Wr Wu »i»V, ZOMAG 29 SEPTEMBER. T. 170. r. WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN. Militairisme. ”lj/. BUITENLAND. OVERZICHT. wy, bij I heden door S. W. KOOTEIST, Uitgevers. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer 0,10, Groote letters naar plaatsruimte. Inzen ding franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. 86>/4 98 98 r. 5 »g. 6 li. 5 t 0 860. f l. r 5 5 6 6 7 6 6 6 er anderen ons bur- «OBept. 8 4 8 3 3 3 3 3 8 116. 5 5 5 5 5 )00. 5 jOO. r.ilS, f landbouw en fabrieken; die ingenieurs die thans hun uitsluitende studie maken van vestingbouwlaat hen spoorweg- ;ij hebt den vrede. Maar 1 antwoordt: Nietalzoo, 3 8 5 5 5 00. 5 5 3 63«/4 249 y, 246 59»/, W“/l. 8*71. lts 63 H1/, »8“/l. «57. - 4|| 93>/, MO ««7. Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag vsrzonden. Prij«: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,70. Frttncö per post door bet'geheeïe rijk 0,80. M W/M 657, 87«L schrootvuur hunner vijandenen zoo weinig tot wijken te brengendat regimenten die tot op den laatsten man waren gesneuvelder niet aan dachten het veld te ruimeneven als figuranten in een dramadie zich maar niet kunnen ver beelden dat zij dood zijn. Overal, van de Noordkaap tot aan den Bos phorus, overal wapengekletter en kruitdamp; en ik geloof niet te veel te zeggen, als ik beweer, dat voor het geld, aan die pret besteed, een aardig eindje spoorweglijn aangelegd zou kun nen worden. Mocht gij soms meenen, dat de hartstocht voor militair vertoon thans haar toppunt heeft bereikt eilieve, maakt u niet te spoedig blij I In Spanje, bij voorbeeld, zal de conscriptie wor den afgeschaft, doch om plaats te maken voor algemeene dienstplichtigheid. Ons is, in de jongste troonredeherziening van de wet op de nationale militie toegezegd, natuurlijk met het doel om het jaarlijksch contingent te vergrooten. Nu is bet wel waar, dat in Spanje de finan ciën in een toestand van fabelachtige verwar ring zijn geraakt, zoodat het beste wat er van gezegd kan worden is, dat er eigenlijk geen financiën zijndat bij ons zoo menige tak van bestuur, inzonderheid het onderwijs, dringend verlegen is om staatssubsidiemaar dat zijn Zingen van later zorg. Eerst het leger en al het andere zal volgen of vergeten worden. Geld zal er nooit te kort komen, want, wil een staat een leening sluiten van zooveel mil- liarden voor oorlogsinateriëeléén woord slechts en het tienvoud van hetgeen gevraagd is wordt aangeboden. De gewapende vrede is de geesel van onze dagen. Verbazende sommen worden er döor weggeworpen in een ondempbare kolk, en mil- lioenen menschen onttrokken aan 's menschen bestemming, den arbeid, ’t Is alsof de natiën geen vrede kunnen houden, dan wanneer zij elkander een geladen pistool op de borst zetten. Staatslieden, die dat stelsel als het eenige ware erkennen, zijn huichelaars of onvoorzich- tigen. Huichelaars, omdat elke 'hunner daden hun telkens herhaalde vredelievende verzekerin gen komt weêrspreken on voorzichtige nomdat zij met vuur spelen, eu de. oorlogzuchtige harts tochten der menigte iedeit oogenblik aanwak keren. Nog lang zal de*menschheid zuchten ouder dien zwaren druk, want militair vertoon streelt onze eigenliefde en opent voor onze booze neigingen een gelegenheid tot bevrediging. Nog steeds zien wijdat vorstenzonenzoodra zij luopen kunnen, plaats nemen in de gelederen, en, ware de emancipatie der vrouwen een vol dongen feit, dan zouden ook de princessen wel licht een commando in het leger vervullen. Zoo lang zal het militairisme heerschen, totdat het crediet er door uitgeput zal zijn. Eerst dan zal het aan de tering sterven; niet als gevolg van de toenemende beschaving. En mogelijk zal dan eenmaal de schoone droom verwezen lijkt worden, die den Belgischen kunstenaar Wiertz voor den geest zweefde, toen hij zijn schilderstuk vHet Laatste Kanon” op het doek bracht: het nageslacht zal de overblijfselen van onze vernielingswerktuigen in zijn museums van oudheden verzamelenals herinneringen aan een