N°. 520.
Zondag 1 Juni.
1879.
Mr. J. G. PATIJH
HEN.
Halfwas,
laar bekwaam-
in persoon.
Fer.
O,
ECHTS.
Weekblad voor ZuictHolland en Utrecht.
I
en.
RT
E N
e Gouda.
f 26 per anker
en half ankers.
i’.
der Loo,
Rööratt.
rEÏÏ
Vrije Handel.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Overzicht.
te Schoonhoven,
s.
In het Hoofd-kiesdistriot GOUDA:
de Heer
l per 50. kik».
I
uia.
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag
verzonden. Prija: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70.
Franco per post door het geheele rijk 0,80.
ons ziekte van
mogelijk eene
(aftredend Lid.)
rlands-Indische
atschappl j zoekt
S. W. N. VAN NOO®N
Uitgeien.
SCHOONHOVENSCHE MfflT.
nco te adressee-
i het Algemeen
VANDITMAR
Bij de verkiezing op 10 Juni a.
voor een Lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal wordt door ons met
aandrang aanbevolen:
fO,80Al,00,
m voor Enge-
•gere Biggen
n f8 tot 12.
aanvoer van
handel, on
en hetdaar-
s in de wei-
irnkt, zoodat
e onverkocht
ide, en strekten meer dan iets
i nationalen haat, die sinds vele
en Brit tegen elkander in het
harnas joeg, uit te blusschen.
Schoonhoven.
Mei 1879.
ouders J. De
Bertha, ouden
a. Adrianus
Bergh en C.
ihanna, ouders
ouden G. J.
iverd.
ing aan de velo
gelden A depo-
oorwaarden, die
uweelen Singel,
t zich aan als
nde, liefst bij
letter P, by de
AN NOOTEN
oor vast werk,
lo
i, bij Gouda.
Wijngaarden
ame
Ir. Schilder te
im dadelijk in
1. f46, 3de
sche, Flakk.
8,50 9,50,
ie f6,60
>,75 A 6,80.
erm. winter
16,80, beste
5,70.
Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels /0,50. Iedere
regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending
franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure.
maanden.
e qual. 55 ct,
'15 A17, vette
A 8,schapen
e kalveren 22
dito f 4 A 8
'5,80, Zeeuw-
f 4,40, Roode
300, mindere
)A200, vare-
A 230, guste
5 A 35, nuoh-
46 ct. per
f6,00 A 12
f 0,88 A 0,92
le 26 stuks,
v. 4 paarden,
kalveren, 63
f lammeren,
ten of geiten,
i gual. 68 ct.,
qual. f0,95,
les per kilo.
Londen 40
Alle Binnenlandscho Advertentiën, waarvan
de plaatsing 3 maal wordt opgegeven, worden
slechts 2 maal in rekening gebracht.
iducent on consument, een
to verschaffen, en aan de
bedoelen de millioenon die niets anders ter markt andere zijde datzelfde veld zoo druk te bezetten is, wel aanleiding gegeven tot deze valsche be-
te brengen hebbenTdan hun arbeid, waarvan de I Hamman
prijs niet stijgt in verhouding van de prijsver- I
hooging der levensmiddelen en andere benoodigd-
heden. Van alle kanten zijn deze lieden er het
slechtst aan toe. ’t Is waar, de industrieel, de
fabrikant ontvangen meer voor ’t geen zij af
leveren, maar de massa der verkookte voorwer
pen neemt in gelijke verhouding af, zoodat er
overcompleete arbeidskrachten komen. Het aan
bod zal dus weldra de vraag overtreffen, het
loon vermindert, en verarming van het arbeiders
gezin is er het noodzakelijk gevolg van. Dat
is zoo binnen de eigen grenzen, en ’t wordt
niet anders bij den nabuur, bij wien de productie msuarci
evenzoo is gedaald door afsluiting van de gele- klinken,
genheid tot uitvoer.
