r. 173.
1872.
ZONDAG 20 OCTOBEE.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
9. <fc W. N*. MAN NOOTETST,
UiW/tew.
»«7.
Het Indische tarief.
BUITENLAND.
OVERZICHT.
n.
4>
74‘/,
00.
eel
i
Saboonkwu,
997A.
88
15
7 7.
229
93
1004
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden ƒ0,70.
Franco per poet door het geheele ryk £,80.
937.
9ö7,
98
6571.
88
88
30
26
407.
99
in.
Jen
van
SCHOON HOÏENSCHE COURANT
115 7.
1147.
72>/.
7«7.
977.
145
«71.
5
5
5
6
7
6
6
6
5
41
3
3
5
5
5
100. 5
5
3
244
572
157 7,
981/1
187,
727,
lor. 5
Aug. 5
uli. 5
Jet 5
1860. f
64.
pC. U Oct
21 547,
en de Nederlandsche handel zich voldoende kun
nen voorbereiden hadden zij bovendien getoond
door ook hunne artikelen te zenden naar onbe
kende markten dat zij op eigen beenen konden
staan en was het dus tijd om alle differentieel
invoer- zoowel als uitvoerrechten af te schaffen.
Zoo bestemde zij in haar nieuw ontwerp den
Isten Januari 1874 als den dag, waarop dit
nieuwe stelsel in werking zoude treden.
Het hoofdpunt in dezen was de afschaffing
der differentiëele rechten van invoer, de vast
stelling alzoo van een gelijk inkomend recht voor
de in Indie ingevoerde artikelen, zonder on
derscheid van het land van waar zij kwamen
of waar zij waren bewerkt. Wij noemen dit het
hoofdpunt en ook in het kamerdebat werd het
als zoodanig beschouwd, omdat de uitvoerrechten
geheven van uit Indië uitgevoerde artikelen, in
getal en in bedrag veel minder waren.
Gelijke rechtengeen bescherming.
Zoolang er verschil in inkomend recht be
stond, konden natuurlijk de Nederlandsche fa
brieken hare waren goedkooper leveren dan de
vreemde, die immers meer belasting betaalden.
Al was dus ook het Engelsche goed b. v. be
ter, in den regel was het duurder en werden
alzoo de koopers in Indië er van zelf toe ge
bracht liever Nederlandsche stoffen te koopen
dan vreemde. Of dit nu met het belang der
koopers overeen kwamof niet hierdoor de koo
pers in hunne vrijheid van koopen werden be
perkt, alleen om een voordeeltje te verschaffen
aan eenige Nederlandsche nijverheidsonderne-
mers, daarnaar vroegen de heeren beschermers
niet. Maar die dwang was in strijd met alle
beginselen van vrijzinnige politiek. Wat reden
is erdat de gezamenlijke koopers hunne goe
deren duurder moeten betalen om aan enkele
personen een profijt te verschaffen? Kunnen
die Nederlandsche nijverheidondtrnemers hunne
industrie niet doen bestaan zonder die bescher
ming, dan bewijst dit alleen, dat die industrie
geen reden van bestaan heeft. Kan zij wel
bestaan, dan behoeft zij geene bescherming.
Deze eenvoudige regel is reeds sinds jaren door
alle voorstanders van den vrijhandel verkondigd
en niet licht zal tegenwoordig nog iemand de
juistheid van dien regel tegenspreken. Alleen
in de vrijheid kan eene tak van industrie duur
zaam bloeien.
En die vrijheid komt, in het geval dat wij
in dit artikel bespreken, niet alleen ten goede
aan de koopers in Indië, niet alleen op den
duur ten goede aan eene gezonde ontwikkeling
van onze eigen nijverheid en onzen handel,
ook moet zij ten goede komen aan den bloei
van Indië, van het land waar Nederland tot
dusver zijne beschermde markt bezat, omdat,
tengevolge dier gelijkstelling van Nederlandsche
goederen en vreemde, in Indië hoe langer zoo
meer handelsbetrekkingen zuilen worden aau-
geknoopt daar waar zij op het voordeeligst te
sluiten zijn.
Wat nu de differentiëele rechten van uitvoer
betreft, zoo trachtte men daarmede te verkrij
gen, dat de producten van Indië, ook voor zoo
ver zij niet gelijk de koffiereeds gouverne-
ments-producten zijn, bij voorkeur in Nederland
zouden worden ter markt gebracht. Maar nu
lag bet toch in den aard der zaakdat door
zoodanig verschil in belasting de Indische pro
ducenten niet vrij meer waren in het verkoopen
hunner waren, daar waar zij die het voordee-
ligst aan de markt konden brengenomdat het
hooger uitvoerrecht, dat de handelaar in den
vreemde moest betalen, het dezen altijd ónmo
gelijk maakte met den koopman in Nederland
te concurreeren.
