SCHOONHOVENSCHE COURANT.
)0.
WEEKBLAD
1870.
ZONDAG 13 NOVEMBER.
HEID.
VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD.
7. in»
EEN ALGEMEENE BELASTING
OP DE INKOMSTEN.
S. W. N. van N00TEN te Schoonhoven,
Uitgever».
a. s.
iG.
(ins)
ra* ronder
nog met
ui Wijk
streden
ucp.
mm pinde
larheid,"
'resident.
lieu van
irlijksche
1 belang -
irking.
enezende
onder.
Kolff.—
ink.
II.
PRIJS DEZER COURANT
Voor Schoonhoven per drie maanden 0,60.
Franco per port- 0,75.
30,
091.700,
|k in de
d wordt
- V1 'r
PRIJS DER ADVERTENTIE
Van 1 tot 5 regels 6/Mk
Iedere regel meer- 0,10.
Groote letter» naar plaatsruimte. Inzending franco.
en ver
raai in de
i heeft xe
ook het
mets kon
e, terwijl
;ing mede
n van de
ig belang
de Sloll-
■r of min
misbruik
e op het
(1138)
den ge-
uitloting
drie van
tonen zijn belast naar hun inkomen, niet de
inkomsten zelf, en nu verklaart de uitzondering
alleen dat personen, wier inkomen een bepaald
minimum niet te bovea gaat, met belast kun
nen worden. Iemand, die f 1000 heeft, kan b. v.
I wel l°/0 daarVan voor belasting missenwant
hij houdt nog/990 over, diis nog /890 meer
dan het hóóg noodige; iemand die 600 heeft
kan het niet, want aan 594 heeft hij te weinig.
En een andere beteekenis moet men aan die
uitzondering niet hechten. De vrijstelling der
vreemdelingen, die conèpls of consulaire agenten
zijn, hangt samen met hun bijzondere interna
tionale positie. Uefenen zij echter nog een ander
beroep of bedrijf uit, dan genieten zij de voor-
deelen van den staat biet alleen wegens die
positie van consul, welke de staat volgens vol
kenrechtelijke verplichtingen eerbiedigen moet,
maar genieten zij die vyordeelen ook in een be
trekking, voor welkedergelijke verplichtingen niet
gelden en waarin zij met alle andere ingezetenen
op ééne lijn staan.
Het bedrag nu van hetgeen aan belasting ge
heven, het quantum dat van het inkomen betaald
moet worden, wordt ieder jaar vastgesteld. Wan
neer jaarlijks de staalsbegrooting de uitgaven
regelt en tegelijk de middelen worden aange
wezen waaruit die uitgaven zullen worden be
streden gaat men na hoeveel er noodig is aan
inkomstenbelasting en slaat dat bedrag over de
belastingschuldigen om. De eerste maal moet
dat quantum natuurlijk naar gissing worden
vastgesteld, doch heeft men na de eerste hef- i
fing het nationaal inkomen leeren kennen, dan i
kan die vaststelling in het vervolg met vol
doende zekerheid geschieden. Deze jaarlyksche
bepaling heelt het groote voordeel, dat deze be- i
lasting altijd naar de behoeften kan worden in-
gericht en dat in moeilijke tijden een verboo-
ging dier belasting ook een verhooging der i
staatsinkomsten verzekert. Met de bestaande be
lastingen is dit* niet het geval, en het is juist
ook die elasticiteit der inkomstenbelasting, welke
haar zoozeer aanbeveelt. Vrees voor lichtvaar-
dige verhooging bestaat hier niet, wanneer men
bedenkt, dat het jaarlijksch bedrag door de i
wet, d. i. door de regeering en de vertegen- t
woordiging wordt geregeld. i
Wat is nu het zuiver inkomen? Alles, ant- t
woordt het ontwerp, wat in geldin vruchten 1
of door eigen gebruik genoten wordt uit eigen-
dommen, uit arbeid, handel, nijverheid, amb-
ten, pensioenen enz. Elk inkomen dus, ook
de rente van het kapitaal dat in fondsen is I
belegdzoodat de rentenier niet langer ten koste f
van den industrieel en den koopman wordt be- t
voordeeld, gelijk tot dus ver in ons land, waar s
zooveel effecteu aanwezig gijn, plaats vond. t
Ook hetgeen door eigen gebruik wordt ge- 1
notenomdat b. v. hij, die een eigen huis be- 1
woont, natuurlijk de huur van een huis bespaart, 1
en dus door de bewoning de rente van het ka-
pitaal, hetwelk dat huis vertegenwoordigt, trekt, s
Maar het ontwerp rekent met het bruto doch t
het zuiver inkomen en trekt dus van het eerst- i
genoemde af b. v. de renten der verschuldigde e
kapitalen, de noodzakelijke kosten van onder- i
houd der eigendommen, de daarop drukkende r
grond*, dijk-, polder- en andere zakelijke las-
Welke ia nu de leidende gedachte der alge-
mcene inkomstenbelasting, zooals deze in het wets
ontwerp van den heer van Bosse is opgenomen?