Alleen de Staatskas zal er bij profifeeren, zal
men zeggen. Jawel, maar de vraag is in hoe
verre dit de algemeene welvaart ten goede kan
komen. De ondervinding leert, dat ruimte van
geldmiddelen door de mannen die aan ’t roer
zitten niet wordt aangewend tot vermindering
van belasting, of tot vermeerdering en verrui
ming van do bronnen van welvaart, doch meest
voor militaire uitrustingen, die land en volk
nog meer verarmen. Bovendien is die toene
ming van inkomsten slechts tijdelyk, soms ge
heel denkbeeldig. Hooge tarieven van invoer
zijn het beste middel om den sluikhandel te
bevorderen; op de grenzen zijn altijd avontuur
lijke lui, wier geweten er volstrekt niet door
wordt bezwaard als zij de Staatskas een deel
barer baten onttrekken. Er is dus in de eerste
plaats versterking noodig van ambtenaars-perso-
neel; betrapte smokkelaars moet men nog voor
rijks-rekening een poos den kost geven en gratis
huisvesten op den koop toe. En dan, wanneer
het peil van de algemeene welvaart daalt, ver
mindert ook de draagkracht der natie, hetgeen
den stroom der gewone belastingen met minder
mildheid doet vloeien. Verzwaring van invoer
rechten belemmert den ouderlingen ruil, is dus
allernoodlottigst voor den handel, en veroorzaakt
alzoo daling in de indirecte voordeelon, die een
levendig handelsverkeer voor den staat afwerpt.
Er is nog een ander, niet minder belangrijk
nadeel te wachten van het protectionistisch stelsel.
Concurrentie is een machtige prikkel tot ver
betering van het product. Voor het oogenblik
vinden wij het niet pleizierig, als de waar van
onzen buurman meer aftrek vindt dan de onze
maar indien we ons door de inspraak van het
gezond verstand laten leiden, zullen we niet
gaan neerzitten bij de pakkendoch ernstig on
derzoeken of we ook de waarde kunnen verhoogen
van ’t geen we ter markt brengen. Nemen we
evenwel die markt uitsluitend voor ons zelf in
beslagdoor er onzen buurman met geweld van
daan te jagen of door hoog marktgeld te heffen
dat hem noodzaakt thuis te blijven; dwingen
we alzoo de koopers zich bij ons en niemand
anders van het noodige te voorziendan missen
we eiken spoorslag om naar een verbetering te
streven, die, hoe groote voordeelen er in de
toekomst van verwacht kunnen worden, voor
het tegenwoordige en bij den aanvang altijd geld
kosteniets waarvan de meeste menschon
van nature een afkeer hebben. Hooge invoer
rechten zijn dus een hinderpaal voor den stoffe-
lijken vooruitgang van een land.
meer verwijderde volken neur van C’ w
zeer bevorderd, de Transvaal enz., behalve de eig
de onderstelling, I kolonie op te dragen. Deze, die
naar yan (j0 eKpeditie tegen de Ashantijnen we
derkeerde zal thans in de genoemde streken met
burgerlijk en militair gezag bekleed
worden en hoeft tot mandaat omzoodra Enge-
lands eer is bevredigd en de veiligheid dor kolo
nie dit gedoogtvrede te sluiten met Cetawayo.
>ngen reeds
,Klandelen-r-
begint de regeering toch nog bijtijds in te zien,
dat de onderwerping der Zulu-Kaffors nog zoo
heel gemakkelijk niet gaat. Terwijl toch Chelms
ford zijne krachten op verschillende punten bij-
eentrekt om tot den aanval over te gaandrei
gen de Kaffers met een inval op Natafsch grond
gebied waarop volstrekt niet gerekend wasen
nauwelijks zien de Transvalere dat de kansen
keeren, of hunne oude liefde voor de onafhan
kelijkheid komt weer boven. Daarbij moet de
gezondheidstoestand der Engelsche soldaten aller»
treurigst zijnterwyl hier en daar het noodige
ontbreekt. Ook de financiëele zijde der quaestie
is niet onbelangrijkals de becijfering der Engel-
sche bladendie do kosten der expeditie weke
lijks op 6 millioen gulden ramenvertrouwen
verdient.