De Minister van Bosse nu wilde met dien
ongezonden toestand breken.
De minister trad echter in Juni 11. af en de
heer van de Puttezijn opvolger, nam bet ont
werp over.
Oppositie tegen het wetsontwerp was natuur
lijk te verwachten.
Ja, daarover is nu zes dagen lang in de Tweede
Kamer debat gevoerd dat debat is geëindigd met
de aanneming van het regeeringsontwerp door
eene geringe meerderheid van twee stemmen en
de liberale pers heeft den minister, zoowel als
Nederland en Indië geluk gewenscht met den
uitslag.
Welke is dan nu de groote beteekenis van dit
succes welke zijn de beginselen, die in het thans
door den eenen tak der volksvertegenwoordiging
aangenomen tarief zijn gehuldigden door die
aanneming zijn gehandhaafd.
De vroeger algemeen gevolgde politiek welke
Indië administreerde, allereerst met het oog op
de voordeelen die het moederland uit de kolo
nie trekken konde, had natuurlijk ook bij de
regeling der Indische financiën de bescherming
van den Nederlandschen handel en de Neder-
Jandsche industrie boven die van het buitenland
bedoeld bescherming der Nederlandsche nijver
heid door voor goederen, uit Nederland aangevoerd
en aldaar bewerkt, bij den invoer in Indië minder
invoerrechten te laten betalen, dan voor diezelfde
goederen uit het buitenland afkomstig; bescher
ming van den Nederlandschen handel door voor
goederen, uit Indië vervoerd naar de Nederlandsche
markt, minder uitvoerrechten te laten betalen
dan voor diezelfde goederenwanneer zij naar
eene buitenlandsche markt bestemd waren.
In 1865 had de heer Fransen van de Putte,
ook destijds Minister van Koloniën ingevolge
het voorschrift van het Regeerings-reglement, een
wetsontwerp, houdende tarief van inkomende en
uitgaande rechten, voorgesteld en was dit door
de vertegenwoordiging aangenomen.
Ook bij dit tarief waren nog de beginselen
van bescherming gehandhaafd, hoewel in min
dere mate en naar een steeds verminderende
reeks. De wind van den vrijen handel woei
reeds toen te hevig, vooral op Nederlandschen
bodem, dan dat men met dat tarief van 1865
iets anders bedoelen kon dan een eersten stap te
zetten op den weg der gelijkstelling van vreemd
goed en Nederlandsch goed een stap die later I
door een vastereneen verder reikenden zoude
worden gevolgd.
Maar het was niet voorzichtig de differentiëele
rechtengelijk men ze noemtop eens af te
schaffen. De Nederlandsche nijverheid en de
Nederlandsche handelwelke zoolang op die
bescherming hadden gesteund en met het oog
daarop hunne ondernemingen hadden ingericht,
konden niet op eens van dien steun worden be
roofd zonder gevaar te loopen van te vallen.
Wie ook, die een kind loopen wil leeren, rukt
op eenmaal den leiband wegna het een ge-
heelen tijd lang steeds dien band onder de armen
te hebben gehouden.
Vooral gold deze waarheid de katoenindustrie
voornamelijk in Twenthe, te Leiden eu in enkele
andere plaatsen van ons land uitgeoefend. Ook
onder het tarief van 1865 betaalde men voor de
katoentjes, welke naar ludië werden gezonden
met een certificaat van Nederlandschen oorsprong,
minder inkomend recht, dan voor dezelfde ma
nufacturen waarvoor zoodanig certificaat niet kon
vertoond worden en aangezien de katoenen goede
ren de voornaamste kleedingstukken uitmaken
van de millioenen Javanen in onze kolonie, zoo
wasdit spreekt van zelfIndië voor onze ka
toennijverheid een hoogst belangrijk débouché.
Dat tarief nu van 1865 moest herzien worden.
Natuurlijk zoude men bij die herziening geen
stap achteruit doen, doch de vraag was, hoever
men in de andere richting zoude vooruitgaat
Zouden thans alle differentieele rechten worde
afgesebaftof zoude er nog een tijdperk
overgang worden aangenomen.
De regeenng de heer van Bosse stond toen
nog aan het hoofd van het Departement voor
Koloniën koos het eerste stelsel. Naar hare
overtuiging hadden de Nederlandsche nijverheid
Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
L.JJ!. juluj! .■ggggggg
natuurlijk niemand, ook niet de minister. Doch
de becijferingen, door Zijne Excellentie gemaakt,
kunnen ons gerust doen verwachten dat de mi
nister geen stap in het duister heeft gewaagd,
maar dat wij met gerustheid de financiëele ge
volgen van den maatregel mogen afwachten.
Dat financiëele argument heeft echter zeer
zwaar gewogen. Niet alleen bij de anti-liberale
afgevaardigden. Ook de geavanceerd liberale
Mr. van. Houten heeft op grond daarvan zijne
goedkeurende stem aan de wet ontbonden.
