteld, het artikel heeft wel geholpen", lacht Wim. "Maar veel bewoners kennen mij nog steeds. Ik vind dat geen pro bleem en maak daarom regelma tig een praatje met hen. Sterker nog, soms bellen de collega's nog wel eens op als ze specifieke din gen over een bepaalde woning willen weten. Maar ik verwacht dat dit in de loop der tijd wel min der gaat worden. Niemand is ten slotte onmisbaar toch? Ik maak nog graag van de gele genheid gebruik om bedrijven en bewoners te bedanken voor de zeer prettige en gezellige samen werking." li- Er was eens een huisarts in een middelgroot dorpje op het Franse platteland. Hij was er de enige dokter, maar had buitengewoon weinig te doen. Buiten wat onge valletjes en bevallingen was er ver der niemand echt ziek in het dorp. Zijn spreekuren werden bijna niet bezocht en hij leidde een pover bestaan. Hij moest zelfs bij de loka le boeren soms wat meehelpen om ln zijn onderhoud te kunnen voor zien. Terwijl het beroep van huis arts in heel Frankrijk aanzien had en ook een goed inkomen garan deerde. Toch was de arts niet som ber; hij woonde in een gezellig en rustig dorp waar iedereen geluk kig was. Het geluk van de anderen deed hem goed en hij zou het niet anders willen. 0p een dag kreeg hij bezoek van een inspecteur van het Ministerie van Volksgezondheid, die steek proefsgewijs huisartsen bezocht en hun praktijk doorlichtte. Hij keek naar de hygiëne, naar de administratie en naar de kwaliteit van de medische zorg. Om dit laat ste te kunnen inschatten was het noodzakelijk dat hij de medische dossiers doornam en de behandel wijze en -duur beoordeelde. De arts gaf hem zijn bestand en wen ste hem succes. Al na tien minuten meldde de inspecteur zich weer en vroeg naar het echte bestand. Toen de arts aangaf dat dit zijn hele praktijk betrof, fronste de inspecteur ongelovig zijn voor hoofd en zonk weg in een diep gepeins. De inspecteur hervond zich en nam zich voor een indrin gend gesprek met de huisarts te hebben. De arts was zich van geen onvolkomenheid bewust en hoor de de inspecteur ontspannen aan. Deze verklaarde dat de praktijk een ruime onvoldoende scoorde en dat er geen goede diagnoses werden gesteld. Hier was volgens de gegevens niemand ziek, terwijl de landelijke cijfers aantonen dat er in een praktijk altijd 7% van de patiënten een vorm van kanker hebben, dat er altijd 16% van de mensen aan een vorm van hart klachten lijdt, dat 12% van de vrouwen klachten hebben en dat 5% van de kinderen groeistoornis sen hebben. Volgens de inspecteur was het onmogelijk dat er in dit dorp niet dezelfde cijfers zouden zijn. Uit ervaring kon hij zelfs mel den dat in een dorp als dit de aan tallen vaak hoger lagen. De huis arts schetste de sfeer in het dorp en gaf aan dat iedereen heel gelukkig is. Hij stelde zelfs voor zichtig dat er misschien een relatie lag tussen de mate van gelukkig zijn en het niet hebben van kwa len. De inspecteur was verbaasd en herhaalde nogmaals zijn getallen. Hij stelde dat de dokter niet goed omging met de uitvoering van zijn beroep en dat hij op deze wijze uit zijn ambt zou worden gezet. Hij kreeg een proeftijd van drie maan den om zijn kwaliteit te tonen. Alle argumenten van de arts wer den van tafel geveegd en deze koos ervoor te zwijgen en het te proberen. In de weken daarna ging hij op huisbezoek en onder zocht de mensen. Uitgaande van de cijfers koos hij bij twijfel voor een diagnose in lijn met de lande lijke kwalen. Een langdurige ver koudheid werd zo een zware ziek te en een val van een kind werd gewijd aan een groeistoornis. Binnen een maand waren vele mensen in het dorp ziek en werkte de dokter dag en nacht. Zijn finan ciën gingen met stappen vooruit, maar de bevolking werd met de dag ongelukkiger, ledereen had wel de zorg voor een familielid of buur die ernstig ziek was. Bij zijn bezoek een paar maanden later was de inspecteur enthousi ast, hij complimenteerde de huis arts en wees op het feit dat het dorp inderdaad boven gemiddeld scoorde. De registratie tot huisarts werd verlengd en zijn inkomen was inmiddels ruim voldoende. Een ding zat hem wel dwars, ver der was niemand meer echt geluk kig. Aan dit verhaal verteld door mijn huisarts, vrij vertaald naar Molière en met cijfers die ik slechts verzin, moet ik de laatste tijd vaak den ken. Molière schreef het rond 1660, maar voor mijn gevoel is het nog steeds van toepassing. Een gemeenschap die volgens de cij fers van buitenaf niet voldoende kan functioneren. Tegenwoordig kennen wij een bestuurskrachtme ting, een DPO onderzoek, MER cij fers, een ISP plan, milieucategorie ën, OZB referentiecijfers en ga zo maar door. Al deze zaken zijn weer aanleiding voor verder onderzoek, want een ding is zeker, het kan niet goed gaan. Het is zeker dat wij niet kunnen blij ven voldoen aan de regels en voorwaarden die worden opge legd. Ondernemend handelen vanuit gevoel en gezond boeren verstand is er niet meer bij. Er zit ten ergens in ivoren torens beleid smakers die anders bepalen. Wan neer je nuchter alle ontwikkelin gen tussen nu en vijf jaar op een rijtje zet dan is de ontwikkeling van de Dorpsstraat keihard nood zakelijk. Wanneer je nuchter naar het functioneren van een gemeenschap kijkt dan is een gezond bedrijfsleven hoogst noodzakelijk. Maar zo werkt het niet, het gigantische overheidsap paraat houdt zich in stand door zaken over anderen heen te stor ten. Die zich hierdoor moeten bezighouden met juist die dingen waar zij niet goed in zijn. Het is de wereld op zijn kop. In het toneelstuk uit 1673 genaamd 'De ingebeelde ziekte' van dezelfde Molière, is Argan geobsedeerd door ziekte en dood. Hij wenst dat zijn dochter trouwt met een dokter zodat hij 24 uur per dag naar het spreekuur kan en over alle mogelijke geneesmidde len kan beschikken. Dit inbeelden van ziekten en dergelijke heet met een duur woord 'Hypochon drie'. Deze obsessie kan van binnenuit komen, maar kan je ook door de buitenwereld worden aangepraat. Voor mijn gevoel worden wij als gemeenschap momenteel op ons nek gezeten door hypochonders. Wij waren toch altijd redelijk gelukkig? Een gemoedstoestand die wij ande ren, binnen veranderingen en ver nieuwingen, graag zouden aan reiken. De landelijke cijfers geven echter aan dat wij ongelukkig zijn en dat het NIET goed met ons gaat. Arno Lamot (arno@lamot.nl)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Hart van Holland | 2005 | | pagina 11