tao
I
«I
t
I
:huur
I
Zondag 25 Februari.
Brieven van Barend.
1883.
lGEN.
UWE.
oopmg.
schappij
T. 715.
ERLAB
A.
1SII11II,
Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht.
I
i
IJS JEz.
4
cht,
geweest door
het openbaar,
icht.
NTEN
óupons,
koop:
Gouda.
idsche
VEN,
ingelukken,
F
BUITENLAND.
BINNENLAND.
de leerlingen
Normaallessen
4
I
choonhoven.
c
1 I
I
t
S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven,
üitgevera.
et hoofd dér
i hebben ont-
Zoowel Rusland als Oos-
hunne wenschen vervuld
•laatsen eener
wordt te koop
mine kinderen
EERLINGEN
rden verzocht
art e. k. aan-
'eteekende.
tot de NOR-
igclaten, wordt
•or de VOOR-
van 11 jaren
iruarij 1880.
5ich te adres-
oofd-Agent.
j“™.
mits een halva
ide.
en daarboven
dsen verstrekt.
gebouwd
te Gonderak.
igedaan.
rkiezende met
sing. Te be-
Hendrik-ldo-
ng van
daartoe.
tot 3 April uit-
r C. B. VAN
toonhoven aal
9 Februari
an den Kerk-
ripol.
olkomen
KAPITAAL-
)UWEN- eu
.delijk ingaan-
NTEN, verxe-
N OP REIS en
•rtspruitende.
rijgen bij den
[JT te Ouder-
Kasten, Tafel,
Boeken, Glas
partij gekloofd
n, Kruiwagen,
partij MEST.
>ping te zien,
rderen hebben
lDRIANUS
hoonhoven,
óór 19 dezer
van voornoem-
kunnen mede-
ruivon-Borst-
kwaliteit, als
gen hoest en
:oo vele jaren,
ubliek alhier
t.
ie nieuwe be-
7, Flesschen.
Consul te Tripoli aangedaan. Reeds ligt
een Italiaansch pantsersobip gereed om naar
Tripoli te vertrekken, indien Turkije geen
volkomen voldoening geeft.
•rs of voogden,
hen voor het
SCHOONHOVEMSCHE GOÏÏRAÏÏT.
Prijs der Ad verten tiön: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel
meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en
uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags te 10 uren. Alle binnenlandsche
Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevenworden
slechts 2 maal in rekening gebracht.
Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden.
Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post
door het geheele rjjk 0,80. Men kan sich abonneeren bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders.
VIL
Zie je daar heb je ’t nu al
Als ik de eenige geweest was, die met
den Schoolmeester in dichtmaat, en met
den Leidschen kapitein-kommandant Schel-
tema kwaad had gespronken van de schut-
terij, de dienstdoende wel te verstaan,
want wat de rustende of plattelands-dito
betreft, deze is een instelling, boven allen
lof verheven, ik zou tot mij zelven gezegd
hebben: Hoor eens Barend, de School
meester tapt eenvoudig een ui, mynheer
Scheltema verkeerde in een zwaarmoedige
bui, en jij, je overdrijft verschrikkelijk.
Maar nog in andere kranten heeft men de
schuttery uitgekleed; in tijdschriften werd
de geruststellende mededeeling gedaan, dat
zij geen pyp tabak waard is. Nutslezera
bij de militairen hebben gezegddat er
niet het geringste van te verwachten is,
en, wat nu de deur dicht doet, een oud-
Minister, de heer Den Beer Poortugael,
komt weer net hetzelfde vertellen in een
brochure, kort geleden uitgekomen.
Er zal dus toch wel iets van aan zyn,
verbeeld ik my.
Np zou iemand willen vragen waarom
dan toch manheer Den Beer Poortugael,
toen hy Minister van Oorlog was, niet
dadelijk van de gelegenheid gebruik heeft
gemaakt om den boel op te ruimen. Mij
althans zou hij daar een groot pleizier mee
gedaan hebben, en velen anderen ookwant
ik verzeker u, waarde Redacteur! sedert
het bij my als een paal boven waterstaat,
dat wy schutters nergens goed voor zyn,
is de lust om te exerceeren en mijn geweer
telkens door myn vrouw te laten oppoetsen
er niet beter op geworden. En ik heb
nog byna vier jaartjes te goed eer ik myn
paspoort kan krijgen.
