41
SCHOONHOVENSGHE COURANT
eswijk.
WEEKBLAD
JUSTITIE.
ZONDAG 17 MUM.
IT. 142.
VOOR BE KRIMPENER-, «LBUSSER- EN LOPIKERWAA|D.
EMJKÏÏEH).
IWMOSWOMO
DN, HOOIBERGEN en onge-
iuuder WEI", HOOI— eu
IVD 1 de gemeente Langer ak,
gen in bod gebragt op ƒ28510,—.
(HUIS «net Erf en TUIN al-
5 Roeden, 34 Ellen, verhuurd tot
voor ƒ54,’s jaars, met de
T
Na het Debat.
VAN DIENST
l Maart 1872,
EST.
April 1872,
verschillende Gezindten.
lIAFj)
BUITENLAND.
Openbare Verkooping
van
Paarden, Koeijen,
VEEVOEDER, BOUW- en
DSOHAP en INBOEDEL,
van B. ZWIJNENBURG,
azijn te Langerak, op aan-
er dag, den 14en Maart 1872,
ten overstaan van den Notaris
Uretfkerk. (8698)
I
I
O
lieren.
de
i-
stand
rich t
MUI DEZER COURANT
Voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,60.
Franco per po»t0,70.
op 4 Maart benoemd tot
nodewerking van alle Inge
st het in ontvangst nemen van
r. persoonlijk te bezoeken.
DRHUIJS JEz.Jroorzittei‘.
EELHOED, Secretarie.
1KA.MPPenningmeester.
IESEN.
iN HELDEN.
IMAN Jz.
NOOTEN.
JP.
INDER.
SCHERPENZEEL.
[NCK.
Daarbij kwam, dat wanneer
stem uit de rijen der arbeiders zich deed hooren,
de kapitalist!
reweg in de
neer een
om b. v. te
werk ik niet
90 van de 100
8. W. N. van NOOTEN te Schoonhoven,
Uitge^rs.
degelijkheid in de behande-
u J gejrenscht. Doch hófe dan
ook verkregende uitslag de aanneming van het.
*1 ons vernfagd.
ERDAM,
3 ure 80 min.
6 ure.
morgens 5 ure 3Q min.
id. .8 ar*.
MBORG,
namiddags 1 ure
id. 3 w 15 min.
DB D IRECTIE.
Amsterdam wordt uitgegeven:
«EGT SPLEGING,
9 Advocaat te Amsterdam.
eleerden.)
so per post f 1»I5.
V N. VAN NOOTEN. («88)
zijn achterwege geblevendie anders zouden zijn
opgericht.
Waarom zoude men die vrijheid niet geven?
Men was bevreesd dat de werklieden zich
zouden vereenigen tot plotselinge werkstakingen
waardoor zij èn zich zelven èn de werkgevers
in het verderf zouden storten en waaruit de
ergerlijkste gewelddadige tooneelen konden voort
vloeien. In Engeland waren de voorbeelden van
bij werkstakingen gepleegde gruwelen niet on
bekend.
Immers wat is het geval?
Wanneer eenige arbeidersontevreden met het
loonverhooging vragen en anders weigeren te
werkendan hebben zij er behng bij dat a|len
daarbij ééne lijn trekkendat er nifct sommigen
worden gevonden, die hun het werk uit de haud
nemen en al hun hoop op toegeveu van de zijde
des werkgevers in duigen doen vallen. Geweld
dadigheden tegen medearbeiders dié hunne plan
nen verijdelen liggen dus wel eens voor de'hand.
Wat wil nu het thans aangenomen ontwerp?
Hetwtt tret türmen van ÏWrgeHJte fèreeni-
gingen vrijlaten, maar het wil aan den anderèn
kant straffen bedreigen tegen iederdie door ge
weld, bedrog, beleediging en andere uitdruk
kelijk genoemde middelen, een ander in zijne
vrijheid om te werken of niet te werken be
lemmert.
Vrijheid. Wie niet werken wil, tenzij op betere
voorwaardendie werke niet. Wie wel werken
wil, die werke wel.
Hiermede heeft de wetgever volstrekt niet
aan de werklieden het staken van hunnen arbeid
willen aanbevelen. In het minst niet. Werk
staking is altijd een gevaarlijk spel. Alleen on
der bepaalde voorwaarden kan zij tot een góden
uitslag leiden en het is hoogst moeilijk die voor
waarden te kennen en na te gaan of zij aan
wezig zijn.
