Ouóe tijden fterïetten
"SCHAATSEN WAS MIJN LUST EN MIJN LEVEN"
■Zly^HUIZÉN-MQËRKAPEÏ I P J
Treintje
Piet van Oosten met nummer 184.
pagina 22
Hart van Holland: dé krant voor de Zuidpias 18 februari 2009
Door Elly van Gelderen
De Moordrechtse Elly van Gelderen gaat voor Hart van Holland op pad
om oude tijden te doen herleven. Elly is als vrijwilliger en interviewer
actief bij de Moordrechtse Historische Vereniging. Zij is auteur van de
boeken "Herinneringen rondom de Hollandse IJssel"en "Leven en wer
ken rond IJssel en Lek waarin zij onder andere verhaalt over de slechte
arbeidsomstandigheden van de steenplaatsen en touwbanen langs de
IJssel, over verdwenen beroepen (rietsnijders en zalmvissers), verdwenen
scheepswerven en andere bedrijven, oorlog, watersnood enzovoort.
Elfsteden monument van tegeltjes van geportretteerde deelnemers
ik al op het ijs met schaatsen aan
achter een stoel gezet. Met zes
jaar schaatste ik op mooie ouder
wetse krulschaatsen, maar ik werd
omver gereden zodat ik een her
senschudding opliep, ook dat zijn
de risico's.
Mijn opa van Oosten en vader
hadden een tuinderij tegenover
de zogenoemde komkommerkerk
langs het Kanaal waar veel tuin
ders kerkten, zelf waren wij ka
tholiek. We werden onteigend, op
deze plaats is nu de Reigerhof en
bejaardenhuis Dianthus.
Er stonden drie huizen, van opa,
vader en mij. We begonnen daar
na aan de Eerste Tochtweg een
plantenkwekerij 'Morgenzon' die
er nog is.
In de winter stookten veel tuin
ders nog niet in die tijd, dus was
er niet veel werk, ook niet bij de
boeren, als er dan ijs lag werd er
veel geschaatst.
Vroeger waren de ijsbanen net
balzalen met leuke muziek, je
zwierde op je 'zwierbollen' met
meisjes waar je lol mee maakte en
afspraakjes. Mijn latere vrouw Lien
Mourits, een Reeuwijkse, hield ge
lukkig ook van schaatsen. Noren
zag je nog niet, alleen Friese door
lopers die je met riemen om hoge
schoenen bond en je had de rond-
van een pond en de tweede prijs
een kilo bruine bonen en de derde
prijs een pond erwten.
In de hongerwinter kon je dat
goed gebruiken.
Elfsteden
In 1909 werd de schaatsdub De
Friese Elfsteden opgericht en werd
de eerste Elfstedentocht gereden;
eerder werd hij al ongeorgani
seerd gereden. Zelf reed ik hem
in 1956 voor het eerst als toer
rijder samen met Henk van Vliet,
een boer van de 's-Gravenweg. De
winnaar werd toen J.Nauta en in
1954 was dat Jeen van den Berg.
Voordat we vertrokken deden we
op de borst en rug pakpapier en
een zeemleren lap in je broek om
je waterleiding tegen vorst te be
schermen. Van oude stoelkussens
knipte ik knie en heupstukken te
gen bescherming voor het vallen.
In 1963 was ik weer van de partij,
samen met Gerrit van Vliet, Toon
Koolhaas en Cees Hage (broer van
dokter Hage).
Het was een barre tocht waarin
Reinier Paping won met een be
vroren baard en gezicht. Het
sneeuwde zo hard dat je de baan
niet meer kon zien zodat er veel af
haakten. Voorbij Franeker hoorde
ik dat er nog maar 170 voorbij die
dat de tocht werd afgelast, zo
doende kon ik mijn kruisje niet
ophalen.
Pas in 1985 kon de tocht weer
worden gereden, toen konden
mijn vier zonen en ik eerder star
ten want ik was lid geworden; we
haalden na afloop onze Elfsteden-
kruisjes op. De schaatsleden waren
voor het merendeel ouwe knarren
omdat het 22 jaar geleden was en
bijna geen nieuwe leden waren
ingeschreven. Het jaar daarna heb
ik de tocht weer gereden en toen
waren er ineens veel nieuwe jon
geren leden; de tochten in 85 en
86 werden gewonnen door boer
Evert van Benthem.
Mijn zoon die goed Engels sprak
werd tijdens de tocht geïnterviewd
voor een Amerikaanse krant, een
journalist die was gestuurd door
het ministerie van land en tuin
bouw in Amerika die veel interesse
hadden in die schaatsende boeren
en tuinders in Holland.
We hebben twee dochters, en de
vijf zonen zijn ook schaatsliefheb
bers en waren als kind al lid van
Schaatsclub Gouda, daar heb ik
18 jaar schaatsles gegeven. Vele
schaatstochten hebben we daar
georganiseerd. Het kernploeglid
Paulien Deutekom werd verleden
genent, werd winnaar.
Alternatieve Elfstedentocht
Deze tocht wordt gereden op de
Weissensee in Oostenrijk; daar
hebben we altijd veel lol gehad,
er waren veel Hollanders en je zag
vele bekenden, ook de 'mutsen
club' uit Zevenhuizen.
