PE. Af BLD. s Zondag 27 Juli. N°. 528. 1879. ^pingen, DBODW, I nn- l. ilgieterij, Koschei*. ind X Co. kAMS. HE, F. Provin- wordt QUAST, Secretaris» Co., der. Werktuigen DA, ren en herstellen lOMWERKTUI- <EN, PANNEN- NVORMMACHI- ,000 stuk, eteenen 1, PERSE», ene. BUITENLAND. li 1879. BINNENLAND. In de Crisis. E8SE. AN”, ijnspoor 9 den zijn. L. 8. rtrein Tan in. deeldheid Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het gehoele rijk 0,80. len verzocht riertrein, die n, even als, .voor SfflOlöfflfflB COURANT. 1 Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht uur, 18 July 1879* iteit bij de ver- eenteraad alhier, ispoctabel werk- anto-ambtenaren zyne affaire iet een muur in der den uitroep het huis is uit- Tot verve- Irongen. geen en- heer Kap- 1 dienst overleg met al er Rabinaal toe- ip, honigzoet of bestaat; zijn te j L. SCHENK, lakker GROOT- de 100 stuks. IEEST voorhan- Overzicht. De nieuwe Pretendent voor een mogelijk kei zerschap, Jeróme Napoleon, wordt door Paul de Cassagnac in den „Pays” heftig bestreden. Ily eischt van deze eene openlijke verklaring dat hij zich aan het hoofd dor familie stelt ter bestrij ding der Republiek, en zoodra zulks mocht mo gelijk worden, tor voortzetting van dj conser vatieve staatkunde van Napoleon IV. Zijne artikelen over dat onderworp zijn heftig en vol verontwaardiging over do houding van den Prins, die zich over niets uitlaat. Eindelijk is de wet op de verplaatsing van den zetel van ’s lands vertegenwoordiging aangeno men. Na veel discussie is de- bepaling dat, wanneer do' dmstandigheden zulks noodzakelijk zouden makon, aan do Presidenten van Kamer on Senaat de bevoegdheid wordt toegekend om troepen te requireeron, geheel buiten den Minis ter van Oorlog om, goedgekeurd. Minder voordoelig was de ontvangst, die aan de nieuwe onderwijswet van Ferry in den Senaat te beurt viel. Jules Simon bestreed ten sterkste art. 7 dier wet, waarby aan leden der Jezuïeten orde de bevoegdheid wordt ontzegd tot het ge ven van onderwjjs. Hij wilde als voorstander van algemeene vrijheid, die ook niet aan de leden van genoemde orde ontzegd zien. De meerderheid der commissie van rapporteurs deelde zijn gevoelen. Hoe iemand als Jules Simon eene dergelijke vrijheid kan verlangen voor leden van die orde, die de natuurlijke vij anden moeten zyn van al wat vryheid en voor- vrpegei* ia thans be- j de Staats- m belangrijken hte PAARDEN, s eene inkoops- gelegde TUIN, «bladen, wordt te Krimpen aan De heer C. E. Van Stolk hej het lidmaatschap van den gemeentel terdam bedankt. r» aanberolen S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgeve» de letion der liberale meerderheid overeenstem- mjr'’ was verkregen aangaande do voornaamste punten van hot rögèéringBbotoId. Er was zelfs oen comité van vijven benoemd dat in gestadige betrekking met do regeering zou blijven, waar door het govaar voor een conflict grootelijks werd verminderd, ’t Kon niet mooier. Wel waren er toon nog ongeloovigen, die hun twijfel j aan do soliditeit van hot „partijverbond” niet Alle iBinnenlandscho Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgogoven, worden idoehts maal in rekening gebracht. Z. M. hooft benoemd tot inspecteur dor registratie en domeinen te Zierikzee J. Van dor Laan, thans ontv. der reg. en dom. te IJselmonde. Z. M. heeft aan W. Oostrom, zich schrijvende W. Van Oosterom, postbode te Schoonhoven, pensioen verleend tot een bedrag van f 160. De heer J. IÏ. Hofman, gemoente-ontvanger te Sliedrecht, is noomd tot buitengewoon opzichter bij spoorwegen, bureau Gorinchem. Bij den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, is ingekomen een Koninklyk besluit betreffende het beroep van den gemeenteraad van Barwoutswaarder en Rietveld, tegen een besluit van Ged. Staten van Zuid-Hollandwaarbij de oprichting bevolen wordt van eene school te Rietveld. Vernietigd het besluit van Ged. Staten van Zuid-Holland en verklaard, dat er vooralsnog geene termen zijn om de oprichting van eene school te Riet veld te bevelen. Bij resolutie van den Minister van financiën van den 24sten Juli 1879, no. 17, is in do zevende klasse gerangschikt het vacante kantoor der directe belastingen en accijnsen te Ouderkerk aan den IJsel (fes. Lekkerkerk) waar van do vermoedelijke belooning kan worden ge raamd op f 1979, en na aftrek eener som van f 337 voor kosten van beheer, waaronder is be grepen de belooning voor sub-ontvangers te Ouderkerk aan den IJsel en t: de Lek, op f 1642 zuiver ’s jaars. