W's/ H?rt TCe
de C-roof/7?
Holland AU+ 1/0/1
16
HART VAN HOLLAND NIEUWERKERKAAN DEN IJSSEL 27 DECEMBER 2012
°fs column is hén jV *Terkf
studenten eMe/é
^hde, hij apilT Sfiek
r)a\ IsraëleTdTp,20^ i
fen l stijnse
Slechts vijf dagen was ik van huis om Israël en de
Palestijnse gebieden met eigen ogen te zien. Toen ik
op kamers woonde was ik ook vijf dagen van huis.
Als ik in het weekend thuiskwam, vroegen mijn ou
ders hoe mijn week was geweest en wat ik zoal had
gedaan. Meer dan twee zinnen heb ik er nooit voor
nodig gehad. Dat is anders nu ik weer thuis ben na
mijn eerste reis naar het Midden-Oosten.
Met een Palestijnse soldaat voor het graf van Yasser Arafat in Ramallah.
Voor mij was dit de eerste reis
buiten Europa. De reis werd geor
ganiseerd door Palestine Link, een
organisatie die het bewustzijn over
de Palestijnse zaak wil vergroten.
Voor journalisten - ik reisde met
medestudenten van de School voor
Journalistiek - is dit conflict een
onuitputtelijke bron voor verhalen.
Hoewel het conflict simpel is - er
bestaat onenigheid over een stuk
land, eufemistisch gezegd - is het
verhaal ingewikkeld.
Dan doel ik op internationaal recht,
talloze verdragen en akkoorden,
wereldgeschiedenis, religieuze ge
schriften, et cetera.
Olietankers vol drukinkt zijn ge
bruikt om dit conflict te beschrij
ven. Ook mensen die er niks over
schrijven hebben er doorgaans een
uitgesproken mening over. Op een
mening kan je vooral op internet
hard worden afgerekend. Vind je
het optrekken van een muur ter be
scherming van Israël verdedigbaar,
dan krijg je al snel te horen dat je
een zionist bent. Enige sympathie
voor Arafat? Antisemiet!
Het gaat dan om ongenuanceer
de reacties, maar het schetst een
beeld van hoe gevoelig
deze kwestie ligt. Nergens ter we
reld liggen twee tegensprekelijke
waarheden zo dicht naast elkaar. In
dit conflict is elk woord beladen en
schrijven is bij mij zelden zo voor
zichtig gegaan.
Maar goed, de reis. Die beloofde
heftig te worden. Doemscenario s
waren ons geschetst van Israëlische
douanecontroles. Met een beetje
pech zit je uren in een verhoorka
mer. Vooral mensen met Arabische
namen drie in mijn groep kun
nen hun borst natmaken. De Groot
mocht doorlopen, El Ayadi werd
vastgehouden. Eenmaal voorbij de
grenscontrole ging het bij mij fout:
door een verkeerde hamburger op
Schiphol hing ik boven de pot op
Ben Gurion Airport in Tel Aviv. Met
het zuur in de mond en knallende
koppijn stapte ik het hotel op de
Westelijke Jordaanoever binnen. De
belofte van de heftige reis is al inge
lost en het is pas zondag
Maandag 16 juli:
de muur als museum
Niet geheel in goeden doen stap ik
het hotel uit. Probeer u een hitte-
golf in het Midden-Oosten voor te
stellen als u wil weten hoe heet het
is; bloedverziekend heet.
We verblijven in Bethlehem, aan de
Palestijnse kant van de stad. Hoe ik
dat weet? Door de acht meter hoge
muur die de volkeren in dit land
scheidt. Die muur, in diplomatieke
termen ook Westoeverbarrière ge
naamd, zorgt voor schaduw maar
nog meer voor verbijstering. Er over
heen klimmen kan niet. Hoewel, het
kan wel maar je word vanuit wacht
torens bekeken door Israëlische
soldaten. Die lopen met wapens
waarvan je hoopt dat ze niet tegen
je gebruikt worden. De muur heeft
doorgangen die voor een Palestijn
niet makkelijk te passeren zijn; ze
moeten er een vergunning voor heb
ben en die zijn niet simpel te verkrij
gen. Vaak wordt er alleen voor werk
een uitzondering gemaakt, maar die
vergunning is nooit langer dan een
dag geldig.
Dit deel van de Westoeverbarrière
(elders is Israëlisch grondgebied van
Palestijns grondgebied gescheiden
door middel van hekwerk) loopt niet
recht als de muren van onze huizen.
Soms loopt de muur van betonnen
platen in een lus, met voor de Pa
lestijn als gevolg dat zijn voorma
lige buurman bezoeken een kwestie
is van tientallen kilometers reizen.
Alsof je van Moerkapelle naar Ze
venhuizen moet reizen via Gouda en
Rotterdam. Volgens de Palestijnse
lezing is dat de bedoeling van Israël:
gemeenschappen uit elkaar drijven.
De Israëli s zeggen dat de muur is
bedoeld om het land en haar inwo
ners te beschermen tegen Palestijn
se terroristen. Zoals gezegd: twee
tegensprekelijke waarheden liggen
hier pal naast elkaar.
