7
ZONDAG- 22 HAART.
N’. 249.
WEEKBLAD VOOR DE KRIMPENER-, ALBEAfiSÉR- EN LOPIKERWAARD EN OMSTREKEN.
Nog iets over de groote
quaestie van den dag.
BUITENLAND.
-
1MK.
loon .an
9’7.
4
!4l
Dete Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prjjs: voor Schoonhoven per driemaanden ƒ0,70.
Franco per post door het geheele rijk f 0,80.
80‘/,
«»7.
2t)b
nationale» storm
op het hoofd
of liever
Kamer
OVIttZICHT.
Ö2‘/i.
90
1871.
1571.
44%
1007/,
H7.
787.
85%
97
100%
6
5
5
5
0.
8. 7
7
3
5
7
6
6
8
3
3
SCHOIIOmSCIE COURANT
Allt biananlandicb. Ad»ert»ntiin waarvan da
plaatsing DMn; MAAL wordt apjagerao, wordao
•lacht. TWEE MAAL in rehe.inC gabraoht.
r»t minder mb-
0 .tukt Wm
verleden treek,
mindere qua!
aken f 60 6 80,
I van 60 6 66
|et f 14 6 90,
per nuk.
idea dito 6 et.
14%
77.
240
231%
9b7.
IM.
pc.
5
6
6
7
6
6
6
5
.3
3
5
5
5
5
vorige Nü.
over de «parle-
59%.
3 70%f
4
3
3
3
3
6. 5
5
5
5
>0.
10. 5
in. 4|
4
8
f
647.
647.
5567,
148
39»/,,
127
”7.
10?
95»/.
MhU f23,00
kilo; goeboter
kilokaas £94
>t., overloopen
kilo, nuchtere
Aarduppcien f9
ter. 3 partijen
rd 45 partnen;
'aliteit tot f37.
r kilo.
voor Engeland
,00Allnoch
iwe Zeeuwache,
19,80, goede
£9,70 640,70,
msche f #,70 6
inter takmaat
wmaattohe en
en Vlaamtche
,£7,90 6 7.30.
£<00 6 00,
Prys der AdvertentiënV«n 1 tot 5 regels ƒ0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzen
ding franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
de kinderschoenen ontwassenen terwijl de tra
gedie van Sedan nog zoo versch in bet geheugen
ligt, de aanmatiging heeft om te veronderstel
len, dat een beroep op het FranOOhe volk de
herstelling van den troon der Napoleons zou
kunnen ten gevolge hebbenpleit zeker voor de
traditioneele onbeschaamdheid dier dynastie. Zoo-
als het eerste heldenfeit van het prinsje algemeen
de lachlust opwekte, zoo ook thans de redevoe
ring, waarmede de meerderjarige Prins Louis
Napoleon te Ghislehurst zijn uit Frankrijk over
gekomen getrouwen welkom heette en zijn staat
kundig programma ontvouwde. Vooral de zin
snede, waarin de laatste dag, dien zyn rgroote
Vader” op Franschen bodem doorbracbt, /reen
dag van heldenmoed en zelfverloochening” ge
noemd werd, wekte de spotlust op. De geheele
redevoering, die in tegenwoordigheid van circa
8000 Franschen werd uitgesproken, was eene
reclame ten gunste van de partijdie zich noemt
tde l'appel au peuple”. Al staat ook aan hel
hoofd der regeer mg een man, die deelgenoot
was van deu roem en de rampspoeden zijns vaders
en wiens eerlijkheid boven allen twijfel verheven
ie, de toekomst blijft onzeker. Alleen in het
plebesciet ia ’s lands behoud te vinden, en
mocht Frankrijk daarbij het oog werpen op deu
9’7.
1024
1047.
837
OP/.
157,
1’7.
917.
597,
«87.
807.
287.
197,
127.
507.
Simd heeft ergens geschreven, dat in
gejfehiedems één nacht van geestdrift
had tot stand gebracht, dan eeuwen van
redeneering en overleg.
Juist. Het ontbreekt en in de Kamer, en bij
de natie aan hart, aan enthousiasme, aan liefde
voor de groote beginselen van den vooruitgang.
Daarom, wieden toestand veranderen wil, moet
die liefde, die geestdrift verlevendigen.