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels/0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlyk tot Zaterdags-voormiddags ten 10 ure. II. We zouden meenen aan onzen plicht te kort te doen, indien we thans een ander onderwerp behandelden dan dat waaraan ook ons vorig hoofdartikel was gewijd. De toestand van ’t oogenblik is er te ernstig voor. Misschien ont moeten wc? hier of daar een lezer die zeggen zal: „Alweer die vervelende crisis! dat ge maal moest nu" maar over zijn.” Welnu, dan zijn we het volkomen met hem eensde crisis is vervelend, doodelijk vervelend, vooral omdat zij niets anders is dan do herhaling en de voort zetting van vroegere storingen van denzelfden aard. Maar dat is juist een reden om er niet over te zwijgen. Waarlijk, er staat zoor veel op het spel. Een diepé minachting voor onze grondwettige héchten en parlementaire staatsvormen dringt moer en meer bij ons volk door; ons politiek leven wordt verzwakt en verlamd, ’t meest door de mannen wier duurste plicht hot is het begrip van staats burgerschap bij de natio levendig te houden en te ontwikkelen. Met onze heiligste rechten wordt roekeloos de spot gedrevenwij worden niet ge regeerd volgens een weldoordacht plan, door ernstige bestuurders overwogen en na rijp beraad vastgesteld, maar naar de luimen van het oogen blik. Zelfs het despotisme is minder gevaarlijk dan de parodie op een vrijzinnig beleid, waarmede men ons tracht te paaien. Er is eenig licht ontstoken over dé geschiedenis der ministriëele crisismaar hoe naargeestig is hot tooneel hetwelk door dat licht wördt be schenen. o Liberale Zon, in dichte, zeer dichte wolken dreigt gij onder te gaan! Het woord, eenmaal door don „leider” dor^liberale oppositie uitgesproken„Contróloeren thans, gou- verneeren straks,” is tot een canard geworden: men kan het niet meer herhalen zonder te glim lachen. „De gevoelens liepen zeer uiteen on van een bepaalde meerderheid is niet gebleken.” Ziedaar een van de meest karakteristieke uit drukkingen uit het verslag, dat de dagbladen ons hebben gegeven aangaande do bjjeenkomst der „liberale partij/’ Maandag j.l. in de vergader zaal van de Tweede Kamer gehouden, en welk verslagop ieder die het leest, (want een aantal Nederlandsche kiezers zijn al zoo diep gezonken dat zij „zulke dingen” maar overslaan, als van minder belang dan mededoelingon omtrent het te water raken van een paard of een poging tot zelfmoord van een dronkeman,) oen aïlerpijn- lijksten indruk moet maken. Er is in die historie slechts één lichtpunt te eonstateoren, we erkenneneen hoogst belang rijk. Al wat ons om de ooren is gewaaid over gemis aan overeenstemming tusschen de Kroon en het Ministerie, is gebleken klinkklare onzin te zijn., Indien we ons mochten veroorloven, voor een oogenblik den geëorbiedigden naam van den Koning in het debat te brengen, dan sou het zijn om te doen uitkomen dat Z. M. zich op nieuw heeft vertoond als de Constitutioneel© Vorst by uitnemendheid, staande verre boven het partij gewoelen alleen te rade gaande met de grondwettige oischen en nationale belangen. Toen do Minister Kappeijne, geheel op zyn eigen houtje, na bloote mededeeling van dien stap aan zijn ambtgenootentot den Koning een brief, vergezeld van nota van toelichting, had gezon den, waarin op grondwetsherziening werd aange drongen, werd dat schryvon aan don Minister raad gerenvoycerd om advies. Het bleek dat wel de meerderheid dor Ministers zich aan Kap- peyne’s zijde wilde scharendoch