w.
l»’/4
8P/,
r 155.
Z0WA& 16 JUNI
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
*»-•
BUITENLAND.
OVKRZICHT.
Ter Nagedachtenis.
pc.
to.
SCHOONHOVENSCHE COURANT
1000
:rt.
Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere
regel meer Q,1Q. Groote letter» naar ptaateruimte. Inzen-
w Wm«,- uit^fc tot ten «ure.
en«k
ik.
7c
83.
69.
12.
J4.
15.
in zijne opvattingen,
voornemens», onver
en bij dat alles on-
7 Juni.
56‘/4
66*/.
8h’/W
88Va
3O’/4
30*
95'/.
41"/l,
41
99
72’/.
85'/,
98
98
S. W. N. VAN NOOTEN,
tftge™-,.
75*/,
62
255
24» 7.
”7.
64',
64'/,.
569
2»>/.
217,.
1607,
98
98
997.
96'7,.
1.47,
6'7,.
234'/.
226 7,
94
947.
»27.
98’/,
895
121
113
121
100
1497,
54
88
ten Jeven. In 1849 sloot al, wat liberaal was,
zich om hem voor de toepassing en ontwikkeling
der nieuwe beginselen van staatsbeleid. In 1858
moest hij wijken onder den drang der April
beweging om plaats te maken voor een getob
met allerlei ministerie» en ministers, totdat in
1862 zijne optreding, die immers reeds zoo
lang door de natuur der politieke toestanden ge-
eischtwas, werkelijkheid werd. In 1868, toen
het land was uitgeput door de regeerwijze van
het conservatieve Kabinet van 1866, kwam het
weder tot zich zelf bij het vernemen der tijding,
dat de Koning Thorbecke met de samenstelling
van een ministerie belast had, al betreurde het
dat de staatsman niet had kunnen besluiten
zelf in'dat ministerie plaats te nemen. Maar
wat hij toen nog had geweigerdzoude hij drie
jaren later niet meer kunnen weigeren, en toen
Nederland dat besluit vernam, was het gelukkig.
Was ook niet te midden der dreigende gevaren
van den Fransch-Duitschen oorlog over het gan-
sche land eene stem gehoord, die om Thor
becke riep?
Thans is hij heengegaan. Hij heeft oh» ge
laten in het genot van al het goede, dat bij ons
verschaft heeft. Maar hij heeft ons ook gelaten
onder de zware verantwoordelijkheid, die het bezit
van zooveel goeds oplegt.
Hij is als een Elia, ten hemel varende na
gestaard door zijne leerlingendie smeeken dat
hij zijn profetenmantel om hunne schouders moge
werpen en dat twee deelen van zijn geest op
bén mogen zijn. Wat zullen die leerlingen mi
doen? Zullen zij trachten elkaar steeds meer
te doordringen van den geest des meesters, of
zullen zij elkaar den Elia’smantel van de schou
ders trekken, ieder op zijne beurt bewerende,
dat hij is de uitverkorenede gezalfde des Hee-
ren, dat de profetenmantel den ander niet past?
Wij hebben goeden moed. Een tweede Thor
becke bezit Nederland misschien weder eens na
eeuwen. Een volk door Thorbecke gevormd be
zit het thans. Dat volk herinnere zich den
meester. Het stichte een gedenk teeken op de
begraafplaats te ’s Hage, het stichte een schooner
gedenkteeken in het bestaan van een vrijorde
lievend, degelijkwelvarend, gelukkig Nederland.
Dat kan het volk. Dat moet het alleen maar
ernstig willen.
\mNov. 5
sbr.—Aug. 5
in.Juli. 5
pr.Oct 5
,500, 1860. f
1864. r
5
5
5
6
7
6
6
6
5
44
3
3
aandeel. f
5
5
5
5
id. st. 100. 5
5
3
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prj|s: voor Schoonhoven per driemaanden ƒ0,70.
Franco per post door het geheele rijk 0,80.
UCHTKV.
pC. 7’_J.
