r its.
ZONDAG
1872.
NOVEMBER.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBI ASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
I
I
f
BUITENLAND.
OVERZICHT.
De vrijheid aan banden.
861/,
5”/..
rAN NOOTEN,
S. W.'N,
UiStvera.
«nSchoonhoTM.
6iy,
647*
1581/,
94
92»/4
927/,
SO’/u
?5’7i.
40»/4
98’/4
73-/1.
6
5
5
5
10. f
3
3
f
5
5
5
5
5
5
3
stinnonra iiimi
1
en zijne
I te ken*
97’A.
87’71.
88’/,
74*‘/„
SS Ooi.
877,
5
5
5
6
7
6
6
6
5
Prys der Advertentiën Van 1 tot 5 regels /O,5O. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiteriyk tot Zaierdags-voormiddags ten 10 ure.
pC
8
4
3
3
3
3
J. 5
5
5
5
5
0. 5
0. 5
i. 4}
4
3
f
gezet. Er is even-
haar bestaan zou-
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prijs: voor Schoohhoven per driemaanden ƒ0,70.
Franco per post door het geheele ryk 0,80.
147,
517.
148 V4
897,
987,
927,
103b|
116
115 7.
109
68
6974
97
143
857/;
997.
947,
4J -
157,
7 7.
2297,
verschillende landen, heeft koning Wilhelm
dezer dager, uitspraak gedaan en de "San Jnan-
qnaeetie” ten gunste van Amerika uitgewezen,
waarmede Engelandvolgens de bepalingen van
het destijds gesloten tractaatnu genoegen moet
nemen.
De Engehche en Amerikaansche gezanten te
Berlijn betuigden elkaar hunne groote vreugde
over het beëindigen van dit verschil en drukten
daarmede tevens het gevoelen uit van de pen
in beide landen.
Naar aanleiding der mededeelingendoor den
Ensrelschen reiziger, Livingstone, aan zijne re
geering gedaan over den grooten omvang van
den slavenhandel op de oostkust van Afrika
heeft de regeering stappen gedaan bij den Sultan
van Zanzibar, om aan dezen onmenscheliiken
handel zooveel mogelijk paal en perk te «tellen.
De dagbladenden genomen maatregel waardee-
rende, meenen evenwel daarvan weinig vrucht
te mogen verwachtendaar de Sultandie van
eiken verhandelden slaaf hoofdgeld trekt, teveel
belang heeft bij den bloei van dien handel.
De beraadslagingen in bet Heerenhuis van den
Prulsisohen. Landdag over de artikelen der
zoogenaamde #Kreitswet”, de regeling der distric
ten hebben een loop genomen geheel strij
dende met de gunstige verwachtingen, die men
daaromtrent meende te mogen koesteren. De
meeste artikelen toch worden door eene geringe
meerderheid, hoofdzakelijk bestaande uit de jon
kerpartij, zoodanig gewijzigd, dat zij geheel
afwijken van de voordracht en de bedoelingen
der Regeeringen datniettegenstaande de zo
ning bij eene audiëntie aan den president van
het Heerenhuis, op zeer stellige wijze zich over
de noodzakelijkheid van het tot stand komen
der //Kreits-ordnung” had verklaard, t
volkomen instemming met die wet had
nen gegeven.
Zelfs al zoude de Minister van Binnenlandsche
zaken bij eene mogelijke verwerping der regee-
ringsvoordrachtop ontslag aandringen dan nog
zou de koning bij zijn eenmaal genomen besluit
volharden en de tot stand brenging eener wet,
waarvan een aantal als noodzakelijk erkende her
vormingen in het binnenlandsch bestuur afhan
kelijk zijnin spijt van de oppositie der behou
dende partijdie slechts noode van bare ver
ouderde adehjke rechten afstand doet, aan den
nieuwen minister opdragen.