Vergeet evenwel niet, dat die mijnheer
maar een blauwen Maandag Minister i»ge
weest; al had hij nog zooveel lust gehad
om de zaken van de landsverdediging op
te knappen, men heeft hem er den tijd
niet toe gelaten. Wat jammer was voor
hem en voor my.
De schuttery heeft volgens den heer Den
Beer noodig samenhang, tucht, goede oefe
ning en kaders. Op dat kleine beetje na
is zy volmaakt gezond. De onderdeelen,
zegt hij, kunnen in de ure des gevaars
niet op elkander vertrouwen, adres in 1830,
’63 en ’70. Van ’t jaar ’30 heb ik myn
vader dikwijls hooren vertellendat de
toenmalige schutters wonderlyke snuiters i
moeten geweest zyn; waren er geen Friesche I
compagnieën, die eenvoudig hun geweren
tegen den grond wierpen en hun messen
trokken, omdat zy het veel royaler vonden
de Belgen met kortjan op het gezicht te I
snyden, dan hen uit de verte dood te
schieten, wat toch ook geen schutter des- 1
tyds doen kon, want wie op vyftig pas af- 1
stand een koe kon raken, gold voor een
heelen baas. In ’63 en *70 ik was er i
toen nóg niet bijomdat ik op een dorp
woonde, heeft men van mobilisatie ge
sproken wegens oorlogsgevaar, en men
schynt toen ook tamely k vreemde tooneelen
te hebben gezien.
Dat alles is door den heer Den Beer
nog eens in herinnering gebracht. Hy
zegt ook, dat het idee van den tegenwoör- i
digen Ministerom alles maar schutter
te maken wat niet kreupelgebocheld
of scheel is, volstrekt niet deugt. Precies
myn idéé, durf ik zeggen. Mynheer
Reuther wil zijn nieuwe schutters laten I
exerceeren dat het raast, maar daardoor
zullen zy toch niet geschikt worden om
versterkte plaatsen en bedreigde liniën en
stellingen te bewaken, omdat er geen begrip
van orde, van onbepaalde gehoorzaamheid, i
in één woord, van militaire tucht in zit. I
Hadden zy eenigen tyd achter elkander
zich flink geoefend, niet nu en dan een
vervelend uurtje maar zooveel maanden als
men noodig rekent om van een houten I
klaas een flink soldaat te maken, dan zou
dat wel terecht komen, want wie dat een- i
maal heeft meegedaan houdt er genoeg van
over om, als het noodig is, er weer spoedig i
voor klaar te zyn. Wie dus een goede
schuttery wil hebben, zou moeten beginnen i
met algemeenen dienstplicht in te voeren.
Nu zou het voor myn part my nie-
mendal kunnen hinderen, als we dat kregen1
myn twee jongens, die nu en dan ook 1
weleens in kranten snuffelen, praten er nu i
al van dat ik, als zij eenmaal raak loten, i
maar geen rempla^ant voor hen moet koo-
pen, dat zij de kostelyke dubbeltjes na i
hun diensttyd veel liever zelf zouden ge
bruiken dan ze aan zoo’n slungel van een
nietsdoener te geven als waarmee de
remplafan ten-bazen komen aansjouwen. 1
De oudste beweerde zelfs laatst, dat hy het i
een soort van diefstal vond, een flinken
jongen«zooals ik en een ander” zei hy,
die best sergeant bij de militie kan worden, I
aan den dienst van het vaderland te ont- I
trekken en daarvoor in de plaats een kereltje
te geven, dat niets kan dan vloeken, jenever i
drinken en met zyn luie lichaam de planken f
van de brits in de politiekamer verslyten. j
groote dingen beleven van Uw dienaar en
vriend Barend.
P. S. Wel verdraaid; daar lees ik in
uw krant van Zondag, na een bericht dat
te Leeuwarden vier sc lUttprstrommels zijn
verdwe»ien, en dat no^*wel spoorloos!