Eindelijk de uitvoerrechten.
Dat de afschaffing der differentiëele uitvoer
rechten de heftigste oppositie moesten verwek
ken bij de conservatieve leden, betoogden wij
reeds boven. Eene enkele, b. v. de heer Jacob,
heeft alleen om die reden tegen de wet zijne
stem uitgebracht.
Doch een nieuw geschilpunt werd in het
debat geworpen door Mr, Kappeijne, die alle
uitvoerrechten, zoo bij bestemming naar Neder
land als naar elders, wilde hebben afgeschaft.
In beginsel waren alle liberalen, ook de Mi
nister, het met hem eens. Bezwaarrechten zijn
uit een staathuishoudkundig oogpunt geene goede
belastingen. Alles kwaads is er van te zeggen
en indien zij in Indië niet bestonden zoude
men ze er niet licht invoeren. De productie
wordt daardoor veel te veel belemmerd.
De Minister had tegen zijn vriend Kappeijne
een zvaren strijd te voeren. Hij liberaalmoest
tegenover een liberalen vriend een liberaal amen
dement bestrijden. Doch hij deed het, omdat
hij als Minister niet de verantwoordelijkheid op
zich wilde nemenom de Indische schatkist van
die bron van inkomsten te berooven. Met ernst
waarschuwde bij de Kamer, dat zij dit amen
dement niet zoude aannemen. En de Minister
overwon. Dit is eene overwinning geweest, die
hij aan het groote gezag van zijne bekwaamheid
en zijn talent heeft te danken gehad.
Eindelijk moest de teerling worden geworpen.
Groote en kleine groepen van opposanten ver-
eenigden zich om het ontwerp te begraven. Doch,
wij zeiden het reeds, de aanneming volgde, de
beginselen van den vooruitgang bleven gehand
haafd zonder dat de belangen der schatkist wer
den voorbijgezien.
Wij wenschen met dien uitslag den talent-
vollen Minister geluk, wij wenschen Nederland
geluk, wij wenschen jndië geluk.
Nederland heeft zijn schoone traditiën der
vrijzinnige handelspolitiek gehandhaafd en voor
Indië is een nieuwe weg van ontwikkeling
geopend.
Wij wachten de toekomst gerust af.
Nog is de Carlistische opstand in Spanje
niet geheel onderdrukt, of eene andere partij
waagt het tegen de bestaande regeering in verzet
te komen. Een kolonel van het leger, vroeger
ook al eens partijganger van Don Carlos, alsmede
een niet eervol ontslagen kapitein ter zee heb
ben bijgestaan door eenige marine-soldaten en
werklieden aan het tuighui», het arsenaal te Ferrol
in bezit genomen, zich van een paar schepen
meester gemaakt, en onder den kreet van «Leve
de Federalistische Republiek F* eene republikein-
sche beweging zoekeu op touw te zetten. Of
schoon hunne plannen bij bevolking en bezetting
weinig bijval vonden, is het toch noodig ge
bleken de gewapende macht van elders bijeen te
brengen, om den opstand nog in de geboorte te
onderdrukken.
De republikeinsche afgevaardigden bij de Cor
tes, evenals de aanhangers van Don Alfonso,
verklaarden om strijddat zij niets met de be
weging te maken haddende gewone uitvlucht
bij eene hopdooze of mislukte onderneming.
Dat niet alle republikeinen buu doel langs
den weg van gewelddadig verzet trachten te berei-
i, dat uit het thans verlaagde tarief zoude keu, maar daartoe liever middelen van over-
jrtvloeien Met zekerheid berekenen kon dat reding bezigenbewijst het voorstel van het
Velerlei oppositie is er ook gevoerd en de ge
ringe meerderheidmet welke de wet eindelijk
is aangenomen, toont, dat de oppositie over
groote, over velerlei krachten te beschikken had.
Het grootst in aantal waren zij, die nog ge
durende eenigen tijd de beschermende invoer
rechten wilden behouden ten gunste der Neder
landsche industrie. //Nog niet,” was hun leuze
en waarschuwend hieven zij den vinger op.
h Wanneer dan?” vroeg menen men wees hun
op den langen tijd van voorbereiden die de
industrie had gehad, op den in de laatste ja
ren vermeerderden uitvoer naar onbeschermde
markten, doch zij bleven steeds herhalen hun
eentonig »nog niet.”
Die groep vormden de meeste leden der ver
schillende anti-liberale partijen. Een paar li
beralen echter waren daaronder verzeildmet
name de heeren van der Linden en Brouwer,
de beide afgevaardigden van het district Almelo,
het district welks industrie bij deze wet vooral
gemoeid was.