Begint men in sommige kleinere staatjes van
het groote Duitsche rijk, met het oog op de
gewichtige staatkundige hervormingen van den
iaatsten tijdde noodzakelijkheid in te zienom
de verouderde binnenlandsche toestanden plaats
te doen maken voor nieuwere, in Meokelen-
burg Sohwerin is dit niet bet geval. De
regeering van dat Groothertogdom, ten lange
laatste toegevende aan den drang der bevolking
om de staatsinstellingen in constitutioneekn geest
te hervormenheeft een ontwerp voor eene nieuwe
Grondwet ingediend, waarbij evenwel geen sprake
is van eene vertegenwoordiging, en de verdee-
ling van het land in domein-, ridderschap»- en
stedelijke besturen behouden blijft, terwijl nog
daarenboven in de memorie van toelichting niet
onduidelijk wordt gezinspeeld op de noodzake
lijkheid van verhooging der belasting. Geen
wonder dan ook, dat de bevolking weinig in
genomen is met die zoogenaamde inwilliging
barer wenschen, waarbij bet voornaamste wordt
over het hoofd gezien.
Zooals te voorzien wasis, in de laatste zit
ting van de permanente commissie in Frank
rijk, het protest van Rouher en Richardtegen
de verwijdering van Prins Napoleon, besproken.
Het werd echter door de regeering niet aan de
orde gesteld, omdat deze meent, dat alleen
de Nationale Vergadering bevoegd is, om over
de rechtmatigheid of onrechtmatigheid dezer han
deling te oordeelen,
De wijzigingen in de Grondwet, waarover de
I Nationale Vergadering in de aanstaande zitting
tie. 7
7
3
8
7
6
6
8 I!
8 1874
3 857,
chil, prijs f 22 A
innepzaad f 8,00
6U per half kilo;
rkens f 10 12
:rs f 1,90*2,00}
ctoliler.
srd 25 partijen;
pal. Op 6 No-
ehonden worden.
,o f 1,32 i 1,40
oor Engeland 24
10 A 18graskal-
igevoerd2 paar-
askalveren, 418
231 biggen en
2de qual. 65 ct.;
75 ct.; schapen
dies per kilo.
1. f 72 en 3de
sheFlakkeesche
re f 11,00*12,00,
,00 15,00, min-
eenwsche, f7,20
i Noord* Brabant-
.90.
f223, f 225 A
jhe, Flakkeesche
sre f 6,30 6,90,
f 5,20 a 6,20.
f 3,00 4 4,30.
0, Jarige 16*7.
stuks vee.
230 a 320, eene
tijdkoeien f 180
dito f 130 160,
85enkele nuch-
I kilo 60 64 ct.,
fokvarkens van
1.14 1,20.
jarige Zeeuwsche,
14,20, ordinaire
f 12,20*12,70,
we t 9,00 10,30.
scbe f 6,80*7,80,
isclie Winter zak-
0, Overmaaascbe
Corner Zeeuwsche
ort f6,00 6,20.
4,00, dito dikke
De wet is er dan ook gekomen.
Hoe? Daar zullen wij nu maar niet over
spreken. Dat zoude een vervelend verhaal wor
den van allerlei amendementen en subamende
menten, voorgedragen, verdedigd, ingetrokken,
gewijzigd, aangenomen of verworpen ondereen
voortdurend gearuisch en eene blijkbare verwar
ring, welke ieder on het laatst hartelijk moede
was, zoodat elk Kamerlid en elk bijbladlezer
zich zei ven zoowel als zijnen medeleden en me-
delezers gelukwenschte, toen eindelijk de wet
met 49 tegen 13 stemmen was aangenomen.
