r 156.
ZONDAG 23 JUNI
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLAOR- EN LOPIK E RWA ARD EN OMSTREKEN*.
Voor de zevende keer.
9
"1"
27/.
BUITENLAND-
OVERZICHT.
:ten.
-TT^-
ndeel
het voorschrift der Grondwet
69.
Prys der Ad verten tiën Van i totSr^/O.W. tedere
regel meer 0,10. Grwte tetters mm yteslwuinte. Imam.
ding franco, en uiterlijk lot ZalardagMoenaiiHage ten IVtMr
gecons.
1869.
heerschappij
leplandsclie i
gcuicdVO>
staatsdienst
9971.
97
n
10
SCHOONHOÏENSCHE tOÜRINT
1 t i-’b a; -»b mh/-v --1 »’-i
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,70.
Franco per post door het gëheele rijk 0,80.
lever van 1848 zich voor-
fperk te openen voor het
itschappelijke ontwikkeling
u’j zich niet alleen bepaald
bij het vaststellen der algemeene beginselen,
maar heeft hij ook nu en dan het ontwerpen
en tot stand brengen eener nieuwe wettelijke
regeling omtrent sommige onderwerpen uitdruk
kelijk voorgeschreven. Zelfs vindt men in de
additioneele artikelen dier Grondwet voor het
14
«7s
235 »/4
224 7.
9371.
987.
93»/,
121
113'/.
121
76»/.
102
154'/,
53'/,
88*/,
68
97'/,
97'/.
89’/,
75»/,
63
255
251
57’/,
64
«7,
560
155'/.
64'/,
18’/,
62’/,
162'/,
897,
98'/,
14 Juni.
50’/,
66»/,
88>/„
88'/.
29'»/,
29'»/,,
24’/,
42
42
42
99
73
19'/,
|84'/,
-Nor, 6
—Aug. 6
-Juli. 5
-Oct. 5
1860. f
1864.
ingevoerd 250 links ree.
oeien f 225 4 320, min-
vaarzen f 145 4 190,
I, guste dito f 110 4160,
talveren f 14 a 18.
ilo; overloopertjes f80
ken f7 4 11, per stuk.
re. Nieuwe nujke Zeeuw-
ibe f12,00412,70, ordi-
idere en blauwe f 9,30 4
12,00.
en Vlaamsche f 7,30 4
imsohe Winter zakmaat
1 4 6,00, Overmaassche
teeuwsche en Vlaamsche
■r^dT^-10-
vanNootan, Schoonhoven,
S. W. N. VAN NOOTEN,
«jf
Uit«eT«*
rechterlijk ambtenaar of aanstaand rechterlijk
ambtenaar en werkt daardoor onwillekeurig op de
houding van menig lid der vertegenwoordiging
wiens vrienden of betrekkingen tot zoodanige amb
tenaren of aanstaande ambtenaren behooren.
Al die byzpndere belangen hebben invloed
ontzettenden invloed. Men bemerkt dit niet
altijd, omdat er meestal niet voor uit wordt ge
komen doch eene geheime werking is daarom
niet minder krachtig. En bij de behandeling
van het ontwerp Boot heeft de heer van Deinse
in de Kamer zelve gezegd wik geloof dat, indien
de minister van Justitie koude voorstellen eene
wetwaarvan art. 1 luidde ieder behoudt wat
hij heeft dat dan zijne taak omtrent de ver
dere regeling zeer vereenvoudigd en gemakkelijk
gemaakt zoude zijn.” Destijds werd die zware
beschuldiging niet tegengesproken en of de kamer
leden bij die gelegenheid nebben gebloosdver
melden de stenografen niet.
Toch begrijpt ieder dat voor bet algemeen
belang het bijzonder wijken moet. In het be
lang van het nageslacht moet het tegenwoordige
iets lijden. Dat is eene eeuwige wet geweest,
die niet is te ontgaan. Doch daarin juist bestaat
de lust om te hervormendat men heeft ge
leerd iets te lijdenom betere dingen in het
leven te roepen. Het vdoor lijden tot heerlijkheid”
is ook in het staatsleven waar. Wij hopen dat die
lust en die kracht bij onze vertegenwoordiging
zuljgp ^lykeii te bestaan.. Ieder kanwel nagaan
dat eene organisatie van 1827 in 1872 verou
derd is. Over de noodzakelijkheid der hervorming
is dus geen twijfel. Met goeden wil en zelfver
loochening zal men er wel kunnen komen.