Doch aan den anderen kant mogen wij veilig
verwachten dat de vrije vereenigingen van ar
beiders in vele gevallen een rechtmatiger stand
der loonen zullen verkrijgen. Verstandige werkge
vers laten het ook niet tot werkstakingen komen.
Vooral in ons land mag men zulke gevolgen
verwachten, tn ons land, waar een geest van
orde de arbeiders steeds heeft onderscheiden.
Deze eigenschap hebben alle sprekers in de
Tweede Kamer erkend.
De aanneming van het wetsontwerp is dus
weder een stapgeweest op den weg der vrijheid,
en heeft juist daarom ook tegen inbreuk op de
vrijheid van anderen streng gewaakt.
Van de vrije ontwikkeling der maatschappe
lijke toestandenvan degelijk onderwijs en ver
spreiding van beschaving is de beste oplossing
te wachten van. alle maatschappelijke vraagstuk
ken, ook van de arbeiders-quaestie.
De Keizer van Duitschland heeft aan de
Fransche krijgsgevangenendie nog in Pruisen
ten gevolge van vonnissen vastgehouden werden,
gratie verleend.
Zaterdag-morgen zijn in een tunnel tus-
schen Rymney en Cardiff, in Engeland, drie spoor
treinen tegen en op elka&r geloopenhet tooqeel,
dat daardoor in de duisternis ontstondwaarbij
het gefluit der stoommachines zich vermengde
met het gegil der passagierswas verschrikkelijk.
PRIJS DER AOVEltTENTIÉN
Van 1 tot 5 regels QfiO.
Iedere regel meer0,10.
Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco.
ag en toewijzing, opDings-
len 12en Maart 1872, ’s mor-
10 ure, in het RAADHUIS te
de op650,-—. I
OUWtAND «Waar, met de
sgt op 225,—.
jroote en watervrije SCHUUR,
e Buitenhaven te Nieuwpoort, m-
425,-.
3 en 4 dadelijk te aanvaarden.
brmatiën zijn te bekomen bij den
•K te Streefkerk. (8697)
Welk een ontzettende dtukte was dat in de
vorige week. Welk een onrust is er toen ont
staan in het gemoed van menig eerzaam Neder
lander die een blik wierp in de zittingsverslagen
van de Tweede Kamér der Staten Generaal.
Het debat over de zoogenaamde coalitieWet was
toen aan de orde. Het was een vreeselijk debat.
De kamerleden slingerden elka&r en het publiek
de woorden «Internationale”, «Commune «So
cialisme”, «Revolutie” en meer dergelijke zoo
duchtig in bet aangezichtdat iederdie niet
flink op zijne hoede was om zijn nuchteren ver
stand te bewarengroot gevaar liep het te ver-
Thans iw’dibAjé Uti beroering voorbij. Het
pleit is beslist. De Kamer heeftmet eene zeer
kleine meerderheid evenwelbehoudens enkele
kleine wijzigingen, het wetsontwerp aangenomen,
gelijk het door den Minister van Justitie was
voorgesteid.
Na het debat kunnen wij nu nog eens kalm
overwegenwat met dit ontwerp wordt bedoeld
wat er door zal worden verkregen. Wellicht is
nog hier en daar bij onze lezers eenige bezorgheid
overgebleven die wij kunnen wegnemen. Wel
licht is bet goed de bespreking van het onderwerp
nog niet te laten rustenzoolang de Eerste Kamer
nog geene uitspraak heeft gedaan.
Het ontwerp (wij hebben er xjroeger ook reeds
een artikel over geschreven) stelde voor de af
schaffing van eenige voorschriften van het geldend
wetboek van strafrecht en hunne vervanging door
eenige nieuwe bepalingen. Die voorschriften ver
boden hoofdzakelijk ccalitiën van werkgevers
strekkende om tegen recht en billijkheid eene
vermindering van het loon der arbeiders door te
drijven en coalitiën van werkliedenom den
arbeid te doen stakente beletten of het loon te
doen verhoogenin beide gevallen moesten dan
diq cóalitiën gevolgd zijn door eene poging of een
begin vaö uitvoering.
Sinds het jaar 1811 hadden die bepalingen
hier te lande gegolden. Eene geheele herziening
van het in. dftt jaar hier te lande ingevoerde wet
boek van strafrecht was in al dien tijd niet tot
d gekomen en de opheffing dier bepalingen op
zelve was nooit ter sprake gekomenhoewel
Frankrijk in 1864, België in 1866 tot de af
schaffing waren overgegaan.