2| 667,
3
4
3
3
3
3
3
3
ov. .3
98 en 1816. 5
1820. 5
5
5
1862. 5
64 4/1000. 5
66 V1000. 5
ie. Ie Sectie. 7
2e Sectie. 7
gecons. 7
1869. 7
lig. 3
1869. 5
7
6
t .6
8
3
3
UCHTM.
Hennep, gelling, prijs
lo; boter 50, 52 a 60 et.
!3 4 85 per 50 kilo; vette
rarkena f 7,00 4 10; lam-
elen Jammen f 6,00 4 7,00
Dotoiiter.
Aangevoerd 85 partijen;
>1,00, 2de qual. met flau-
sn wei* dito f 1,00 4 1,04
ini. Aangevoerd: 2 paar-
vette en graskalveren, 65
chapen 01 lammeren, 274
bokken.
■al. 85 ot., 2de qual. 70 ot.;
2de qual. 70 et; schapen
57 ot. allee per kilo.
9de qual. 54 ot. en 3de
e en Zeeuwaehe f l%90 4
akkeesche en Overmaaaache
m blauwe f9,50 4 10,90,
ZMUwaehe f8,00 4 8,40,
ie, Oesran—ohi en Noerd-
13,224,9254928 per 9100 k.
Zeeuwsche f 5,40 a 5,70,
>he en Overmaassche f 4,70
80, minden f 4,80 4 4,90.
,80. lange f 2,80 4 3,80.
80, mindere f 5,90 4 6,30.
nmen f 5,00 4 6,00. De
elen heeft bijna geheel op-
Aangevoerd 400 stuks vee,
Ifkoden f220 4 300, min
dito vaarzen f 121 4 180,
en f 50 4 80, nuchtere kal-
>8 4 62 ot., minder zware
loopertjes f22 4 28, fok-
fik 10, die van 104 12
weibjter fO,88 4 0,94 bet
rwe. Nieuwe*puike Zeeuw-
inohe f 11,80412,50. <ndi-
41*180 8,1 ^*UWC
ihe én Vlaamsche f7,30 4
4 7,70.
f. vasNootea, Schoonhoven.
Nauwelijks is in'Frankrijk het incident tuft*
schen den President en het Wetgevend lichaam
met betrekking tot de benoeming der leden van
den StaaterM<(- uit den weg geruimd, of een
nieuw verschil van gevoelen deed zich voor bij
de behandeling van het wetsontwerp op de leger-
organisatie, en dreigde een oogenbhk van grooten
invloed te zullen worden op de bestaande orde
van zaken.
Bij art. 37 was de diensttijd op 5 jaren be
paald. Eene loting zou danvolgens eenige latere
artikelenuitwijzen welk gedeelte een half of een
geheel jaar en welk gedurende den vollen tijd van
5 jaren in werkelijken dienst bij de corpsen zou
blijven. Verschillende leden, en daaronder leger
bevelhebbers van naamkonden zich hiermede
niet vereenigen en stelden voor om het artikel
aldus te wijzigen, dat de werkelijke diensttijd
op vier jaren werd bepaald of wel op 5 jaren,
doch dau de dienstplichtigen gedurende het
laatste jaar, niet opteroepen. Zij bestreden de
rogeeringsvoordracht vooral op grond van den
ongelijken druk en de billijke klachten die het
gevolg va» de aanneming van het artikel zou
den zijn. v
Thiers verklaarde evenwel met geene wijziging
genoegen te kunnen nemen. Het beginsel van
algemeenen dienstplicht, zooals het in Duitsch-
land in al zijne consequentie werd toegepast,
behoefde Frankrijk niet over te nemen om een
goed leger te bezitten. Met Napoleon hechtte
En het leven is hem gelaten. Hij heeft 74
jaren mogen tellen, hij heeft die jaren mogen
besteden zooals weinig anderen vóór hem zulk
een tijd besteed hebben, zooals weinig anderen
na hem het zullen doen. Hij is zijn land ten
zegen geweest tot op zijn sterfbed toe. Schoon
einde van een schoon leven
Maar van een leven van ontzettenden strijd.
