Zondag 26 October. 1879. N°. 541. de Lek ■T 11 A". RING ns. TIE. Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht endels. ST”. HADE igerak. I I 64, VERF. □op: istaken, drooge' lER, ny- rangen. i.). ■kapitaal van Overlijdeh mie-betaling. d-Agent voor Lekkerkerk, F te Neder- Herfstgedachten. BUITENLAND. Overzicht. BINNENLAND. ËCT1E. Do tot lid I et geïllus- der; S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, Uitgever». ogden te be ers of Num- 10, weder ia tige collectie de C'hainbre, iveantés, een lokken, eene nfc, r Jr. de belooning nur. teerde Staten nt, te Obs. UDA. ■DIMM» COURANT. a/d Rijn, on. ■manmaakt ieuwo on re- lovende eene a van Gelder- a Zutphen. Lid van de Brummen. de Provincie Zutphen. te Apeldoorn. Zutphen. joen Gulden, Ijk Reserve in, Inboedels, m, voorwaar- BAAREN te I. ABBRING id. iar zijn bjj on strakt voorbij zal zijn, bottei /se dz. Prija Boekhan- ieden van otterdam, i verzendt. NOOTW. Prjjs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags ten^lO ure. Alle Binnenlandsche Advertentiën, waarvan de plaatsing 3 maal wordt opgogevon, worden slechts 2 maal in rekening gebracht. Men zij voor indrukken van buiten zoo on toegankelijk als men soms voorgeeftniemand kan zich geheel onttrekken aan den invloed dien de natuur op den menschel ij ken geest uitoefent. En hoe kan het ook anders: in het koor der schepping nomen wij onze plaats inwij gevoe len ons één met al wat daar in de wijde wereld zich beweegt en leeften zelfs aan de onbezielde voorwerpen om ons heen hechten we ons met min of meer sterke draden. Do bloemen des velds en de boomen van het woud spreken een taaldie ons hart verstaat en te beter zal ver staan, naarmate onze schoonheidszin tot hoo- gere ontwikkeling is gekomen. Nooit ontdekken wij dat beter, dan in die perioden van overgang, als de plantenwereld haar oude kleed begint te verliezenof als wij een nieuw te voorschijn zien treden. Herfst en lente zijn de seizoenen dor poëzie bjj uitne mendheid en vooral de eerste, omdat zij zulke hoogst ernstige gedachten in het gemoed doet ontwaken. Als het jaargetijde nadert, waarvan Tollens zingt: „Natuur lei weer haar sieraad af, Haar tooi van bloemen en van blaren Haar diadeem van korenaren, Haar bontgekleurden tooverstaf dan is het als of er een deel van ons zelven ter ruste gaatwaarvan het niet zeker is of wij het ontwaken weder zullen mogen aanschouwen. De wind, die over velden en watervlakten scheert, roept ons woorden en klanken toe vol weemoed het verdwijnende schoon herinnert ons onwille keurig aan zooveeldat ons werd ontrukt voor altijd, en een breeds reeks van liofeljjke beel den uit het onherroepelijk verleden doemt op in de ziel, gedurende het schemeruur, terwijl sombere wolken de laatste wegstervende licht stralen onderscheppen. Maar het zijn niet altjjd droevige gedachten, die het herfstlandschap bij ons verrijzen doet. Er heerschtook een toon van vrede, die ons niet slechts doet berustenmaar tevens onsmetbljjde hoop vervult. De bleeke zonnestraal dringt door het dunnend loover, en spiegelt vrooljjke beol- den voor onze voetenen plotseling voelen we ons verplaatst te midden van vroegere toonoelen, toen dezelfde zonneschijn ons blijmoedig stem- de, - toen wjj ons daar zoo gelukkig gevoelden in het bijzijn van haar of van hemdie sedert getrouw aan onze zijde leefde en genoot, leed en streed, en zelfs onder de moeielijkste om standigheden schatten