ZONDAG 12 IEL
F. 150.
De volksbanken van
Schulze-Deiitzsch.
«7,
283
!l: f
BUITENLAND.
OVERZICHT.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
SmUIOWUI CODRANT.
leen.
nieuw middel moest dus worden
deze
1
I
«O»/.
82
«1‘Z.
»P/,
91'/,
ectie. 7
ectie. 7
>ns. 7
59. 7
3
5
7
6
6
8
8
8
S. «Sc W. N. Vj^N NOOTEN,
Uitgevers.
Prijs der Advertentie»Van 1 tot 5 regels /O,GO. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlyk tot Zatdrdags-voftrmHdags ten 10 ure.
3 Mei.
56*/,
677.
8»71.
217»
517.
148
86"/,.
977.
»87,
«97.
95
1197.
113’/.
'120
7«7.
737.
757.
99'/,
159
58'/.
8’7.
59>/,
Ut.
ep, gelling, pnj.
i msrktpryiea wa
ler half kilo; kaae
I 23113. et; aard-
lortea 1 2 i 2.S0,
geroerd 25 partij-
297»
2«7s
2*7»
397u
397».
977»
717.
727»
«4/.
917.
97
987»
<•‘7).
607»
249
245%
577»
567»
637ie
687,.
547
155%
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag,
^verzonden. Prijs: yopr Schoonhoven per drie maanden ƒ0,70.
Franco per post door het geheele ryk 0,80.
ov. 5
kug. 5
rii 5
tot. 5
1860. f
14. r
5
5
5
6
7
6
6
6
5
H-
3
8
5
5
5
00. 5
5
3
Deelden de dagbladen in het begin van dit
jaar nog al eens berichten medewaaruit bleek
dat de Bonapartische partij in Frankrijk nog
lang niet alle hoop op eene mogelijke herstel
ling van het Keizerrijk had opgegerenwaarlijk,
de agenten van den Ex-keizer hebben in den
laatsten tijd vooral geen benijdenswaardige taak.
De rapporten der commissiën belast met het
onderzoek naar de omstandigheden, waaronder
de verschillende capitulatiën tijdens den jongsten
oorlog gesloten werden, en van de leveringeiy
ten behoeve van het Departement van Oorlog,
hebben nog eens de geschiedenis van 1870 en
1871 in al hare treurige tafereelen voor den
geest geroepen, en de sympathie voor het ge
vallen Keizerijk niet doen toenemen.
Het onderzoek naar de capitulatiën heeft menig
staaltje van volslagen gebrek aan krijgstucht aan
het hcht gebracht. Generaal Bazaine heeft zelf
aan Thiers verzocht voor een krijgsraad verant
woording te doen, en das de beslissing van
het Wetgevend Lichaam niet afgewacht.
Hoe groot de verwarring was, die er in het
bestuur van ’s lands zakenook onder ’t beheer
van het Gouvernement voor de Nationale ver
dediging heerschte, blijkt uit de ongelooflijke
bedriegerijen, welke er, blijkens het rapport der
commissie, plaats vonden bij de leveriugen van
levensmiddelen en uitrustingen ten behoeve van
het leger. Zoo werd op eene leverantie Van ge
weren voor 10 millioeu francs, door een tus-
schenpersoon 2 millioen verdiend, terwijl aan
een Amerikaan 240,000 francs werden uitbe-
taald voor patronendie niet geleverd waren en
bij latere ontvangst onbruikbaar bleken.
De eerste ontmoeting van den DuitBOhsn
gezant te Versailles met Thiers heeft voor
goed de geruchten eener minder goede verstand
houding tusschen Duitschland en Frankrijkvoor
zooveel die hier en daar nog geloof mochten vin
den, gelogenstraft; zelfs zou er op nieuw sprake
zijn van eene schikking tot vervroegde ontrui
ming van het Fransche grondgebied.
