SCHOONHOVENSCHE COURANT.
i
WEEMLAD
r 120.
1871.
ZONDAG 15 OCTOBER.
VOOR DE KRIMPENER-, ALRUSSER- EN LOPIKERWAARD,
Het Vaderland en de Beurs.
X’
i
en*
R-
■ek.
Ml
Wie durft dat
met
doo
rijk land hebben hoeren noemen,
lovm,
Pen-
Ao-
voor
aan-
het
ihter
r n
LAG,
Zij
n het
CHT,
u;—
n
PRIJS DEZER COURANT
Vuor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,60.
Franco per post'q,70.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1 tot 5 regelst 0,50.
Iedere regel meer- 0,10.
Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco.
iing-
lelde
tot
der
izags
isten.
nan.
Stam.
eind,
itter.
'EN,
m.
;n
"van
dge-
Julii
eend
laste
£gen
hon-
wing
■to
>J
R
D
O
- tfl
Q
00
het billijke van
b
te halen?’ zoo denkt
en daar hoort roe-
het tegenwoordige
meer zoo ruim
melen,
t.
Tootn,
jp het
keratr.
nog een batig saldo op. Over de 4
186771 zal dit waarschijnlijk ruim 25
nu zouden wel
opstak. An-
dat voor
zelf, vooral voor den asnleg'an spoor-
aldaar dat geld hoog noodig is. Voor-
- ki J 1 en in de tweede
wanneer voor Indië’a
o rgdde bloei dier ko
lonie tot onze eigene schade wel eens kon
■ophouden. De boer, die de hen opende om er
al de gouden eieren in eens uit te halenkreeg
er geen een meer.
Ook daarover zullen wij later wel eens iets
meer zeggen.
Thans zij dit genoeg. Men kan gemakkelijk
declameeren, dat het schoon is voor het va
derland te sterven. Maar het is grooter kunst
om zonder declamatie voor het vaderland te -m
betalen.
van de
de beurs inag geen kruidje-
i. Onze natie moet gezond*
het niet dadelijk
toovele
s door
itend
(2134)
ons jaarlijks eene bijdrage,
die in de laatste janen zoo ongeveer 10 i 12
millioen beloopt. Natuurlijk dat Indië, hetwelk
wij beheeren, ook mee moet helpen in ons
staat-bestuur te voorzien. Maar zelfs na aftrek
van die bijdrage levert de Indische rekening
meest nog een batig saldo op. O
jaren lt"”T ”1 r' J:* L:-
millioen bedragen. Sommigen i
willen dat Nederland dat maar
deren, ook de Ministers, meenen
Indië zelf, vooral voor den aanleg
wegen, t"
eerst eischt dat de billijkheid
plaats bedenke men, dat, wan
welvaart niet wordt gezorgd
8. W. N. van NOOTEN te Schoonhoven,
Uiïgeves.
in de prijscouranten van de Amsferdainsche beurs
,.df Nederlaiidsche eftëcten'Mtijd' nog al hoog
zien aangei erkend
1 derland veel crediet heef,
hen gewoon hurger van Nederland betaalt ZDl]en wel geen crediet
geregeld zijfie belasting. M anijeer het tijd is, of
’otfi» wanneer het eigenlijk reeds over den tijd
is en er eenige briefjes van aanmaning of waar i
wchuwinp op zijne tafel liggen,met een onver-
schillig gezicht of met een ontevreden gezicht,
hij onderneemt toch zonder mankeeren eenige
malen per jaar de wandeling naar het kantoor
van den ontvanger. Het kan niet anders, daar
moet belasting worden betaald. dat Weet men
nu eenmaal.
Hiermede echter is hij er dan ook af. Zich
verder met de financiën van den staat eens te
bemoeien, moet gij niet van hem vragen. Wij
komen immer» rond, denkt hij. Ten minste
van nieuwe gddleeningen of van nieuwe belas
tingen hoortD wij niet en het schijnt dus dat,
alles bij elkaar gerekend, de inkomsten voldoende
zijn om de uitgaven te bestrijden.
Waar die inkomsten van daan komen, of er
vermeerdering mogelijk is, of er eene billijke
verdeeling der opbrengsten kan worden uitge
dacht, of van Indië soms ook wat te veel wordt
afgevraagd, dat moet ge ons niet vragen. Of
er ook soms meer moet worden uitgegeven, of
somm’ge ambtenaren te laag worden betaald
of aan de landsverdediging ook soms meer moet
worden ten koste gelegd, of de Indische maat
schappij wel voldoende wordt onderhouden, ook
daarmede bemoeien wij ons liefst niet. Wij
doen genoeg wanneer wij onze belasting betalen,
gelijk wij die jaar in jaar uit betaald hebben.
Verder moeten de Minister van Financiën en
de leden der Kamers maar weten of zij er mee
toe komen en maar zien dat zij er mee toe
komen.
Wij weten wel dal ieder jaar de staatsbe
groting wordt vastgesteld, maar wij weten ook
dat bij die gelegenheid meestal over allerlei wordt
gediscussieerd, behalve over het geld. Wij weten
ook wel dat de indiening van die begrooting
ieder jaar op eene bijzonder plechtige wijze pleats
heeft, dat dan de Minister van Financiën - zelf
in de Kamer komt met de stukken bij zich en
dat zijne Excellentie dan eene groote redevoe
ring houdt, bekend onder den naam van /'de
millioenen speech”, waarschijnlijk omdat in die
redevoering met millioenen wordt gerekend, en,
zoo&ls ze zeggen, soms wordt getooverd, gelijk
een gewoon mensch dat met guldens doet. W ij
weten dat wel, maar denkt gij dat wij al die
cijfers gaan nazien, dat wij in zulk eene lectuur
behagen scheppen Lieve hemelwij hebben
aan de cijfers in onze eigen huishouding ge
noeg en het kost ons reeds meer dan genoeg
hoofdbrekens, om, wanneer daarin eens een te
kort is, rond te zien hoe wij dat gat zullen
kunnen stoppen.