Maar wat bij die discussie aan ieder aller
merkwaardigst moet hebben geschenen, dat was
de willekeur, de wispelturigheid waarmede de
vrij heids wind uit allerlei hoeken woei. Alle ge
wone partijschakeeringen waren verdwenen. Be
kende liberalen ijveruen soms voor de strengste
beperking. Koryphaeën der conservatieve partij
namen het vurigste voor de vrijheid der indi
viduen en autonomie der gemeenten de hand
schoen op. Alleen bleven de antirevolutionairen
in hun gewonen rol door te strijden voor de
▼gemoedsbezwaren” van de tegenstanders der
vaccinatie. De heer Wintgens, de vertegen
woordiger der residentie, de Oud-minister van
Justitie in een conservatief kabinet, verklaarde
zich in zijn aanval tegen het wetsontwerp on
verzoenlijk geen optreden van het staatsgezag,
doch vrije werking der particuliersB «n der ge
meentenvan staatswege alleen aanwakkennf
van dat particulier en gemeentelijk initiatief,
door raadgeving van wege het geneeskundig
staatstoezicht enz., zie daar het ideaal van dien
geachten spreker, een ideaal waarvan niemand
ontkennen zal dat het beantwoordt aan de
zoetste droomen van den fijnsten liberalen the
oreticus. Wat hebt gij gedaan, zoo nep de
heer Heemskerk Az., de chef van het kauinet
van 1866, den liberalen Minister Geertseina
toe; gij hebt den arbeider willen verbieden, in
geval de besmettelijke ziekte zijne woning is
binnen getreden, naar de werkplaats of de fa
briek te gaan om zijn dagelijksch brood te ver
dienen gij hebt hem in zoodanig geval de keuze
gelaten tusschen hongerdood of bedeeling. Hoe
nu, vraagt menigeen onzer lezers op het voet
spoor van dien afgevaardigde, hebben de libe
ralen, die zich zoo gaarne aan de spits stellen,
waar de belangen der arbeiders in het spel zijn
zoo op eens kunnen vergeten van welken geest
zij zijn en moesten zij door het hoofd der con
servatieve partij worden terechtgezet. En de
verbazing dier lezers moet nog klimmen, wan
neer zij onder de voor- zoowel als onder de te
genstemmers over het amendement, door den heer
Heemskerk tot weglating dier bepaling ingediend,
in de bontste mengeling namen bijeen vinden
van allerlei richting. Laten zij nu nog eens
verder oplettendiezelfde liberale Minister van
Binnenlandsche Zakendie er met tegen op ziet,
zoodanige strenge bepaling voor te stellendeinst
terug voor dat andere voorschrift, door Mr.
Thorbecke in bet eerste ontwerp opgenomenom
de scholen te sluiten voor kinderen, die niet
werden gevaccineerd of niet aan de natuurlijke
pokken hebben geleden. Wegens de weglating
van dat voorschrift uit zijn gewijzigd ontwerp
heeft de Minister een sterken aanval te verduren
gehad. En van welke zijde? Van drie libe
rale afgevaardigden,de heeren Godefroi, Jonck-
bloet en Idzerda, een aanval van die kracht,
dat deze indirecte dwang tot vaccinatie met 42
stemmen weder in de wet werd opgenomenen
slechts 14 leden, deels liberalen, deels antire
volutionairen, zich daartegen verklaarden.
Zoo zouden wij nog kunnen doorgaan. Van
al de feiten noemden wij hier slechts diewelke
het meest in bet oog moeten springen.
Van waar dat verschijnsel
Aan oorzakenvoortvloeiende uit politieke of
parlementaire co.mbinatiën uit stem uusvooruit
zichten en andere dergehjke, denken wij niet.
Mochten ook de zoodanige hier of daar hebben
gewerktdan blijft dat voor rekening van ben,
de ze aan het werk hebben
wjl geen feit, waaruit wij tot
dm durven besluiten.
p. i. zijn hier de twee tegenstrijdige krach
ten, vrijheidszin en behoefte aan betere verzor
ging der volksgezondheid uit den aard der zaakj
hevger met elkander in aanraking geweest dan
een Nederlander het gewoon is en dientenge-
volg» verdragen kan. Den Minister van Bin-
nenkndsche Zaken moet het zijn gegaan als prins
Hanfet in Shakespeare’s drama, die, toen hem de
moori zijns vaders ontdekt en dien moord te
wrekip opgedragen werd klaagde dat de wereld
nit hire voegen geslagen en hij geroepen was
om ze er weder in te brengen. Wij Nederlan
ders ziji aan zulke strenge centraliseerende wet
ten nie\ gewoon. Is het dan te verwonderen
dat wij larzelen in de beantwoording der vraag
hoever raag de rijkswetgever gaanwaar is de
grens hem door de noodzakelijkheid gesteld.