van liefde strooide om de oneffenheden van ons pad te bedekken. En op nieuw drukken wij de hand die de onze nimmer los liet, die ons, zoo God^het wil, zal blijven steunen bij de hevigste winterstor men staren wjj in de vriéndelijke oogen welker glans nog bjj het woeden der orkanen een lentelied in ons hart doet leven. Waar de liefde niet is gebluschtdaar is do wereld schoon als een paradijs, al stuiven dorre bladeren langs de beemden: waar zjj is woggevloden, daar verliest de roos haar glans en heel de schepping haar heerlijkheid. Van alle raadselen die ons omringen, en waar van wjj vruchteloos naar een oplossing zoeken is het leven zelf het ondoorgronde!jjkst. Ja, kon den wjj zijn als de kinderen, die zich verblijden over elk glimlachje van hot geluk, die eiken bonten vlinder en iedere kleurige bloem mot ver rukking aanschouwen, bjj wie de traan nog ter nauwernood is gedroogd wanneer zjj reeds door een gullen lach wordt vervangen, konden i wij, in óen woordhet loven opvatten gelijk het zich vertoont, zonder te vragen naar dingen waarop het antwoord niet gegeven kan worden gewis, we zouden ons vele bekommernissen sparen. Doch het is ons niet mogeljjk, ons te bepajen tot hetgeen wjj zien: wjj begeeren den samen hang te kennen, het waarom te peilen; wjj verlangen ons rekenschap te geven van hetgeen wjj zijn van het dool des levens. Het „te zijn of niet te zijn" is voor ons iets meer dan een droomorigo verzuchting; de quaestie van hot „worden en vergaan” kunnen we niet uit do gedachten ver bannen, vooral niet in uron‘als deze, nu de volle nadruk valt op de. eeuwenoude les der ver gankelijkheid. Waartoe zjjn wjj, waarheen gaan wij? Schoonheid en roemkracht en luister de herfstwind [doet zo verstuiven. Hot teder rozenblad, het sierlijk loof van den laurier, eon zelfde ademtocht rukt ze af en voert zo weg, niemand weet waarheen. Al wat we hebben nagejaagd, 't is vervlogen als oen hersenschim, of indien wo het na onafgebroken inspanning móchten bereiken, dan laat het ons toch onbe- 'vredigd, omdat het bjj nadere aanschouwing veel van zjjn ingebeelde waarde verloor. Telkens weer blaast de najaarswind over onze illusiëh heen, en drijft ze in alle richtingen uit elkan der; en menig onzer staat daar, als de geplnn- -het waterschap van de Linge- uitwatering. Aan dit ontwerp zijn toegevoegd eon zeer' uitvoerige memorie van 'toelichting en cone lijst van verschillende amendementen der commissie, naar aanleiding van ingokomen be- zwaarschriften voorgosteld. entaire bezigheden, in Oostenrijk- Do „Willem Barondsz" is Woeni» de oude strijd tusschon de Duitsch- dag-middag te IJmuiden binnengekomen. Aan het Departement van Water- doen hun best om door geven en nemen do staat werd 22 dezer aanbesteed: hot maken van hartstochten in bedwang te houdendoch do oen strekdam on een dwarskrib in de Benoden- verkiezingen van presidentenvice-presidenten Merwede, beoosten do ontworpen overbrugging adros-commissie enz. hebben reeds bewezendat bjj Baanhoek, ten behoove van don spoorweg op verzoening en matiging niet voel te reke- van Dordrecht non- ri.» l... non valt. Den 28sten dezer maand zullen do zittingen van don Prulshclien Landdag door don Koning- Keizer mot eon troonrede geopend wordon Men hoopt dan spoedig tot zekerheid te komen om trent do houding, wolke de regeering tegenover do verschillende partijen zal aannemon. Vóór dien tjjd of althans zeer spoedig zalvolgons do