Mr. S. van Houten, de afgevaardige voor het
kiesdistrict Groningen, begon echter voor ruim
twee jaRr het verkeerde van het voortbestaan dier
artikelen te bespreken. Hij betoogde de onbillijk
heid van het verbod aan de arbeiders ora door
het vormen van coalities invloed uit te oefenen
op den stand der loonen en drong op afschaffing
aan. De vorige Minister van Justitie bracht reeds
een ontwerp in dien geest in gereedheidde
tegenwoordige Minister nam bet over en zoo
kwam het aan op Maandag den 4en Maart jl.
in openbare beraadslaging.
Men wist dat het wel tegenkanting zoude on
dervinden. Dit was uit de tusschen Regeering
en Kamer gewisselde stukken duidelijk gebleken.
Men konde zich voorbereiden op een ernstig debat.
Toch is het debat zelf ons ontzettend tegenge
vallen. Wij hadden daarin minder hartstocht,
minder vrees, meer
ling der hoofdquaestie
uur ventremen
ontwerp, heeft
Waarom
De zoogenaamde arbeidersquaestie is sinds lang
aan de orde. Het is duidelijkvoor ieder die de
sociale toestanden ondet de oogen durft zien
dat dikwyls bet loon der arbeidersdat wil zeggen,
het aandeel dat zij van de opbrengst van het pro
duct erlangen, volstrekt niet staat in verhouding
tot het aandeel, dat zij hebben in de voortbren
ging van bet product. In menige industrie is bet
loon sinds jaren gebleven op het peilwaarop de
gewoonte het eenmaal gebracht had, en terwijl de
prijs der levensbehoeften is gerezenzijn die
loonen dikwijls geheel onvoldoende geworden.
In zoover de arbeiders daarin verbetering
wenschtenstonden hunne belangen menigmaal
tegenover die der kapitalistenin wier dienst zij
waren. Dezen, die niet zelden het leeuwenaandeel
voor zich bezatenwaren óok aan het bezit van
dat aandeel gewend gwdjkt <sn kwamen juiei
niet uit zich zelven op de gedachte om daarin
verandering te brengen. Ook aan rijkdom, ook
aan weelde gewent men spoedig.
Daarbij Jcwam, dat wanneer nu en dan een
ten tegenover die ontevredenen ver-
gunstigste positie verkeerden. Wan-
werkman het wanhopig besluit nam
zeggen: «voor zulk een laag loon
langer,” dan kon de kapitalist in
I gevallen gerust zeggen: //welnu,
wilt gij niet, blijf dan maar thuis en zie
maar toe dat gij uw leven er bij houdt; ik kan
tieu nlaatsvervangers voor één krijgen en al ge
schiedt dit niet dadelijk, dan heb ik nog geld
genoeg om rustig het einde van dén, strijd af
te wachten.
De arbeiders hebben dit ingezien en zij zijn
begonnen vereenigingen te vormenvereenigingen
die ten doel hebben in den mateneelen toestand
der leden verbeteringen aan te brengenöp ver
schillende wijzen. Al deze wijzen Kunnen wij
hier uiet bespreken. Soms hadden zij ten doel
door gezamenlijke inkoepen in het groot zich
hunne levensbehoeften goedkooper te verschaffen.
Soms bedoelden zij door het bijeen brengen van
kleiue kapitalen zelve eene of andere onderne
ming op te zette». Soms wilden zij fondsen
vormen tot hulp in slechte tijden of tot cre-
diet-verleening voor den aankoop van werktui
gen enz. Soms ook tot bespreking van maat
regelen ten einde zich hoogere loonen te bedin
gen. In die laatste gevallen zouden dé werk
gevers aau die vereenóginge* niet zoo gétaakkelijk
de wet kunnen stellen als aan de enkele werk
lieden die op zich zelven stonden. Eendracht
maakt altijd macht, en tegenover die eendracht
zouden de werkgevers dikwijls moeteu toegeven,
en met de sleurwélke de loonen op een te laag
peil had gehoudenmoeten breken.
Dergelijke vereeniging nu werd door de be
doelde artikelen van het wetboek van strafrecht
verboden. Wel is waar hebben in de laatste
20 jaren slechts zeer weinig strafvervolgingen
te dier zake plaats gehad, maar toch waren
die bepalingen een aanhoudende belemmering
en men kan natuurlijk niet zeggen hoevele ver
eenigingen wegens de bestaande strafbedreiging