Bismarcks berekeningen hebben gefaald. Met
de benoeming van een geeatelijke tot gezant te
Rome had hij gemeend vele moeielijkhedenont
staan in de verhouding tusschen Kerk en Staat,
uit den weg te zullen ruimendoch die benoe
ming vond te Rome bezwaarop grond dat de
diplomatieke werkzaamheden van den gezant wel
eens in strijd konden komen met de ambtelijke
plichten van den geestelijke. Nu zal voörloopig
geen gezant benoemd worden.
De rijkskanselier heeft nog geen tijd gehad
om geheel te bekomen van de ongesteldheid,
waaraan hij reeds voor den oorlog lijdende was.
Hij zal daarom na afloop van de tegenwoordige
zitting vag den Rijksdag eenig verlof nemen.
Erger is het in Denemarken gesteld,
waar het grootste gedeelte van het Ministerie
ziek is, eën Minister van Financiën altijd nog
op zijne benoeming wacht en de Koning op
reis is.
De Internationale, die bij de werkstaking der
metselaarsknechts niet stil zat, maar door allerlei
middelen getracht heeft vasten voet in Denemar
ken te krijgenzal ook d&ir haar plan moeten
opgeven. De overheid heeft de vergaderingen der
Internationale verboden, en eene vereemging van
werkliedendie zich tot taak heeft gesteld haar te
bestrijdenvindt van dag tot dag meer aanhang.
Maandag a. s. zal de Engelsohe regeering
aan het parlement mededeelingen doen omtrent
het geschil met Amerika en de correspondentie be
treffende die zaak overleggen. De schikking zelve
schijnt nog slechts eene quaestie van vorm te zijn.
Bij de bespreking van het wetsontwerp op het
Lager onderwijs in Schotland stelde een der af
gevaardigden uit dat land eene motie voorom
het godsdienstonderwijs op de openbare schelen
verplichtend te stellen. Hoewel de regeering er
gen noor Engeland
f 10 i 16nuch-
rycen van het vee:
I. 65 ct.; kalveren
schapen 80 ct._;
60, Sde gaal, f 46.
ie en Zeeuwache
Flakkeesche en
cringe en blauwe
b H.S0.
wuwache f8,00
)he, Overmaassche
2100 kilo.
che Winter f 5,1Q
e en Overm&jtasche
ndere f4,00 a 4,80.
f 2,70 i 3.70.
•e f 5.50 «JDO.
wen de prijzen als
nen f 3,80 A 4,10.
»erd ongeveer 400
f 230 290. min-
en f120 i 170,
65 4 90, nuchtere
:t., minder xware
tje» f 20 i 29,
13 par stek.
lerep 75 i 85 ei.,
Nieuwe ^.puike
he f ll,60<12,30,
en blauwe f 8,704.
b en Vlaamsche
Ginter zakmaat
Overmaassche
ohe en Vlaamicbe
•^0MA0.
pC.
2f
3
4
8
3
3
3
3
3
3
1816. 5
5
5
5
5
1000. 5
1000. 5
3
10, f
Bij de volksbanken is dat anders. Daar moeten
telkens nieuwe leden kunnen toetreden, telkens
oude kannen uittreden, daar het anders aan de
behoef en van den handwerkersstand niet voldoet.
Natuurlijk kau die uittreding niet zoomaar op
eens geschieden zonder tijdige opzegging, en even
n tuuriijk blijft ook de uitgetredene aanspra-
ilijk voor de verp’ichtingen, welke de bank ge
durende zijn lidmaatschap op zich nam, maar
voor het vervolg js hij bevrijd.
Dit nqpmt men de veranderlijkheid van het
kapitaal, en die veranderlijkheid geeft juist aan
de instellingen die bewegelijkheid, waardoor zij
geheel op de hoogte blijven der behoeften.
