1:. 41(/, 98'/, 74 73'/, 86 94*/, 97’/! ZONDAGWWECEIBER. 1872. r 179. 1 i» L; r w I 1 f j I WEEKBLAD I jOORj DE KRIMPENER-, ALBLASSER- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN. rH 1 t 186f 4 5 5 5 BUITENLAND. 0VEBZICHT. 4 6t iroarar. Kinderarbeid. f 92 Not '1 NOOTEN, S. W. N. V. 186^ fl IL 3 18 14. th 5 7 6 6 8 3 3 is 26 «tak». 9. van NooUnSchoonhof». Prys der AdvertentiënVan 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote lettors naar plaatsruimte. Inzen ding franco, en uiteriyk tqt Zaterdags-voormiddags ton 10 ure. 60 6%. Ö41/.. 64»/, 567 1 161 stioinmmi tmiNT j_ prijs f 21 4 eboter 70 4 rette koeien w varkens iters f 1,50 4 per hectoliter, en 2 partijen Aangeroerd 39 partijen; wicht en qua! mi wei- dito f 1,3Q 4 1,40 biggen voor Engeland 94 sre dito f 14 h 20. 9 November. Aangevoerd: n graskalveren, 1 nuchter meren, 316varkens, 210 tal. 85 ct., 2de qnal. 70 et.; 2de qual. 80 ct.; schapen t 68 ot., alles per kilo. 2de quad, f 64 en 3de o. ie, Zeeuwsche, Flakkeesche 1,60, mindere f 10.00ill,00, i dito f 14,25 i 15,25, min- he en Zeeuwsche f7,40 4 -Brabantschef 7,20 i 7,60, f228 f2304235,per2100k. e, Zeeuwsche, Flakkeesche 7,30, mindere f 6,30 i 6,80, Somergerst f 5,00 6,40. 00, lange f3,00 4 4.30. fö,25A7,25‘ Zeeuwsche Jammen f2,75 4 derscbe ronde Wolkammers 1,40, Pruisische f 2,5042,70. De groote of 8t. Maar- wel bezocht, doch de aan* er dan vorige jaren. Men 0 stuks aan de njn stonden, uitengewoon prachtige bees- 250 4 325eene zelfs f 425 40, eene schot werd zelfs i’ van f 525 verkochtdito len f 200 a 300, 2|jarige 0 4 270, Ifjarige dito f 90 100, enkele nuchtere dito «teren ook goed voorzien; 114 64 ct., die van 120 4 130 i) a 80 kilo 50 4 54 ct. per weken f 7,50 4 10oudere Deze Courant wordt geregeld iederen ZaterdAg-middag i verzonden. Prys: voor Schoonhoven per driemaanden ƒ0,70. irt. y. ic. 2e Sectie. «7 >1». 7 lig. 3 fr durende 4, 6, 7 of 8 tastenden van het jaar, kinderen moest benedqn de l|| jaren, soms van >10, 8 en jongerevan ’s Morgens vroeg tot ’’s avonds laat, meest in gebogen houding, met weinig of korte rusttijden arbeiden. In de (siga renfabrieken worden de kinderen reeds op 9- en 10-jarigen leeftijd, ja jonger zelfsaan het werk gesteld. In de tapijtfabrieken te Hilversum komen de kinderen op 8- 4 9-jarigen leeftijd i'ójp de fabriék en werken daar gedurende den gcheelen dag soms nog wel voor slechts 60 4 ^70 cents per week. In de lijnbanen kunnen 11 zelfs kinderen worden getoond die van hun <i 5de jaar af daarin tot draaiers gebezigd worden. In de beetwortelsuikerfabrieken neemt de nijver- heid haar toevlucht tot arbeid van kinderen be- Jneden de 12 jaar gedurende den gebeden dag, vaak nog verlengd door nachtarbeid.” Zoo zouden wij kunnpn voortgaan. Dochgelijk gezegddit is maar eene quaestie van meer of min. De Staatscommissie van 1863, die zich wer kelijk niet aan overdreven schilderingen is te buiten gegaanspreekt toch over den stof- felijken toestand der arbeidende klassen onver holen een ongunstig oordeel uit en ontveinst zij zich nietdat de oorzaken van dien toestand voor een groot deel in den te vroeg begonnen zwaren arbeid zijn gelegen. Het doet er echter, gelijk de minister Geert- sema onlangs zeideweinig toe af, of het aantal kinderen 1000, 2000 of 3000 is. Het bestaan van het kwaad is erkend. Maar