dat de heoren Gleichman en Van Rees hun meening niet deelden; de eerste omdat een voorstel tot grond wetswijziginghoe wenschelijk deze ook zijn mocht, slechts kan uitgaan van een krachtig bewind, de laatste omdat de tegenwoordige omstandigheden het nemen van een zoo ingrij penden maatregel niet gedoogen. Er was dan ook, toen hij den door den dood van Van Bosse vacant geworden zetel innam, geen sprake geweest van grondwetsherziening. Bij dezen stand van zaken was het wel te verwachtendat de Koning de voorstelling van den heer Kappeijne van de hand zou wijzen, te meer omdat deze zelf zoo weinige ingenomenheid met zijn streven te ge- moet zag, dat hij reeds nu de eventualiteit van een kamerontbinding op den voorgrond stelde. Daarop volgde hetr^Aerzoek om collectief ont slag van de Ministers, en eenige dagen later de opdracht aan dè Hoeren Fransen van de Putte en Cremers om zoo spoedig mogelijk een nieuw Kabinet samen te stellen. Deze Heeren ga ven in een Conferentie met den Koning te kennen, dat vooreerst het inwinnen van het gevoelen van de Presidenten der kamers en van den vice- President van den Raad van State hun wensche lijk voorkwam, benevens raadpleging met de liberale leden der Tweede Kamer, om hun mede- bepaalde meeraerneiu is nier gemeKcn." i zone Volgens het algemeen gerucht moet de nota ben van den heer Kappoyne een prachtstuk zijn, waardig om ten eeuwigen dage bewaard te blij ven, ten einde aan den nazaat in het duizendste geslacht te doen zien dat er eenmaal, in het alsdan slechts aan enkele beoefenaars der oude geschiedenis bekende Nederland een staatstnan heeft geleefd, die meesterlijk de pen kon han- teeren. ’t Zon misschien goed zijn, eenige van zijn parlementaire redevoeringen er bij te loggen, opdat diezelfde nazaat kon bespeuren, dat aan den zelfden staatsman de gave des woords in ruime mate geschonken was. Mocht dan dio nakomeling vragen naar de daden des grooten mans, dan zou men kun nen zeggenHij heeft aan zijn volk een onder wijswet geschonken, waarmede slechts weinigen tevreden waren, en waarvan hij de tenuitvoer legging nog ernstig in gevaar heeft gebracht, door af te treden om redenen die aan de ijve rigste en scherpzinnigste nasgoringen zijn ont snapt. Indien er eens honderd belangstellende land- genooten bijeen waren, en de vraag werd gesteld: Waarom wilde de Minister Kappeyne heengaan,— dan betwijfel ik zeer of iemand der aanwezigen in staat zou zijn een voldoend antwoord te geven. „Hij wilde niet langer blijvendat zou misschien de waarheid het meest nabij komen. Zal de Nederlandsche natie, öf, laat ik liever zeggen, zullen do Nederlandsche kiezers het gebeurde in den „zomer” van 1879 wèl ont houden? Wij moeten het luide verkondigen dat de heer Kappeijneondanks zijn eminente be kwaamheden, het als staatsman heeft afgelegd. Aan hem de schuld van de tegenwoordige ver wikkelingen die tot ernstige gevolgen kunnen leiden. ’t Kon misschien gebeurendat na verloop van eenigen tijd het een of ander kiesdistrict op do gedachte kwam hom op nieuw candidaat te stellen voor do Tweede Kamer. In dat geval zou het’noodig zyn, het fgehetfgen der kiezers eens op te frisschen. Aan hèm do schuldmaar aan hem niet alleen, juist omdat wo or prijs op stellende eer van do liberale richting op politiek gebied ongeschonden te bewarenmoeten we er wel voor uitkamen, dat do liberale leden der Tweede Kamer onze verwachtingen bitter te leur stellen. Het liberalisme, dat is de begeerte om lottos geleidelijken wog onze staatsinstellingen te her vormen overeenkomstig do oischen van den tijd, wordt zoo slecht mogelijk toogepast. Die klacht, zij dagteekent niet van heden of gisteren. In het nummer van 22 Maart 1874 van deze courant schreef onze vroegere medewerker: „Er bestaat geen liefde voor de groote be ginselen, geen hart. Er is geen enkele groote idee, welke do nationale geestdrift ontvlamt. Er leeft geen idealisme, geene alles beheerschende aspiratie naar groote politieke on sociale her