De minister Thorbecke, hoewel steeds de
grootste toorstander van vrijheid en autonomie
heeft toch, toen de bestrijding der epidemieën
wettelijke voorziening eischteeen ontwerp ge
maakt, consequentuit één stukwel streng
maar niet afwijkende rechts noch links. Zijn
opvolger heeft aan de bezwaren, in het belang
der vrijheid gemaaktte gemoet willen komen
en is daardoor vervallen in een stelsel van
plooien en schikkendat het toch uil zijn aard
ng reeds wankelend debat, nog veel meer aan het
:f, wankelen gebracht heeft.
Eindelijk echter is de wet aangenomen. Al
is zij niet zoo consequent, gelijk wij ze hadden
gewenschttoch bevat zij menig voorschrift, dat
tegen de verspreiding der epidemieën uitstekend
moet werken. Aan de gemeenteautonomie kon
de zaak niet meer blijven overgelaten. Uit de
verslagen der geneeskundige ambtenaren bleek
helaashoe wel is waar die ambtenaren meni-
gen goeden raad konden gevenmaar hoe daar
entegen menig gemeentebestuur, uit onwilon
kunde of vrees voor tegenstand, dien goeden
raad in den wind sloeg.
Thans heeft de rijkswetgever bevolenindien
n.l.,hetgeen wij vertrouwen, de Eerste Kamer
zich met het ontwerp vereenigt.
Maar op de w e r k i n g der wet komt het aan
en zoo ooit van eenige wet de goede werking
voor bijna het grootste deel afhangt van den
geest der burgerijdan is het van deze. Ieder
moet begrijpen, dat aller belang op het spel
staatdat van de vrijheid iets opgeofferd wor-
deu moe t. Daarommen ontvange de wet
niet met weerzin. Men make het den burge
meesters aan wie de uitvoering voornamelijk is
opgedragen, gemakkelijk. Niet alleen dat zij
dit behoevenmaar juist daardoor zullen zij er
toe worden gebracht veel flinker en dus veel
beter te handelen waar het noodig is.
Men gewennezich aan de gedachte dat der
gelijke strenge bepalingen noodzakelyk zijn. Op
die wijze leert men in het vervolg hoe langer
zoo beter de grenzen onderscheiden tusschén
individueele vrijheid en interventie van den Staat.
De Staat zal er te krachtiger door zijnde vrij
heid er te beter door verzekerd worden.
Nog altijd bestond er tusschen Engeland en
Amari ka een verschil van gevoelen over de
grensscheiding tusschen de Britsche bezittingen
in Amerika en het Oregon gebied. Nadat dit
herhaaldelijk tot ernstige spanning tusschen die
twee rijken had aanleiding gegeven, zóó zelfs,
dat in 1859 Engeland zich reeds gereed maakte
tot den oorlogwerd in lb7 I bij tractaat be
sloten de zaak aan de scheidsrecht»lijke uit
spraak van den koning van Pruisen te onder
werpen, en werd inmiddels de noordelijke helft
van het eiland San Juanwaarover de stnjd
voornamelijk liep, door de Amerikanen, de zui
delijke helft door de Engelschen bezet. w
Voorgelicht door bekwame deskundigen uit zou hebben te"beraadslagenmaken nog Meeds
In de Algemeens Statistiek van Nederland
staat een zeer juist woord te lezen over het
karakter der Nederlandsche natie.