gelukkig langvervlogen tijdvak, een eeuw van barbaarschheidwaarin menschen het als hun roeping beschouwden, zich te oefenen in de kunst van elkander te vernietigen, en de vruch ten van jarenlangen arbeid te verdelgen. De Hemel geve, dat éénmaal die tijd aan- brekel Anders, men behoeft geen pessimist te wezenom te beweren dat wij er nog verre van zijn verwijderd. He. Vrijdag 20 dezer aanvaardde prins Oscar de kroon van Zwodön en Noorwegen, als opvolger van zijn overleden broeder, Koning Karel XV. In eene openbare zitting van den staatsraad legde hij den eed als Koning af,, ont ving den eed van getrouwheid van de leden van den staatsraadgeneraals en andere hooge staats ambtenaren, en daarop verkondigde de Rijks- herautouder salvo’s van het geschut en klok kengelui dat Oscar II tot Koning was gepro clameerd. Al liet de overeenstemming van Koning en volksvertegenwoordiging in den laatsten tijd wel wat te wenschen over, toch kon Karel XV rekenen op de litfde en gehechtheid van zijn volk. Veel had het dan ook aan hem te dan ken. De nieuwere staatsinstellingen van Zwe den geschoeid op de leest van de meest vrijzinnige constitutiezijn grootendeels van hem uitgegaaneen ontwerp tot afschaffing der doodstraf, van welke straf hij een bepaalden afkeer hadzoo zelfs dat hij weigerde een doodvonnis te bekrachtigen is nog aanhangig. Nauwere aaneensluiting der beide Rijken was steeds zijne illusiedoch eene poging om hiertoe te geraken mislukte. In den Deeuschen oorlog was zijne sympathie voor Denemarken; van Duitsch- land verwachtte hij niet veel goeds voor zijn land van daar dat hij, na de laatste Europeesche oor logen de strijdkrachten van zijn rijk zocht te verbeterendoor het indienen eener nieuwe legerorganisatiewelke evenwel de goedkeuring ^der vertegenwoordiging niet mocht erlangen omdat het volk in ’s Konings vrees voor de ver overingszucht van Duitschland niet deelde. De Duitschö bladen begroeten dan ook met welgevallen de troonsbeklimming van Oscar II, van wien zij meer verwachten voor de vriend schappelijke betrekkingen met Duitschland, dan van den overleden Koning. De ministeriëele crisis in Beieren is ge ëindigd met eene reconstructie van het bestaande kabinet, nadat von Gasser zijne pogingen om een ministerie samen te stellen moest opgeven. Koning Lode wijk is dus niet gelukkig ge weest in zijne pogingen om Bismarck den voet dwars te zetten, maar tevens is het bewijs ge leverd, dat een ministerie in dien zin ook met in den geest der natie zou vallen. De hoofdstad van Italië vierde dezer dagen het feest harcr hereeniging met het overige Italië. Ofschoon van Rijkswege de officiëele viering zich bepaalde tot het houden van eene wapenschou wing door den Minister van Oorlog en hit los sen van geschut, en het gemeentebestuur zich van alle officiëele bemoeiingen daaromtrent ont houden hadbetuigde het volk met veel geest drift zijne vreugde met dien nationalen ge denkdag. De Koning woonde evenwel, geheel in over eenstemming met zijne gematigde politiek te genover het Vaticaan, deze feesten niet bij. Dat feest gaf aan de dagbladen aanleiding om nogmaals terug te komen op de Keizers- bijeenkomst in bare beteekenis voor Italië. Zij zien daarin eene stilzwijgende erkenning ook van de Italiaansche eenheid, een waarborg dat geen der mogendheden het wagen zal pogingen aan te wenden om in dien toestand verandering te brengen. De staatsraad van Genève heeft;, met mede weten van deh Zwitsersohen bondsraad den pastoor Mermilloddoor den Paus als hoofd van het nieuwe bisdom Genève benoemd in zijne betrekking van ambtenaar van liet kanton afgezetomdat deze verklaard haddat hij in spijt van den staatsraad voort zou gaan met het uitoefenen der functiën van bisschop. Zooals vroeger reeds is medegedeeldhandelde de H. Stoel in strijd met de brève van 1819, door eigenmachtigzonder zich om de burger lijke overheid te bekreunen, het kanton Genève iu een afzonderlijk bisdom te veranderen. Wat evenwel deze zaak het zonderlingste maaktis dat de