Ger mania, hot verdrag met het Vatioaan tot stand komen. Aan do wjjze van handelen van don Minister van Eerodienst zou men ook wel zeg- gen dat er zoo iets in do lacht ziU& In Frankrijk is nog altjjd do amnestiV^uachtio, 1 derde boom, bladerloos, omdat do ruwe werke lijkheid het loof der schoonste verwachtingen afrukte. Maar elk vallend blad laat een knop achter; on straks, wanneer de ijzige winter voorbjj zal zjjndan zullen wo die allen zien zwellen en botton on openbarsten, om eon nog milderen ove vloed van nieuw groen langs allo twijgen to doen verschijnen. Do hoop, ’s men- schen trouwste metgeze1, is als het levonbarend sap, dat onder do sneeuwlaag van den tegen spoed niet verstijft, en onophoudelijk nieuwen wasdom schenkt aan schijnbaar dorre takken. De smart mogo de ziel overmeesterennooit is zij alleen, want onder' haar droevig kleed voert zij de vriendeljjke troosteres mede die nog de stervenssponde des afgematten strijders omzweeft. Waartoe leven wjj om te hopenom lief te hebbenom to arbeiden. Daten niets an ders predikt ons de herfst. Veel gaat er om in onze hedendaagsche maat schappij. ’t Is alsof we heen|edreven worden naar eon dier keerpuntendie in de geschiedenis dor beschaving de treden zijn van de ladder langs welke de mensehheid zich opwaarts beweegt. Op elk gebied openbaart zich dat onbehagelijk gevoel van spanning, ’t welk oen crisis pleegt vooraf te gaanen al kan er nog een men- schenleeftjjd of meer voorbijgaaneer nieuwe toestanden zich vestigen, die op hun beurt weer plaats zullen maken voor anderetoch kunnen we het oog niet sluiten voor de waarheiddat er verhoudingen bestaandie niet houdbaar meer zijn. Meer licht, moèr vrijhe 1, is de kreet die van alle kanten wordt nangehoven; voor de groote massa, gewoond- dingen slechts van óén kant te beschouwen, lost zij zich op in het geroep om meer stoffeljjke welvaart, doch dat is slechts de buitenzjjde van het vraagstuk. De individuen verlangen zich meer zelfstandig te ontwikkelen en daartoe is het noodig dat ook do uiterljjke levensomstandigheden wijziging ondergaan; en al wat beproefd of voorgosteld wordt om Be zoo genaamde maatschappelijke quaostio tot oen begin van oplossing te brengen, is tot dusver slechts een rondtaston naar de middelen tot bevrediging van nieuwesoms onbewuste behoeften des geos- tes. Oudo bandon zijn te knellend geworden en drukken thans als boeienmen wil ze afwerpen tot olken prijs. Niet te vrodon met ovorgelevorde waarhedendie vorige geslachten zonder naden ken aannamensmacht de ziel van al wie den ken en gevoelen kan naar iets hoogers dan de afgepaste volzinnen der overleveringzij vraagt naar brood in plaats van de steenen die men haar te verduwen hoeft gegeven. Er blaast eon kille herfstwind over de harten van do kinderen dezer eeuw, en ganscho wolken van bladeren wordon weggerukt. Hier zien wo het autoriteits geloof wegwaaien, ginds spoelt de storm met hetgeen tot heden beschouwd werd als do grond zuil van het staatsgebouwelders beukt do orkaan mot vreeseljjk geweld tegen de muron van het maatschappelijk leven: ongeloof, |pcia- lismo on nihilisme heoten zjjdio herfstvlagon diq het gemoed met angst en .vrees vervullen. Zulloij wjj bjj dit alles don moed verliezenen wanhopen aan het behoud der maatschappoljjko orde Verre van ons die gedachte. Even zeker als eon nieuwe lente het afgevallen groon door nieuw Joof zal vervangenzullen ook uit den schok dor