En hoe
Bovenal door de feiten na te sporen en aan
het licht te brengen, waardoor het verkeerde van
den bestaanden toestand zonneklaar blijkt. Toopt
feiten, die in het oog springen, feiten, die beter
dan ellenlange vertoogen aan de natie toonen,
dat de belasting verdeel mg onrechtvaardig, de
samenstelling van het inilitieleger gebrekkig is,
dat de reclitsfristelliugeu verouderd en onvol
doende zijn, dat Nederlands isolement in de
muntquaestie onhoudbaar is, en zoo zult gij
de harten wakker schudden, zoo zult gij ze ont
vlammen, zoo zult gij die geestdrift wekken, van
welke alleen eene verbetering van den tegen-
woordigen ellendigen pohtieken toestand te wach
ten is.
ingevoerd: 814
8 nuchtere kal-
5 varkens, 69
dequal. 70 ot.;
5 ot.; schapen
•ouden 48 6 59
£70 en 8de
Overmaaawhe
rsche £11,60 6
whe f 10,50 6
9.60 6 10.00,
'bantsche £9,90
lakkeesche eu
mindere f 7,50
mindere f 6,60
Overmaasscha
6 4,80.
per 9100 kilo,
ie £8.966 8,60,
Napoleon III, mocht de naam van
voor de achtste ma») znit de stembas
te voorschijn komen dan is hij bèreid de ver
antwoordelijkheid, uit dat votum der natie voort-
vloeiende, te aanvaarden.
Tochal Incht men ook om de aanmatiging
van een prins, die zich nog op niets kan ver
heffen, de Bonnpartistische partij heeft een pre
tendent, een aanvoerder, die de kunst verstaat,
om nu en dan van zich te doen spreken, en
dat zal hun een nieuwe spoorslag zijn om met
de monarchalen samen te spannen tegen de
legitimisten en republikeinen, en te gelegener tijd
hun slag te slaan.
En waarlijk, de tegenwoordige stand van zaken
biedt wel eenige kansen aan voor de welgeluk-
king van een of ander restauratie-plan. Het
ministerie de Broglie kan zich slechts door eene
tactiek van loven en bieden staande houden
en al gelukt het ook tot nog toe, wanneer het
op stemmen aan komt, eene voldoende meer
derheid te vindende natie toont bij elke ver
kiezing, dat het geen vertrouwen in de tegen
woordige regeering stelt, en de vertegenwoordiging,
dat zij de reactionaire maatregelen moede is.
Dit laatste zou me» althans mogen opmaken
uit de samenstelling der commissie, die belast
is met het. onderzoek van de Broglie's voorstel
om hét uiiindaat der gemeenteradendat met
het einde der volgende maand afloopt, voor on-
bepaalden tijd totdat de gemeentewet tot stand
zal zijn gekomen te verlengen. De linker
zijde telt in die commissie 8, de rechterzijde 7
leden. De uitslag dier stemming is zeker met
bemoedigend voor de regeering, met bet oog
op de behandeling der schier in het vergeetboek
geraakte interpellatie Gambetta over de uit
voering der mairewet, die thans aan de or.le
is. Te meer niet, daar de vereenigde linkerzijde
eenstemmig zou zijn in het voorstellen eener
afkeuringen dc uiterste rechterzijde daarmede
zou instemmen, indien de regeering niet ver
klaarde in te stemmen met hare opvatting van
de 7jange volmacht.
Het besluit der commissie uit den Duit-
SOhen rijksdag, belast met het onderzoek der
legerwet, waarbij art. 1 van dat ontwerp,
houdende bepaling van de getalsterkte vau het
leger op voet van vrede, met 24 tegen 2 stem
men verworpen werd, heeft groote sensatie ver
wekt, zóó zelfs dat een der olücieuse organen
reeds het woord ontbinding op de lippen nam.
Zoover zal het echter waarschijnlijk niet komen.