Er wordt eene directe belasting geheven van
het jaarlijksch zuiver inkomen van elk ingeze
ten des Rijks, die daarvan met is vrijgesteld.
Dit laatste is het geval met ingezetenen, wier
inkomen in verband met de volkrijkheid der
gemeente, in welke zij gevestigd zijn, respec
tievelijk minder bedraagt dan 400500 of 600
gulden en voorts met vreemdelingen, hier te
lande als consuls of consulaire agenten toege
laten en die geen ander beroep of bedrijf uit
oefenen. De vóór ieder jaar bij de staatsbe-
grooting vast te stellen Wet op de Middelen,
a. i. de wet die de inkomsten aanwijst, over
welke voor de staatsuitgaven mag worden be-
ichikt, bepaalt telkens, hoeveel ten honderd van
het inkomen der ingezetenen voor dat jaar de
belasting bedragen zal.
De belasting zal dus geheven worden van
het inkomen van elk ingezetene. Niet langer
zullen, gelijk onder de heerschappij der patent-
belasting het geval isde handel en een groot
deel der nijverheid alleen gedrukt zijn, en aan
hen, die uit landbouw, fondsen, of ambten en
bedieningen hun inkomen trekkeneen ongrond
wettig privilege verleend worden. Allen zijn
gelijk voor de wetallen genieten de voordee-
ïen van den staat, de rechtvaardigheid eischt,
dat allen betalen. Enkele personen zijn vrijge
steld. Waarom? Omdat sommige personen een
inkomen hebbendat geen belasting dragen kan.
Iö' gemeenten van minder dan 5000 zielen stelt
het ontwerp dat onbelastbaar inkomen op minder
dan 400, in gemeenten van 5000 tot minder
dan 50000 zielen op minder dan 500, in
gemeenten van meer dan 50000 zielen op min
der dan 600. Men neemt die verschillende
sommen aan, omdat in sterk bevolkte gemeenten
de levensmiddelen duurder zijn en men dus een
grooter inkomen noodig heeft om in de eerste
levensbehoeften te voorzien, dan in gemeenten
waar de bevolking kleiner en dus de concur
rentie der koopers geringer is. De personen
nu, en dat is het doel dier uitzondering, wel
ker inkomen zoo klein is dat daaruit niet meer
dan de allernoodzakelijkste middelen van bestaan
kannen worden betaald, behoeven van dat ge
ringe bedrag niets meer voor belasting te missen.
Zulk een uitzondering kan ook geen privilege
meer heeten, waar het niet aannemen der uit
sondering een onmiskenbare hardheid zou wezen.