nu het geneesmiddel. Een Belgisch minister herinnerde eenmaal bij het bespreken dezer zelfde quaestieaan hetgeen den geneesheer wedervaart tegenover een zieke. Het schrijven van recepten is juist niet altijd datgene wat het best werken zal. Beter is het in vele gevallen liever de natuur slechts te leiden en aan de werking van het gestel alles over te laten. Maar de zieke en zijne huisge- nooten willen een zichtbaar teeken hebben en vertrouwen den arts, die geen geneesmiddel voorschrijft, niet. En de doctor Och, hij wil de luidjes wel genoegen doen al laat hij na tuurlijk den door hem gekozen weg niet varen. Hij neemt in alle plechtigheid een recepten briefje uit de portefeuille en schrijft in eenige Latijnsche woorden niets anders voordan een fleschjedood onschuldig gomwater. En de zieke en zijne vrienden vindendat die doctor toch een zeer bekwaam man is. De bedoelde Belgische minister waarschuwde er tegen dat de staatslieden tegenover de quaestie van den kinderarbeid toch nietuit zucht om genezing aan te brengenhet voorbeeld van dien doctor volgen zouden. En de minister vond zelfdat men het best deedde genezing dezer maatschappelijke kwaal geheel aan de werking van het gestel der maatschappij over te laten. In dien zin is eene zeer aanzienlijke partij gestemd. Hoogst bevreesd voor iedere inmen ging van den Staat in het maatschappelijk raderwerk en gevoed met de leerstellingen der staathuishoudkundigen die tot hunne leus heb ben slaat maar begaan, laat maar begaan”, gelooft deze partijdat door hare natuurlijke inrichting de maatschappij hare eigene kwalen genezen zal. Lang, zeer lang is de richting dezer partij uitsluitend gevolgd. Tegenwoordig vooral zijn zeer velen daarop teruggekomen en hun aantal groeit aan. Wij meenen ook, dat de oplossing van dit vraagstukwaarmede immers vrij wat meer dan enkel stoffelijke belangen gemoeid zijnniet enkel mag worden overgelaten aan de werking van de natuurlijke drijfveeren der maatschappe lijke beweging d. i. aan een zeer regelmatig maar dikwijls zeer onrechtvaardig en doodend eigenbelang, en eene zeer prijzenswaardige, maar zeer onregelmatig werkende menschenliefde. De Staat kan er niet buiten. heeftstaan vrij wat ruimer arbeids wegen open. En het inslaan dier wegen zal aan dat kind ten goede komen, zoowel als aan de maat schappij welke dien arbeid geniet. Het was werkelijk eene goede gedachte van Mr. Wintgens dit onderwerp dit jaar bij het begrootingsdebat eens ernstig ter sprake te bren gen en den Minister te vragen wat men van hem kan verwachten. De Minister Geertsema heeft ons teleuige- steld. De bekende bezwaren tegen wettelijke regeling wogen bij ZEx. te zwaar en aan de mogelijkheid dat in Nederland ooit leerplichtig heid zoude kunnen worden ingevoerd, geloofde de Minister niet. Daarover haalde hij de schou ders op. Naar wij hopen ten onrechte. Mr, van Houten, die den heer Wintgens bij viel sprak de hoop uit, dat nu de Minister zoo bepaald had geweigerd, eenige Kamerleden zich tot het ontwerpen van eene regeling zou den vereenigen. Wij hopendat zij spoedig de hand aan den ploeg zullen slaan. Wij willen daarin zien de morgenschemering van een schoonen dag, waarop wij Nederland zullen mogen gelukwenscben met het volbrengen van een moedige en zegenrijke daad. 19. 98 en 18]6. 5 1820. 5 5 5 1862. 