denkbeelden andere on krachtiger beginselen zich baan breken. Dezelfde macht, die do schep ping na elk tijdperk van schijnbaren doodslaap doet ontwaken, doot ook op hot gebied des geestes op de puinhoopen van als verstorven neer geworpen denkbeelden hot frissche leven kiemen, wortel schieten en tot vollen wasdom komen. Onbevreesd kunngn wjj de toekomst tegengaan zelfs al treden wij den winter te gemoet. Op óén voorwaar j echter: Wij moeten het geloof bewaren. Zoolang wjj do monseliheid niet beschouwen als een reddeloos wrak te midden van do bran ding maar vasthouden aan de overtuigingdat zjj voorwaarts gaat, in weerwil van allo beroe ringen als wij die schjjnbare stoornissen loeren aanmor ken als de onmisbare voor waarden voor haar ontwikkelingals worstelingen op hot on gebaande pad dat naar de volmaking voortals wjj rekening houden mot de lesson van het ver leden, die ons er op wjjzon dut iedere schrede voorwaarts langs den wog van onrust word af gelegd dan zal de twijfel aan de toekomst ons vreemd blijven. En, terwijl we peinzen over het doel des levens, wordt het ons duidelijk, dat ons aller streven daarheen moet gericht zjjn, waar het „Naar hooger” ons als een ster in de oogen blinkt; dat elk van ons door zjjn arbeid, van wolken aard ook, dat schoon ontwikkelings proces moet bevorderen. Alleen dat geloof, nauw samonliangende mot vertrouwen op de leiding d^r Voorzienigheid, kan ons bewaren voor de krankheid onzer dagen die nu hier, dan daar haar slachtoffers volt, on daaronder soms odolo ngturert. Wij bedoelen de levenlnufeheid. Vrecseljjke vrucht van het ver keerd opvatten des bestaanson die tot waanzin en zelfmoord voert. Reeds de groote donkers der oudheid werden door dit verschjjnsel veront rust? een Socrates wiens tijdgenooten ook zoe kende waren naar iets betersomdat het geloof der vaderen hen niet meer bevredigde, zegt: „Niemand is het geoorloofd, zjjn leven te ver korten. Op aarde geplaatst als op een post, mogen wj dien niet verlaten dan met toestem ming der góden." Zoo is het. En als wo den twijfel aan de waarde dts levens als een kille herfstwind de gemoederen zien bewegenlaat ons dan deernis hebben mst hen die er door noergeveld worden. Doch kleumen wjj ons des te vaster aan de ver wachting van d£ onvermijdelijk volgende lento dio allo bezorgdheid zal doen verdwijnen. Als trouwe schildwachten handhaven wjj onzen post steeds donkendo aan het wachtwoord, door den Oneindige ons toegefluisterd Geloofthoopt hebt lief! Naarmate do berichten uit Indië en de Kaap gunstiger luiden, nemen do Engolsche ministers ook in spraakzaamheid en openhartigheid toe. Voor enkele dagpn geleden heeft de Engelsche minister Lord Salisbury te Manchester nogmaals met niet te miskennen eigenwaan gewezen op do vele diensten door Engeland in den laatston tjjd aan Europa bewezen. Bjj het begin dier redevoering komt men echter al spoedig tot het besluit, dat die diensten voornameljjk bestaan in het „binnen de grenzen houden" van Rusland. Daartoe moest Cyprus bezet, Bosnië geannexeerd wordon en, geen wonder, dat do minister daarom ook het verbond tusschen Oostenrijk en Dnitech- land «et ongeveinsde vreugde begroet. Dat verbond de Duitsche pers verdiept zich nog altijd in gissingen of hot verbond reeds defini tief geteekend en of het oen défensief dan wel eon of- èn dófensief verbond is is dan ook, zooals hoe langer zoo jhcer blijkt, tegen Rus land gericht, en