Immers mislukt ook deze zevende poging en
wordt ook aan dit zevende kind de doodsteek
gegevendan mogen wij wel voorspellendat
het achtste kind ettelijke jaren minstens zal
uitblijven. En zoo zullen wij het dan nog maar
moeten doen met het oudje van 1827.
Indien onze vrees eens werd beschaamd
Doch men is hier te lande aan teleurstellin
gen gewend.
5
5
5
6
7
6
6
6
5
44 87
.3
3
5
5
5
t.100. 5
c. .5
3
PC
*1
3
4
3
3
3
3
3
3
8
1816. 5
5
5
6
2, 5
1000. 5
ƒ1000. 5
2e leen. 4t
19. .4
3
100. f
dracht der Registers van den Burgerlijken Stand
aan de overheid.
Ook uit Berlyn wordt thans bevestigddat
er onderhandelingen met frankrijk geopend
zijn over de vervroegde ontrüiming van het
grondgebied en de betaling der oorlogskosten.
V«n Frankrijks zijde worden eerlang bepaalde
voorstellen te gemoet gezien. Die voodoo
pige onderhandelingen hebben reeds goeden in
vloed uitgeoefend op de verhouding der pertnen
lu de Nationale vergadering. De «achterzijde,
opgeschrikt door den uitslag der verkiezingen in
drie departementen, welke verkiezingen ten gunste
der republikeinsche partij uitvielenmeende reeds
in den president eene neiging tot overhellen naar
die partij op te merken en vond goed om Thiers
vertrouwelijk daarover te interpelleeren, of, zoo dit
niet hielp dezen door het voorstellen eener motie
te noodzakentrouw aan het verdrag van Bor
deaux, als ware middenman te regeeren. De
president maakte haar evenwel opmerkzaam, dat
nu de onderhandelingen met Duitschland pas
geopend waren de tijd al zeer slecht gekozen
was om zulk een twistvraag aan de orde tb
brengen.
Dé behandeling van het wetsontwerp op de
legerorganisatie gaat nu weer geregeld voort. Na
de rede van Thiers werd ook de bepaling, dat
miliciens, ervaren in den dienstna 6 maanden
met groot verlof huiswaarts kunnen gezonden
worden, welke bepaling de voorstanders van 4
en 5 jarigen werkelijken dienst wilden geschrapt
hebbenaangenomen. Minder voorspoedig gaM
het met het sluiten der nieuwe handelstractaten.
De Engelsohe regeering, die het reeds zoo
druk heeft met de Alabama quaestie, werd ook
over den langen duur der onderhandelingen over
het handelsverdrag reeds lastig gevallen.
Als een klein staaltje, dat internationale ver
schillen langs diplomatieken weg nog niet zoo heel
eenvoudig uit den weg zijn te ruimenkan die
nen, dat de stukken, met Amerika gewisseld
óver het tractaal van Washington, waarvan eene
Fransche vertaling het licht zieteen boekdeel
beslaan van 3000 bladzijden en nog is het
verschil niet opgelost I
Het scheidsgerecht te Genève is ter bepaalder
tijd bijeengekomen en heeft bereids een drietal
zittingen gehouden met gesloten deuren. Enge
land wil nu een voorstel ter verdaging doentot
dat de quaestie zal zijn opgelost. Amerikahoe
wel meenende dat er geen rede tot oponthoud
bestaat en ook onwillig daartoe mede te werken
beeft beloofd er zich evenwel met tegen te zullen
verzetten.
In Spanje heeft de optrading van het Mé-
nisterie-Zorillavolgens de berichten, eengttfi-
stigen iudiuk gemaakt, ofschoon de opstand er
niet door geëindigd Een voorstel tot ont
binding der Cortes is bereids ingediendverder
sfelt de nieuwe regeering zich voor, handhaving
der heerschappij >n de koloniën, herstel der
binneulandsche rust, hervorming op financieel
gebied, voornamelijk door bezuiniging op den
staatsdienst en met nakoming der vcrpbchtingeu
tegenover de schuldeischera.