Nu het gebleken is, dat de vertegenwoordiging
tot geenen prijs, noch de getalsterkte wil ge
bracht zien tot een cijfer als door de regeering
gewenscht wordt, noch dat cijfer voor on bepaal
den tijd wil vaststellen, noch ook een driejari
gen diensttijd noodig achtzal de regeering wei
wat van hare eischen laten vallen. De vaccine
wet en de wet op de strandvonderij is aange
nomen, de drukperswet in behandeling, hen
•amendement op laatstgenoemde wet van sociaal
democratische zijde, dat voor de drukpers eeno
onbeperkte vrijheid eischte, behoudens straf be
palingen tegen hen, die door onware berichten
personen 111 een verachtelijk daglicht stellen of
schade berokkenen, werd verworpen.
In Oostenrijk is het eerste der confessio-
neele wetsontwerpen met groote meerderheid
door het Huis van afgevaardigden aangenomen,
en het tweede, regelende de voorziening in de be
hoefte van den R. C. ceredienst, in behandeling
genomen. Bij de toelichting van laatstbedoeld
ontwerp, wees de minister van eeredieust op de
lotsverbetering der thans zoo armoedig bezoldigde
pastoorswaaraan de bisschoppen, die in beei
wat gunstiger omstandigheden verkeerden, zich
zoo weinig heten gelegen liggen. Geheel over
eenkomstig de aanwijzingen, by encycliek uit
Rome ontvangen, neemt de cler cale partij met
de hooge geestelijken aan het hoofd nu reeds
de houding van lijdelijk verzet aan. Onmid-
dellyk nadat de algemeeue beraadslagingen ge
sloten waren en tot de verdere behandeling zou
worden overgegaan, verlieten zij de vergadering,
aau de Polen de verdere bestrijding overlatenue.
Ditzelfde zal ook geschieden door de bisschop
pen, leden van bet Heereuhuis, dat ook reeds
zijne zittingen heeft aan^evangeu. Mochten de
wetsontwerpen worden aangenomen, dan zulfen
zij, als laatste middel van toevlucht, trachten
S. W. N. VAN NOOTEN,
Ultfsverg.
worden toegelaten wanneer het is uitgewerkt groote
4en door hem bedoelden zin. Ieder ksmer/L vlamï.
(wij laten nu hen buiten rekening, wien het
slechts te doen is om bestrijding der Regeering)
is volkomen te goeder trouw overtuigd, dat, in
dien de wet niet id zijn geest geamendeerd
wordtzij moet vallen. Ieder stemt dus «naar
zijne overtuiging”, gelijk de heer Grataina den
heer Vissering antwoordde.
Dit spreken wij niet tegen
dat zulk eene overtuiging die
niet wezen mag. De eenheid
mag niet worden opgeofferd aan
zienswijze in de bijzonderheden.
idee, welke.de nationale geestdrift ont-
Er leeft geen idealisme, geene allés be- Napoleon
heerschende aspiratie naar groote politieke en
sociale hervormingen.
Want, wanneer stapt men over verschillen in
kleinigheden heen? Wanneer de groote ideeën,
welker verwezenlijking men zoekt, zoo alles be-
heerschen, dat men naar die verwezenlijking wordt
gedrongen. Alleen het enthousiasmede liefde,
het hart hebben voor de groote beginselen der
hervormingen, drijft tot toenadering van allen,
die hetzelfde doel beoogenal zijn zij hot niet
eens omtrent de middelen.
Is men werkelijk overtuigd, dat de onrecht
vaardige verdeelmg der belastingen ondragelijk
is, en gevoelt men in het diepst van zijn gemoed
dat zij niet langer duren kanwelnu, dar. er
gert men zich met aan kleinighedenmaar roept
men uitliever eene algemeene inkomstenbelas
ting met al hare gebrekendan te behouden wat
wij thans hebben.
Gevoelt men hel in al zijne volheiddat de
plaatsvervanging het gehalte van het leger be
derft, ’s lands defensie verzwakt, dus hetgansche
vaderland in geviar brengten dat zij bovendien
schreeuwend onrechtvaardig is, welnu, dan zal
het patriotisme doen zeggen: komt, wij zullen
ons gaarne den korten diensttijd getroosten, om
de toekomst van het vaderland te verzekeren.
Is men doordrongen van de begeerte naar ver
eenvoudiging en verbetering der rechtsinstellin
gen, dan zal men ter wille der hoofdbegin’elen
lerr’ïyeno wet op de rechterlijke organisatie aanne-
Istfr *men ook al zoude men de bijzondere bepalingen
hier en daar anders wenschen.