Vooral 's avonds na het schaatsen
bij het bier gingen er velen uit
hun dak. Ik weet nog dat tijdens
het blarenbal tuinder Louw van
der Lans uit Waddinxveen van
gekheid op de tafel de blarendans
ging dansen. De laatste keer wilde
ik niet meer mee omdat ik me te
oud voelde.
Mijn schaatsvrienden kwamen mij
gewoon halen, en zeiden: zonder
oom Piet gaan we niet!
Opa ging met textiel langs de deur.
jaar wereldkampioen dames in
Heerenveen. Ook Ingrid Paul uit
Zevenhuizen was daar trainer en is
nu een bekende trainer in Calgary,
Canada.
In 1987 vroor het niet hard genoeg
voor een Elfstedentocht maar wel
deed ik mee aan de Elfmeren-
schaatstocht van 120 km. vanuit
Sneek.
In 1997 was de laatste Elfsteden
tocht die gereden is, ik was toen
69 jaar en reed hem samen met
Gerrit van Vliet.
Als het hard waaide maakte je
een 'treintje', je reed dan dicht
achter elkaar, dat varieerde van
zes tot 24 man, om beurten reed
je vooraan om de wind op te van
gen. Dit was allemaal te zien in
de laatste televisieuitzending in
1997 van de De tocht der toch
ten waar half Nederland de hele
dag aan de buis gekluisterd zat.
Het was een geweldig sfeertje, je
werd door duizenden met span
doeken en vlaggen zwaaiende en
toeterende toeschouwers aange
moedigd, dweilorkesten speelden
vrolijke liedjes. Ik deed 13 uur over
de tocht; spruitenteler Henk An-
Elfsteden per auto
Op mijn 70e verjaardag kreeg ik
van de kinderen een rondreis per
auto aangeboden langs de elf
steden in Friesland waar de tocht
wordt gereden als er sterk ijs is,
tegenwoordig zijn er veel varian
ten inde 11 steden van fietsers tot
zeilers toe.
We bezochten de restaurantjes
waar ik gegeten had tijdens het
schaatsen en de mensen die mij
toen gratis onderdak en maal
tijden aangeboden hadden. We
bezochten ook het Elfstedenmo-
nument, dit is een brug tussen
Bartlehiem en De Bonkervaart,
een stil onbewoond gebied tus
sen de weilanden. Deze brug over
de Murk is aan de zij- en onder
kant ingemetseld met honderden
blauw-witte tegeltjes waarop ge
zichten zijn gefotografeerd van
velen Elfstedenrijders, waar ik zelf
ook tussen zit.
Inmiddels ben ik 81 jaar en ik heb
een punt achter het schaatsen ge
zet, overal komt een einde aan,
je wordt onzekerder en bang om
te vallen. In mijn tuinderij aan de
1e Tochtweg doe ik het ook rustig
aan en verkoop nog potplantjes
aan volkstuinders. De vele mooie
herinneringen koester ik en met
plezier kijk ik regenmatig in de
vele fotoboeken uit mijn schaats-
periode. Prachtige tijden waren
het; ik hoop het toch nog te bele
ven dat ik op de televisie een Elf
stedentocht mag zien."
Piet van Oosten (81) - schaatser
en tuinder van De Morgenzon in
Nieuwerkerk aan de IJssel vertelt:
rijders die we 'bootjes' noemden.
In de oorlog tijdens de inundatie
stond in Nieuwerkerk vanaf de IJs
sel tot de tochtwegen alles onder
water. Het waren prachtige ijsba
nen geworden waar veel gebruik
van werd gemaakt. Er werden
toen wedstrijden voor 'spek en
bonen' gereden.
De eerste prijs was een stuk spek
stempelpost waren geweest dus
dacht ik: ik wil bij die 200 horen,
het was half zeven en ik mocht
nog vijf uur schaatsen en had nog
maar 38 km.te gaan.
Het werd steeds slechter, en het
was al donker. Mensen moesten
opgeven vanwege bevroren ogen
en andere ledematen.
Het was een grote teleurstelling
"Vijf keer heb ik de Elfstedentocht
gereden in Friesland en elf keer de
alternatieve Elfstedentocht op de
Weissensee in Oostenrijk.
Meestal deed ik dit met de echt
paren Seegers en Tober uit Moor
drecht.
Ook reed ik schaatstochten met
Nel en Mieke Jansen die soms om
acht uur voor de deur stonden en
vroegen of ik mee ging. Dan liet
ik al mijn werk staan en ging! Ge
dreven door een gevoel wat vele
schaatsende Hollanders kennen
en niet is uit te leggen. Ik bezit
trommels met medailles van toer
tochten.
Misschien zit de liefde voor het
schaatsen in de genen, want opa
van moeders kant, Piet Steenber
gen, was een van de eerste voor
zitters (1900-1925) van IJsclub
Moordrecht dat vorig jaar het 125
jarig bestaan vierde. Opa ging
met een koffer textiel langs de
deur, hij had in de Moordrechtse
Dorpstraat een manufacturen-
winkeltje. Op de ijsbaan was hij te
vinden op zijn schaatsen met een
rokend pijpje en een lei aan een
touwtje op zijn borst waar hij met
een krijtje de deelnemende hard
rijders op schreef.
Komkommerkerk
Toen ik net van onder en boven
uit mijn broek was gegroeid werd