Asgrijs beton is geen prettig uitzicht.
De muur functioneert dan ook als
galerie. Straatkunstenaars verzetten
zich op deze manier tegen de muur.
"Op een vreedzame manier", aldus
Toine van Teeffelen, de Nederlan
der die ons rondleidt langs de muur.
Toine woont in de Palestijnse ge
bieden en hij doet aan 'geweldloos
verzet tegen de bezetting van de
Palestijnse gebieden'. Met muziek,
maar ook met het aankleden van de
muur. Overal hangen posters met er
varingen van Bethleheminwoners en
-bezoekers. Indrukwekkend, maar
vooral verwarrend dat volkeren op
zo'n bizarre manier van elkaar wor
den gescheiden - in hetzelfde land.
Dinsdag 17 juli: Hebron
Toch verbaast het zien van de
muur me niet. Ik heb erover gele
zen, ik maakte er een voorstelling
van en daar verschilt de werkelijk
heid weinig van. Vermoedelijk kom
ik vandaag wel voor verrassing en
verbazing te staan. We gaan naar
Hebron, een stad met bovenal Pa
lestijnse inwoners waar een groep
(orthodoxe) Joodse kolonisten zich
heeft gevestigd. "Het conflict in het
klein", volgens Ghada, de Palestijnse
die Palestine Link oprichtte. In He-
bron bevindt zich de Grot van de Pa
triarchen. Op deze heilige plek lig
gen de aartsvaders Abraham, Izaak
en Jakob volgens de overlevering
begraven. Het idee bestaat dat het
conflict tussen Israël en de Palestij-
nen puur religieus is; moslims versus
joden. Ik ben geneigd te zeggen dat
dat vooral komt door de aanslagen,
die vaak door extremisten van beide
religies worden gepleegd. Het con
flict is in mijn ogen meer een strijd
tussen volkeren. Dat religie daarin
echter een rol speelt, staat buiten
kijf. Vandaar ook het belang van de
stad Hebron, een religieuze broed-
plek voor conflict.
Per taxi rijden we het Arabische
deel van Hebron - in het Arabisch
Al Khalil genaamd - binnen en op
een drukke plek stappen we uit. Het
centrum van een Arabische stad
verschilt weinig van mijn voor
stelling. Veel toeterende auto's en
marktkooplui. Kortom, een drukke
bedoening. Niet ver bij ons vandaan
lijkt de straat dood te lopen: de weg
houdt op bij een bouwkeet. Daar
achter ligt echter het Hebron dat wij
gaan bezoeken. De bouwkeet blijkt
een checkpoint. Het wordt bemand
door twee twintigers. Puberjongens.
Dolletjes maken is er niet bij; de
jonge,,., kijken nors en dragen een
mitrailleur. Ze zijn in dienst van het
Israëlische leger en ze staan hier om
de Joodse kolonisten in de stad te
beschermen.
Aan de andere kant van het check
point galmt nog de Arabische stad.
Maar hier staan we op Shehuda
Street, vroeger een winkelstraat
van het bruisende centrum van de
Arabische stad. Van bruisen is geen
sprake meer. Deze uitgestorven om
geving lijkt een wild west tafereel:
laat een strobaal meevoeren op de
wind en je hebt het decor van een
Lucky Lukestrip. Op de aquamarijn-
blauwe deuren en luifels van de
verlaten winkels is graffiti gespoten.
Veel davidsterren, volgens de gids
een teken om jewish property mee
aan te duiden. Vreemd dat men in
Nederland davidsterren als kwetsend
ziet neem de graffiti-ophef in Nieu-
werkerk van anderhalfjaar geleden
terwijl degenen die erdoor gekwetst
zouden moeten worden het teken in
Israël gebruiken om hun gebied af te
bakenen. Arabische winkeliers zijn
hier niet meer. Verjaagd door Israël,
zeggen de Arabieren. Vrijwillig ver
trokken, zeggen de Israëli s.
Hebron is grimmig. Alle ramen van
huizen zijn voorzien van tralies om
stenengooiers geen kans te bieden.
Vlakbij de Grot van de Patriarchen is
de weg opgesplitst: op de rechter
helft mogen de Arabieren niet lopen.
Dat is alleen voor Israëli s. Rechts
zijn de joodse souvenirshops, op de
linkerweghelft belagen Palestijnse
jongetjes je met hun koopwaar. Als
toerist voel ik me ongemakkelijk
in deze surrealistische stad. Loop je
dan met je spiegelreflexcamera en
zonnebrand in je rugtas, terwijl de
spanning tussen de inwoners net zo
op je drukt als de zomerse hitte van
het Midden-Oosten.
Na een blik te hebben geworpen op
de heilige plek lopen we terug rich
ting de bouwkeet annex checkpoint.
Onderweg raakt Ghada aan de praat
met een Palestijnse vrouw. Ghada is
een Nederlandse Palestijn en ze kent
veel mensen hier op de Westelijke
Jordaanoever, waar ze is opgegroeid
en nog regelmatig komt.