SCHOONHOVENSCHE COURANT.
WEE
LAD
ZONDAG 9 JTOL
F. 106,
SSER- EN LOPIKERWAAflD.
VOOR DE KRIMPENER-! ALB
BEL
TEAHTS.
tgttve
wn.
gs-Zout
msmiddel tegen
:r tering, zuur,
jen enz., en
rap zure vruch-
d peulvruchten,
goede diensten
irden. Inipak-
9
I t
nog
t>gh(
werkge-
EENE VOORGESTELDE WIJZIGING IN HET
WETBOEK VAN STRAFRECHT.
en Oud
heeft alom
eener
PRIJt DEZER COURANT
Voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,60.
Franco per port0,70.
S. W. N. van NOOT EJÏ te Schoonhoven,
Uilgt trt.
i/<t, en«ind»on-
raikto Hlijm-
tel de hsadtee-
:r, welke hand*
waarmede het
Itent op te zij»
namaakiel, dat
IEN,
toni
iflevëringen
(1841)
Schoonhoven.
niet» geen kwaad in,
-4 is. Daarente-
de behoeften
en nog steeds
Besheer.
Joekhandelareii
hoek Wolven-
'lamen J. A.
•en werkje ver-
a voor gqhuw-
ep als gezoji-
i op ervaring
geheime ge-
jrminderde le-
oiuderd geteu
te herstellen,
lat vóór ieder
geschreven is,
jevolen.
en niet anders
ran postwissel
(1841)
PRIJS DER ADVERTENTlCN;
Van 1 tot 5 regels0,50.
Iedere regel meer- 0,10.
Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco,
eener groote vereeniging de Internationale, die
met hare breede vertakkingen op vele plaatsen,
waar men’ er het minst op bedacht was, in het
duister hare slagen toebracht aan de geordende
maatschappij. Men wist dat onder de middelen,
waardoor de arbeidersvereenigingen verhooging
van loon wilden erlangen, de overlegde werksta
kingen eene gewichtige plaats bekleedden en dat
juist zulke werkstakingen niet zelden door die
droevige tooneelen werden vergezeld. Om al deze
redenen liet men de besproken artikelen van het
strafwetboek maar stilletjes bestaan. Kwam er
een nieuw wetboek aan de orde, dan kon men
altijd nader zien.
Jn den grond waren dat echter maar praatjes,
en van daar dat Mr. van .Houten, lid der Tweede
Kamer, herhaaldelijk bij den minister van justi
tie er op aandrong, dat die onbillijkheid zoude
worden weggenomendat het verbod tegen die
vereenigingen van arbeiders tot het verkrijgen
van loonsverbooging, en daarbij ook tegen dè
vereenigingen van werkgevers tot loonsverlaging,
zouden worden opgeheven. De vorige minister
beloofde wel een ontwerp, bewerkte het ook,
maar dit bereikte de indiening niet. De mi
nister Jolles daarentegen verklaarde onmiddellijk
voor een zoodanig ontwen) evenveel sympathie
te gevoelen als de interpellant, en heeft er een
bij de Kamer ingediend.
De quaestie van den stand der loonen is
eenvoudig uit te maken tusschen de' onderne
mers en hunne werklieden. De wetgever heeft
zich daarmede in het minst niet te bemoeien.
Meenen de arbeiders van het middel eener ver-
eenigde werkstaking te moeten en met hóóp op
goeden uitslag te kunnen gebruik maken, wel
nu, zij moeten het weten. De geleerden of halve
geleerden mogen er van zeggen wat zij willen,
het is niet tegen te spreken dat een werksta
king nu en dan wel eens eene verhooging van
loon bewerken kan. De loonen staan niet al
tijd op het hoogste cijfer, dat zij in een ge
geven geval kunnen bereiken. De gewoonte,
de sleur heeft daarop zulk een geduchten in
vloed. Het kan beat voorkomen, dat de on
dernemer gerust het betalen van hooger loon
verdragen kan, hetzij door zich met minder
winst tevreden te stellen, hetzij door den prijs
zijner waren te verhoogen. Het is ook mo
gelijk dat zulks niet- kan. Doch waarom dit
aan den gewonen loop der
zaken. Zal een wetgever de verwaandheid heb
ben vooraf de onmogelijkheid voor ieder geval,
uit te maken?