Eene derde mededaeling der regeering betrof
de Egyptische quaestie. Sommige bladen wisten
in de laatste dagen mede te doelendat tusschen
Frankrijk en Engeland in deze groot verschil
van gevoelen bestond en dat dit tot eene ver
koeling der wederzijdsche betrekkingen had aan
leiding gegeven. De Minister Bourke ontkende
dit ten stelligste. Misschien hebben de berich
ten van een gemeenschappelijk optreden dor
geïnteresseerde mogendheden, waarvan sprake
met vluggen
prys f 17 A 20
hinderpaal voor den stoffe-
Nog meer. Vriendschappelijke betrekkingen
tusschen naburige en meer verwijderde volken
worden door handels-relatiën zeer bevorderd.
Het protectionisme gaat uit van d?
dat de vermeerdering van de welvaart der eene
natie onmiddellijk den achteruitgang der andere
ten gevolge heeft. Die stelling is valsch. De
vrijzinnige handelsverbintenissen, die in het tijd
vak van den tweeden Keizer Napoleon tusschen
Frankrijk en Engeland bestondenkwamen beiden
volken ten goed
anders om den
eeuwen Galliër
Twee stelsels strijden sedert eeuwen om den
voorrang.
Het eene rust op het beginsel, dat elke natie
in de eerste plaats voor haar eigen belangen te
zorgen heeft. Dit geschiedt het best, door de
productie van landbouw en nijverheid zoo hoog
mogclijk op te voeren, zelfs boven de behoeften
der éigen bevolking, en vervolgens voor dat
meerdere de voordeeligste markten buitenslands
te zoeken. Zoolang nu hetzelfde artikel elders
niet wordt geteeld of vervaardigd, gaat dat heel
goed; is dat niet meer het geval, dan komt er
concurrentie tusschen den vreemden invoer en
de binnenlandsche voortbrenging. Somtyds ge
beurt het, dat de laatste langs den natuurlijken
weg zegevierend uit de mededinging te voorschijn
treedt, want zij heeft altijd de transportkosten
in haar voordeel, zij staat veel dichter bij den
verbruiker. Maar men ziet het ook weleens ge
heel anders loopen. De vreemde aanvoer be
houdt het eenmaal ingenomen terrein, meestal
wegens meerdere voortreffelijkheid der handels-
waar; soms ook omdat de productie op zoo groote
schaal plaats heeft, dat de kosten van vervoer
er ruimschoots worden uitgehaald. Dan gaat
er een klaagtoon op in de gelederen der nieuwe
voortbrengers. Nu zij de onmogelijkheid inzien
om zonder kunstmiddelen de concurrehtie te
weren, eischen zij dat de Regeering daartegen
maatregelen neme, door den invoer te belem
meren; met andere woorden, zij roepen om be
scherming, om protectie. De meeste Regeerin-
gen hebben daar wel ooren naar. In de eerste
plaats willen zij gaarne de grondeigenaars en
industriëelen te vriend houden, en vervolgens,
daar het verleenën van de gevraagde ondersteu
ning in niets anders bestaat dan het heffen van
invoerrechten, waarvan het bedrag de schatkist
ten goede komt, ahhrijft ook hot financiëel belang
van den staat dien maatregel voor.
Nu zijn grondbezitter en nyverheids-onderne-
mer gered. Er worden geen of weinig land-
bouwvoortbreijgselen meer ingevoerd, dus de
binnonlandsohe producent kan op de eigen markt
hooger prijs bedingen. Dat de landgebruiker,
die huren moet, van die hoogere prijzen weinig
profiteert, ligt voor de hand, dewijl elke rijzing
van den prijs der voortbrengselen op den voet
wordt gevolgd door styging van de pachten.
