SCH00NH0VENSGHE COURANT
WEEKBLAD
ZONDAG 7 AUGUSTUS.
N°. 58.
1870
VOOR OE KRIMPENER-, RLRUSSER- EN LOPIKERWAARD.
rö.
NIEUWSTIJDINGEN.
■e
i
S. W. N. van NOOTEN te Schoonhoven,
Uitgevers.
totdat
wereld
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 1 tot 5 regels J 0,50.
Iedere regel meer - 0,10.
Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco.
den, niet toeliet
or assurantie af
die wel deden
doen; dat wil
fittingen tegen
-ten worde» opgeroepon. -
Wjj blijven deze zaak voortdurend
aanbevelen.
IK,
jssel te
naar Hoornaar
Rinmialda te Aar-
Ebbinge, naar
ude, naar Pij
en.
)r L. Kan de Beer,
ral Slothouwer te
on voor Sater Cal-
tamtlag Reijerkerk
ostland Ringnalda
er van Beusekotn te
ider te Berkel c. a.,
lambrugge, voor
te Won». voor
rendiji.
[OVEN.
i 29. Juli 1870.
tuders H. Keene en
Jacoba, ouders G.
na, ouders D. vod
laders J. Schenk en
ran het mannelijk
a en J. de Haan.
>ot van H. van Eek.
ooten, Schoonhoven.
SCHOONHOVEN, 6 Augustus.
Volgens een bericht uit Berlijn is Dinsdag
voormiddag ten 10 ure het kleine detachement,
dat te Saarbrücken ligt, door drie vijandelijke di*
visiën aangevallen, en de stad met 23 stukken
beschoten. Ten 12 ure werd de hoogte van de
excercitie-plaats, en ten 2 ure de stad door de
Pruisen ontruimd; zij hadden zich tot het naast-
bijgelegen steunpunt geretireerd. Hunne ver
liezen waren betrckkelijk gering.
Ujt Parijs meldt men omtrent dit bericht het
volgende: Aan onze zijde zijn 11 man, waar
onder een officiergesneuveld. De geüeele divisie
Frossard was in het vuur tegen drie Pruisische
divisien. Saarbrücken is gedeeltelijk verbrand. De
Franschen zijn thans meester van de hoogten
bij Saarbrücken, vanwaar zij den spoorweg naar
Trier beheerschen. De keizer had bevel gegeven,
slechts wanneer het noodig was de mitrailleuses
te gebruiken; dit geschiedde; op 1600 meters
werd er mede gevuurd op een vijandelijk peloton,
dat over den spoorweg defileerdeen waarvan de
rechterlinie, met verlies van de helft der man
schappen uiteengedreven werd. Met een tweede
Voor de behoeftige achterblijvende!!
van hen, die als militieplichtigen zijn
opgeroepenis bij den heer Engelbregt
en aan het Bureau dezer Courant ont
vangen van X. 2G. G. 1
W. 1T. en S. 1v. E. 3;
A. f 2; C. R. 1- N. N. 1-
A. V. f 0.50N. N. 1X. 0.50;
H. 0.50P., op hoop van navol
ging, 1; X. X. 0.10; - M. V. K.
2.50; N.K. 2;- A.«z 2. Te
zamen 22.10.
Terwijl aan de gevers hartelijk dank
wordt g&zegd, wenschen wij mede te
deelen, dat latere giften ook, zoo noo
dig, zullen strekken tot ondersteuning
van behoeftige achtergebleven betrekkin
gen van schutters, wanneer die moch-
11 T-"" i'g"-
hem op onberekenbare schade kwam. Doch door
die schil en schande wijs gewordenvoegde het
zich thans bij de vereeifging, die in de laatste
conferentie te Genève -ƒ20 Oct. 1868 - met
blijdschap mocht constateren, dat bijna geheel
Euroj» was toegetreden tot de vereeniging van
het Roode Kruis.
Ziedaar de oorsprong) Nu nog een enkel
woord over de werkzaamheid van dien bond.
Zijn voorname doel is de hulp aan gekwetste
en zieke soldaten in tijd van oorlog zoo alge
meen en zoo volledig mogelijk te maken. Al
gemeen en dat is net bekoorlijke van deze ver-
eeniging. In het liefdewerk kent zij geene uit
sluiting. Zij vraagt niet, tot welk leger de ge
wonde behoort. Hij is een mensch. Dal is
genoeg om jegens hem het werk van den barm
hartige» Samaritaan te verrichten. Het roode
kruis is dan ook het tepken van onzijdigheid.