•hadden ze onze heele schuttery maar
meêgepakt!” U schynt dus ook al weinig
op te hebben met dat keur-corps? Hoe
kan ’t zoo samentreffen I
bepaald werd dat dit geld niet zou worden
teruggeven maar aan den Staat vervallen,
indien de concessionarissen niet aan hun
verplichtingen voldeden.
Na veel wederwaardigheden word doze
concessie overgedragen aan de daarvoor
opgerichte Rotterdam—Munster-spoorweg-
maatschappij. Deze Maatschappij bezat
evenwel geen geld, maar al haar aandeelen
waren, ten minste in naam, genomen door
de Compagnie des Bassins-Houillers van den
heer Philippart. Daar deze laatste Com
pagnie niet in staat was den spoorweg uit
te voeren, trachtte men bij anderen geld
te krijgen De Rotterdam—Munster-spoor-
wegmaatschappij meende hierin te zullen
slagen, indien de Wetgevende Macht een
blijk van vertrouwen en belangstelling gaf
door het aannemen van de onteigeningswet
van het gedeelte van den spoorweg van
Rotterdam naar Houten. Toen in de zit
ting der Tweede Kamer van 22 December
1875 deze onteigeningswet ia beraadslaging
kwam, maakten vele leden bezwaar, die
aan te nemen, omdat zij geen vertrouwen
hadden in de soliditeit der Spoorwegmaat
schappij. Deze wet werd evenwel aange
nomen na de pertinente verklaring van den
Minister Heemskerk, dat het waarborgkapi
taal van 4 ton in orde was en, als de con
cessionarissen hun verplichtingen niet na
kwamen, niet zou worden wedergegeven,
zooals wel was geschied.
De Maatschappij kon, zooals gevreesd was,
haar concessie niet uitvoeren en den 23en
Mei 1878 word daarop de concessie inge
trokken door den Minister van Waterstaat
Tak van Poortvliet. In de memorie van
antwoord voor de begrooting van Staats
spoorwegen voor 1879 deelde de Minister
van Waterstaat Tak van Poortvliet mede
dat hij voornemens was het waarborgkapitaal
terug te geven. Bij de beraadslaging over
die begrooting op 20 December 1878 kwam
de heer Van Kerkwijk tegen die teruggave
op en stelde een motie voorwaarbij de
Kamer verklaardedat de teruggave van
het waarborgkapitaal niet mocht plaats heb
ben zonder medewerking der Wetgevende
Macht. Devdiscussie over dezo motie had
plaats op 21 Februari 1879; na een kleine
wijziging der motie door den heer Des Amorie
van der Hoeven werd de motie aangenomen.
Intusschon was de Spoorwegmaatschappij
in 1878 failliet verklaard.
De tegenwoordige Minister van Water-
I staat Klerck meende door de belofte van
I den Minister Tak van Poortvliet tot terug-
I gavo van het waarborgkapitaal verplicht te
zijn een wetsontwerp in te dienen, waarbij
hij gemachtigd werd, dat kapitaal aan den
faillieten boedel der Spoorwegmaatschappij
terug te geven. Dit wetsontwerp werd,
zooals men weet, Vrijdag jl. afgestemd.
Had de heer Van Kerkwijk zijn motie
niet gesteld, dan zou de vorige Minister
van Waterstaat hoogstwaarschijnlijk de vier
ton hebben teruggegeven. De Tweede Ka
mer heeft door de afstemming van het
wetsontwerp dan ook eigenlijk den vorigen
Minister van Waterstaat in het ongelijk en
den heer Van Kerkwijk in zijn oppositie
tegen de teruggave in het gelijk gesteld.”
In de dezer dagen te Amster
dam gehouden algemeene vergadering dor
harddraverij- en renvereeniging is tot pre
sident herkozen do heer J. N. Wafelbakker
en ter vervanging van den heer Crommelin,
die zich niet herkiesbaar had gesteld, tot
penningmeester gekozen de heer Th. A. Van
den Broek te Amsterdam.