Daarom zal de aanneming van het ontwerp
des ministers niets anders zijn dan een stap
op het gebied der vrijheid en der rechtvaar
digheid.
Wij willen hiermede niet zeggen dat wij van
die aanneming wonderen verwachten. Welk
verstandig man kan dat doen? Daarentegen,
het zou onvergeeflijk zijn de arbeidende klassen
daaromtrent illusiën voor te spiegetón, die toch
al te ras door de werkelijkheid ontsluierd en
in al hare naaktheid vertoond zouden worden.
Da verbetering van hun toestand hangt niet
af aan eene pennestreek van den wetgever.
Daarvoor is voortdurende ontwikkelingvoort
durend streven noodig. Maar de wetgever moet
18Cta.
Ier schadelijke
anddeelen, be
ste Kiespijn.
I 0t».
houcit
>Olf.
®ht:J. KR1M;
SÏWKEN8;
VELTER; L
klDENBEl«£
ILI1Ü, Apoth.;
Pebr. I.il'.Dh-
<OOS, Apoth.;
luwland; C. J.
I. Utrecht
'wnest.; Wed.
IKSEN, Witte
/redeburg 745;
T. P. v. d.
J. C. 8TU-
(1848)
anwfjcing.
DRN,
bet beste gevolg
:end gebruikt
'tering neer
de gal en zeer
Kit het doorte,
j de navolgende'’
den Oudsten.
ienw-), A. Stam.
Kruithof,
’.van Harmelen.
H. Post.
>n Santen Kolff,
teeg.
Vod. Wolff Zn.
ijderlaan.
na, op den Steen-
Donkerste, 372.
Florie, geb. den
(1849)
rens het echte
OVEN alleen
anders.
t oog op het voorstel
Spelingen tegen de ver
eenigingen van arbeid» I, tot verkrijging van
vereenigingen van werk-
van loonsverlaging.
Immers in het gelde ie strafwetboek komen
--‘.ikelon voor, die geheel en al in strijd
zuivere politieke u staathuishoudkundige
jhkid van arbeid en recht
vereeniging, in ons fcnd maar stilletjes heb
ben voortgeleefdhoewek zy in Frankrijk zelf en
in België reeds afgeschdft en door andere bepa
lingen vervangen zijn, goewei ook in Duitsch-
land reeds een paar jaag geleden de gezonde be
grippen daaromtrent zijl gehuldigd.
Die artikelen immers bedreigen gevangenisstraf
en geldboete tegen de vereeniging van werkge
vers, welke ten doel heeft in gemeenschappelijk
overleg tegen recht en pillijkheid eene vermin
dering van loon door te’dringen, en veel zwaar
der straf tegen de veiMÈRIüf1 van werklieden,
welke ten doel heeft in gemeenschappelijk over
leg den arbeid te staken, te beletten of zich hoo
ger loon te bedingen; in beide gevallen is het
dan noodig dat met de invoering van het plan
een aanvang is gemaakt. Hoewel nu hier van
werkgevers en werklieden beiden gesproken wordt,
zoo valt het toch al spoedig in het oogdat zoo
wel wegens het verschil in de zwaarte der straffen,
als ook wegens het gestelde vereischte, dat de
werkbazenom in overtreding te wezenhet loon
bepaaldelijk tegenrecht en billijkheid moeten willen
verlagen, deze strafbepalingen op de arbeider*
veel zwaarder drukken dan op de ondernemer*.
Daarover bestaat dan ook geen verschil van
meening en die bepalingen zijn altijd meer uit
sluitend beschouwd als drukkend voor de ar
beidende klassen.
Nu is het ook aan onze lezers bekend, dat in
den laatsten tijd de zoogenaamde arbeidersbewe
ging met bijzonderen aandrang aan de orde is
gesteld. Met grootere belangstelling dan in lan
gen tijd daaraan werd gewijd zoekt men tegen
woordig naar de verschillende oorzaken, die den
maatschappelijken toestand der arbeiders dikwijls
zoo allerongelukkigst doen zijn en spoort men
de middelen op om daarin verbetering te bren
gen. De groote menigte dier middelen is niet -
in één adem te noemen, laat staan te bespreken. niet over te laten
Het lag evenwel in den aard der zaak, dat
men er ook de bestaande wetgeving eens op na
zag en zich afvroegheeft ook deze eemge schuld
aan de armoede, aan den vaak lagen stand der
loonenaan den hoogen prijs van sommige nood
zakelijke levensbehoeften
O. a. richtte zich alzoo het oog op de straks
genoemde bepalingen van het wetboek van straf
recht. Waarom, vroeg men, is het recht van
vereeniging hier beperkt? Heeft niet de grond
wet in 1848 dal recht algemeen erkend, terwijl
alleen de wet van 1855 in het belang der open
bare orde en veiligheid enkele beperkingen heeft
ingevoerd? En het antwoord was, dat er een
zekere angst bestond voor de arbeidersvereeni-
gingen. Men had zooveel vernomen van de akelige
tooneelen, waartoe die vereenigingen in Engeland
hadden geleid, men mompelde van het bestaan
Het zestigjarig Wetboek van Strafrecht staat
steeds in Nederland het zwaard der gerech-
leid te zwaaien.