In den Oostonrijkschen Rijksdag heeft
een der afgeUnrdigden uit Gatlicië aan. dert-
geering de vraag gericht, of het haar «nat ia
met het vervullen der belofte, in de tioouxede
gedaanom voor dat gewest op het gebied van
administratie en wetgeving bijzonders regelen te
stellen, voor zoover de cepheid des lauds dit
heid werd aangenomentoelaat, De minister president antwoordded»t
Zij mag geen gestich- de regeering bereid was concession te doen in-
aaude moeten binnen 6 dien het bleek dat daarmede het verschil voor
goed zou zijn afgedaan. Of zulk eene regeling
mogelijk is, zal de toekomst moeten leereu.
Opmerkelijk is de troonrede, waa upqde de
Keizer van Bnudllö dezer dagen de wetgevende
vergadering voor dat land opende. Geheel in den
vrijzinnigen geest, waarvan vroeger het wets-
ontwerp tot geleidelijke afschaffing der slavernij
1 gituigde, worden nu ontwerpen a.iiigekondigU-
le Sectie. 7
2e Sectie. 7
7
7
3
5
7
6
0
8
8
8
JUTEN.
Jennep, gelling, prijs
boter 50, 52 a 60 ct.
i 32 per 50 kilo; vette
cens f 6,0048,00; lam-
len Jammen f7,00 en
.angevoerd 135 partijen;
wei- dito f 0,96 4 1,00
ct.; biggen voor Enge-
magere dito f10 418:
i kalveren f 10 4 18.
Aangevoerd1 paard
askalveren31 nuchtere
mmeren, 170 varkens,
90 ct., 2de qual. 75 ct.;
e qual. 75 ct.; schapen
ct. alles per kilo.
Ide qual. 54 ct. en 3de
n Zeeuwache f 12,50 4
eesche en Overmaasaqhe
lauwe f10,00 4 11,00,
inwsche f 7,80 4 8,20,
Overmaassche en N oord-
228 4 230 per 2100 k.
Zeeuwsche f 5,30 4 5,70,
en Overmaassche f4,50
mindere f 4,30 4 4,80.
lange f 2,80 4 3,80.
mindere f5,8046,30,
Zooals onze lezers zich herinneren zullen, werd
onlangs in den Dultsohen rijksdag, bij de
beraadslagingen over de petitiën vóór en degen
de Jezuïeteneen besluit genomenwaarbij de
Regeering verzocht werdden rechtstoestand en
de voorwaarden van toelating der verschillende
geestelijke orden en genootschappen te regelen,
vooral met het doel om de werkzaamheden dier
genootschappen, wanneer zij gevaarlijk, waren
soar dp rast van den staatstrafbaar te stellen.
De regeering heeft niet lang gewacht met aan
dien wensch gehoor te gevenmaar vóór het uit
ééngaan van den Rijksdag nog een wetsontwerp
ingediendwaarbij voorloopig de quaestie der
Jezuïeten-orde geregeld werd.
Bij de toelichting verklaarde de ministerdat
het ontwerp geenszins gericht was tegen de
Katholieke kerk. Deze had 1 eeuwen gebloeid
zonder d.e ordeen ook toen zij door ’s Pausen
bevel verboden werd. Alleen daér, waar hare
werkzaamheid gevaarlijk werd voor den stiat,
moest dezen (usschenbeide komen én het recht
hebben om de rustverstoorders te straffen.
Het wetsontwerp, dat door den rijksdag nog
eemgszins gewijzigd en meer bepaald geformu
leerd met groote meerderheid werd e-
verbiedt de Jezuïeten-orde.
ten oprichten en de bestaaude w...u»u
maanden worden opgeheven. De regeering heeft
het recht bnitenlandsche Jezuïeten het langer ver
blijf in Duitschland te ontzeggen en de Duitsche
alleen in bepaald aangewezene plaatsen te dulden.
