ZONDAG 4 AUGUSTUS.
IT. 162,
1872.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
7f]
BUITENLAND.
OVERZICHT.
’’.q
3
Een Huldeblijk.
Y
SCIOONHOTENSCHE COHR1NT
75
HO*/.
«O1/.
loot»», Mmutona.
»4
W'/,
251
57>/,
577,
lunne bijdragen geven,
geschied zullen de
S. W. N. VANNOOTEN,
Uitgever^ -
566
154%
637,
177,
5’’/,
14» 7.
887,
987,
’«7.
,1’7.
S4‘A
■V
76
74%
767.
»»V.
143’/.
447,
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prys: voor Schoonhoven per drie ipaanden /0,70.
Franco per poet door het geheele rijk 0,80.
88V<
9P/,
97>/.
977.
98 Juli.
557,
06’/,
87«/4
88
29»/,,
W”/l.
417.
41*/,
4,17.
99
73
’1 Is om medelijden op te wekken als men
ziet, hoe de 'politieke profeten meestal on
geluksprofeten zich in hunne bespiegelingen
14’/.
^*7,
>v. 5
kUg. 5
di. 5
et 5
1860. f
5
5
5
6
7
6
6
6
5
H
3
3
5
5t
.5
00. 5
5
8
3
3
3
3
3
8
3
8]6. 5
5
5
5
5
1000. 5
1000. 5
Leen. 4’ 89%
3
0. f -
Nog was de laatste klank der rouwliederen
en rouwspeeches na Thorbecke’s dood niet weg
gestorven, of al dadelijk rees van allerlei zijden
de wensch om een duurzaam huldeblijk op te
richten voor den grooten staatsman.
Daar scheen eeqe behoefte te bestaan om
niet tevreden te zijn met de woorden van hulde,
aan zijne nagedachtenis gebrachtdoch ook een
blijvend teeken te vestigendat tot bet nage
slacht duren zou.
Men vernam .reeds spoedigdat Zijner Ma-
jesteits regeering op bijzonder verlangen 'van den
koning zelvendoch natuurlijk ook geheel over
eenkomstig den wensch der ministerseen wets
ontwerp aan de vertegenwoordiging zoude indie
nen, waarbij uit ’s rijks kas een pensioen werd
verzekerd aan Thorbecke’s nagelaten dochters.
Terecht werd dit bewijs van vereering toege-
juicht. Waar Duitschiand na de oorlogen van
1866 en 1870 uit ’s lands geldmiddelen aanzien
lijke sommen had toegestaan als dotaties voor
de veldbeeren en staatslieden, die het Duitsche
volk aan het nationale doel zijner eenheid had
den nader gebracht, daar kan het niet vreemd
schijnen dat ook Nederland op dezelfde wijze,
ofschoon thans ten voordeele van nagelaten be
trekkingen, een man wilde danken, die niet
met zwaarden en kanonnen en ten koste van
burgerbloed, maar door vredelievende vestiging
en ontwikkeling der constitutioneele beginselen
de hechtheid van den Nederlandschen staat had
verzekerd en gedurende tal van jaren de ont
wikkeling van het Nederlandsche volk had geleid.
Doch ook deze eenvoudige, natuurlijke uiting
van koninklijke en nationale dankbaarheid scheen
met onaantastbaar te zijn voor de giftige beten
van de slang der partijschap. Van de zijde der
politieke tegenstanders des overledenen trachtte
men aan te toonen dat wel een zoodanig blijk
van nliefdadigheid” mocht worden gegevenmaar
dat het niet aanging in de motieven van zooda-
'nig wetsontwerp te schrijven, dat Thorbecke zich
jegens vorsten volk bijzonder verdienstelijk had
gemaakt.