Nogtans scheidden beide genoemde heeren zich
nog in zoover van hunne conservatieve geloofs
genoten op staathuishoudkundig gebied af, dat
zij trachtten door een geheel nieuw systeem, in
schijn liberaler, in de werkelijkheid echter even
protectionistisch de bescherming der industrie
en dan ook voor goed en op den duur, te be
houden. In eenige bij uitstek geestige redevoe
ringen, zocht de heer van der Linden te betoo-
gendat men alleen dan eene rationeele tarief-
wetgeving zoude hebben, wanneer alleen voor de
uit den vreemde, niet voor de uit Nederland ver
voerde goederen, inkomende rechten zouden wor
den betaald. Nederland en zijne kolouiën waren
iinmers één. Waarom zoude dau tusschen Ne
derland en Indië eene tollinie bestaan terwijl
immers tusschen de verschillende provinciën in
Nederland zelf alle tolliniën waren opgeheven.
Doch met al zijn geestig bijeengezochte ar
gumenten, heeft de heer van der Linden, bui
ten zijn medeafgevaardigde Mr. Brouwer, nog
slechts vier kamerleden voor zijn gevoelen kun
nen winnen. De geheele redeneering viel voor
het argument, dat Nederland en Indië wel één
zijn in politieken zin, maar niet in admi-
nistratieven zinen dat duszoolang de
inkomende rechten een deel blijven uitmaken
vau het stelsel der Indische iukomsten, er niets
anders dan bescherming in is gelegen Neder
land te bevoorrechten boven den vreemde.
Onder deze voorname oppositie doorwerd
door een anderen liberalen afgevaardigde, den
heer Bredius, voorgesteld het bezwaar op te los
sen, door geheel ludië te maken tot een vrij
haven, d. w. z. door aldaar geen enkel inko
mend recht te heffen. Zijn hiertoe strekkend
amendement, een amendement misschien een
maal voor verwezenlijking vatbaar in de verre,
verre toekomst, moest worden afgewezen met de
nuchtere opmerking, dat vooralsnog die bron
van inkomsten iu Indië niet konde worden ge
mist, dat tot het ideaal des heeren Bredius
eerst eene geheele hervorming van het Indische
financiewezen wellicht te eemger tijd den weg
zoude banen.
Het tweede hoofdpunt tegen het ontwerp was
het fiuauciëel bezwaar, een bezwaar vooral daarom
zoozeer iu gewicht toegenomen omdat de mi
nister van de Putte het gelijke invoerrecht van
10°/odoor den heer van Bosse voorge
steld, verminderd had op 6°/0, voornamelijk
met het doel om daarmede de Nederlandsche
industrie eenigszins te gemoet te komeneene
vermindering waartoe hij gerust meende te kun
nen overgaanomdat hij betere maatregelen
wilde nemen tot het tegengaan van den uitge-
breiden smokkelhandel en daardoor wilde ver
zekeren, dat het als invoerrecht verschuldigd
bedrag ook werkelijk in de schatkist terecht
kwam.
Konde de Indische schatkist het verlies lij
den, dat uit het thans verlaagde tarief zoude
vooi' -
3’
4
3
3
3
3
1816. 5
5
5
5
5
1000. 5
'1000. 5
j leen. 4}
4
3
f
Sectie. 7
869. 7
3
5
7
6
6
8
3
3
DEN.
ip, schil, prijs f 23,
hennepzaad f 8,00 4
4 4 56 per half kilo;
varkens 28 a 30 ct;
pelen f3,60 4 8,75; -
X) 4 5,50; peren 15
gevoerd 45 partyen;
en t;ual.
dito f 1,30 4 1,36
en voor Engeland 27
f 10 418.
Aangevoerd: 1283
ren, 6 nuchtere kal-
265 varkens, 183
ct., 2de qual. 65 ct.;
lai. 80 cl.; schapen
alles per kilo,
qual. f?2 en 3de
iwsche, Flakkeeache
L mindere f 11,50
,25, mindere f 11,00
Zeeuwsche, f7,20 4
naassehe en Noord-
f6,5046,90. Ja-
atsebe f220, f222,
ter f 4,80 4 5,70
lakkeesebe en Over-
6,00 4 6,70, Zomer-
6,50 4 7,20, nieuwe
ir 500 stuks vee.
i f 920 4 310, min-
arzen f 150 4 230,
F5 4 125, hokkeling-
f 50 4 80, nuchtere
62 ct., die van 120
15 4 80 kilo 44 4 46
:ken f 8 410eénigs-
reek duurder.
f 1,16 4 1,32.
►tuks.
ke jarige Zeenwsche.
0 4 14,00ordinaire
dito f 12,00 4 12.50,
lauwe f 9,0ü 4 10 30.
en Vlaamsche f6,80
umsche Winter xak-
7,30, Overmaassche
wsche en Vlaamsche
10 4 5,80, Overmaas-
iöötëi