SCHOONHOVEN» COURANT. WEEKBLAD N°, 48. 1870. RN, an Chö- aten, o. VOOR DE KRIMPENER-, ALR|ASSER- EN LOPIKERWAARD. ZONDAG 29 MEI NA DE AFSCHAFFING DER DOODSTRAF. (728) UWEN Justus e. k. (723) Tusschen den dag slisaii o Het choouhoveo. OLDAjnJS. eeft de eer chten, dat naires, (en kunnen ge- niJS DUE* NWMNT: Voor Schoonhoven per drie maanden f 0,60. Franco per poet0,75. HUJI BE* ABVERTENTKN; Van 1 tot 5 regel» f 0,50. Iedere regel meer- 0,10. Groote letten naar plaatsruimte. Intending franoo. X .1 an te Benne- t te Ede, d G. Ring- arf W. Mijs- E. A. G. van wie G. Wet- I. J. Noomen iAkum J. F. deichoot, iar Enter H. Ie Meijer te cand. te Bennekom, E. Lasonder C. de Wilde ana t^FsW- J. van Lin- ja c. a. J. J. antya H. van w meer Jweestd. w. z. juist kt rvaJ in te nemen ing bij bleek- hoofdpijn en VI»-. bekend als lel tegen alle shte spijsver- 80, i kilo 8. W. N. van NOOTEN te Schoonhoven, Uitgevers. BPIJN, zon* genblikkelijk Cts. irwijdert den tanden. 1 idt al de dee- mb a 90 Cts. KB, tot be- ht, in groote ts. Origineel roop)uit 70 8en en phos- irof. von Lie- i autoriteiten I zeer aan be- tinkboest en im plaat» van h van 3 Ned. au o n- oker Idenberg. v. Santen Kolff. Houtzager, [Zadelstraat. Stuart. iraijenbrink. u (716) jksaaawijzing. der wormen 6 Cts. ilocome, zui lelijk het uit- m tijd eenen ite flacons a Tusschen de» dag, waarop wij deze regelen schrijven, en dien, waarop wij ons het laatst tot de lezers dezer courant hebben gewendbinnen het tijdsverloop alzoo van weinige dagen, is in onze Tweede Kamer een hoogst belangrijke be slissing gevallen. Met eene aanzienlijke meer derheid heeft dit deel van ons parlement het regeerings-ontwerp tot afschaffing der doodstraf aangenomen. Wij willen op de beslissing der Eerste Kamer niet vouruitloopen, doch kunnen bij de tegenwoordige, samenstelling van dat lichaam gerust verwachte», dat het ontwerp ook daar een goedkeurende stemming te gemoet gaat. Im mers zelfs het Haagsche Dagblad, dat anders na een nederlaag zijner denkbeelden in de Tweede Kamer xoo gaarne wijst op het bolwerk aan de andere zijde van het Binnenhof, waarvoor het reeds in zijn verbeelding de overwinnaars ziet sneuvelen, zelfs het Dagblad vleit zich niet. Vooral na hetgeen met de agrarische wet is voor gevallen, heeft het zijne illusiëu omtrent de Eerste Kamer verloren. Wij hebben ons over de aanneming van het ontwerp verheugd, hoewel wij natuurlijk ons ide aal niet kunnen vinden in de enkele vervanging der doodstraf door levenslange, vijf-en-twintig- en twintigjarige tuchthuisstraf. Het geheele Ne derlandsche strafstelsel eischt dringend herziening. Die ellendige gemeenschappelijke tuchthuizen, waar zooveel kwaad wordt voortgeplant en zoo veel goed onmogelijk gemaakt, kunnen ons niet voldoen. Het geheele gevangeniswezen moet ver anderen en de cel moet daarin een ruimer toe passing vinden, terwijl ook de voordeelen van het lersche stelsel niet mogen worden voorbijge zien Op dit alles komen wij in dit blad wel eens nader terug. Wij hopen dan ook van harte, dat deze her vormingen binnen een niet al te langen tijd zullen worden ter sprake gebracht bij de vaststelling van een geheel nieuw strafwetboek, waarnaar Neder land reeds sinds 1818 te vergeefs uitziet Moge de minister van justitie waarheid hebben gesproken toen hij zeidedat het thans aangenomen ontwerp waarschijnlijk de laatste partieele wijziging der strafwet zoude zijn. Wanneer Wij ons alzoo over de beslissing der1 Tweede