vormingen. „Want, wanneer stapt men over verschillen in kleinigheden heien? Wjüineor de groote ideeën, welker verwezenlijking men zoekt, zoo alles be- heerschendat. men naar die verwezenlijking wordt gedrongen. Alleen het enthousiasme, de liefde, het hort, hebben voor do groote beginselen der hervormingen, drijft tot toenadering van allen, die hetzelfde doel beoogen, al zijn zij het niet eens omtrent do middelen.” Ruim vijf jaren geleden zijn vorloopen sedert die woorden zijn geschreven, maar wij achten het niet overbodig zo nogmaals in herinnering te brengen. Integendeel. Hetzelfde kwaad, waarop schr. toen wees, bleef sedert ongehinderd voort woekeren. Niet het liberalisme heeft daaronder geleden, beginselen zijn onschendbaar, doch zij die zich liberalen noomon zijn nog te weinig van een waarlyk vrijzinnigen, horvormingsgo- zinden geest doordrongen. De mannen, die als liberale candidaten zich een keuze tot lid dor Volksvertegenwoordiging laten welgevallen, behooren in deze aan do spits te gaan. Al heerscht er matheid en onverschil ligheid bij een deel der natio, zulks ontslaat hen niet van hun duren plicht. Hot vaandel waaronder zij zich scharen dient geëerbiedigd te wordenafgevaardigd om oen bepaalde politieke richting, die der nationale ontwikkeling, te doen zegevieren, nemen zij een zedelyko verantwoor delijkheid op zichdie hen voorschrijft mannelijk en eendrachtig to strijden voor en te arbeiden aan de hoogste belangen des volks. Er is oen tijd geweest, dat wij hoop op be terschap koesterden. Kort vóór de optreding van het Ministerie-Kappeijno werden we aange naam verrast door de mededeeling, dat er tusschen uitgang is, schijnt vry onbegrijpelijk. Sommigen zian in deze houding slechts een middel om zich de sympathie dor clerfcale partij té verze keren en zich meer op den voorgrond te dringen van hot politiek tooneelhoewel zulke veron derstellingen altijd zeer gewaagd blijven. Valt echter art. 7 der wet, dan heeft nog de regeering het in haar machtom de wet tegen niet erkende geestelijke orden toe te passen, die zolfs zoover gaatdat zulke orden geheel kun nen worden opgeheven. De orde der Jezuieten is een van dezulken J De aanplakbiljettengericht tegen het leven van den koning der wilgenworden verondersteld het werk to zijn gdweest van zekeren Pater uit het Jezuïetenklooster te Brussel, die voor de aanplakking een huurling gebruikte. Zijne In hechtenisneming ep verhoor gaven aanleiding tot huiszoeking in zijne celdie nog belangrijke documenten aan het licht bracht. Alle overleg in deze tusschen don dader en de overige bewo ners van het gesticht werd door hem ten stel ligste ontkend. Vreemd is het, dat men hem voorloopig nog weder op vrye voeten heeft gesteld. Het plan van de Engelsche autoriteiten, om het lijk van Prins Louis Napoleono. a. te Wool wich met kanonschoten te begroetenwekte eenige ergernis bij de Fransche regeering op welke tot vriendschappelijke politieke schermut selingen aanleiding gaven. De Engelsche regee ring gaf echter toe en de militaire eereschoten bleven achterwege. Indien hot militair gerecht in Engeland de uitspraak bevestigt van den krijgsraad in Afrika, dan zal de arme luitenant Carey het tweede slachtoffer worden van de roekeloosheid van Prins Louis. De krygsraad veroordeelde hem namelyk om te worden doodgeschoten. Chelmsford weigerde echter de bekrachtiging van dat vonnis op gronddat ook hij persoonlijk in de zaak betrokken is. De onderhandelingen met den Zulu-koning Cetewayo duren voort. Chelmsford stond dan het met nieuwe voorwaarden terugkeerende ge zantschap van den Zulu-koning nog drie dagen tyd toe om te beslissen. De vernederende eisch dat een regiment Zulus de wapens aan de En- gelschen zou overgevenis vervallen en daar voor iu de plaats getreden de teruggave van duizend van de op de Engelschen buit gemaakte geweren. Ingewonnen berichten doen vermoeden dat hei Zululeger nog 20000 man sterk is, terwijl hei Engelsche uit slechts 5000 man bestaat. Waar lijk