George St
de geheele f
meer
Met onzen geachten medewerker stemden wij
volkomen in toen wij in het vorige N°. van
dit Weekblad zijne klaagliederen
inentaire treurtooneelen” lazen.
Maar wij waren toch reeds voornemens er ons
eigen woord ook nog over te zeggen. De
vraagdie het geldtis gewichtig genoeg, en het
verdienstelijk artikel van den heer 11e heeft
natuurlijk de quaestie evenmin uitgeput als het
Onze dat doen zal.
De geschiedenis met de Muntwet is de laatste
droppel geweest, die den emmer heeft doen over-
loopen. Prof. Vissering heeft in zijn keurige taal
woorden gegeven aan hetgeen zoolang reeds me
nigeen gevoelde, heeft door zijn gezag de over
tuiging van anderen versterkt, heeft aan velen, die
niet durfden uitspieken wat ze dachten, den moed
gegevenom zonder aarzelen alles te openbaren
wat ui ben omging.
Zoo is de brief van den Leidschen hoogleeraar
door de echo’s der openhare meening ontelbare
melen herhaald.
Ter herinnering halen wij nog eenmaal de
betrekkelijke zinsneden uit den brief aan.
«De discussie over de Muntwet heeft op mij f'
zoo schrijft Mr. Vissering, «een bedroevenden
indruk gemaakten ik kan bet u verzekeren
op mij niet alleen. Er is een kwaad dat meer
en meer in onze staatsvergadering om zich grijpt
en dat wel geschikt is, om di-11 eerbied voor
de vertegenwoordiging niet te vermeerderen. Er
komt geene groote quaestie ter sprake, of elke
indnicmeele opvatting, ook de incest oppervlak
kige (om geen harder woord te gebruiken)acht
zich bevoegd, zich als advies aan de Regeering
en aan de leden der Kamer op te dringen.-
£lke groote maatregel van wetgevingmet hoe
veel ernst en zorgvuldig overleg ook voorbereid
wordt onder dien stroom van beginsellooze indi
vidueels meeningen ónmogelijk.”
Dat is de hoofdquaestie.
r Het land kan daarbij niet welvaren, en de
gehechtheid des volks aan zijne staatsinsteliHgen
wordt op eene zeer gevaarlijke proef gesteld.”
Dat zijn de onvermijdelijke gevolgen. Stil
stand in de wetgeving, verkwijning van de in
stellingen van den Staat, ondermijning van de
b^inselenwaarop ons geheele regeeringsstelsel
is gebouwd.
Het verschijnsel is niet nieuw. Alleen heeft
het thans, door bijzondere omstandighedenden
opgewekt, die van alle zijden
1 onzer Kamer is neergekomen. Ook
de heer He herinnerde in zijn hoofdartikel aau
bet gebeurde met de inkomstenbelasting, de
rechterlijke organisatie, de afschaffing van plaats
vervanging bij de militie. Bij die gelegenheden
sprong de fout zelve anders nog wel meer in het
oog, omdat de bij die wetsontwerpen betrokken
hoofdquaestièn meer vielen binnen de bevatting
van hel publiek. De meeste leden der Kamer
willen in alle opzichten hunne individuetle mee
ningen gevolgd zien. Zij hebben hun stel amen
dementen, welke voor hen een aangeboden wets
ontwerp aannemelijk zullen maken. Zij stellen
die amendementen voor, en indien deze vallen,
zijn zij tegen de wet. Zoo doet de eenzoo
doet de ander tu de combinatie der minderheden
doodt de wet.
Dit geschiedt niet uit hetgeen de Duitschers
noemen vRechthaberei”, niet uit hooldigheid
uit zucht om gelijk te hebben, uit weerziu om
toe te geven. Neen.
Dit geschiedt evenmin uit lust om te praten'
uit ijdelheid, uit begeerte om ook een advies uit
Ui brengen, om de meer of minder twijlelachtige
gaven der welsprekendheid te laten schitteren en
te doen bewonderen. Neenook dat met.