Maar ’t is ook zeer de vraag, of zelfs de land
eigenaar er veel beter door wordt. Want men
vergete niet, dat de landbouw-producten niet
de eenige artikelen zijn, die door de protectie,
door het heffen van invoerrechten duurd'er wor
den. Wordt het stelsel consequent toegepast,
dan is zulks het geval met alle benoodigdheden
en weelde-artikelen, zoodat, wat de begunstigde
partij in do eene hand ontvangt, weer met de
andere hand moet worden uitgegeven. Dit is
niet de eenige bedenking. Wordt de leer van
het protectionisme als het ware beginsel gehul
digd, dan zullen ook in andere landen haar
apostelen een toegenegen oor vinden. Elk rijk
gaat dan met de meeste zorg zijn tarief van
invoerrechten samenstellen of uitbreiden, en,
daar geen enkele Staat alleen koopt, zonder
tevens te verkoopen, is het net zoo goed of men
voor elkander de deur dichtwerpi of althans
den toegang zeer bemoeielijkt.
We krygen dus door het protectionisme, in
plaats van de door velen gedroomde broeder
schap der volken, een zeer onsamenhangende
groep natiën, die elk een afgunstig oog richten
op den nabuur, en hem bejegenen als iemand
dien men liever van achteren dan van voren ziet.
We spraken zooeven van landeigenaars en
industrieëMn. Deze beiden worden door het
protectionisme niet bevoordeeld, omdat hetgeen
zij aan de eene zijde meer ontvangen, aan den
anderen kant meer moet worden uitgegeven.
Doch buiten deze is er een zeer breede zoom
van belanghebbenden, die noch van verhoogde
graan- en veerechten, noch van het invoerrecht
op fabrikaten eenig voordeel kan genieten; wij
We hebben tot dusver alleen het ééne der
beide stelsels bekeken. Naar onze meening be
staat er geen enkele grond, om met het protec
tionisme ingenomen te zijn.
Het algemeen belang vordert, dat de verbrui
kers volkomen vrij zijn in hunne keuze, wat be
treft de plaats waar en den persoon bij wien zij
in hun behoeften willen voorzien. De geest van
onzen tijd huldigt dat beginsel, door de kolossale
uitbreiding van vervoerwegendiemillioenen schats
verslinden maar nog meer millioenen voordeel
afwerpen. De scheidsmuren, dip de volken ver
wijderd houden, wil men afbreken, en voor het
bekrompen nationaliteitsbegrip van vooropen
treedt een gezond cosmopolitisme in de plaats,
volgens hetwelk elk volk een wol is waar zelf
standig, maar toch innig met de anderen ver
bonden lid is van het groote lichaam, de
menschheid.
Nu is er zeker niets tegenstrijdigere te be
denken, dan aan den eenen kant alles aan te
wenden wat den handel, die als middelaar op
treedt tusschen proi’
ruimer arbeidsveld
richten.
De Fransohe bladen bemoeien zich dan ook
weinig met deze quaestie. Nu de Kamers we
der bijeen zijn, hebben ze genoeg te doen met
eigen zaken. Naar aanleiding der verkiezing
van Blanqui heeft een lid der Kamer van Af
gevaardigden, Clemenceau, diens invrijheidstel
ling voorgesteld, doch niet verkregen, want de
Kamer weigerde het voorstel als urgent te be
schouwen met 272 tegen 171 stemmen, waar
schijnlijk die der uiterste linkerzijde en clerica-
len. De commissie tot onderzoek der geloofs
brieven stelt de vernietiging der verkiezing voor.
De President, Grevy, heeft bij gelegenheid van
de uitreiking der kardinaalshoeden aan de nieuw
benoemde kardinaals, de gelegenheid gehad
deze nog eens het „binnen de grenzen" toe te
roepen, tegenover de revolutionaire taal van den
aartsbisschop van Aix en consorten. „Gij roept
het grondwettige recht van den President der
Republiek in ten gunste van de rechten der
kerk,” aldus sprak hij; „Weest volkomen ge
rust, die rechten loopen geen gevaar; zy staan
onder de hoede der wet en de regeering, als
zij de rechten der kerk niet stelt boven die van
den Staat, is bezield met groote bereidvaardig
heid, om de eene zoowel als de andere te be
schermen.” Een kalm en waardig woord in
dezen tijd, nu de hartstochten van de uiterste
rechter- en uiterste linkerzijde worden opge
zweept.