Met zekere walging hebben velen zich van
dergelijke betoogen afgewend. Het is waar, en
wij willen niet kortzichtig genoeg zijn om zulks
te ontkennenThorbecke heeft in zijn politieke
loopbaan veel verrichtdat zijne politieke
tegenstanders hem niet als verdienste kunnen
aanrekenenomdat het naar hunne opvatting
niet tot heil des lands gestrekt heeft, maar
veel, zeer veel toch ook is door zijn krachtig
initiatief, door zijn alles bezielenden geest tot
stand gebrachtdat aan het gansche Nederland
ten goede is gekomen en waarover geen verschil
van meening bestaan kan onder allen, die, zon
der door persoonlijke eerzucht bedorven te zijn,
in alle oprechtheid het met de welvaart van
hun land ernstig meenen.
Wat het lot dier dotatiewet zal wezen, zal
moeten blijken. Den raad van sommigen om
het ontwerp in te trekken, opdat niet eene zoo
teedere zaak het voorwerp worde van een klein
geestige of hatelijke discussiewelke haar ka
rakter ontwijdt, zouden wij aan de regeering
niet willen geven. Neenmen houde hare in
diening vol, en wie dan den treurigen moed
wil hebben het ontwerp te bestrijdenen er
tegen te stemman die toone dan ook aan de
geheele natie dat hij dien ellendigen moed be
zit die kome er rond voor uit. De regeering
mag niet door eene intrekking aan de zooda-
nigen een uitweg verschaffen, welke hun zeer
te stade zoude komen. Het is ook niet te denken,
dat de regeering zoo iets doen zal. De piëteit
van het hoofd van het kabinet voor den gevierden
leermeester en staatsman is daartoe te groot.
Maar wij verlaten dit terrein van het offici-
eele huldeblijk. Wij willen spreken over dat
andere, dat alleen gebracht zal worden door
Jectie. 7
Sectie. 7
ons. 7
169. 7
3
5
7
6
6
.’8
8
3
?nr.
sp, schil, prijs f 22
kilo; goeboter 60
slf kilo; kaas f 21,
is 26 i 23 ct; jonge
I k 20; aardappelen
0 per hectoliter,
gevoerd 90 partijen;
dito f 1,06 i 1,10
:tte varkeps van 26
II k 23 cl. per half
imeren f 10 a 18.
gevoerd: 1102 runde-
nuchtere kalveren,
arkens, 64 biggen,
ot., 2deqoal.70.ot.;
ia). 70 et.; schapen
voor Londen 44 tot
qu*l. 66 ct. en 3de
eettwsche t 12,70 i
be en Overmaasschc
re f 10,50 i 11,60,
ehe f 7,00 i 7,60,
rmaasschc en Noord-
210 per 2100 kilo.
a 5,20, Zomer-Gerst
ige f 2,60 a 3,60.
ndere f 6,60 i 6,20.
oerd 200 stuks vee.
i f 290 i 310, min
aarzen f 180 266
70 i 95nuchtere
k 140 kilo63i 65 ot.,
H., die van 60 80
s van 6 k 8 weken
>r f 1,14 4 1,20 bet
26 stnks.
iwe puike Zeeuwsche,
0 a 12,80, ordinaire
auwe 19,40110.70,
Vlaamsche f 6,70 k
r f2,30 4 3,20, dito
hen, die vrijwillig daarto®nunne bijdragen geven.
Wat op dit gebied [$s geschied zullen de
meesten onzer lezers reeds weten. Terwijl in
den eersten tijd het gevaar scheen te dreigen
dat van zeer verschillende zijden het initiatief
zoude worden genome»dat daaruit in plaats
van samenwerking verbrokkeling van krachten
zoude voortkomen had al spoedig eene com
missie, uit Thorbecke’s oudste vrienden samen
gesteld zich als hoofdcomité geconstitueerd-
om een plan te vormendat plan aan het oor
deel eener algemeene vergadering, te onderwerpen
en voor dat plan de bijdragen tq, vragen.
Allerlei vreemdsoortige denkbeelden werden in
de vergadering van dat comité geuitnog vreemd-
soortiger denkbeelden traden op den voorgrond
in de algemeene vergadering, den 17. Juli 11. door
dat comité te Utrecht belegd en steeds vreemd
soortige denkbeelden zullen hunne verdedigers
vinden, nu re,eds in die meeting een besluit ge
vallen is.