Strijd in de openbare kampplaats van het par
lementair debat, waar hij werd aanvaard tegen
de behoudzucht van geprivilegieerde standen en
kerkelijke dweepers. Strijd ook binnen de ge
sloten ruimte van het departement van Binnen-
landsche Zaken, waar hij werd aanvaard tegen
den sleurgeest eener slaafsche, of weinig betec-
kenende en matte bureaucratie. Strijd zeker ook
binnen het voor geen oningewijde te betreden
Koninklijk Kabinet, waar hij werd aanvaard
tegen verouderde traditioneele begrippen en niet
het minst tegen slechte raadgevers.
In dien strijd heeft Thorbecke overwonnen.
Hij is gestorven als leider van Nederlands po
litiek leven, hij is betreurd door den Koning
als zijn trouwsten dienaar en zijn eerlij ksten
raadsman, door het volk als zijn bekwaamsten
regeerder, zijn meest vertrouwden besebénner,
zijn edelsten medeburger.
En om die overwinningen te behalen heeft hij
geen enkel beginsel opgeofferd, is hij geen stap
van den eenmaal ontworpen weg afgeweken. Om
die overwinningen te behalen heAft hij geen
enkele maal gebruik gemaakt van het geweld,
dat aan het gezag ten dienste stkat, van de
vleierij en de misleiding, waardoor de hoveljng
zich aangenaam kan maken, van de hartstochten
der volksmassa’s, die zoo licht zijn te beroeren.
Zijn wapen is geen ander geweest dan het
wapen der overreding. Hij kon dat wapen han-
teeren beter dan eenig ander, want hij was be
kwaam in de wetenschapals het ware geboren
voor de regeerkunst, ruim -,J--
ver vooruitziende in zijne
zettelijk in de uitvoering
vermoeid in den arbeid.
Zulke mannen kunnen iets tot stand brengen,
die de stervende heeft gesproken? eBreng aan
aken, met wie ik zoovele jaren aan de belangen
van liet vaderland gewerkt heb, miine laatste
groeten en zeg hun, dat de stervende vriend is
heengegaan, erkentelijk voor den stebndien
zowelen hem in moeilijke tijden gaven/’
Aandoénlijk, niet waar?
De man die daar neerligt met zoo groot een
verteden achter zich, wachtende tot de laatste
ure komt, voor wiens oog zeker dat geheele ver
leden voorbijtrektallerlei gestalten langs hem
heen voerende van vrienden en tegenstanders,
allerlei tooneelen voor zijn geest oproepend, waarin
hij zelf het middelpunt is van den strijdwaarin
de slagen die vallengeslagen worden bij voor*
ke«r door hem en gericht werden by voorkeur
tegen hemdie man die zoo oneindig veel meer
heeft gegeven, dan hij heeft genomen, denkt
bovenal aan den steun, die hem geschonken is,
en zijn laatste woord is een woord van dank,
wik dank hen voor den steun.”
Toch had hij meer steun verdiend, hadden
wij o. a. gewenschtdat de teleurstellende er
varingen van den laatsten tijd hem waren be
spaard geweest. Wel moeten die ervaringen hem
hebben gegriefd en moet het hem veel hebben
gekost, nu, na eene werkzaamheid van zoovele
jaren, nog te moeten zeggensde liberale partij
moet nog leeren.” Maar hetgeen hij gelukkig
te gelijkertijd heeft mogen ervaren, dat is ge
weest de sympathie van het liberale gedeelte der
natie, welke zich in de betreuring der aftreding
van het Kabinet zoo onverholen uitsprak. Zonder
twijfel, indien hem het leven ware gegund ge
weest, zoude hij den grootsten steun hebben ge
vonden bij de stembus van 1873.
Maar hij is van zijn arbeid opgeroepen vóór
dien tijd. Zijn sterven heeft kalm mogen zijn.
Onwillekeurig denken wij hierbij terug aan
dien anderen grooten staatsman, dien Nederland
twee eeuwen geleden bezeten heeft, en die, naar
den eisch der politieke verhoulingen van dien
tijd, de republiek der geünieerde provinciën den
bloeitijd van hare grootheid, hare macht, hare
ontwikkeling heeft doen doorleven.