5 »s-/4 64 4/ 1000. 5 97‘/, 66 4/1000. 5’ 97»/. 60 2e leen. 4| 89^/, 67/69. 4 75»/. 59. 3 Be. 100. eiNov. 5 :br.Aug. 5 m.-Jufi. .5 pr..— Oct. 5 500, I860. 6 18‘/, 150 911'VA 9hVJi 9S*wÜ 96 iv?i 22»»/,'3 W1.V. I w I J 94 W1/, 1070 118’/, i Hl V. 110’/. 65 65’/. 97 143 46’/,, 86»/. Maar hoe Wat zal hij doen Reedssinds lang is men in Engeland bezig den leeftijd te bepalenwaarop de kinderen voor het eerst de fabrieken mogen bezoeken en den tijd te beperken, gedurende welken zij iederen dag mogen werken. Door van staatswege aan- gestelde inspecteurs wordt dan op nakoming dier wettelijke bepaling toezicht gehouden. Herhaal delijk zijn die voorschriftenomdat zij telkens leemten bleken te bevattenverscherpt. En weet ge waarom zoodanige reglementeering nu juist niet zoo onverdeeld aanbeveling verdient? j Omdat, wanneer men voor de kinderen de fabrieken sluit, het de groote vraag is: waar blijven tij? Zijn zij er wel beter aan toe? Dat was het groote bezwaar der commissie Van 1863. Immers was in Engeland bij de toepassing der wetten herhaaldelijk gebleken, dat de kinderen die niet op de fabrieken moch ten worden gebezigdnu hunne plaats vonden in allerlei werkplaatsen van kleine bazen en ambachtslieden of in huis, hetzij bij hunne ou ders, hetzij bij anderen. En dóór hadden die kinderen het dan soms veel slechter, dan in de groote fabriekenwaar zij arbeidden in ruime localen onder het oog van zoo velen hunner standgenooten. Daarom zij men voorzichtig in zijn oordeel omtrent de gunstige werking van dezen of genen maatregel. Een allermerkwaardigst voorbeelddat wel tot die voorzichtigheid stemmen moet, gaf ons nog de beraadslaging in onze Tweede Kamer, op welke wij reeds meermalen wezen. Mr. Wintgens bracht o. a. zijne hulde aan de geestelijkheid te Tilburg, door welker invloed kinderen beneden de 12 jaren niet in de fa brieken worden toegelaten. En wat zeide daarop later de heer Moens? Dat de geestelijkheid haren invloed toch niet zoover had kunnen doen gelden, dat de kin deren, niet op de fabrieken toegelaten, ook niet voor de fabrieken werken. Want zij werken in groeten getale aan huis en dat is meestal niet beter. Ja daar is het kwaad. Dit hebben dan ook de Engelschen ingezien en zij hebben daarom in 1867 een nieuwe wet in het leven geroepen, waarbij dezelfde bepa lingen en hetzelfde toericht door de rijks-in- specteurs ook geldt voor de werkplaatsen der kleinere ambachtsnijverheid en zelfs voor den arbeid in de eigen huizen. In hoever die wet op den duur uitvoerbaar zal wezen, zal de tijd leeren. De Nederlandsche commissie van 1863 ein digde haar rapport dan ook met dezen raad: qjp te weten waar de kinderen blijven, moet de Staat zorgen dat zij komen op de school. Schoolplichtigheidof gelijk men tegenwoor dig meer en ook juister zegt, leerplichtigheid, dat is ook in onze oogen het eenige genees middel, dat ie^s meer is dan gomwater, iets beters dan een geneesmiddeldat soms de eene kwaal geneest, om eene andere te veroorzaken. Die leerplichtigheid kan natuurlijk niet langer duren dan het 12de levensjaar en na dien leef tijd zouden wij dan wettelijke beperkingen wen- schen omtrent den duur van den werktijd dier jeugdige arbeiders. Behalve het directe voordeel, dat het kind, hetwelk op de school wordt gevonden, niet in de werkplaats aanwezig is, verwachten