Toch was reeds van den aanvang af van ver
schillende zijden de grootsche gedachte uitge
sproken dat een duurzaamen eenmaal aan
het nageslacht toe te vertrouwen blijk van hulde
en vereering alleen zoude kunnen worden in het
leven geroepen door de beeldhouwkunst. rEen
standbeeld voor Thorbecke”, dat was hetgeen
mén reeds dadelijk wensch te. De vorige plan
nen werden eerst langzamerhand daarnaast ge
vormd en aangegrepen toegejuigfot of afgekeurd.
Zoo waren er o. a. zeer velendie beurzen
wilden samenbrengen ten einde daaruit de stu»
diën te bekostigen van bijzonder bekwame stu-
dènten zij bilden daarmede de nagedachtenis
vereeren van den man, die als het ideaal in den
constitutioneelen staat had beschouwd de regee
ring der aristocratie van den geestuit welken
maatsebappelijken stand de vertegenwoordigers
dier aristocratie ook voortkwamen.
Daar waren er anderendie een fonds wilden
samenbrengen tot opleiding van onderwijzers
zij wilden daarmede de nagedachtenis vereeren
van den man, die altijd den Éechtsten grond
slag van staat en maatschappij had gezocht in
degelijk onderwijs.
Daar waren er 'die geld wilden samenbrengen
om een volksboek te doen schrijven en versprei
den waarin Thorbecke’s beginselen populair wer
den medegedeeld daar waren er die Thorbecke’s
beeltenis wilden doen stemjielen op gedenkpen
ningen opdat ieder dat beeld altijd ter ge
dachtenis bij zich zon dragendaar waren er
die in de hoofdstad van iedere provincie 'Ihor-
becke’s standbeeldin de raadzaal van iedere
gemeente zijne buste wilden plaatsen tot voort
durende herinnering aan den mandie in de
werkzaamheid van provinciale- en gemeente-be-
sturen den hoeksteen zag voor het geheele staats
gebouw; daar was er zelfs een die zich het
gelach der toehoorders getroosttetoen hij voor
stelde de Zuiderzee te doen indijken en de alzoo
nieuw gevormde provincie ^provincie Thorbecke”
te noemen.
Aan deze en meer dergelijke denkbeelden zijn
velen blijven vasthouden, ook thans, nu het cen-
traal-comité en de sub-commissiën, welke zich
bij haar aansluiten, besloten hebben alleen bij
dragen in te zamelenallereerst voor het stand
beeld, in de tweede pWts, indien er geld genoeg
inkomt, tot aankoop ’van Thorbecke’s huisom
dat huis vooreerst tot woning aan te bieden aan
zijne kinderen en daaraan later eene nader te
bepalen bestemming te geven, de nagedachtenis
van Thorbecke waardig.
Wij willen er bij zoovelen onder onze lezers,
die voorstanders mochten wezen van die andere
denkbeelden en die het plan van het standbeeld
vroeger mochten hebben bestredenop aandrin
gen, dat zij thans die oude stokpaardjes laten
varen en hunne inschrijvingen aan het standbeeld
niet onthouden. Dat standbeeld blijft hoofdzaak.
Ook mag daarop niet worden beknibbeld. Het
plan tot aankoop van hek huis heeft ons nooit
toegdachen, om de eeuvoudigei reden, dat daarvoor
eene bepaalde som zal noodig wezen en dat men
nu gevaar loopt, bij niet voldoende inschrijving
voer beide plannen, het standbeeld wat eenvoudi
ge» in te richten, ten einde toch die bepaalde
kojpsom te kunnen betalen.
En dat mag niet. Wij willen het toeroepen
aan het centraal-comitéaan alle sub-commissiën,
asn alle vereerders van Thorbeckedat mag niet.