dus voor het laatste geen buitengewoon voor- deelige^yer houding. De^ónderhandelingen van Bismarck met dö Rpomsche curie schijnen niet zeer vlug te vor deren. Wel is er verandering op te merken in de houding der regeering, die van meer wel willendheid tegenover de geestelijkheid getuigt. Het in overeenstemming brengen van zoo tegen strijdige belangen is dan ook geen gemakkelijk vraagstuk en do Rijkskanselier zal ook in deze wel niet gemakkelijk tot eenigszins belangrijke concessies te bewegen zyn, zonder dergelijke concessiën van de andere zijde. De Keizer is Woensdag 11. te Gastein aangekomen en met veel geestdrift en hartelijkheid daar ontvangen. Zijn gezondheid is weder geheel normaal. >nig»ng IING; deelingen te doen aangaande den toestand en oen gedachtenwisseling uit te lokken over het geen thans het raadzadtnst i£ Do Heeren Van do Putto en Cremers hebben van dien ongewonen, maar zeer prijzenswaar- digen maatregel een hoogst middelmatig succes gehad. Veel wijzer zullen zij door do bijeen komst met hun geestverwanten wel niet gewor den zijn. -v „De gevoelens liepen zeer uiteen Van een i onder itoelen of banken schoven, doch waarom bepaalde meerderheid is niet gebleken.” zouden de liberalen niet evengoed wijsheid heb- T kuiftien putten uit de lessen der ondervin ding al» andere Imenschen? We hebben thans kunnen zien wat het hoog geroemde „partijverbond” te beteekenen heeft gehad. „De gevoelens liepen zeer uiteen We zouden niet weten in welke wereld wij verkeerden, indien we eens hadden mogen ver nemen dat „de gevoelens” toevalligerwijze méén geloopon hadden. Laat ons do treurige waarheid niet verbloemen. De liberale partij in de Tweede Kamer is totaal gedesorganiseerd. Zij geeft haar tegenstanders do schoonste gelegenheid om zich krachtig te doen gelden. Zooals de zaken nu staan is de aanvang van een nieuwe periode van reactie slechts een quaostie van tijd. Indien we ons voldoende kunnen troosten met de gedachte dat do liberalen van alle landen in meerdere of min dere mate door dezelfde kwaal, onderlinge ver deeldheid geteisterd wordendan zal ons dit uitnemend te pas komen. De vraagof wij het dan niet met den Minister Kappeijne, en met „vele leden” eens zijn, dat grondwetsherziening, vooral ten opzichte van de samenstelling dor Staten-Generaal, dringend nood zakelijk is, is eigenlijk geen vraag. Tot verve lens toe hebben wij er op aangedrongen. Ons kiesstelsel in de eerste plaats kan op kelen grond verdedigd worden en de 1 peyno zou den lande een gewichtigen hebben bewezen, indien hij, in overleg zyn ambtenooten, en na gedachtewisseling met zijn geestverwanten in de Kamer, gedurende den korten bloeitijd van zijn bewind een voorstel daartoe gedaan had. Er bestond toen veel kans dat het zou zijn aangenomen. Door er nu een Kabinets-quaestie van te ma ken, is hij oorzaak geworden dat de oplossing van dit brandend vraagstuk een belangrijke schrede is verdaagd. Na het gebeurde zou een liberaal Ministerie een buitengewonen moed aan den dag leggen, door grondwetswijziging voorop te stellenterwijl het succes vrij twijfelachtig zou zijn. Dan stonden we voor een nieuwe crisesen ofschoon we daaraan tamelijk gewoon geraakt zijn, is het constitutioneel gebouw door die telkens herhaalde schokken zoo zwak ge worden, dat het weinig stootjes meer kan ver duren. We zijn in eon vreemdsoortigen cirkel gang geraaktgrondwetsherziening is onmisbaar om het politiek loven voor totale kwijning te bewaren, en’zij is zoo goed als onmogelijk zoo lang het politiek loven niet wat helderder flikkert. Hoe aan dien onhoudbaren toestand een einde zal komen, weet de hemel. Maar dat weten we wel, als het soms bij RoemeniërsGrieken of Serviërs wat vreemd toegaat, dan hebben wij het recht verloren ons er vroolijk over te maken. We hebben dan ook maar één wensch: dat We niet al te zwaar zullen moeten boeten voor de kortzichtigheid van onze beroemde staatslieden.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1879 | | pagina 1