wij voor den toestand der kinderen van zoodanigen maat regel nog een meer verwijderd, ofschoon zeer belangrijk voordeel. Immers welk een verschil na dat twaalfde jaar tusschen het kind, dat van het 6de jaar af in de ontwikkelende atmosfeer der school heeft doorgebracht, en dat, welks lichaam gedurende dienzelfden tijd in veel te harden en te langen arbeid afgetobd en aan welks geest iedere ver ruiming van gezichtskring onthouden is. Voor dat kind, dat een goeden schooltijd achter zich Als men de geschiedenis van Spanje van de laatste jaren nagaat, zou men haast geneigd zijn te beweren, dat het zich te vroeg heeft -willen losmaken van een staatsvorm, waarin geen plaats was voor billijke rechten des volks, voor de beginselen van het hedendaagsch staats recht, dat het nog niet rijp is voor de vrijheid. Eene leus is voldoende om een opstand te organiseeren, waaraan alle leidende gedachte ont breekt, of T moest zijn de gedachte aan roof en plundering. De invoering der nieuwe wet op de militie was al weer voldoende voor tal van ontevredenen, om zich tegen het wettig gezag te verzetten, om zich te verzamelen tot zoogenaamde republikeinsche bendenof wel zich aan te sluiten bij de Carlisten, die nog altijd bezig zijn hunne rooverpolitiek uit te oefenen. De regeering, hoewel zij op eene flinke meer derheid kan rekenen onder de vertegenwoordi gers des lands, schijnt tegenover al die oproerige bewegingen onmachtig; zij mist veelal de mede werking of de sympathie der provinciale en plaat» selijke besturen; zij heeft zich eenmaal den baat der geestelijkheid op den bals gehaald, wat in Spanje iets beteekent,en zoo gaat dat on gelukkige land voort zich zelven zedelijk en staatkundig te vermoorden. Ook in Frankrijk hebben zekere partijen al hunne krachten verzameld, om een gelijken toestand aldaar in het leven te roepen. De mo- narchalenvereenigd in hunnen haat tegen de republiek, neen, tegen een geregeld gouverne ment, hebben woord gehouden. Thiers, eenmaal bekeerd voor de republiekzij het ook voer de conservatieve republiekis in hunne oogen lan- ger onmogelijk geworden. De aanneming en behandeling van het voorstel van een lid der rechterzijde, om de boodschap van den president te onderzoeken en al dan niet te beantwoorden de interpellatie van den generaal de Cnangarnie en de grootendeels mislukte motie van vertrou wen beeft eene crisis in ’t leven geroepen waardoor Frankrijk op nieuw aan den rand des afgronds staat. Aan de eene zijde staat Thiers, die de republiek behouden doch regelen wil gesteund door tal van adressen van gemeente raden kamera van koophandel en gerechtsho ven aan de andere zijde de nationale vergade ring die bij monde van hare commissiebelast met het onderzoek van het voorstel en voor de overgroqte meerderheid samengesteld uit leden der rechterzijde, in de eerste plaats Thiers in zijne hoedanigheid van verantwoordelijk hoofd van. RICHTEN. Hennep, schil, r per kilo; goet ier half kilo; v< 28 4 32 ot.; jónge 00 43.50, pot ren f 7 4 8,50 f nks rundvee t 1,1 h ie. 4.5 »w.,(, 5 ld, kt. -1M» 5 ensk. .il .