Rusland is, uit den aard der zaak, de aartsvijand van Engeland. Wat in Azië tegenwoordig omgaat is uiterst geschikt om dio vijandschap en ijverzucht te voeden. De opstand in Kabul heeft den Ehgclschon gelegenheid gegeven het vonnis te herziet», dat zij oenige maanden geleden over Afghanistan velden, en die herziening, die ongetwjjfeld eono vermeerdering van Engelschen invloed en oene uitbreiding der grenzen in Azië ,zal ten gevolge hebben, wordt natuurlijk door Rusland met arg waan aangezien. Er is dan ook ernstig sprake van, dat Engeland voorloopig de teugels van het bewind in Afghanistan geheel in handen zal nemen. De Emir Jakub Khan nl. heeft, wel inziende dat hij zich door zjjno laatste hande lingen bjj zijne onderdanen ónmogelijk heeft gemaaktzijn ontslag als Emir genomen en do Engelschen denken er over om don vjjf jarigen zoon van Jakub-Khan als diens opvolger te benoemen en gedurende de jaron van minderjarigheid als voogden en plaatsvervangers op te tredendo laatst uitgevonden en dougdeljjk bevonden wjjze van annexeeronmen denko slechts aan Sleeswjjl^ Bosnië en Cyprus. Doch al is Turkije nu,-door het Duitsch- Oostenrjjksch verbond en do sympathie yan En geland vrjjwel togen oen vernieuwden aanval van Rusland beveiligddo zaken gaan er niet beter door. Een nieuwe .Minister-orisis hooft de heerschendo verwarring op nieuw vermeerderd on ook de ondorhandelingen mot Griekenland weder op de lange baan geschoven. Do Alba- neozen willen nu hot spreekwoord toepassen van de drio honden met het beenZjj wenschen een eigen staat te vormenwelke ook dio plaatsen omvatwaarop Griekenlandop grond van hot Borljjnscho verdrag, aanspraak maakt. In Oost-Rumelio houden verwarring on bur geroorlog nog altijd aan, terwjjl in den Libanon de Druzen en Maronieten aan het vechten zijn. Goen benijdenswaardige erfenis dus voor het nieuwe bewindtenzij ditals naar gewoonte eenvoudig Gods water over Gods akker laat loopen. Ook in Griekenland is men bezig met het zoeken van een stel nieuwe ministers, voordat do Kamers, 6 November e. k., bijeenkomen. Zooals te verwachten was, is bjj den aan vang der parlementaire bezigheden. »i«. Hongarije, de oude strijd tussuuuu uu i>uimch- liberale on do Zocben ontbrand. Do Ministers hartstochten in bedwang te houdendoch do 1 een strekdam --J— Merwede, boot dat bij Baanhoek, „VMUO,O TH„ uon 8poorwe- VIUI Dordrecht naar El»t. Minute in.chrii.er I de hoor A. Ph. Volker te Sliedrochtvoor f.34 200 I Nog word aanbesteed: do lichting en oprui- ming ran non in do ri.ior ilo Lok. dwar. van don Streofkortoobon korenmolengoaonkon zand bak. Mmote in.ohrijver, waren do hoeren D. Vormaa» on W Tolling to Rotterdam roor f555. - Voor do op 20 dezer to Zeren- bergen plaats gehad hebbende aanbesteding van hot leveren oenor tweede jjzeron bascuio-brug over do haven aldaar zjjn ingokomen 8 inschrjj- vingabiljetten: laagste inschrijvers waren H. Oosterbroek 4 Zn. te Gorinchom voor f4997,. Het werk is nog niet gegund. door de teruggekeerde geamnestieerden aan de orde gesteld, de quaeilton brulante van den dag. Hoe de regeering over die zaak denkt, heeft ay getoond door een schrijven van den Minister van Justitie aan de Procureurs-gencraal, waarin deze worden aangemaand ernstig acht te geven op de taal der Communistische pers. De tot lid van den Parijschen gemeenteraad benoemde commu nist Hubert is even als de redacteur van de Marseillaise beboet wegens het opnemen