Uit dat kapitaal nu der bank, het uit de
aandeelen samengebrachte en het opgenomen
vreemde kapitaal kunnen de leden voorschotten
ontvangen voor hunne zaken. In den regel
stellen zij daarvoor borgen of geven zij eenig
onderpand, doch ook over een zeker bedrag
kunnen zij zelfs zonder borgtocht crediet krij
gen. Bij kleine sommen geven zij het geleende
met de interesten terug, om weer een nieuw
crediet aan te vragen, wanneer de behoefte zich
op nieuw voordoet. Aan het einde van het jaar
wordt de balans opgemaakt, en hetgeen de bank
door haren omzet van geld gewonnen heeft,
onder de leden verdeeld. Op die wijze wordt
de bank voor beu eene uitstekende gelegenheid
tot geldbelegging, waardoor zij met hunne spaar
penningen flinke winsten behalen. De bank te
Delitzsch was zelfs in het jaar 1870, bet oor
logsjaar, waarin de zaken natuurlijk veel moesten
lijden, toch nog in staat om aan de aandeel
houders 10 percent op ieder aandeel uit te keeren
als overwinst.
Niet alleen in Duitschland hebben deze in
stellingen het burgerrecht gekregen, Ook in
België worden zij meer en meer opgericht. In
ons land bestaat er slechts ééne, te Goes.
De vruchten dezer instellingen worden natuur
lijk allereerst in kleinen kring geplukt, en de
voorbeelden daarvan kan men overal, waar zulk
eeu bank bestaat, in menigte vinden.
Te Delitzsch, waar de handwerkslieden gelijk
wij boven zeiden, 20 jaren geleden nauwelijks
zes centen per maand konden bijdragen, ver
strekte de bank in 1870 reeds meer dan 300000
gulden aan gezamenlijke voorschotten.
En, om bij de kleine voorbeelden te blijven,
zoo verhaalt ons een Belgisch schrijver hoe eeu
bakker om het brood bij zijne klanten te bren
gen dagelijks 30 cents moest uitgeven voor huur
van een kar, totdat hij 100 francs van de bank
ter leen vroeg, daarvoor eene kar kocht en zoo
lang 30 cents dagelijks afzonderde, totdat hij
de 100 francs had terug betaald; nu was de
kar zijn eigendom geworden en won hij alzoo
iu het vervolg dagelijks 30 cents uit. *Een
schoenmaker kocht leder op crediet, betaalde
duur en was daarenboven nog verplicht zich met
mindere qualiteit tevreden te stellen. Toen hij
lid van de bank was geworden, schoot deze hem
500 francs voor. Nu kocht hij contant, kortte
10 h 15 percent en ontving eerste qualiteit.
Zyne klanten merkten op, dat hij zooveel beter
werk leverde dan vroeger, recommandeerden hem
bij auderen en zoodoende breidde hij z'jnetiken
aanmerkelijk uit.”
Dergelijke gevallen doen zich dagelijks voor.
En wanneer dan de leden aan bet einde des jaars
nog een winst op hun aandeel bekomen, dan
zeker zullen zij geen berouw hebben voor een
aandeel in die bank te hebben geteekend.
Men denke er eens over na.
Wij hebben hier de zaak slechts iu vluchtige
trekken beschreven. De ruimte van dit blad
e.schte dit.
Voor wie er meer van wil weten verwijzen
wij naar een pas verschenen werkje van Mr.
Goeman Borgesius: fSchulze-Delitzsch en zijne
credietvereemgingen.” Voor wie van ons nog
eenige ophelderingen wenscht te ontvangen naar
aanleiding van dit artikel, staan de kolommen
van ons blad open.
Naar een
omgezien.
Het bestaat hierin, dat alle leflen der volks
bank zich voor de opgenomen vreemde kapitalen
aansprakelijk stellen en wel ieder voor het gehetel.
'Ijeex zeker is dit eene zware verplichting, maar
fcene verplichting tevens, waardoor, gelijk de
ervaring het heeft bewezen, de vreemde kapi
talisten zich dan ook ten volle verzekerd achten.