Het standbeeld heeft de eerste rechten en dat
nonument worde een gedenkteekendeqjgrooten
nan waardig.
Waarom wij daarop zoo aandringen? Wij vree-
ten nipt, dat er karig zal worden bijgedragen,
maar wij meenen, dat, indien het gedenkteeken aan
het doel zal beantwoorden, daartoe veel geld noo
dig is.
Immers, en hier komen wij op de hoofdzaak,
vat moet dat gedenkteeken wezen?
Een eenvoudig standbeeldop een hardsteenen
voetstuk
Neen.
Want waartoe moet dat gedenkteeken dienen
Om Thorbecke’s naam te vereeuwigen Zeker niet.
Zijn naam leeft op iedere bladzijde onzer geschie
denis. Voor de vereeuwiging van zijn naam heeft
hij zelf gezorgd. Werkelijk groote mannen, wij
kunnen er uit onze geschiedenis genoeg noemen
leven in het nageslacht, ook zonder dat hun beeld
op eén marktplein prijkt.
Neenhet gedenkteeken moet dienen tot ver
eeuwiging onzer vereering, het moet ten eeuwigen
dage aan het nageslacht verkondigen, welken groo
ten, welken verheven indruk Thorbecke bij zijne
tijdgenooten hééft achtergelaten.
En is nu de beste draagster van dien
indrukfl' Ue kunst. De kunst heeft ten allen tijde
op de/vewiiefenste wijze de edele indrukken der
mensctfrajciifderen teruggegeven. Ook toen Thor
becke gjfMo'rven was, heeft men behoefte gevoeld
om den indruk, door die edele figuur achterge
laten, terug te geven in welsprekende redenen of
in de, tonen eener verheven treurmuziek. Toen
ook heeft men dus de kunst ingeroepen.
Welnu, men doe thans hetzelfde. Óm den blij-
venflen ihdruk duurzaam terug te gevenroepe
men de blijvende kunst in, die van den beeld
houwer.
Laten wij poëtisch zijn. Laten wij toch niet
altijd zulke dienaren wezen der nuttigheidsleer
dat wij bij alles vragenwien komt het ten pro-
fijte, wie heeft daar nut van. Laten wij töo-
nen nog élannog verheven geestdriftnog poë-
tischen zin te bezitten.
Laat ons daarom ook niet tevreden zijn met
een standbeeld op een voetstuk. Laat ons een
gedenkteeken oprichten, waarop Thorbecke’s beeld
de hoofdplaats inneemt, maar waarbij het oog tot
dat beeld wordt geleid langs artistieke groepen
en lijnen. Laat ons een kunstproduct in het le
ven roepenzooals b. v. de Engelschen deden
met hun gedenkteeken voor prins Albert, de
Duitschers met hun gedenkteeken voor Luther.
Geen standbeeldmaar een gedenkteeken, door
de hand van een waren kunstenaar ontworpen en
gebeiteld.
Dat alleen zal onzen indruk op verheven wijze
teruggevendat alleen zal onzen geest verheffen,
ter vereering van den man, in wien een zoo ver
heven geest leefde; dat alleen zal op edele wijze
aan het nageslacht leeren, welk een machtigen
indruk Thorbecke bij ons, zijne tijdgenooten, heeft
nagelaten.
Alleen zulk een gedenkteeken is den grooten
man waardig. Alleen zulk een gedenkteeken is
het volk waardighetwelk zoo schoone tijdperken
der kunst heeft gekend.
j----
Prijs der Advertèntiën: Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,10. Gtoote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlyk tot Zaterdags-vpormiddags ten 10 ure&
vaak teleurgesteld zien en/van meet af aan eene
geheel nieuwe toekomst op touw moeten zetten.