Hoe anders is zijn uiteinde geweest. Welk
een contrast. In het 72ste jaar der 17de eeuw
wordt van Nederlands grootsten staatsman het
doode lichaam op de wreedste wijze verminkt en
opteerd; in het 72ste jaar der 19de eeuw ont
bloot eene onafzienbare schare eerbiedig het hoofd,
wanneer van Nederlands grootsten staatsman het
stoffelijk hulsel door vriendenhanden wordt graf
waarts gedragen.
Welk een contrast. rOranje boven” was de
leus, waaronder Jau de Wit uit de gevangenpoort
gesleept werd naar de plaats der executie. //Oranje
boven” was de leus, door Thórbecke zelven aan
geheven boven allende Oranjevlag was het
veiligst onder Thorbecke’s bescherming.
Dat heeft men eerst niet willen gelooven. Met
argwaan is de groote man aangezien in het paleis
des Konings en door de vrienden van het Ko
ningschap. Zijn streven is verdacht gemaakt en
zijne vijanden hebben gewaarschuwd tegen de
bedoelingen van persoonlijke eerzucht. Zij heb
ben hem niet gekend, die zoo waarschuwden en
vreesden. Dat het Koningschap in onzen tijd
zoo vasten steun bij de natie vindt, heeft het
bij voorkeur aan Thorbecke te danken. Door
zijne streng constitutioneele houding heeft hij
èn den Koning èn aan de natie geleerd de hooge
beteekenis van het constitutioneele Koningschap,
als grondslag voor de vrije ontwikkeling van het
Nederlandsche volk, te waardeeren.
Viermalen is hij door het vertrouwen des Ko
nings en den wensch der natie tot de regeer ng
geroepen. Driemalen heeft hij haar aanvaard
de laatste maal met opoffering der rust, die hem
toekwam, met opoffering, zooals thans is ge
bleken, van zijne gezondheid en van zijn leven.
En telkens wanneer Thorbecke Minister werd
was het alsof men ruimer ademhaalde, na eerst
in allerlei ongezonde almospheeren te hebben moe-
60 2e leen. 4, 90*/le
67/69. 4
59. 8
Bs. 100. f
maar zulke mannen zijn zeldzaam, zeer zeld
zaam.
Slaan wij in onzen leeftijd den blik naar het
buitenland. Lincoln voor Amerika; maar dezen
heeft een moordenaar op den weg tegen gehou
den. Cavour voor Italië, maar dezen heeft de
dood verhinderd te toonen of hij voor de vol
tooiing van Italiës eenheid evenzeer geschikt was
als voor het ontwerpen der grootsche plannen,
in het aankweeken van den nationale» geest.
Von Biamarck voor Duitschland, maar deze heeft
helaas den somberen weg moeten betreden met
zooveel duizende Duitsche lijken geplaveid. Voor
zijn vaderland niet minder groot dan die mqnnen
voor het hunne, heeft Thorbecke het geluk gehad,
dat voor de bereiking van zijn verheven doel
geen geweerschot gelost, geen doode gevallen is.
Amerika heeft moeten zuchten onder den bur
geroorlog, Italië heeft het zwaard moeten trek
ken tegen den Oosten rij kschen beheerschertegen
de ftaliaansche despootjes, zelfs tegen de repu-
blikeinsche Garribaldisteu en eindelijk nog tegen
den eerbiedwaardigen kerkvorst. Duitschlaud
heeft eerst moeten worstelen in eigen boezem
later zich moeten wapenen tegen den erfvijand
diens land moeten vernielen, diens zonen bij
duizenden moeten doen sneuvelen, diens provin
ciën moeten ontrooven, diens schatkist moeten
uitmergelen.
Nederland had het beter. HA heeft aan zijne
in omvang kleinere, in karakter niet minder
verhevene taak, de vrije stoffelijke en geestelijke
ontwikkeling van een volk, door duurzame en
vrijzinnige staatsinstellingen beschermd, kunnen
arbeiden in vollen vrede. En bij dien arbeid
is Thorbecke de groote arbeider geweest; allen
steunden op hem.