«5 ik.’i I onzen taledtvollen, landgenoot, den novellist inj^eren diegenen onder ons, die ook de. x-figselen der buitenlandsche litteratuur uoii ^nieten nog deq rOuvrier de fluit ans” Jules Simon irdaadJover den varbeid der kinderen in irissen”'zijn ons reeds wat tafereeltjes i up^c-uaugcu. Dikwijls waren de kleuren zoo schitterend en schel, dat zij aan het onnatuur- Olijke grensden en de uitroep voverdrijving” ons i i,( op de lippen speelde. Dikwijls echter ook waren ze zoo natuurlijk, zoo zacht aangrijpend, dat, ongevoelig te ^lijven onder het zien ons ontno- I 1 Doch zij dié de verschillende beschrijvingen' lazen deden jneer dan zich afkeeren van het overdrevene en tr^ren om hetgeen bun juist en waar toescheen. vroegen of daar niets tegen te doen zoude wezen, en herinnerden, er aan, dat toch in Engeland eene reeks van wettelijke bepalingen tot regeling van den arbeid der kinderen in de fabrieken sinds jaren was inge voerd, dat ook Frankrijk eene poging tot wette lijke reglementeering bepaald had. De stemming der geestenwelke zich alzoo over dit onderwerp openbaarde, bracht er de Landsregeering van het jaar 1863 toe, omeene Staatscommissie te benoemenen aan deze een onderzoek, deze quaestie betreffende, op te dragen. Het Rapport dier commissie verscheen in 1867. Het Schoolverbond dat in het jaar 1869 werd opgericht, beschouwde het reeds dadelijk als een zijner eerste plichtenom te weten te komen in hoe groote mate de arbeid der kin deren het schoolverzuim veroorzaakte of bevor derde. Heden willen wij bii die schilderingen van dien feitelijken toestand niet lang verwijlen. Niet licht zal men kunnen ontkennen, dat vele levens lichamelijk en geestelijk vernield vele goed belovende arbeidskrachten vóór den tijd verbruikt wordenalleen omdat aan de kinderen der arbeidende klassen te vroeg een aan hunne krachten onevenredige arbeid wordt opgelegddie de flinke ontwikkeling vau bet lichaam drukt en de rijpwording van den geest belet. Arbeid aan de krachten geëvenredigd is een zegen. Is er echter onevenredigheiddan werkt de arbeid schadelijk. En al moet en kan die onevenredigheid door den arbeider op dateren leeftijd worden gedragenop te jeugdigen leef tijd is zijieder zal het toegevenhoogst ge vaarlijk voor dien jeugdigen arbeider zelfhoogst gevaarlijk ook voor de maatschappij, voor wie in die kinderen een geslacht van toekomstige arbeiders opgroeit. Het onderscheid in de schildering van den toestand, tusschen hen die lichter en die scher per kleuren, is dan eigenlijk ook maar eene quaestie van meer of min. De Staate-Commiuie ren 1863 gaf b. v.op, dat hier te lande in 490 takken van industrie slechts 3100 kinderen beneden 14 jaar en hier van slechts 93 beneden den leeftijd van negen jaar werkzaam waren, zoodat de regeering dan ook in 1871 tot de conclusie kwam, dat vroege jeugd bij de fabriekarbeiders uitzondering is, en de schandelijke exploitatie van het jonge kind van andere indüstneele landen in Neder land niet voorkomt. Het onderzoek deor het Schodverbond inge- steldheeft ongunstiger resultaten aan het licht gebracht en aan de harde waarheden welke daardoor zijn bekend gewofèen, heeft in de zitting der Tweede Kamer van den 22sten dezer maand de heer Wintgens terecht nog eens her innerd. /In de steen- en pannebakkerijen moeten, ge- pc 3 4 3 3, 3 3 .MlIfifiVi.' 65 871/. 75’/, 64 Herinneren wij ons rde Fabriekskinderen” van Wremet ’I Herir. ],voortbré| /kunnen if van i j Inder de fabrieaen I W opgehangen, ti isdrittanmd i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1872 | | pagina 1