Een witte band met dat - kruis om den arm ge
houden, maakt do help'!»'»'en helpeten der ver
eeniging kenbaar. Is een huis of een in al
lerijl opgeslagen tent tot hospitaal ingericht, do
witte vlag met het roode kruis herinnert aan
de onzijdigheid en onschendbaarheid dier plaats.
Daar overwint de algemeene menschenliefde den
haat der oorlogvoerende partijen.
Het is te vreezen dat die vereeniging in onze
dagen onbeschrijfelijk veel werk zal hebben dat
talïoozc gewonden en zieken hulp zullen ver-
eischen. Maar dan merken wij ook met blijd
schap op, hoe algemeen tegenwoordig de liefde
werkt. Niet slechts in Duitschland en Frank
rijk, maar ook in andere landen, die in den krijg
niet betrokken zijn, ontwikkelt zich een groote
werkzaamheidopdat men gereed zij tot hulp,
wanneer deze noodig ip.
En waarin moet nu deze hulp bestaan Er
bestaat immers een geneeskundige dienst bij ie
der leger Maar Solferino en Königgratz heb
ben met akelige duidelijkheid geleerd, dat de
legers beter zijn ingencht om te moorden dan
te genezen. De militaire geneesheeren en de rijks-
hospitaalsoldaten hebben hun handen vol, en
nog blijft er onnoemelijk veel te doen over. Of
schoon in Amerika gedurende den laatsten oor
log do geneeskundige hulp alleruitneznendst was
ingericht, heeft het volk daar 160,000,000
opgebracht, om meerdere hulp aan te brengen.
Persoonlijke medewerking van deskundigen wordt
dringend gevorderdevenals bekwame helpers
bij operaties. Liefderijke oppassing der onge-
lukkigen door mannen en'vrouwen maakt deze
vet eeniging, naar het schoone woord van E. de
Laboulaye, tot een lustchenperwon, die de liefde
van het volk tot het leger brengt. Instrumen
ten, verbandlinnen, pluksel, bedden, dekens,
vervoermiddelen te land en te watervoor de
herstellenden versnaperingen en boeken, en voor
dit alles geldziedaar wat de vereeniging vraagt,
en tegenwoordig dank zij den opgewekten
geest ruimschoots ontvangt. Reeds wordt in
ons vaderland menig plan beraamd om hulp
te brengen, en mocht Nederland zelf in den oor
log gewikkeld worden, het zou de heilzame wer
king van deze edele vereeniging overvloedig on
dervinden.
Jahet is een edele zaak 1 Onder al de recht-,
matige verontwaardiging over dat hemeltergend
HET ROODE KRUIS.
Op den 24en Juni 1859 stonden te Solferino
meer dan 300,000 man gewapend tegenover elk
ander. 15 uren duurde de slag, 80,000 men-
schen werden gedood of jammerlijk verminkt.
Deze cijfers zijn welsprekend. Maar wat niet
te beschrijven valt, het is de namelooze ellende,
die de gekwetsten moesten verduren door gebrek
aan hulp. Drie dagen na het gevecht was men
nog bezig van het bloedige veld de gewonden
weg te dragen over welke niemand zich al dien
tijd had bekommerd. Daardhboveu kon de ge
neeskundige dienst volstrekt niet in den nood
voorzien. Het personeel was op verre na niet
sterk genoeg; vervoermiddelen, instrumenten,
verbanden enz. ten cenenmale onvoldoende. On
twijfelbaar zeker zijn er talloozen gestorven, die
door meerdere en betere hulp hadden kunnen
gered worden.
