SC
T.5L
1
IETS OVER HET GOUD EN ZILVER
door G. VAN EWIJK.
BU
V.
hor
waardoor Nederland het eerste rijk
,ruciuuv
het land
1 -
Gedrukt bij S. W.N. van Nooteu, t» Schoonhoven.
MU
Voor Schoont
Franco per p<
Het Wet
de wet, waarbi
bladen langzam
'tegen 9 stemm
Prins Pi
Victor Noir hi
thans, naar m
Dinsdag-:
Dickens in de
lands groote m
grafenis was z<
eenige praal,
had de familie
de begrafenis ii
metalen plaat
Charles Dicken
9 Juni <870.
hij, volgens zij
een roman on<
tot omstreeks el
van Edwin Dn
hoofdpijn en vi
loos op de sof
zijn vriend dr.
beroemde genei
achtereenvolgen
de getroffene b
Donderdag-avor
geheel gewekei
bijna de geheeli
over het verlie
Te Weei
derwijzers-congi
onderwijzers w
naamste punt
dienst-onderwijs
sprekers verkla
gemeend, dat
wijs op de sch
dat hij bekend
school in Nee
voorkeur. De
betoogde, dat
school een vere
crediet is geraa
dienstige stof,
onverstandige i
vereenigde zich
#Het godsdiem
moet geheel en
opgedragen, zo
voering betreft,
hunne kinderen
nemen. De ke
worden geregel
paedagogiek. Z
voerbaar is, bli
de school gewet
In de na
dag 11., ongeve
cennefabriek in
mijlen afstands i
Den volgenden
nitroglycerine ni
halten in die edele metalen door hen worden
goud en
wordt thans
uei mud, waar het
Bovendien worden
onder die wet èn gouden i>n zilveren werken
van 250 duizendsten met een en hetzelfde be-
lastingteeken gewaarmerkt, waardoor oneerlijke
en bedriegelijke handelingen, in plaats van voor
komen beschermd en in de hand gewerkt wor-
len, gelijk de nieuwsbladen in Augustus 1868
uit de omstreken van Zierikzee mededeeldenen
de Nipuwe Rotterdamsche courant van 26 Au
gustus {868, No. 236, daarin o. a. voorkomt:
n Het publiekook van de buiten Rotterdam ge
legen plattelands-gemeentenwordt opmerkzaam
gemaakt op eenige vreemdelingen, die zich al
daar ophouden en trachten horologïën te ver-
koopen, die zij wel niet bepaald zeggen, dat
gouden of zilveren zijn, maar die zij toch als
zoodanig willen doen doorgaan, terwijl de zoo
genaamde gouden horologien niets anders zijn dan
bedriegelijke vergulde zilveren. Een ieder wachle
zich voor schade!' x
IVordl vervolgd.
Middel om Boomluizen uit te roeien.
Dit eenvoudig en onkostbaar middel bestaat
hierin, dat men met 20 liters (kop) zeer fijn
houtzaagsel 6 decagrammen (lood) «bloem van
zwavel mengt en dit over kool of andere plantqn
spreidt, die door de luis zijn aangetast. Binnen
het uur, zegt daaromtrent ecu geacht waarne
mer, feijn deze insecten verdwenen; eene maand
daarna mag men er mogelijk weder vindenmaar
in dat geval is bet gemakkelijk ze op nieuw te
verjagen, door dezelfde bewerking te herhalen.
Als eene bijzonderheid in de statistiek
kan uit de gemeente AMMERSTOL, 762 zielen
tellende, gemeld worden, dat aldaar in het le
kwartaal van het loopende jaar evenveel perso
nen overleden zijn als in geheel het jaar 1869;
en dat daarentegen in de maanden April en
Mei aldaar niemand is gestorven.
Jaarsveld, 3 Juni. Eenige dagen geleien zijn
de ingelanden van den polder Vogelenzang, Wiel
c. a. bijeengeroepen, om te spreken over de wen-
schel ijk heid van het bouwen van een stoomge
maal ter vervanging van de windmolens. Het is
te hopen, dat men tot het oprichten van een
stoomgemaal moge besluiten.