De Duitscho Rijksdag heeft dan eindelijk,
omdat Von Bismarck het gewild hoeft, een
reactionnair, Von Seydewitztot president en
een lid van het centrum, Wyheer Von Frano-
kensteijn, tot vice-president.
Toch, niettegenstaande conservatieven en cen
trum zich tot eene nieuwe meerderheid gevormd
hebben, gaat het nog niet geheel naar wensch.
Van de rechten, die de Rijkskanselier, in af
wachting van de tot standkoming der nieuwe
tariefwet, reeds voorloopig op sommige artikelen
wenscht te heffen, is o. a. slechts een zeer klein
gedeelte toegestaan en de Prins moet zich hier
over zeer gevoelig betoond hebben.
Nauwelijks zijn de moordaanslagen in Rusland
een weinig zeldzamer geworden, of brandstich
tingen komen nu aan de orde vdn den dag. In
het district Usa is een dorp van 186 huizen
door brand vernield. Op verschillende plaatsen
zijn voorzorgsmaatregelen genomen en is de po
litie versterkt. Dat de keizerlijke familie zich
ook te Livadia nog niet veilig acht, bewijzen
do voorzorgsmaatregelen, die daar genomen
zijn. O. a. mogen vreemdelingen, met booten
of schepen aankomende te Julta of Simferopol,
niet dan na zich aan tal van formaliteiten onder
worpen te hebben en na lang oponthoud aan
wal komen. Elke logementhouder moet zijne
gasten bewaken en de particulieren moeten de
namen der bij hen verblijf houdende vreemde
lingen op een bord aan de buitenzyde van de
woning vermelden!
In een land waar zulke dingen nog kunnen
verordend wordenmoet een constitutioneel stel
sel als door eene daarvoor benoemde commissie
dezer dagen is voorgesteldnog eene verademing
zijn. De vertegenwoordiging, nog wel voor een
groot gedeelte door de kroon gekozenzal krach
tens dit stelselniet eens het recht hebben re*
geeringsdaden te critiseeren of af te keuren 1
Den 2den Juni zullen de Spaansche cortes
door den Koning geopend worden.
Aan de weduwe van den overleden burge
meester van Bclgie’s hoofdstad is door den ge
meenteraad van Brussel een jaargeld van 10.000
francs toegezegd.
ST ATEN-GENEB A AL.
Tweede Kamer.
De algemeene beraadslagingen over de defi
nitieve oorlogsbegrooting werden Maandag voort
gezet. De heer Kool kwam op tegen de bewering
van den heer Van Houten en anderen, dat we
ons tot een beperkt verdedigingsstelsel moeten
bepalen; onze internationale Verplichtingen ver
bieden ons, het grondgebied buiten de Nieuwe
Hollandsche waterlinie onbeschermd te laten. Om
onze neutraliteit te handhaven moeten we een
leger te velde hebben, dat echter niet talrijker
behoeft te zyn dan 1 percent van het bevol
kingscijfer.
De heer Van der Hoeven zou dezen Minister
zijn steun verleenen, ware het niet dat deze zich
een voorstander van den persoonlijken dienst
plicht had verklaard. Afschaffing van de plaats-
vervanging zou ons terugvoeren tot het barba
risme; die maatregel zou in strijd zijn met onzen
anti-militairen volksaardmet den geest der
Grondwet, on met de waarheid, want ook zij die
op het gebied van wetenschap, van kunst, en
op elk ander terrein het vaderland dienen, strij
den voor de nationale onafhankelijkheid. Hij
gelooft, dat de Minister in dit opzicht heeft
toegegeven aan pressie van buiten.