Gelukkig was een edel mensch getuige van
al die ellende. Henri Dunanf, een aanzienlijk
burger van Genève, die met het oorlogsbedrijf
niet te maken had en slechts toevallig gedurende
den veldslag nabij Solferino vertoefde, heeft ver
haald wat hij gedurende twee maanden op en
nabij het slechtheid heeft bijgewoond. In zijn
wSouvenir de Solferino” bij ons vertaald door
Dr. Basting onder den titel van //Solferino, de
stem der menschheid op het slagveld” beschreef
hij wat hij had gezien en riep Europa op om
middelen te beramen, waardoor de gruwel van
den oorlog zon verzacht worden. Hij drong aan
op het vormen van maatschappijendie de han
den aouden ineenslaan om bij een nieuwen oor
log aan de gewonden overvloedige en doeltref
fende hulp te verleenen. Zijne stem werd ge
hoord. Op 22 Augustus 1864 werd de eerste
conferentie te Genève gehoudenom tot dat doel
te geraken. Weldra werd er eene internationale
vereeniging gevormd. Ongelukkig traden niet
alle volken toe, en in den oorlog van 1866
moest Oostenrijk ondervinden, dat zijne aar
zeling om zich aan dien bond aan te sluiten
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Schoonhoven per drie maanden f 0,60.
Franco per post 0,75.
idheid eene kot-
i konden grond
I, het fatalisme,
onkruid dat het
1 mogelijk moet
1 dat wij niet
geplaatste mild
est dan deugden
worden bestuurd
tvaardigheid en
der gemeente
mi 1870.
1870.)
“P;
denng worden ge-
men goedgekeurd;
aanteekening, dat
and dat bij de be-
punten zijn aan-
el zijn beantwoord,
de notulen onjuist
architect is opge-
itwerpen.
gewijzigde plans
rorpendoor deaar-
3H architect, ala
licht.
oten, alvorens een
gevoelen jan den
issie in té winnen,
rschijnende, wordt
3 met meerderheid
voordracht tot af-
>egrooting 1869, i
de suppletoire be-
69k, tot een bedrag
- en overschrijving
t een bedrag van
3e de rekening
ihutterij over 1869,
15
39
Ö8.
edkeuring van het
voor mededeeling.
lissive van het col-
nale huis van be
idende voorstel de
erven.
eer L. Ph. C. vaa
te ’s Gravenhage»
dat het stuk, oe-
loogenboexem van
1486, niet in bet
archief te Utrecht
it de onderhand-
der concessie, gas-
p den heer B. Linn
rhandsche verhuur
ihen deze gemeente
luit de voorzitter
bloedvergieten doet het een mensch goed de
vruchten der algemeene menschenliefde te mo
gen aanschouwen. Algemeen is dan ook de
ingenomenheid met het Roode Kruis, en dat kan
niet anders. Bij al onze verontwaardiging over
den oorlog, voelen wij, dat het jammeren over
die ellende niet baat. Er moge iets aangenaams
zijn in bet luchtgeven aan ons gevoel, door
in strengesoms hartstochtclijke taalNapoleon,
von Bismarck en alle mogelijke hceren van de
hooge staatkunde te, vonnissen, maar hande
len is beter. Laat de volkeren elkander hel
pen, wanneer de machtigen hen tegen elkander
ophitsen.
Men zegge niet: de gouvernementen moeten
zorgen voor de gekwetsten. Zij maken wel in
vredestijd- kanonnen, geweren en mitrailleuses
gereed, beijveren zij zich dan ook, dat alle ge
kwetsten volledige hulp ontvangen.
Wij weten niet, of dat mogelijk is. Ma^r
die mogelijkheid nemen wij aan, en daarmede’
stemmen wij voor een oogenblik toe, dat de
Regeeringen hadden moeten zorgen voor vol
maakte hulp op Jiet slagveld. Maar nu zijn
wij geen stap verder. Immers wij staan voor
het onomstootelijk feit, dat geen enkele Re
geering die zorg geheel op zich genomen heeft.
Er blijft veel te doen. De menschheid wachle
niet met het werk der barmhartigheid,
vorsten en staatslieden het geluk der
zullen gegrondvest hebben.
Wij eindigen met de schoone woorden van
Dr. Basting. Nadat hij herinnerd heeft aan
den uitroep van Claudius: //Helaas! het is
oorlog, en ik begeer daaraan geen schuld to
hebben,” gaat hij aldus voort: xmaar al heb
ben wij geen schuld aan den oorlog, toch
hebben wij een schuld te betalen aan de deer-
niswaardige. slachtoffers van den oorlog. Wij
zijn schuldig om die ougelukkigen te helpen,
te verzorgen, en hun treurig lot zooveel mo
gelijk te verzachten.” I.