Zoo met het reeds langen tijd vooraf aangekon-
digde bezoek van den Keizer van Oostenrijk
aan het Duitsolie hof en de toenadering van
deze beide staten met Italië. Vooral sommige
Fransche bladen meenden daarin eene vijandige
“bedoeling tegen Rusland op te merken, en
maakten zich reeds sterk, door eene alliantie
met laatstgenoemden staat, de rekening met
Duitschiand te vereffenen. Maar ziet, daar dee-
Je»p de dagbladen mededat de Czaar van Rus
land in September a. s.te gelijk met den
Keizer van Oostenrijk, een bezoek bij het Hof
te Berlijn zal afleggen, en wel öp uitnoodiging
van den Duitschen Keizergélukkig dat
aan Frankrijk het succès harer leening blijft.
In den Elzas is bét nog niet veel rustiger
geworden, dank zij de bemoeiing der geeste
lijkheid, die al het hare er toe bijdraagt om
de bevolking schrik aan te jagen voor het
Duitsche militaire stelselwaarvan ’t gevolg is
dat tal van jongelieden de wijk namen naar
Fransch grondgebied en deoogst van jonge
soldaten in die gewesten al zeer karig is.
Het gebrek aan woningen te Berlijn heeft
eene oproerige beweging onder de bevolking ten
gevolge gehadwelke nu en dan een ernstig
aanzien had. Vooral den 27 Juli jL was dit
’t geval. Het volk trachtte eene barricade op
te werpen, bestormde een bureau van politie,
waarbij 16 politieambtenaren gewond werden
zoodat de dragonders het volk moesten uiteen
jagen. De groote werkstakingen, welke in den
laatsten tijd aldaar plaats hadden, doen vermoeden
dat de sociale quaestie daaraan ook niet geheel
vreemd is. Op dit oogenblik is de rust hersteld.
Oostenrijk dreigde dezer dagen een groot
verlies te zullen lijden. Deak, de man aan wien
Hongarije de verzoening met het Rijkslandde
regeling harer constitutie (Janktde man der orde,
was gevaarlijk ziek. Nu is de toestand iets beter en
geeft hoop dat de overwinning zijner partij, bij de
jongste verkiezingen, nog goede vruchten in de
toekomst zal dragenals die partij de steun van
haar hoofd niet zal moeten missen.
De Kroonprins van Pruisen houdt met zijne
gemalin verblijf in Oostenrijk, legt bezoeken
af bij den Keizer en ontvangt van dezen te
genbezoeken. Ook de Duitsche Keizer zal eerst
daags te Salzburg aankomen.
Gelukkig nu, dat het aangekondigde bezoek
van den Ex-Keizer Napoleon te Carlsbad, waar
men reeds een verblijf voor hem besproken had,
van achteren blijkt eene mystificatie te zijn,
naar men wil alleen in de wereld gebracht, om
vreemdelingen naar die badplaats te lokken;
allicht kon de nabijheid van dezen laatsten de
vorstelijke bezoekers hinderen.
De gemeenteraadsverkiezingen in Italië zijn
voor het grootste deel in Jweralen zin en zon
der verdere rustverstoring afgeloopen. De poli
tieke toestand van dat tand is, vooral door de
deelneming van de clericalen aan de verkiezin
gen, aldaar zuiverder geworden.
Den dag waarop doch eenige uren voordat
de aanslag op het leven van Koning Amedeus
plaats had, vervoegde zich zekere heer Jaques
aan een der telegraafbureaus om naar nieuws uit
Spanje te vernemen. Dit heeft de opmerkzaam
heid der politie gaande gemaakt; genoemde Jaques,
vroeger Benedictijner monnik en geboren Fransch-
mauis in hechtenis genomen en niet onwaar
schijnlijk is het, dat men daardoor op het spoor
komt van de schuldigen.
Ook in Spanje zijn verschillende personen
gevat en is het onderzoek begonnen. Dat het
eene uitgebreide samenzwering was, is niet on
waarschijnlijk. Ook het laatste manifest van
Don Carlos toch, dagteekent van twee dagen
te voren. Daarin komen zinspelingen voor,
welke doen vermoeden dat deze van den voor
genomen aanslag kennis droeg.
De Koning vervolgt intusschen zijne reis door