zaakgelastigde van het Vaticaanonlangs door den Bondspresident -oin opheldering ge- Prachtig is de aanblik wanneer de dichtge sloten battaljons zich over het veld bewegen, ieder oogenblik van richting veranderen, voort treden, terugwijken, met de regelmatigheid van een machinegrootscher nogwanneer met snelheid de escadrons ruiterij voortijlen als een zandstormteugelloos naar men zou meenen vervolgens plotseling onbeweeglijk stilstaan, als een levende muur, op het commandowoord van één enkelen. En wanneer al die geweren wor den aangelegd en afgevuurd met één ratelen den slag; en al die sabels getrokken en de ruiterbenden weder voortdraveneen onzicht- baren vijand te gemoetwanneer daartusschen de trommen dreunen en de opwekkende fanfa res der militaire muziek in ’t ronde schallen dan stijgt onze bewondering tot geestdriftonze geestdrift tot razernij Ja gewis, tot razernij. Want herinnert u, hoe ons allende koetsten niet uitgezonderd het hart hooger klopt bij bet aanschouwen van het krijgsspeïhoe er een soort van strijdlust bij ons ontbrandtbij onsdie toch den oor log met hart en ziel verafschuwen zoodra wij die schitterende regimenten, gedost in onzen nationalen uniform, zien déployeeren. Ondanks al onze vredelievende gezindheden komt er een booze geest bij ons binnensluipen, die ons toe fluistert van krijgsroem en lauwerenenindien daarbij nog de wetenschap kwamdat onze krijgsmacht-opgewassen ware tegen iedere andere, dan zouden wij den wensch niet kunnen onder drukken die troepen eens aan ’t werk te zien. Wij zouden dien wensch uitspreken al kennen we de ellende die de oorlog na zich sleept. Mis schien zouden wijkoele Hollandersmannen van de lange pijper toe gebracht kunnen wor den op een gegeven oogenblik even hart te roepen »naar Berlijn als de meest opgewonden Parijzenaar. Misschien ’t is te hopen dat wij er geen kans toe krijgen. Tot nog toe is de toestand van minderheidwaarin ons land verkeertf voor ons volk een zegen. Een groot Pruisen eti een gelukkig Pruisen zijn twee en de vrijheid! van Frankrijk verkeerde juist in den bedenkelijlisten toestand, toen zijn adelaars naar alle windstre ken zich verhieven boven overwinnende legers. De oorlog is een vloek. Wilden wij iemand vinden, die deze stelling in twijfel trekt, wij zoudendenk iklang moeten zoeken. Zelfs zij, wier levensdoel zich tot den krijgsdienst bepaalt, militairen van beroepverschillen hierin niet van het gros der menschen en beschouwen hun rdaarzijn” als een kwaad. Maar voegen zij er dan dadelijk bij - een noodzakelijk kwaad wel te verstaan. Ook de vorsten en regeeringen hebben een af keer van oorlog. Leest één troonrede of hon derd telkens zult gij bespeuren dat de hoog geplaatste die haar uitspreektzich verheugt over het feit//dat de vriendschappelijke betrek kingen met buitenlandsche mogendheden door niets zijn gestoord.” Wij vragen nu, in onze onnoozelheid//Maar, lieve hemel I wie is het dandie den oorlog wil Wiens schuld is het dan, dat nu hier, dan daar de bodem bestemd om den mensch vruchten te schenken met menschenbloed wordt door weekt? Volken haten den oorlog, vorsten heb ben den vrede lief-waar komt dan de krijg vandaan En als wij lang genoeg hebben nagedacht over die vraag, zonder haar op te lossendan biedt zich een andere ter overweging aan Als ieder den vrede hef heeft waarvoor dan die ontzaglijke legers Wel—juist om den vrede te bevorderen. Dat begrijpt gij misschien niet al te best, en, ’tis waar, wij alledaagsche stumpers, wij bezitten in onze bekrompen hersenkassen geen ruimte ge noeg, om dit prachtig denkbeeld te vatten. 187. I*. •ohil, prija f 99 lectie. 7 lectie. 7 ma. 7 69. T 3 5 7 6 6 8 8 3 UL kilogoe boter 63 A tilo; ku* f 99 A 30 30 ct; fok varken* aardappelen f 3,00 A i f 4,50 A 5peren [evoerd 68 partyen; en quaL Op 95 "dito r 1,30 4 1,40 m voor Engeland 95 f 10 A 18. nber. Aangevoerd: al veren, 9 nuchtere i, 144 varkens, 911 rt., 9de qual. 65 ct.; tal. 75 ct.; ichapen J tot 67 ct., allee qual. f 62 en 3de I, Zeeuwache, Flak- 1 A 15,00, mindere Zeeuwsche, Elak- 19,95, goede f11,80 iieuwe Zomer-tarwe iwsche, Flakkeescbe aieuwe dito f7,00 itaohe f 990 A 995, f 4,70 A 5,50 s en mindere f5,50 age f 9,50 A 3,80. 