SCHOONHOVENSCHE CODRANT WEEKBLAD r 129. ZONDAG-17 DECEMBER. 1871. VOOR DE KRIMPENER-, ALRIASSER- EN LOPIKERWAARD. Zilver en Goud. I ilGEN NO. n De- ;al ten laas, r, pu- vier S. W. N. van NOOTEN te Schoonhoven, Uitgerers. j BUITENLAND. I 18 tegenzin tegen spiratio MALZ.- kring ,EN )EREN. OOTEN (2287) PRIJS DEZER COURANT Voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,60. Franco per post- 0,70. 'aar- den n te L872. 171. Vestuur Juel, TUIG, rkt, bij Brie- (2293) i Chefs )HANN 3 (zonder (2291) Bloem den Heer VEN. - - Zoo vatten wij dagbladschrijver op n dank buiten bij het bevelen PRIJS DER ADVERTENTIËN' Van i tot 5 regelst 0,50. Iedere regel meer- 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco. 5 n den inhoud van artikel gewaagt hij niet. Daarover letter- waarin bestond dan i aiiveil, hebben. ons misdrijf? dat wij over deze zaak ge il leners. Van dergelegd. Gij meent I dat de schrijver ons ffev geheelen geest v,an ois 1 1 wellicht O 70 de ver- ^hoonste ke arts- atnp des ijst uw ngewone ‘Idelberg. bekende OSBIER arus Zie gebracht. UBCK. iw voor- raeparaat i werking irter Jo e H^rbtn. 400 La ien Heer ingezonden stuk door den //Katholiek” zijn ne en dit spreekt van zelf, «wezen heeft óf op den artikel, bf op eenige zelfs op enkele Hoewel de berichten omtrent de ziekte van den Prins van Wallis in de laatste dagen iets gun stiger luiden, is het gevaar toch nog niet geweken. De prins heeft, zegt men zijne ziekte opgedaan in het kasteel van Lordesborougn waar hij van 30 Oct. tot 4 Nov. vertoefde. Aan eene gezond- heidscoin missie is opgedragen een onderzoek naar de gesteldheid van dat kasteel in te stellen en het is gebleken dat de lucht daarin besmet was. Een privaat in de kamer, waarin de prins sliep, bleek in gemeenschap te staan met een grooten beerput van van Is prijzenswaard, dat het I leids. pjj O rEMz C. o TEM.'’ (2297) ar de w g 1ste10 liciter iedere 14 dagen hoofdartikelzonder er dacht dat het hebben. Maar ieder heeft zoo zijn smaak. De een doet aan courantengeschrijf, de ander aan couranten ge lees. Evenwel zal ons gemis aan tegenzin tegen courantengeschrijf ons er niet toe brengen om thans ook op die beschuldiging betreffende vorige artikelen terug te komen. Die beschuldiging is vooreerst veel te onbepaald en bovendien: wat thans hoofdzaak is, moet hoofdzaak blijven. Later zal zich wel eens eene gelegenheid voor doen om over dat andere te spreken. De //Ka tholiek zal hier wel met tegen hebben. De hdofdzaak dus. Waarom heeft de //Katholiek” eindelijk zich de opoffering getroost van over zijn tegenzin tegen courantengeschrijf heen te stappen en de acte van beschuldiging tegen ons op te gaan maken? Omdat hij het zich //tot eene verplichting re kende thans een woord te spreken, ten einde ons aan te toonen op welke grievende wijze ons hoofdartikel on^e Katholieke abonné’s heeft ge troffen.” Deze woorden op zich zelven bevitten nog geen verwijt tegen ons. Iemand kan getroffen wezen buiten de schuld van hem, die uetroffen heeft. Men kan zelfs uit honig venijn zuigen. Iemand kan ergernis geven, maar er kan ook ergernis worden genomen. Het slot van het artikel heldert dan ook den zin dezer woorden op. //U heb ik onder het oog willen brengen,” zoo heet het daar, het den waarlijk liberalen dagbladschrijver met past, halelijk te zijn omtrent hen, die van een ander gevoelen zijn.” AA ij zijn dus hatelijk geweest tegen de Ka tholieken en hebben hen daardoor gegriefd. Waar zijn de bewijzen, vragen wij. Gij denkt natuurlijk dat die bewijzen in het //Spreken is zilverzwijgen is goudzegt het spreekwoord, dat ons in n° 128 dezer cou rant door //een Katholiek” in herinnering gebracht. Wij kenden dat spreekwoord wel. Wij ken den het ook, toen wij in n° 126 ons hoofd artikel over *het Nederlandse!) gezantschap te Rome” schreven. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Zeer zeker. Doch kostelijker dan zilver en goud, is spre ken op zijn pas. 1 Wij meenen dat te hebben gedaan. Wij vragen aan onze lezers of de //Katho liek” in zijn ingezonden stuk het ook deed? Hij heeft ons beschuldigd. Hij had het reeds vroeger willen doenware het niet dat hij een ontzettenden tegenzin had tegen courantenge schrijf. Maar hij heeft dien tegenzin eindelijk overwomrn. Ons bovengenoemd hoofdartikel heeft hem daartoe gebracht. Wij hebben natuurlijk geen courant ngeschnjf. Wij schrijven dan ook fe- in deze courant een ooit aan te hebben ge- iets was om tegenzin tegen te te rukken'’” onbillijkheid. Maar men herinnert zich toch zoo iets van eene andere bedoeling en voegt er bij //of moes ten uwe woorden wellicht tot een heelenden balsem