In die zelfde zitting werd een voorstel aange
nomen waarbij de regeering verzocht wordt een
wetsontwerp voor te bereiden tot de invoering
van het verplicht burgerlijk huwelijk en de over-
1 - I
kunnen de toeschouwers zich in hare geboorte,
in haar aanzyn verheugen.
En het wjlde met deze wet maar niet óp
schieten. Toeu het er op aan kwam haar in
te voeren en daartoe de noodige maatregelen
te beramen, stuitte men op allerlei zwarigheden
en ten langen laatste scheen het zelfs, dat de
sympathie voor die wet hoe langer zoo meer
verminderde, ja, dat velen niet rouwig zouden
wezenwanneer die wet maar nooit werd in
gevoerd en hare geboorte ongedaan werd gemaakt.
Die onzekerheid evenwel konde zoo niet du
ren. De minister van Justitie van Lilaar wilde
wetenwaaraan hij zich te houden had en stelde
aan de Tweede Kamer voor, dat zij zich positief
zoude verklaren vóór de invoering of tegen.
De Kamer sprak met overgroote meerderheid
het tegen uit en nu was men natuurlijk weder
even Ver als in 1848, toen men pas begon.
De minister Jolles heeft thans het zevende
ontwerp ingediend en vóór de toekomst van dat
ontwerp staat nog steeds een ontzettend vraag-
teeken. De plotseling opgekomen ministeriëele
crisis heeft den uitslag nog veel raadselachtiger
gemaakt en het pas verschenen Katnerversïag
doet ons bovendien de mogelijkheid stellen, dat,
al komt het aan de beraadslaging over dit ont
werp toe, de voor- en tegenstanders vrijwel ge
lijk verdeeld zullen zijn.
Maar hoe komt het dan toch, vraagt menig
een dat zulk eene ^gelukkige geschiedenis
mogelijk is geweest, dat een onderwerp, welks
regeling in 1872 dagteekent van 1827 en 1835,
een onderwerp, welles reformatie reeds door de
grondwet in 1848 dringend noodzakelijk is
verklaardmaar geene hervorming heeft kunnen
belevenniettegenstaande zooveel zeer bekwame
ministers het met die hervorming zoo ernstig
hebben gemeend P
Hoofdredenen tellen wij er twee, en daarbij
moeten wij natuurlijk buiten rekening laten die
ongelukken, welke door geheel vreemde omstan
digheden zijn te weeg gebracht en waartoe de
boven genoemde Aprilbeweging van 1853 en de
schoolwetagitatie van 1857 hebben behoord.
Ochvooreerst zijn de heeren van het vak
het zoo ontzettend oneens over de hoofdpunten.
De leek en die buiten de rechtsgeleerde kringen
staan, zouden het bijna niet willen gelooven.
Ieder jurist in de Tweede Kamer had zoo onge
veer zijn eigen stokpaardje, dat bij volstrekt be
rijden wilde en waarop hij de geheele Kamer nog
wilde doen rijden bovendien.
De niet-juristendie al deze stokpaardjes za
gen haalden eenvoudig de schouders op en kon
den zeer natuurlijkniet besluitenom een van
de stokpaardjes dier heeren, die het toch immers
allen wel wisten, vwx zich «elven uit te kiezen.
Ten einde die verdeeldheid zooveel mogelijk
te verminderen beeft men indertijd de juristen-
vereeniging opgericht. In hoever deze buiten
haren boezem reeds eenigen invloed heeft uitge
oefend zal naar wij hopen bij de behandeling
van het onderwerp Jolles blijken.
De tweede reden voor dien ongelukkigen loop
van zaken is, ofschoon even betreurenswaardig,
echter niet zoo onschuldig.
Immers wat is de quaestie P
Eene hervorming onzer rechterlijke inrichting
zal zonder twijfel ten gevolge hebbenopheffing
van verscheiden rechtscolleges en inkrimping van
het personeel; ja de hoofdvraag beweegt zich
hierom of de provinciale gerechtshoven alle zul
len worden opgeheven en het hooger beroep van
de burgerlijke vonnissen der rechtbanken en kan
tongerechten zal worden gebracht bij den Hoo-
gen Raad.