Zoo is het. Wij betalen onze belasting, om,
dat het wel moet. Wij betalen zonder vee)
morren, wat wij jaren lang gewoon waren te be
talen. Verder bemoeien wij ons met de staats
financiën niet.
Daar komt bij, dat wij Nederland altijd een
rijk l'ahd hebben hoeren noemen, en dat wij
'Het ichijnt dus dat Ne-
en de geldmannen
geven aan een land,*
I dat het niet verdient. Vij zingen dan ook
I maar steeds uit voilé bost: O, rijk gezegend
land,enz.
Tot dezen kleinen gedaihtenkring bepalen zich
hij de meeste ingezetenel van Nederland de
financiële beschouwingen, totdatja, totdat
deii een of anderen dag het lieve vaderland
in onze beurs gaat roerei, totdat de een of
andere Minister’zegt, dal iet zoo op den ouden
voet niet langer kan, dat wij te veel uitgaven
moeten doen, dat daarom eens naar meer en be
ter belastingen moet worden uitgekeken, dat’In
dië niet maar zoo altijd le hen met xle gouden
eieren blijft.
Hoe? Roeren in de beurs?
wagen
Daarom stormen er, jranneer zoo iets plaats
vindt, op eens van all»'-kante» allerlei bang
makers voor den dag.
Ziet eens, burgers, zoo roepen zij, die Mi
nister van Financiën is een allerverderfelijkst
mandie wil dat gij meer belasting betaalt,
die wil nu zelf» geld uitgeven voor Indië, die
weigert om meê te werken tot het plukken van
die rijke kolonie, welke het gepinkt worden
toch zoo best verdragen kan I VA eg met dien
Minister en met ‘zijne medestanders. Burgers,
kiezer», weert die beursroerders, drijft ze uit!
En wat denken de burgerswanneer ze dat
krijgsgeroep hooren
Ja, ze weten niet wat ze er van denken
moeten. Zij weten van de staatsfinanciën niets
af en tegen het roeren in hunne beurs hebben
ze schrikkelijk veel.
Zoo komen zij licht in de war. Sommigen
verliezen hun hoofd, en denken dat er een
«taatsbankroet voor de deur staat, anderen be
reiden zich maar kalm voor op de dingen die
komen zullen, doch beide deze soorten zouden
het liefst van alles hebben, dat er \an die ge-
heele belastinghervormingvan dat roeren in
de beurs maar weder niets kwam en dat men
weder rustig den ouden bekenden weg kon door
sukkelen. Waarheen? Ja, dat vraagt iemand,
die aan het doorsukkelen isnooit.
Dit jaar ia er weder zoo iets gebeurd.
De Minister Blussé heeft gezegd dat in de
laatste jaren de rekeningen der staatsuitgaven
en inkomsten meestal sloten met een nadeelig
saldo, dat wel uit enkele batige sal Iq’s, b. v.
van den dienst van 1869 en uit een nog niet
ontvangen gedeelte van hetgeen de Indische
schatkist aan de onze moest bijdrageneenige
dier te korten kunnen worden gedekt, maar^
dat er dan toch nog een déficit van ruim 4
millioen over 1870 en 1871 overblijft. Voorts
dat over 1872 een te kort waarschijnlijk, is
van ruim 1 millioen; dat voor de landverde-
diging meer zal moeten worden uitgegeven
dat daarvoor waarschijnlijk wel eene geldleening
zal noodig zijndat bovendien voor de vol
tooiing van ons spoorwegnet ook wel op die
leeuing zal moeten worden gerekend, en dat
er dus bepaald op den duur aan eene vermeer
dering van inkomsten zal moeten worden gedacht.
De Minister heeft thans een stap op dien
weg van •belastinghervorming gedaan en eene
wet ingediend, waarin hij voorstelt de invoering
eener algcmeene inkomstenbelasting en de af-
sebaffing van de alleronbillijkste patentbelasting
en tevens van den drukkender accijns op het
geslacht. De Minister berekent de opbrengst
van zulk eene inkomstenbelasting op 8 millioen
en daar patent en vleeschaccijns samen gemid
deld opbrengen ongeveer 51/8 millioen, zoo zoude
de verandering eeu voordeel opleveren van 2*/g
millioen ’s jaars.
Op die voorstellen zelven en
die hervorming komen wij later terug.
Het was ons thans slechts te doen om te
betoogen, dat het doorsukkelen niet langer mag
gebeuren, dat er wel volstrekt geen reden be-
staat om ongerust te worden of alarm te slaan
maar dat er toch ook met geestkracht een
nieuwen weg moet worden gekozen. Daar zal
meer aan belasting gevorderd worden. Doch
wanneer die belasting, zoo goed mogelijk ten
minste, billijk verdeeld is en wanneer meerdere
uitgaven noodzakelijk zijn, dan moet in zulk
eene vermeerdering van belasting ook worden
berust.
Het vaderland vraagt ook diensten
beurs der burgers en
roer-mij-niet wezen,
verstand genoeg hebben, om
op een schreeuwen te zetten, wanneer er een
dieper greep in de beurs moet worden gedaan.
Zij moet er van overtuigd zijn, dat, wil men
een onafhankelijke staat blijven, men daartoe
ook geld behoeft en ge.ld moet betalen.
Maar Indië? dat hebben wij immers,
daar nog niet iets van
menigeen, wanneer hij hier
pendat de richting van
ministerie die rijke bron niet
w;l laten vloeien.
Ziet, Indië levert
de laatste jaren