Dit geschiedt alleen, omdat elk dier kamer
leden werkelijk overtuigd is, dat alleen met de
door hem vourgestelde amendementen de wet goed
kan wezen, dat het bij het wetsontwerp betrok
ken hoofdbeginsel alleen dan in de ^ractijk m^g
maar wij beweren
van een kamerlid
in hoofdbeginselen
het verschil van
Hoe kan de
parlementaire regeringsvorm eiseben dat ieder
kamerlid zijne bijzondere inzichten in alle dingen
hebbe en die inzichten in alle opzichten volge
Dan immers zoude die regeeringsvorm zich zelven
eenvoudig onmogelijk verklaren.
Dit is dus eene fout bij onze Tweede Kamer
dit sterk individualisme-, dat van geeu toegeven
weet.
Maar ligt de schuld bij de Kamer,
vinden wij dit verschijnsel alleen bij de
Volmondig antwoorden wij neen.
De Nederlaudsche Tweede Kamer is o. i. met 1
die fout de beste vertegenwoordigster van het I
Nederlandsche volk. Zij geeft het beeld vin dat
volk in dezen met volkomen juistheid terug.
Dit meenen wij, en daarom wachten wij niets,
noch van eene kamerontbinding, noch zelfs van
uitbreiding van het kiesrecht of verbetering van - j
het gehalte der kiezers, hoezeer wij om andere^
redenen- natuurlijk Mer-wwr die beide lirati„
maatregelen gestemd zijn.
Maar wij vragen
Is niet met een veel slechter kiezerspersoneel
de groote hervorming onzer staatsinstellingen tot
stand gekomen?
Zijn met onder vigueur onzer tegenwoordige
kieswet de vruchtbare jaren van lt*5018U0
doorleefd, toen er zoovele hoogstbelangrijke wet
ten bij menigte zijn vastgesteld?
Is het niet een alleropmerkelijkst verschijnsel,
dat bij de verkiezingen in den laatsten tijd mea
aan de zijde der liberalen steeds terlegen was om
punten te zoeken, op grond waarvan men de can-
didaten zoude aanbevelen. Te zeggen, dat de can-
didaat een man was van vooruitgangzeide na
tuurlijk niet genoeg. Maar, indie» men deed uit-
komeu, dat hij b. v. voorstander was eener alge-
meene inkomstenbelasting, dan zoude men wel
sommige liberale kiezers voor hem winnen, maar
tegelijk anderen van hem afstooten. Zeide men,
dat hij den persoonlijken dienstplicht wilde inge
voerd zien, zoo zoude precies hetzelfde gebeuren.
Beval men hem aan, omdat hij gestemd was voor
verbetering onzer rechtsinstellingen, door afschaf
fing der cassatie in burgerlijke zaken en invoe
ring eener gelijke berechting van alle misdrijven,
het zoude niet anders gaan. Immers, in het
kamp der liberale kiezers was ook verdeeldheid,
ook déér vonden die verschillende maatregelen
hunne voor- en tegenstanders. Zoo eindigde men
altijd met de gewone zaak, waarover alle liberalen-Dat een Keizerlijk prinsje, ter nauwernood
gelijk dachtende zaak van het neutrale volks
onderwijs; deze quaestie bleef vrij eentonig het
.shibboleth, gelijk zij het reeds zoo menig jaar
geweest was/ want zij was de eemge quaestie,
waarbij van eenheid onder de liberalen sprake
koude wezen.
Eindelijk vragen wij nog dit, of niet de ge
schiedenis van het cadeau aau den Koning volko
men toont, hoe j» het geheele volk, verre, verre
buiten de grenzen der Kamer, de zucht bestaat,
om tot de bereiking van een doel niet mede te
werken, wanneer ue weg, die anderen daarheen
willen inslaan, niet juist dezelfde is, als dien wij
als den beste uitkozen. Onder hoe velerlei mdt-
vidueele meeningen is niet reeds thans de idee
van het nationaal cadeau begraven I De geschie
denis van het cadeau is de laatste rechtvaardi
ging der Kamer, en wanneer zij ziet zoowel daar
opals op de andere omstandigheden, welke wij
zoo-even noemden, dan kan ue Kamer gerust
zeggen: wij zijn volkomen juiste vertegenwoor
digers van het Nederlandsche volk.
Waaraan nu is dit individualisme in de Ka
mer en daarbuiten te wijteu?
Er bestaat geen liefde voor de groote begin
selen, welke met de voorgedragen wetsontwerpen
gemoeid waren, geen kart. Er is geen enkele