--Voor het Provinciaal Gerechtshof van AM
STERDAM is nog steeds in- behandeling de ge
ruchtmakende zaak tegen dr. Elders, van Haar
lem. Hij wordt beschuldigd vaivvalschheid in
een onderhandsch geschrift, door het afgeven
eener valsche verklaring omtrent krankzinnigheid
tegen den heer Wiersma aldaar, ten einde diens
opneming in Meerenberg te bewerkenen wel
om daardoor een verboden betrekking met diens
vrouw te kunnen aanhouden, waarin hij door
den heer W., die hem het huis ontzegd had,
verhinderd werd. In de zitting van dinsdag
is door den advokaat-generaal jhr. mr. C. H.
Backer in een zeer uitvoerige rede de schuld
van den beschuldigde volgehouden. Hij requi-
reerde ten slotte veroordeeling tot een tuchthuis
straf van acht jaren en twee geldboeten ieder
van vijftig gulden, met subsidiaire gevangenis
straf van vijf dagen.
NOG IETS OVER HET MUZIEKFEEST TE
LEIDEN, OP 2 EN 3 JUNI LL.
Mochten wij den 2en Juni in de Hooglandsche
kerk te Leiden bet veredelend genot smakendat
de uitvoering van het oratorium Elias aan de tal-
rijke toehoorders schonk, en daarbij vooral Carl
Hill bewonderen, dien wij (zonder de verdiensten
van anderen te kort te doen of de voortreffelijk
heid van het orchest, grootendeels samengesteld
uit musici van ’s Gravenbage en Rotterdam, zoo
wel uls van het Leidsche zangpersoneel uit het
oog te verliezen), den held van den dag moch
ten noemende volgende avond bracht ons het
overige gedeelte van het programma, uitmuntende
door verscheidenheid en schoonheidop voortref
felijke wijze. Hoe groot de macht is der toonen,
ondervonden zijdie gisteren de toonscheppingen
van Glück, Bach, Haendel en Schumann hoorden
vertolken. De aria (voor orchest) uit de d-dur
Suite van Bachklonk der toeluisterende menigte
als iets hemelsch in de ooren. Van dat heerlijke
adagio kan men zeggendat het behoort tot de
hoogste, schoonste en beste kunstvoortbrengsels
omdat het den kenner en den niet-kenner beiden
verrukt en verheft. Welk een liefelijkheid en
kracht tevens in Haendels Caecilia-ode, hoe heer
lijk klonk zijn nooit volprezen //Halleluja” door
de hooge gewelven I Hoe trotsch en breed zijn
Glücks koren! Hoe roerend de zang van Or
pheus die zijne Euridice beweent
Schumann’s Adventlied is een werk, rijk aan
melodie, in een edelen religieUsen stijl geschre
ven. De aria uit het oratorium Kaïn, van Max
Zenger, eene compositie met een min of meer ro-
mantischen tint, werd door Carl Hill met de
meeste welwillendheid voor de tweede maal gezongen.
Hoezeer wij de afwezigheid van Mevrouw Bel-
lingrath-Wagner betreurden, heeft Mejufvrouw
Mathilde Weckerlin uit Dessauaan wie nu
de sopraan-solopartij was opgedragen, zich als
eene liefelijke verschijning op muziekaal gebied
doen kennen. Dr. G. Guuz uit Hanover (tenor)/
deed zich in de Caecilia-ode vooral gunstig» vopï;
terwijl de alt-solo’s in Mej. Adèle Asmann uit
Barmen eene edele vertolkster vonden.
Het kon dus niet anders of eene vereenigiug
van zoovele muziekale krachtengoed aaneenge
sloten, moest eene machtige werking te weeg
brengen. Wij twijfelen dan ook niet, of al die
honderden, wij mogen haast zeggen duizenden
mcnschen, die het voorrecht mochten smaken,
om op 2 en 3 Juni in de Hooglandsche kerk de
muziekuitvoeringen bij te wonenzullen met ver
hoogden eerbied en liefde voor de heilige knust
huiswaarts gekeerd zijn. Iu die overtuiging mo-
gen allendie tot de uitvoering hebben medege-*!i)
werkt, hunne grootste belooniug vjnden. B.