En men vergete niet, dat deze verplichting voor
de leden niet zoo drukkend kan wezen, omdat
zij elkaar kennen, omdat zij allen in dezelfde
plaats wonen en omdat het hun vrij staat per
sonen van wier eerlijkheiddegelijkheid en werk
zaamheid zij niet overtuigd zijn, niet als leden
toe te laten.
Hoe gaat het met de groote naamlooze ven
nootschappen, welker aandeelhouders elkaar in
de verste verte niet kgnnen en waarvan toch
ook wel enkelen genoeg kunnen benadeeld wor
den door de insoliditeit van anderen.
Die hoofdelijke aansprakelijkheid van ieder
aandrel houder der volksbanken voor het geheel
van de schulden der bank, stelt een zeer be
langrijk beginsel, geheel afwijkend van hetgeen
bij de kapitaal-vereenigingende naamlooze ven
nootschappen geschiedt. Immers wanneer gij
een aandeel neemt in eene of andere naamlooze
vennootschap, dan kunt gij nooit meer verliezen,
dan het bedrag van uw aandeel. Van dat aan
deel stort gij in den aanvang een zeker gedeelte.
Misschien moet gij later ook het nog niet gestorte
aanzuiveren, doch dat is dan ook alles. Uwe
aansprakelijkheid reikt niet verder dan het bedrag
van uw aandeel. Dergelijke aansprakelijkheid
noemt men eene beperkte.
Bij de volksbanken kan men althans in den
aanvang met zulk eene beperkte aansprakelijk
heid niet volstaan, gelijk wij zeiden, omdat de
som dier aandeelen te gering is. Om die reden
stellen de leden zich ook voor meerdus onbe
perkt aansprakelijk, en, zooals wij zagen, ieder
voor het geheelhoofdelijksolidair, gelijk
men zegt.
Waarom dat?
Ziet hier. Omdat, al heeft iemand, die aan
de bank zijne kapitalen leent, ook nog zooveel
vertrouwen in de verschillende leden der bank,
hij daarom toch de mogelijkheid niet kan voorbij
zien, dat die leden sterven of door verschillende
tegenspoeden bij den besten wil der wereld hunne
zaken niet vooruitgaande kunnen houden. Wan
neer nu ieder slechts voor een gedeelte aanspra
kelijk was, dan zou de geldschieter in zoodanige
gevallen voor een of meer zulke gedeelten zyn
waarborg missen. Hebben zich echter allen aau-
sprakelijk gesteld voor het geheel, dan verliest hij
dien waarborg nooit.
Wij willen wel gelooven dat velen, die deze
regelen lezen, voor deze hoofdelijke aansprake
lijkheid zullen terug schrikken, en toch zoude
dit ons zeer spijten.
Want men stelle zich de zaak niet overdreven
voor. Wanneer de bank eenmaal op gang is
en goede zaken maakt, dan wordt zelfs voor
de zekerheid der geldschieters die hoofdelijke aan
sprakelijkheid langzamerhand overbodig en dan
is ook voor de leden het geval niet meer denk
baar, dat van-die aansprakelijkheid zoude moeten
worden gebruikt gemaakt. Bovendieneen goede
reservekas fiiaakt ieder gevaar zoo goed als on
mogelijk.
Op nog één groot punt moeten wij wijzen,
dat met dat andere in verband staat, eeu punt,
waarin ook al weder de volksbank naar het mo
del van Schulze, van de naamlooze vennootschap
pen aanmerkelijk vbrschilt.
Wie eenmaal in eene naamlooze vennootschap
aandeelhouder is gewordenkan daar niet weder
uittreden, eenvoudig1 fcoodra hem dit goeddunkt.
Hij blyit aan zijne verplichtingen gebonden,
tenzij hij, er in slaagt, zijn aandeel aan een
ander over te doen, en zulks, wanneer hij nog
J met alles op dat aandeel gestort heeft, met
goedvinden der directie.