De Nederlander,” zoo heet het daar, //is
in hooge mate gesteld op vrijheidniet de
ideale vrijheid, waarvan andere volken gaarne
spreken maar de eenvoudigepractischeper-
soonlijke vrijheid om te denken te zeggen en
te doen wat hem goeddunktzonder dat hij
zich naar eens anders wil hebbe te voegen, of
iemand anders naar de oogen behoeven te zien
een vrijheidszindie zich liefst zoo weinig
mogelijk om wet of regel, in *t gemeen belang
gesteldbekreunt.”
Wij noemden deze schets juist en ieder zan
dachtig opmerker moet dien aldus beschreven
karaktertrek meermalen hebben ontdekt.
Een onzer vriendeneen vreemdeling, sinds
jaren in ons vaderland wonendeverklaarde
dat hij bij zijne komst in deze streken al da
delijk bijzonder getroffen was geweest van den
ietwat republikeinschen vrijheidsgeest, die hem
▼an alle zijden tegenwoei, maar hij waagde bij
die mededeeling tegelijk d£ opmerking of niet
die wind meermalen een tegenwind moest wezen,
waardoor de gang van vel? goede instellingen
en maatregelen weerhouden werd.
Hij durfde dit niet te ontkennen. Imqiers
hoe levenwekkend de vrijheidszin Voor eene
natie ook issteeds moet worden beseftdat
niet de vrijheid moet worden geliefd en gekoes
terd om haar zelve, maar veeleer om hetgeen
met haar en door haar kan worden tot stand
gebracht. De vrijheid is niet als een schoon
aanvallig meisjedat verliefdheid wektdat u
stemt tot zingen en dweepentot senerades
brengen en zuchten, en waaraan gij uwe hulde
brengt door complimentjes of geestige conversa
tie. De vrijheid moet wezen de vorstin, die aan
het hoofd van den staat regeert, de vrouw
des huizes, die het gezin bestiert, de met
het gansche hart beminde vrouw, wier omgang
u bezielt tot den arbeid.
Hoe weinig anders ook de Nederlanders men-
schen zijn om serenades te brengen en te d wee
pen als minnaars der vrijheid hebben zij daar
van toch wel iets weg. Zoodra eene wet wordt
voorgesteld of een maatregel wordt genomen
waarbij in bet algemeen belang de vrijheid een
weinig wordt beperkt, dan heet het allicht
▼kraidje-roer-mij-niet.”
Wij hielden dan ook ons hart vast, toen de
wet tot wering van besmettelijke ziekten door
de regeering was voorgesteld en in beraadsla
ging zoude komen bij de Tweede Kamer.
Wij hielden ons hart vast, omdat die wet
uit den aard der zaak strenge, zeer strenge
maatregelen verordende tot wering der besmet
ting waarbij o. a. soms sluiting van logemen
ten en slaapsteden, afzondering der zieken, ver
bod van schoolgaan verbod om jaarmarkten te
houden, verplichting om het aanwezig zijn der
ziekte door aanplakking bekend te maken enz.
etiz. werd voorgeschreven.
Maar aan den anderen kant hadden wij ook
goed vertrouwen, vertrouwen op het nuchtere»,
gezond verstand van ons volk, vertrouwen daarop
dat bet door de vele doorgestane epidemieën zoude
hebben geleerd en zoude begrijpen dat het hoog
spel was, ter wille van vrijheidstheorieën de ge
zondheid en het leven van duizenden op het
■pel te zetten.
Wij zijn niet teleurgesteld. Vooral niet door
de liberale pen.
Zij heeft nare roeping uitstekend begrepen, en,
waar de Minister van Binnenlandsche Zaken de
moeilijke taak te vervullen had, om eene wet
te verdedigen, zoozeer indruischende tegen het
Nederlandsche zwak, eene taak te zwaarder om
dat de Minister zelf niet de ontwerper der wet
was, daar heeft ontegenzeggelijk de liberale pers
hem krachtig gesteund.