strekken?” om daarop onmiddedijk te doen volgen: //In het laatste geval geef ik u de verzekering dat gij u hebt misrekend; de uitwerking was verkeerd.” //Heelenden balsem?” Och neen, wij wilden eenvoudig ook aan onze Katholieke lezers dui delijk maken, dat de meerderheid der Tweede Kamer hunne godsdienstige belangen noch had willen treffennóch ook getroffen had. De kerk was immers vrij oin voor hare geestelijke belangen te doen wat zij wilde, doch de po litieke reden voor het onderhouden van <en politiek Gezantschap was vervallen. Hoe? Daar over hebben wij ons in het minst niet uitgelaten. En dan hadden wij nog een tweede doel. Wij willen er bij onze lezers met allen ernst op aandringen, dat de belangen van het va derland nooit aan de belangen der kerk mogen worden opgeofferddat al wenschen en verwach ten de Katholieken Oök het herstel der wereld lijke souvereiniteit van hunnen Paus, de Ne- derlandsche staat zich in die quaestie nimmer mengen mag; dat het zich in dergelijke con flicten neutraal moet houden. Ja, wij wilden met ons artikel een nieuwe poging wagen om het beginsel der scheiding van Kerk en Staat te doen waardeeren, om te waarschuwen tegen eene begeerte, welke de rampen des oorlogs over ons vaderland konde brengen, voor iets, dat toch door niemand een algemeen vaderlandse!) belang kan worden genoemd. Het ingezonden stuk van den //Katholiek” draagt geene dagteekening Wij wagen de on derstelling, dat hij ons hoofdartikel eenmaal vluentig gelezen en daarna onmiddellijk zijne regelen op het papier gebracht heeft. Waarom anders eene derzelijke acte van beschuldiging, waarin geen enkel teil ten onzen laste genoemd wordt, en waarin zoo maar losweg onze be doeling wordt verdacht gemaakt, terwijl onze ware bedoeling voor ieder, die zijne oogen opende, duidelijk in ons artikel te lezen stond. Wij trekken ons dus de b.-schuldiging niet aan. Integendeel. Wij meenen een goede daad te heboen gedaan, door te trachten de inzich ten onzer lezers te verhelderen, en vrede te bren gen waar van andere zijde agitatie gebracht was. de taak van den hoeralen e.i zullen wij baar blijven opvatten. Zij die billijk zijn, zullen ons blij ven lezen. En de anderen? Ook uit honig kan men venijn zuigen. Maar toch blijft het honig. dat de schrijver ons i geest v.an zinsneden daaruit, woorden. Gij vergist ons lijk geen enkel woord. Maar Hierin alleen schreven |llUMv.i Luistert. //Met welk doel toch werd door u een hoofd artikel gewijd aan dezelzaak?” Ja, zoo is het dan njaar. Wij mochten over deze zaak niet schrijven. De Tijd b. v., de Noord- Brabander en andere Katholieke bladen, die mochten er wel over schrijven, die moch ten hunne afkeuringen bij hoopen aan de meer derheid onzer Tweede fóirner in het aangezicht werpen. Die hadden volkomen vrijheid aan deze zaak hunne hoofdartikelen te wijden. Maar wij, wij kleine liberale Schoonhovenschecourant, wij moesten ons stil houden. Ja wel. Begrijpt gij dat niet, lezers? wij ook niet. En niemand, die billijk wil wezen, zal zulk eene bewering kunnen begrijpen. Na alzoo ons eerst afgevraagd te hebben met welk doel wij schreven, zoude, dunkt ons, de Katliolirk” hebben moeten aangeven wat hij zelf' voor ons doel hieldom dan verder de juistheid dezer meening te staven, door zin sneden uit ons artikel aan te halen. Toch doet hij dit niet. Hij gaat voort met vragen. //Is het voor Nederland zulk een daad eer, een der eersten te zijn, om het recht den sterkere op den zwakke te ^erkennen? het voor .Nederland zoo p~-.i.* er zich met aan stoort, dat een groot deel van zijn bewoners in hunne dierbaarste gevoelens wordt g krenkt? Was'het uw doel de versche wond op nieuw open te rukken, of moesten uwe woorden wellicht tot een heèlenden balsem strekken Behoeven wij nog te zeggen waarom wij schreven? Staat het dan niet in ons artikel met zoovele woorden te lezen? Niemand, die het artikel met bedaarde aandacht gelezen heeft of overleest, kan dit ontkennen. Over de afstemming van den Gezantschaps- post was geagiteerd, was sensatie gemaakt. O. i. ten onrechte. Over de bedoeling dier af- sieimriing heerschte misverstand, groot mis verstand. Dat wilden wij in onzen kring van lezers wegnemen. //Daarom,” zeiden wij met zoovele woorden//is hel misschien goed op deze ge beurtenis even terug te komen. De Katholieken, I du deze regelen lezen, kunnen wij wellicht meer leet het daar, //dat vret|e doeil krijgen metr den genomen maat regel enz. En durft men ons dan nu nog vragen: //was I het uw doel de versche wond op nieuw open Inderdaad, die vraag is eene

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1871 | | pagina 1