Vóór veertien dagen beloofden wij over
crediet-instellingen in dit blad nader te zullen
schrijven. De ambachtsliedenkleine nering
doenden en landbouwers in Duitschland, zeiden
wij toengenieten de vruchten dezer instellingen
reeds ten volle. Wij hoopten dat ze ook in
Nederland meer genoten mochten worden.
Zij zijn het waarddat men hare oprichting
ernstig overwege. Die er in slaagt ze te vestigen
zal ondervindendat zij in den toestand van het
crediet eene heilzame hervorming te weeg brengen,
dat zij aan vele der klaagliederen uit ons vorig
artikel een einde willen makendat zij de mensch-
heid een stap nader zullen brengen tot dien tijd
waarin, gelijk wij het noemden, niet alleen hij
crediet kan krijgen, die iets heeft, maar ook hij
die iets ie.
Het is thans even twintig jaren geleden, dat
Schulze voor het eerst zijne denkbeelden in toe
passing bracht, en wel in zijne geboorteplaats^
net stedeke Delitzsch zelf. Onder de arme hand
werkers van dit plaatsje, die met moeite voor
het gemeenschappelijk doel ieder zes centen per
maand konden afzonderen stichtte hij de eerste
dezer bankenvan welke er tegenwoordig ruim
2000 over geheel Duitschland verspreid zijn, en
welker gezamenlijke fondsen in de inillioeuen
guldens beloopen.
Welke is nu dq inrichting dier banken?
De kleine ondernemersdie in dezelfde plaats
wonenals handwerkersneringdoenden land
bouwers enz. brengen eenig geld samen, ten einde
daaruit, wanneer zij dit mochten behoeven, voor
schotten te kunnen ontvangen d. w. z. in de
groote termen der handelswereldzij stichten
eene bank bij aandeelen. Het bedrag van ieder
aandeel is natuurlijk niet zeer aanzienlijk, omdat
anders al spoedig de financiëelé krachten der leden
te kort zouden schieten. Bovendien behoeven zij
niet op eens te worden volgestortmaar wor
den er maandelijks kleine sommetjes betaald, totdat
de storting is afgeloopen. Eene kleine entrée heft
men bovendien om daaruit een reservefonds samen-
testelleu, hetwelk kan worden aangesproken in
géval van verlies.
Het ligt evenwel in den aard der zaak, dat de
som dier kleine aandeelen op verre na niet vol
doende is tot bet voorzien in de behoeften aan
voorschottenwelke zich onder de leden kunnen
voordoenen dat alzoo het door die leden samen
gebrachte kapitaal niets anders kan wezen, dan
de grondslag der onderneming. Vreemde kapita
len moeten worden gelokt. De bank moet op hpar
crediet van andere personen geld ter leen vragen
tegen gewonen interest, ten einde ook daaruit de
aan de leden te doene voorschotten te kunnen
betalen. Zoo doet immers ook de rijke ban
kier zoo doen de aanzienlijke bankvereenigingen
der groote kapitalisten.
Maar daar is nu juist ook de groote moeilijk
heid gelegen
Een rijk bankiereene aanzienlijke bankver-
eeniging trekken gemakkelijk vreemde kapitalen
tot zichwanneer zij namelijk hunne zaken goed
administreeren. Zij bieden immers in hun eigen
vermogen een voldoenden waarborg aan en hun
naam heeft op de geldbeurzen een goeden klank.
Groot is de toeloop van allerlei menschendie
kleinere of grootere sommetjes voor korter of
langer tijd te beleggen hebbenom deze som-
motjes te brengen bij de depositobank of bij den
hun bekenden bankier, vanwaar zij, zoodra zij
bet ingebruikte weder noodig hebben, het kunnen*
terughalen, en waar hun dan een behoorlijken
interest van het ingebraohte wordt uitbetaald.
Doch welke waarborgen hebben nu die volks
banken te geven? Welk een betrekkelijk gering
bedrag vertegenwoordigen niet hare aandeelen en
hoe duister zijn niet de namen der aandeel*
houden I s