De heer Van Eek sprak over de krijgstucht,
die niet genoeg rekening houdt met den eerbied,
verschuldigd aan elkanders rechten. Hy wee»
voetangels en klemmen, dat niemand er
K.vanik van kan maken. Groote staatslieden,
benoodigd- die vooral hun kracht zoeken in het voeden van
eenzijdige nationaliteits-vooroordeelenhebben
den mond vol van „Britsche, Duitscho enz. be
langen,” maar zij sluiten moedwillig het oog
voor do waarheid, dat égoïsme, onder welken
vorm hst zich ook voordoet, zijn eigen straf
medebrengt. Het vervreemdt, het isoleert, het
stookt iet vuur van het wantrouwen en strooit
het zatd der tweespalt.
In Nederland zijn dezelfde argumenten tegen
den vrijen handel op te werpen, welke Von
Bismarck in den Duitschen Rijksdag doetweer-
Ook ons^ landbouw- en fabrieksnij
verheid ondervindt den druk der buitenlandsche
medeiinging, en door niet weinigen wordt er
over geklaagd dat we, door den vreemden pro
ducent op dezelfde voorwaarden toegang te ver
leenen tot onze koloniën, den eigen industriëel
benadeeld hebben. En toch hebben we zulks
niet gedaan op aandrang van buiten, neen,
gelijk nog dezer dagen door de Kölnische Zeitung
werd geconstateerd, de afschaffing der zooge
naamde differentiëele rechten geschiedde uit
eigen vrije beweging, krachtens ons heilig be
ginsel, dat ons met beslistheid voortdrijft in de
richting der vrijheid, ook op handelsgebied.
Kwade dagen zijn er evenwel voor de voor
standers der handelsvrijheid aangebroken. Er
waait uit het Oosten een leelijke wind, die veel
belovende bloemen zal doen afvallen vóór de
vmchtzetting heeft plaats gehad.
De vraag is: Zal Nederland zijn eenmaal in
genomen standpunt blijvend bezetten, zal het
kloekmoedig de banier van den vrijhandel om
hoog houden?
Of zal het, in théorie de voortreffelijkheid van
dat stelsel erkennende, zich op de practische
eischen van het oogenblik beroepen, en tegen
over de dwangmaatregelen van Duitschland een
politiek van weerwraak openen, ten einde den
illiberalen buurman met gelijke munt te betalen?
Met andere woorden, zal het er toe moeten
komen, dat de differentiëele rechten worden her
steld ten nadeele van die natiën, die de grenzen
sluiten voor onzen uitvoer? Zullen wij alzoo
genoodzaakt zijn, aan Duitschland den toegang
tot Indië slechts te verleenep op dezelfde be
zwarende voorwaarden, die de Duitschers onzen
handel stellen?
Ter wille van het beginsel zouden wij dit ten
zeerste betreuren ofschoon de logica der feiten
er misschien toe leiden moet.
Het was gelukkig voor de Engelsche regee
ring, dat zij in dezelfde zitting waarin aan het
Parlement een minder rooskleurig tafereel moest
worden opgehangen van de aangelegenheden £n
Zuid-Afrikakon mededeelen dat het vredes
verdrag met Jakub-Khan definitief geteekend was.
Het was nu een pleister op de wond door de
teleurstellende berichten uit de Kaap aan de
nationale eerzucht toegebracht. Noch Chelms
ford de militaire bevelhebber, noch Bartle-Fière,
de Gouverneur der Kaapkolonieschijnen het
onbepaalde vertrouwen der regeering meer te
bezittenwaarom dan ook besloten was om aan
Sir Garnet Walseley, den tegenwoordigen Gouver
neur van Cyprusde leiding der zaken in Natal
1 m raai enz., behalve de eigenlijke Kaap-
als overwin
naar van de expeditie tegen de Ashantijnen we
derkeerde zal thans in dé genoemde streken met
het hoogste burgerlijk en militair gezag bekleed
en heeft tot mandaat omzoodra Enge-
is bevredigd en de veiligheid dor kolo-
Hoewel laatverschillende bladen dror
vroeger aan op eene andere wijze van ht
dat de onderwt
der Zulu-Kaffors