N u is het zelfs met gesloten oogen te bemer
ken dat hierbij allerlei bijzondere belangen op
het spel staan. Een hof te verliezen is vsoral
voor menige provincie-atad geene kleinigheid
eene rechtbank te verliezen is voor menige kleine
plaats van nog grootere schade. Inkrimping van
personeel verduistert de vooruitzichten van menig
Toen de Grondwijtg!
stelde een nieuw tijdj
staatsleven en de maai
in Nederland, heeft hij
heeft hij ook
tot stand brengen
j omtrent sommige onderwerpen
kelijk voorgeschreven. Zelfs vindt mei
tot stand komen van sommige wetten een ter
mijn bepaaldeen zeer korten termynen wel
de zitting 1849/50uiterlijk 1850/51. Dit geldt
b. v. de Wet op de Rechterlijke Organisatie, d. i.
de wet welke de grondslagen regelt, op welke
de geheele inrichting van ons rechtswezen en
onze rechtspraak gebouwd is.
Hebt gij wel gehoord: de zitting 1849/50,
uiterlijk 1850/51? Nota bene. Want weet gij
hoever het met die zaAk staat? Nog precies
even ver als toën, d. w. z. wij doen het nog
maar met de oude rechterlijke organisatie, zoo
als zij in 1827 vastgesteld en in 1885 gewij
zigd, sinds 1888 in werking is.
Zoo gaat het.
Straks een antwoord op de vraag: hoe komt
dat?
Doch heeft men dan in. al dien tijd mets
beproefd om het voorschrift der Grondwet na
te komen?
O ja, dikwijls genoeg heeft men het beproefd.
De voorteekenen waren meermalen zeer gunstig,
maar tot de geboorte van het gewenschte kind
kwam het maar niet. Zes malen hebben d:e
proefnemingen plaats gehad. De zevende is
thans ondernomen door den minister Jolles.
In 1851 was het eerst de minister Neder-
meijer van Rozentkal, die zijn kind aan de
Tweede Kamer vertoonde, maar reeds dadelijk
moest ervarendat het aan de heeren volstrekt
niet bevallen kon, omdat het er veel te ouder-
wetech uitzag en de Grondwet juist gezegd had,
dat het op de oude geldende wet volstrekt niet
gelijken mocht, dat het een geheel nieuw slag
van kind moeat wezen.
Het tweede kind was dat van den minister
Sirens in 1858, het jaar der bekende Aprilbe
weging, waardoor het geheèle ministerie en ook
die minister doodelijk getroffen werden, tenge
volge waarvan deze zijn kind inedesleepte in
liet politieke graf.
De derde beurt kwam in 1855 aan den mi
nister Donker Ourtias^ die evenwel, toen het
eindelijk met de beoördeeling van zijn kind
door de volksvertegenwoordiging ernst zoude
worden, verdwijnen 'moest voor den bekenden
kogelregen van petitiën in zake de wet op het
lager onderwijsals gevolg van welk natuurver
schijnsel de optreding van het ministerie, waarin
de heer vtn den Bmgghen als minister van
Justitie aitting nam, in 1857 plaats had. Reeds
in -181)8 was deze nieuwe ontwerper met zijn
kind, het vierde in de rij, politiek gestorven.
De vijfde keer kwam de arbeid iets verder.
De minister Boot had ten minste de voldoening
zijn ontwerp in de Tweede Kamer te mogen
verdedigenofschoon hij weldra de teleurstel
ling ondervonddat dit ontwerp werd afgestemd
door 41 van de 63 leden. Dit geschiedde in
18W.
Zoo kwam dan in 1860 het zesde kind, dat
van den heer Godefroi voor de heeren aan. Het
stond de vuurproef door en in n° 49 van het
staatsblad van 1801 werd van de voorspoedig
afgeloopcn geboorte van het kind formeel de
eenige en algemeene kennisgeving aan vrienden
bekenden en belangstellenden geplaatst.
Geboren zijn is echter ook voor eene wet
nog niet genoeg. Zij moet leven, zij moet wer
ken, zij moet in de wereld worden toegelaten
en daar hareu arbeid verrichten. Eerst dan