Op zich zelf steekt er i
dat een wetboek zestig jaar oud
gen, wanneer het al dien tijd aan
der maatechappij voldaan heeft w
daaraan voldoet, dan is de onderdom een deugd,
dan is die hooge leeftijd een bewijs, dat er een
vrijzinnige geest in leeft. Een oud wetboek kan
wezen als een oud man, die, jong van hart en
frisch van geest, altijd met zijn tijd medegaat.
Maar een oud wetboek kan ook wezen als een
oud mandie doof en blindgebogen van hou
ding en zwak van leden voortstrompelt op
den weg, iederen dag een stapje nader komt
tot zijn graf en er toch nog maar steeds bui-
WT blijft--
Op dien laatsten grijsaard gelijkt het wetboek
van strafrecht, dat in Nederland geldt. Die
oude heer is bovendien nog wel een vreemdeling
van afkomsteen Franschman uit de dagen van
Napoleon I, die alleen zoo nu en dan in zijne
kleeding eenigszins verhollandiseerd is, maar be
halve aan de taal, welke hij spreekt, ook aan
zijn aard en zijne manieren ontwijfelbaar te her
kennen is als een zoon van Frankrijk, onder den
meest despotieken regeeringsvorm geboren.
Thans echter schijnt men in allen ernst tot
zijn dood te hebben besloten. Er is door de
regeering eene uit zeer bekwame mannen samen
gestelde commissie benoemd, aan welke is op
gedragen om naar de beste middelen te zoeken,
waardoor aan zijn leven voor goed een einde zou
worden gemaakt, hetgeen niet mogelijk is zon
der dat tegelij kei tijd een plaatsvervanger voor hem
wordt aangewezen. Oude wetboeken af te schaf
fen is geene kunst, maar goede nieuwe te ma
ken, dat is nu juist niet zoo gemakkelijk. Toch
moet het gebeuren en zou het al zeer veel te
gen de gezondheid en de kracht van Nederland
bewijzenwanneer r terwijl DuitechlandFrank
rijk, Italië en zoovele andere landen het voor
gaan, ons vaderland altijd achteraan moest
blijven, roepende: wik kan niet meekomen, loopt
toch niet zoo hard.”
Laten wij dan maar goeden moed houden en
hopen, dat die allerellendigste rol aan Nederland
zal bespaard blijven.
Dochwij zeiden het reeds straksdat in den
loop van die zestig jaren de kleeding van den
Franschen code door den Nederlandschen wetge
ver zoo nu en dan een weinig naar den Holland-
schen smaak en naar de nieuwe mode is versneden.
Ook thans weder heeft de tegenwoordige mi
nister van justitie enkele voorstellen van dien
gedaan, voorstellen die in het zittingjaar
WR/72 door de Sta,ten-Geiieraal zullen worden
behandeld. Één van deze heeft on tegen zeggelijk
■b eer genoten iets meer algemeen bekend en
besproken te wordendan anders met ontwerpen,
het rechtswezen betreffende, het geval is. Het
groote publiek gevoelt daarvan in den regel niet
zoo onmiddellijk de werking en bemoeit er zich
dus ook niet veel mede.j Met dat ééne bedoelde
onhverp was dit evenwe
Wij hebben hierbij
tot afschaffing der straf
eenigingen van arbeid»
loonsverhooging, en de
gevers, tot het vaststel!»
drie artikelen voor, die geheel en al in strijd
met de t.’
beginselen omtrent vrijl
van
ben voortgeleefdhoewellzij in Frankrijk zelf en
)wel ook in Duitsch-