Kamer verheugendan doen wij dit niet zoozeer wegens de wijziging, welke het ontwerp, zoodra het wet is geworden, in ons strafstelsel brengen zalals welomdat door die beslissing het groote beginsel is aangenomen, dat in onze tegenwoordige Nederlandsche maatschappij voor de doodstraf geen plaats meer is/'dat de galg voortaau zal worden weggeborgen bij de geesel- roede, het brandijzer, het rad, de pijnbank en zooveel andere antiquiteiten meer, die in den loop der tijden naar de musea van gedenkstukken onzer strafrechtspleging verwezen zijn. Wij hebben ons over die beslissing te i verheugd, omdat zij zuiver is geweest, 2. vrij van den invloed der politiek. Immers, in deze zelfde dagen hebben wij het bericht ge lezen dat de Noordduitsche Rijksdag, die vroeger bij wijze van amendement op het ingediende straf wetboek voor den Noordduitschen Bond de dood straf had afgeschaft, thans op die uitspraak is teruggekomen en voor enkele gevallen die straf weder heeft opgenomen. Doch waardoor kwam de Rijksdag tot dat besluit? Alleen omdat de Bondsraad, de vertegenwoordiging der bouds vorstendie straf volstrekt wilde behouden en an ders de invoering van het geheele wetboek on bepaald wilde uitstellen. Noord-Duitschland nu gevoelt aan zulk een wetboek groote behoefte en alleen om het tot stand komen van dat werk niet te belemmeren, heeft de Rijksdag, altoos maar met een kleine meerderheid, vooreerst toegegeven. Zoo was in Duitschland het vraagstuk onzuiver, bij ons te lande evenwel geheel zuiver gesteld. Het is onze bedoeling niet in dit opstel op dat vraagstuk zelf terug te komen. Jaren lang, bovenal in de laatste dagen is er zooveel over gedacht, geschreven et) gesproken, dat het on derwerp ie üitgeput. Bovendien zouden onze opmerkingen thans mosterd na den maaltijd wezen. Doch een andere hoogst gewichtige vraag, welker beslissing geen wetgever ter wereld ge ven kanligt thans aau de ordewelke moet de houding wezen van het Nederlandsche volk wanneer de wet tot afschaffing der doodstraf in het staatsblad zal staan Aan de invoering der wetten toch heeft het volk slechts middellijk een aandeel door zijn vertegenwoordiging, aau de werking der wetten heeft het zijn aandeel recht streeks, geheel door zich zelf. Vóór de aanneming van het ontwerp heeft het volk zich met het vraagstuk ingelaten door gebruik te maken van zijn recht van petitie. Bij voorkeur deden dat de tegenstanders der afschaffing en het schijnt dat de voorstanders, wier adressen slechts zeer weinige zijn, in hun vertrouwen op de vertegenwoordiging de zaak geheel aan hahr wilden overlaten. Immers men mag uit het groote aantal tegen-adressen niet afleiden, dat de meerderheid der natie het ont werp wilde verworpen zien. Eeu dergelijke re- deneering zou hoogst gevaarlijk en oppervlakkig wezenin de kamerdebatten is zij dan ook door niemand aaugevoerd. Hoe uiterst gering toch is het getal van hen, die petitionueerden, in verhouding tot het getal inwoners van ons land. Wij willen dergelijke petitionnementen bij ge legenheid van aanhangige wetsontwerpen vol strekt niet afkeureu en de vrijheid van dat schoone recht volstrekt niet belemmerd zien, maar wij houden het er toch voor, dat wan neer zij niet bedoelen de vertegenwoordiging te wijzen op bijzondere belangen, die bij eenig wetsontwerp gemoeid zijn, doch slechts alge- meene argumenten aangevèn-dat zij dan tame lijk overbodig zijn en niet veel beteekenen. Zoo denken velen met ons, en van daar dat er