of schrij ven van opruiende artikels. De verkiezing van Hubert zal nietig worden verklaard, omdat hjj, eerst onlangs uit Caledoniö teruggekeerd, niet lang genoeg te Parijs verbljjf houdt. STATEN-OBNERAAL. De laatste zittingen der vorige en de eerste van deze week werden door de Tweede Kamer gewijd aan wetsontwerpen betreffende de militaire rechtspleging en de scheepvaart. Eerstbedoelde hebben de strekking, de lijfstraffen bjj het leger on de vloot af te schaffen; het laatste versterkt de verantwoordelijkheid van don schipper bij zeerampen. Allen worden aangenomen. Dinsdag werd een aanvang gemaakt met de algemeene beraadslagingen over de Indische be groeting. De heer Lenting besprak o. a. de nederaetting eener kolonie van Engelschen onder baron Von Overbecke op het noordeljjk gedeelte van Borneo, vóór ruim een jaar geschied onder goedkeuring van den sultan van Broenai; spr. meende dat de regeering dit door alle mogeljjke middelen had moeten beletten. Do heer Keu- chenius wijdde eon uitvoerige rede aan de patent belasting in Indië en aan de wjjze waarop in zonderheid te Samarang de aanslag had plaats gehad; hjj wees op de bedenkeljjko hoogte, dio de ontevredenheid over dion maatregel bereikt hoeft. Andere sprekers drukten den wensch uit naar afschaffing van heerendiensten en be handelden het vraagstuk van do financiöele ver houding tusschon moederland en koloniën. Do Minister, die - Woensdag nan hot woord kwam, betoogde dat wjj niet bjj machte zijn, in ’t Noorden van Borneo souvereiniteitsrcchten uit te oefenen, vooral niet, dowjjl do gewraakte ves tiging geheel een particulier karakter bezit. Do grieven van don heer Keuchenius moest hjj af- wjjzengenoemde afgevaardigde had zich in zjjn pleidooi voor de belangen der Indische maat schappij aan overdrijving, zelfs aan onjuistheden schuldig gemaakt. Donderdag werd de behandeling van do on- derdeelen der Indische bogrooting begonnen. Met ongewonen spoed werden dien dag niet minder dan 69 onder-afdeelifgon behandeld, waarbij eon aantal onderwerpen kortelings ter sprake kwamen. In ons volgend hoofdartikel willen we eonige hoofdpunten uit de debatten bespreken; thans wordt dit belet door gebrek aan plaats. In de najaarszitting dor Provin ciale Staten van Zuid-Holland zullen o. a. wor den behandeldaanvragen van de gemeenten Benthuizen, Lekkerkerk, Heinenoord, Ridder kerk, ’s-Gravesando, Monster, Oud-Beierland, Everdingen, Woubrugge, Hoornaar, Nieuw-Lok- kerland, Heukelum, Heonvliet, Stad aan ’t Ha ringvliet, Papondrecht, Barwoutswaarder en Oud- dorp om subsidie voor het lager onderwjjs. Reeds zjjn gunstige adviezen van Gedep. Staten uitgobracht omtrent deze aanvragen van Bent huizen, Heinenoord, Woubrugge, Niouw-Lokker- land, Heukelum en Stad aan ’t Haringvliet; voorstellen tot vaststelling van reglementen voor don polder Vliet en Djjkveld, voor hot water schap dor gemoono waterontlasting van de pol ders Stolwijk, het Bojjerscho, don Agtorbroek en het Veorstalblolt. Eindoljjk zal in deze zit ting worden behandeld het door oene commissie uit de Staten gemoenschappoljjk mot zoodanige commissie uit de Staten van Gelderland ontwor pen reglement voor 1 ..U Aan dit c uitvoerige memorie Deze Courant wordt geregeld iederen Zatordag-middag verzonden. Prijs: voor Schoonhoven por drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rijk 0,80.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1879 | | pagina 1