Nu beweren sommigen dat van ieder inkomen,
alvorens daarvan de belasting mag worden be
rekend, eerst een som, gelijk staande met het
straks genoemde onbelastbaar inkomen, moet wor
den afgetrokken, zoodat b. v. in een gemeente
van meer dan 50000 zielen iemand, die een in
komen heeft van 1000, niet van die 1000,
maar slechts van f 400 belasting zou moeten
betalen. De minister heeft dit stelsel niet aan-
gtAMUnen ep wij gelooven te recht. De jjar-
ten, de noodzakelijke kosten aan ambten, be
drijven, handel en nijverheid verbonden e.a. m.
Wanneer iemand b. v. van een hóis 500 huur
trekt, maar wegens een hypotheek, die op dat
huis rust, den hypotheekhouder t200 rente moet
betalendan is zijn inkomen van dat huis slechts
f 800; veel menschen koopen huizen van op
genomen geldwaarvoor zij hypotheek geven, en
het zou niet aangaan dat huis te beschouwen
als een kapitaal, waarvan zij de volle rente genie
ten. Wanneerom een ander voorbeeld te nemen
iemand een landstractement heeft van f 1500,
doch hij moet voor het pensioenfonds f 500
laten staan, dan heeft hij'Jeigenlijk slechts
f 1000. Wanneer een industrieel jaarlijks/20000
ontvangt, maar voor werkloonen, grondstoffen
en rente van kapitaal ƒ15000 uitgeeft, dan is
hij slechts een man van /5000. Het suivere
inkomen alleen is het inkomen, waarover men
beschikken kan.
'Ihans volgt echter de groote moeilijkheid.
Hoe zal men het inkomen van ieder ingezetene
bepalen P Dit is altijd de zwakke zijde der in
komstenbelasting, ep menigeen,die haar in theorie
zeer toejuicht, vindt hare praktijk immoreel
of onmogelijk. De inkomstenbelasting ie im
populair, niet wegens hare theoriemaar wegens
hare toepassing.
Het stelsel, volgens hetwelk ieders inkomen
van overheidswege wordt geschat, is zeker geheel
en al verwerpelijk. Want wil men het geheele
inkomen schattenen dat moet men doendan
moet de overheid zich bij ieder in alle bijzon
derheden zijiyjr zaken en huishouding mengen.
Het betreft hier nog iets anders dan de taxatie
van eenige meubelen en de telling van schoor
steenen en vensters. Aan dat stelsel denkt dan
ookin een vrij land als het onzeniemand.
Maar de eigen aangifte 1 Ieder geve zijn ei
gen inkomen op en worde naar die aangifte be
last. Dat is immoreel, roepen de tegenstanders,
gij plaatst de ingezetenen tusschen hun beurs
en hun geweten. Vooreerst is dit mets bijzon
ders. Men staat lederen dag tusschen plicht
en eigenbelang. En bovendien wij voor ons zien
niet in, waarom jnen de Nederlanders er niet
eens aan zou wennen in dat dilemna hun ge
weten te kiezen boven hun beurs. Moeten wij
dan altijd zulk een geldnatie blijven, en moet
het dan maar altijd even waarschijnlijk blijven
dar wij in zulk een geval onze beurs zullen
voortrekken? Is het zoover met ons gekomen,
dan moeten wij ook maar alle kans op een flink
bestaan onzer nationaliteit opgeven. Men zal
er wel aan gewend rakenen omdat de eigen
aangifte, naar wij hopen, ons volk eerder een
stap vooruit zal brengen op den goeden weg,
achten wij het stelsel veeleer hoogst moreel.
Doch wij erkennen gaarnedat er zich oneer
lijkheden zullen voordoen en dat toch de eer
lijke lieden niet door de oneerlijke mogen ly-
den. Daarom keuren wij het gemengde stel
sel van het ontwerp onverdeeld goed. Men
geeft zelf zijn inkomen op, maar eene com
missie van classiticatie controleert die opgaven,
en wanneer zij meent dat de opgave onjuist is,
roept zij den belastingschuldige op om van hem
de noodige inlichtingen te ontvangenterwijl
dat alles onder de verplichting van geheimhou-