zoo weinig adressen zijn ingekomen om het ont werp te steunen. De meeste adressanten waren kerkeraden van christelijk gereformeerde (afgescheiden) -gemeen ten en opperden bezwaren van godsdienstigen aard. De Bijbel, die zoo dikwijls is aange haald om hervormingen tegen te gaan, was ook thans een groot wapen. Wij zullen die bezwaren hier niet nader besprekendoch raden hen, die ze koesteren, ten sterkste aan de rede voering te lezen welke de heer Moens in de Kamer gehouden heeft. Na een onpartijdige lezing van dat belangrijke stuk zal menigeen het ons tqegeven, dat de woorden van den Bijbel niet mogen dienen om er onze staats- en maatschappelijke instellingen in het jaar 1870 naar te regelen. Zoo oordeelde ook prof. Gra- tama, in godsdienstige zaken een echt ortho dox man. Doch wat zal het volk doen, wanneer de wet tot afschaffing is tot stand gekomen, wanneer geen petitionnementen haar ineer kunnen uit- wisschen De heer Heijdenrijck waarschuwde, edat de wet zachtkens en aoetjens, onder de heiligste leuzen voeren zou naar de sociale omwenteling, dat het effect der stemming op het volk ont zettend zou wezen.” En de heer van Loon zeide: *Wat zal geschieden, wanneer de overheid het zwaard uit de handen geeft? Dan zal het volk, bespeurende dat de moordenaars beveiligd worden en dat de eerlijke burger overgegeven is aau de willekeur van den gewetenloozezelf het zwaard oprapenmaar het niet hanteeren na be zadigd overleg. Het volk zal zeggen: eer de politie in staat is hem die de maatschappelijke orde verstoort te beschermen tegen ons, en heiu te onttrekken aan de straf, die hij heeft ver diend, zullen wij zelf recht doen. Dan zal de lynchwet, oog om oog, tand om tand, worden ingevoerd. Dan zal telkens, wanneer onder af schuwelijke omstandigheden een moordenaar, een giftmenger op heeterdaad wordt betrapt of door de stem des volks aangewezenniet wor den afgewacht tot de rechter heeft uitspraak gedaan, maar er zal eeu meer expediet recht worden toegepast, dat daardoor eene ongerech tigheid zal worden.” Neenantwoorden wijdat zal het volk niet doen, daartegen zullen alle verstaudigen onder de natiealle mannen van invloed wakendat zal ook een goede politie voorkomendat waar borgt ons de ervaring. De afschaffingswet brengt immers geen verandering in de praktijk der laatste 10 jaren, dan alleen in zoover dergelijke boos doeners voortaan meestal een zwaardere straf zullen ondergaan, want zij kregen immers altijd gratie en kwamen er af met hoogstens 20 jaren tuchthuis. Heeft het volk in dien tijd zich zelf recht verschaft, is er sprake geweest van revo lutie en socialisme, is er zelfs ooit gebruikge maakt van het toch zoo eenvoudig recht van pe titie om voor een bepaalden misdadiger de weigering der gratie te vragen? Het zal helaas nog wel eens gebeuren, dat een zware misdaad ieders gemoed met afrij zen vervult. Dan vooral mogen zij, die de af schaffing der doodstraf niet hebben gewenscht, toezien. Wij waarschuwen hen met allen ernst, dat zij dan de bestaande wet eerbiedigen en het volk niet aanzetten door hun gejammer en ge schrijf tot de treurige handelingen, van welke de heer van Loon sprak. De plicht der dag bladpers in dezen is ontzaglijk groot. Zij vergeet haar zware verantwoordelijkheid, wan neer zij de eenmaal bestaande wet ten toon stelt als de voorbode van socialistische en re- volutionpaire bewegingen, van bloedwraak en

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1870 | | pagina 1