6,50 A 7,00, aieuwe che Jammen f3,10, 9,70, dito Jammen eer 500 stuks vee. i f 910 A 316, min luien f135 A 990, A 115, graskalveren 8 A 60 ot., die van lie van 60 A 70 kilo an 6 A 8 weken f 6 Daarom is het een groot geluk dat zijn, die dit wel kunnen. Wij, van gerlijk standpunt, wij zouden mogelijk geneigd zijn te zeggen: //Dankt af die legers, geeft die handen terug aan landbouw en fabrieken; laat van vestingbouw bruggen maken en gij de geest van onzen tijd i wij willen den vrede, doch met de hand aan het zwaard I Onlangs ontving Zijne Majesteit van Duitsch land bezoek van Oostenrij ksche en Russische Majesteiten. Welnuwat liet keizer Wilhelm zijn doorluchtigen gasten zienom hun een denk beeld te geven van de voortreffelijkheid van zijn rijk Leidde hij hen rond in de werkplaatsen waar de ruwe grondstof wordt bearbeid tot uit stekende nijverheidsprod neten en waar aldus van uur tot uur de nationale rijkdom wordt vermeerderd Och neen zoo iets is van min der belang. Toonde hij bun dan de inrichtingen van ouderwijsdie bestemd zijn om stroomen van licht uit te storten over dit en volgende geslachten? Ware er niets beters te zien, dan zou Alexander liever stilletjes in de Knm zijn gebleven. Bracht hij hen dan wellicht naar de vergaderingen van geleerden en kunstenaars om hun te doen opmerkenhoe Duitschland *di« bestemd is een groot aandeel te hebben in de wereldbeschaving Geen zweem daarvan. Para des en evolutiontaptoe’s en militaire muziek verder geen nieuws. En waarom al dat vertoon? Wel om de wereld te bewijzen dat de alge meene vrede niminer op hechter grondslagen heeft gestaan dan in het gezegend jaar 1872. Wie dan ook gedurende de Keizers-bijeen komst te Berlijn geen uniform droeg, was vol strekt niet in tel. Weg met alles wat burgerlijk klinkt leve de militaire stand ’t Was een schouwspel, om alle vredebonden van de wereld te doen huilen van pleizier, toen die drie poten taten die met elkander eenige millioenen sol daten in het veld kunnen brengenelkander zoo recht hartelijkzoo innig broederlijk om helsden. En toen keizer Frans Jozef het glas ophief, en collega Wilhelm geluk wenschte met z ij n dapper lëgereven alsof er overigens in gansch Duitschland niets was dat een toast waard istoen hield voorzeker alle vrees voor botsing tusschen de volken van Europa gewis opzelfs bij hendie op dat punt het moeie- lijkst gerust zijn te stelten. Hoe kan het ook anders Immerskeizer Alexander voert het commando over een Duitsch regiment, Frans Jozef over een Russisch, en zoo voort. Als nu de heeren keizers in elkan ders legers officiersplaatsen vervullen, dan'moe ten wij zulks wel beschouwen als een wiskun stig bewijsdat er voortaan van geen vechten sprake meer kan zijn. De keizerlijke generaals of kolonels zullen toch zoo gek niet zijnom door hun eigen onderdanen de regimenten te laten doodschietendie zij moeten aan voeren. Tot nog toe hebben de vorsten elkander meenen te behagen door wisseling van scheepsladingen ridderordendat is nu uit de mode geraakt zij gaanom te toonen hoe goed zij gezind zijnelkanders uniform dragen. Word ik ooit koning van Siamdan geef ik aan elk van mijn compagniën een keizer tot kapiteinen ik benoem den sultan van Turkije tot comman dant van de brandweer. Ook in andere lauden van Europa was het krijgsspeï in vollen gang. Mijnheer Thiers ver dedigde te Trouville de Fransche kust, en had daarbij het geluk een gansche visschersschuit plat te schieten. Onze troepen deden in het kamp te Milligen verwoede aanvallen op onder stelde vijanden, die gelukkig vriendelijk genoeg waren om de overwinning niet al te moeielijk te maken. De Engelsche sóldaten vochten als leeuwenzij waren zelfs zoo moedigdat zij deftig bleven manoeuvreeren onder hel vernielend

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1872 | | pagina 1