Niet Wtnckel, «oo al* vrij in on» vorig artikel ver
keerdelijk «chrevea.
kroning, welke te Stavoren zoude plaatshebben,
hare kamer binnen te treden en haar dat hoofd
siersel aan te biedenzoodanig vervaardigd dat
het de litteekenenbedekte.
Dit sieraad verhoogde de schoonheid dér ko
ningin zóó zeer, en vond zoo veel bijval, dat
het door de voornaamste vrouwen nagevolgd werd
<4 Van daar de oorsprong der zoogenaamde Friesche
kap.
voorzeker heeft dit hoofdsiersel na dien tijd
vele veranderingen ondergaan, hetgeen is af te
leiden uit de verschillende vormen, welke men
tegenwoordig in Zuid- en Noord-Holland, Fries
land, Groningen en Drenthe aantreft.
Van af de eerste aanwending van het goud
iudt men reeds gewag gemaakt van fijn goud
in onderscheiding van minder zuiver goud.
Mozes toch beschrijft reeds waar dit gevonden
werd, terwijl Hiram het heilige der Heiligen
des tempels, als de voornaamste plaats, mede
met het fijnste goud bewerkte. Er zullen dan
ook vermoedelijk reeds spoedig middelen zijn
ontdekt geworden om de fijnheid van het goud
en zilver te onderzoeken en de zuiverheid te
bevorderen, al waren de middelen daartoe nog
verre van volmaakt.
Ook in Nederland hechtte men eertijds groote
waarde aan goed goud en zilver; zoo vindt men
nog hoofdsierselen en andere voorwerpen van
zeer oude dagteekeningwelke een gehalte van
meer dan (23 karaten) bezitten (zie plak
katen van Holland en West-Friesland, van af
2 Februari 1502. en later. Uit het plakkaat
van 23 October 1733 o. a. blijkt, dat het laagste
gehalte voor goud toen ter tijde, thans het hoogste
gehalte is). Er worden in de provincie Fries
land nog vele oorijzers vervaardigd van
(20 karaats) goud.
Bij den Nederlander in het algemeen, en bij
den f^briekant en handelaar in goud en zilver
in het bijzonderbracht de wet op den waar
borg enz. van 18 Sept. 1852, staatsbl. No.
178, een onaangenamen indruk te weeg; im
mers, niet slechts werd bij genoemde wet een
vierde gehalte voor goud van 583 duizendsten
ingevoerd, waardoor Nederland het eerste rijk
werd, dat goud tot zulk een laag gehalte ge
waarborgd in den handel bracht; maar wat meer
te betreuren is voor de eer van Nederland,
bij art. 6 dier wet worden werken, welke slechts
250 duizendsten (6 karaten) goud en 250 dui
zendsten (3 penningen) zilver houdennog voor
goud en zilver erkend! 4
Buitenlandsche fabriekanten verklaren, dat
op bestellingen voor- Nederland de laagste ge-
verwerkt. Nederland, eertijds om zijn
zilver bij den buitenlander beroemd
door hem aangewezen als
slechtste te verkoopen is.
(Vervolg van No. 47.)
De gewone lengte van een mensch is omstreeks
vier en een half maal de breedte tusschen de
schouders, overeenkomende met het beeld van
40 voeten, door Diodoor vermeld.
Adam nu leefde nog 56 jaren na de geboorte
van Lamechden vader van Noach, en Noach nog
128 jaren na de geboorte van Therah, den vader
van Abraham, zoodat het zeer waarschijnlijk is,
dat niet alleen de overlevering der geschiedenis,
maar ook der nuttige kunsten die uitgevonden
en der wetenschappen die beoefend werden door
Noach na den zondvloed (in de nieuwe wereld)
heeft plaats gehadvooral omdat Noach alle
aanspraak maakt op den naam van kunstenaar
het vaartuig, (de Ark) door hem gebouwd strekt
daarvan tot bewijs.