Allen steunden op hem. Hebt gij daaraan
gedacht toen gij een der laatste woordeii laast,
4 JUNI.
De vorige week was ons artikel reeds ter
perse, toen de groote rouwmare zich door het
land verspreidde. Daarom schrijven wij deze
regelen eerst thans. Ze te schrijven is ons, al
geschiedt het thans later, zoo groote behoefte.
Het was ons alsof hij nooit sterven zoude
groote Thorbecke. De gedachte, dat wij Ne
derlanders dien schat, die ons allen toebehoorde,
eenmaal zonden moeten verliezenkwam niet bij
ons op. Thorbecke werd oud, hij had reeds
meer dan zeventig jaren achter zichmaar het
bleek immers iederen dag' dat hij niet verou
derde. Hij was ongesteld, hij had zich zelfs
lang buiten de vergaderzaal der Kamer en bui
ten zijn departement moeten houden, maar hij
had immers steeds doorgewerkthij was weder
in de Tweede Kamer verschenen, hij was dus
hersteld.
Neen, wij wilden dien schat niet verliezen,
en daarom dachten wij niet aan de mogelijk
heid van het verlies, daarom voorspelden wij
uit alle teekenen goede dingentotdatja tot
dat wij hoorden: Thorbecke is dood.
Gansch Nederland heeft geweend omdat het
verslagen was, omdat bet, terugziende op het
verleden, gevoelde wat Thorbecke geweest was
omdat het, uitziende naar de toekomst, twijfelend
vroeg? wat zullen wij wezen zonder hem?
De rouw was algemeen en die algemeene rouw
deed qns goed. Zij was ook zoo natuurlijk.
Thorbecke toch bovenal heeft het Nederlandsche
volk opgeleid in bet staatkundig en maatschap
pelijk leven'en hij heeft gelukkig lang genoeg
geleefd om nog te kunnen ervaren dat het volk
het heilzame van die opleiding inziende, hem
dankbaar was. Thorbecke’s populariteitinden
degelijke» Hollandschen zin, is steeds gestegen,
en daarin lag wel het beste bewijs, dat hij in
zijn streven tot volksontwikkeling was geslaagd.
Wij gevoelen ons gelukkig dat voor ons de
droefheid door niets wordt gehinderd. Wij heb
ben steeds met zoo volle overtuiging Thorbecke’s
richting aanvaard, dat het ons een weemoedig
genot is, welks droevige aantrekkelijkheid door
niets wordt gestoordons thans te verdiepen in
hetgeen Nederland Thorbecke dankt.
Toen de Leidsche hoogleeraar door de macht
zijner wetenschap en zijner denkbeelden eene
schooi om zich vormde van bekwapje leerlingen,
die# door de gedachten des meesters bezield, de
maatschappij binnen traden met geen grooter ver
langen dan om die bezieling in de maatschappij
over te gieten, toen reeds wist men dat die
hoogleeraar, zoo hem het leven werd gelaten,
zijn land ten zegen zoude zijn.
Toen de man der wetenschap, door wijsgeerige
en historische studiën voorbereid, zijn scherpe
geest liet gaan over de Nederlandsche Grond
wet, welker volledige herziening reeds algemeen,
ofschoon met veelal nevelachtige formuleering
begon gewenscht te wordentoen Thorbecke zijne
vAanteekeningen” uitgaf, toen reeds wist men
dat die wetenschappelijke beoefenaar van het
staatsrecht, zoo hem het leven werd gelaten,
zijn, land ten zegen zoude zijn.
Toen de volksvertegenwoordiger in het jaar
1844 mede behoorde tot die lurn der negen
mannendie aan de Tweede Kamer een ontwerp
indienden ter grondwetsherziening, toen, al werd
ook door de meerderheid die poging verworpen,
toen reeds wist men dat die volksvertegenwopr-
diger van initiatief, zoo hem het leven werd ge
laten, zijn land teu zegen zoude zijn.
Toen in het jaar 1848 de Koning, het drin
gen van den geest des tijds inziende, Thorbecke
benoemde in de staatscommissie, aan welke ein-
delijk het ontwerpen eener uitgebreide grond
wetsherziening was toevertrouwdtoen reeds wist
men dat die staatsmanzoo hem het leven werd
gelaten, zijn land ten zegen zoude zijn.