Is de eerste werkmeester in goud en zilver niet
bij name bekendmen mag aannemen dat na de
schepping van den mensch weldra werklieden ge
vonden werden, die zich bezig hielden met de
vervaardiging van voorwerpen sommige tot lijf-
versieringen dienende. Reeds vindt men van
zulke werken melding gemaakt omstreeks 2086
jaren na de schepping, of 430 jaren na den
zondvloed. Immers toen zond Abraham zijnen
knecht naar Mesopotamië, naar de stad van Na
hor, om aldaar eene vrouw voor zijnen zoon
Izaak te zoeken, en gaf hij hem één gouden
voorhoofdsiersel, twee gouden armringen, alsmede
zilveren en gouden kleinodiën mede. Hieruit
blijkt de waarde, door den aartsvader aan gou
den en zilveren sieraden reeds gehecht.
Niet alleen de aartsvaders maar ook de Egypte-
naren wisten reeds vroegtijdig de edele metalen
te bearbeiden en daarvan gebruik te maken. Uit
Gen. 4142 blijkt dat Farao den ring van zijne
hand nam, en hem aan Jozefs hand deed, en
een gouden keten aan zijnen hals legde.
De gouden en zilveren vatendoor de Israël
lieten op Gods bevel (Exodus 322) mede uit
Egypte gevoerd^ en de gouden versierselen der
Israëlietische vrouwen in de woestijn, geven een
denkbeeld van den overvloed der gouden en zd-
veren werken in die beide landen en dien tijd.
En niet alleen bij de Israëlieten en Egypte-
narenmaar ook elders werden in die dagen bij j
de meeste volken versierselen in goud en zilver
aangetroffen. Van de Ismaëlieten, zie Richt. 8
24-27, lezen wij dat Gideon van elk slechts
één voorhoofdsiersel vroeg van den roof, hetwelk
evenwel nog een gewicht bedroeg van 1700 sik
kelen* (26 ponden 1 ons 8 looden Ned.) gouds.
Wanneer men bedenkt dat Rebekka het
voorhoofdsiersel ontving van den knecht van
Abraham omstreeks het jaar 2086 na de schep
ping der wereld en dat vermoedelijk de Rich-
teren over Israël hebben geregeerd van het jaar
2516 tot 2868, dan mag men veilig aannemen
dat het gebruik of de mode om hoofdsiersels te
dragen toen reeds 600 jaren onder de vrouwen
heeft bestaan.
Ook in Neerland is het hoofdsiersel der vrou
wen of ooyjzer van oude dagteekening en
heeft meer dan 1100 jaren aldaar bestaan.
Volgens een Engelsch schrijver staat het Friesche
oorijzer met\le invoering van het Christendom
in die gewesten in verband, en zoude, in <het
jaar 719 na Christus* geboorte, door 12 Friesche
meisjes het eerate gouden hoofd- of oor-ijzer zijn
aangeboden aan de echtgenoot van den zoon van
koning Radboud.
Deze koningin, die toen den leeftijd van slechts
20 jaren had bereikt, was in stilte van het
Heidendom tot het Christendom overgegaan, en
werd daarom veroordeeld om eenige lichaams-
foltenngen te ondergaan, die aan het hoofd eenige
wondeu veroorzaakten en litteekenen nalieten.
Het volk, ontevreden bij het zien dier littee
kenen aan het voorhoofd van de edele koningin,
bewoog genoemde 12 Friesche of Stavorensche
meisjes, om op den morgen vóór de openlijke
De naam oorijur wordt wellicht eenigsrins verklaard
i hetgeen mij bij mijne nasporingen omtrent de herkomst
van dat sieraad werd medegedeeld, dat namelijk dergelijke
hoofdsierselen van ijzer gevonden xijn, die vele honderde
jaren oud waren.