De ontvangsten hebben in het afgeloo-
pen jaar bedragen f 69.971,36J, de uitgaven
f78.820,691; er is dus een te kort van
f8949,33. Onder de uitgaven is echter een
bedrag van f20.292 buitengewoon. De con-
tributiën zijn tot ruim f13.000 gestegen.
Voortaan zullen twee algemeene verga
deringen in het jaar gehouden worden, eene
vóór 1 April, do tweede vóór 15 November.
Op de wedrenterreinen van den heer Bert
Brouwer te Nijmegen zullen 17 Moi e. k.
weder internationale harddraverijen en wed
rennen worden gehouden. i
H. K. H. Prinses Marianne
heeft f7000 toegezegd, als bijdrage in do
kosten tot het bouwen van eene nieuwe
pastorie, ten behoeve van den predikant bij
de Ned. Herv. gemeente te Voorburg.
In eenige gemeenten van Gel
derland bedraagt het getal der verleende
vergunningen tot verkoop van sterken drank
in het klein minder dan het bij de wet
toegestaan maximum. Do Besturen dier
gemeenten hebben zich tot den Koning ge
wend, met verzoek om het wettelijk maxi
mum van inrichtingen tot drankverkoop,
ingevolge art. 2 dier wet, te willen verla
gen en aan dat voorstel is door den Koning
gevolg gegeven.
Thans worden de Gemeentebesturen in
de overige provinciën des (jrijks, waar het
getal vergunningen eveneens beneden hot
maximum is gedaald, door de Commissarison
des Konings uitgenobdigd om in gelijken
zin als hunne ambtgonooten in Gelderland
te handelen.
De Minister van Binnenland
sche Zaken brengt ter algemeene kennis,
dat du pokken in de gemeenten Charlois on
Rotterdam epidemisch verbreid zijn.
Myn vrouw keek me eens aan toen de
jongen dat zei, als wilde zij vragen Waar
drommel haalt de knaap dien militairen
geest van daan? Maar ik mag het zoo
wel, ondanks myn af keer van het schut
teren, die nog iets anders is dan gebrek
aan vaderlandsliefde.
Alzoo zou ik er niets op tegen hebben
als myn zoons een poos soldaat waren,
mits alle andere burgeijongens in hetzelfde
lot deelden. Dan kregen we ook in ons
leger, net als in de maatschappij de goeden
en de kwaden door elkander, en het zou
wel wonder zijn als de eersten de laatsten
niet in toom hielden en door hun voorbeeld
verbeterden. Het eenige wat ik tegen den
algemeenen dienstplicht weet aan te voeren
is, dat hij het land zoo verbazend veel geld
zou kosten; de belastingen behoeven waarlijk
geen dubbeltje hooger te worden en dan
is ’t nog mooi genoeg.
Mynheer Den Beer Poortugael tapt echter
uit een ander vaatje. Hij wil het tegen
woordig cyfer ongeveer behouden, maar
verlangt* dat zy die in de loting vallen
niet vyf maar tien jaar beschikbaar blijven
voor de landsverdediging, met afschaffing
van de schuttery natuurlijk. De druk zou
daardoor niet veel zwaarder worden. De
lotelingen kregen denzelfden oefeningstijd,
gingen dan met den spekzak naar huis, om
jaarlyks een poosje op te komen voor de
zoogenaamde groote manoeuvres, dat wil zeg
gen, alleen gedurende de vyf eerste jaren, net
als nu. Daarna kwamen zij by de reserve
die in tijd van oorlog of oorlogsgevaar onder
de wapens wordt geroepen en dan natuurlijk
veel geschikter is voor de verdediging dan
de schutterij. Maar in dien reserve-tyd
zon men het den braven strijders niet las
tiger maken dan broodnoodig is. Eenmaal,
hoogstens tweemaal in al die vyf jaren een
weekje opkomen om s
te nemen en het klappen van de zweep
niet heelemaal te verleeren, zietdaar alles.
Eerlyk moet ik u zeggen, mijnheer, dat
het plan my voortreffelijk toeschynt, en
zoodra mijnheer Den Beer op nieuw Mi
nister van Oorlog wordt, kan hij op mijn
steun alvast rekenen. Van plaatsvervan
ging of nummervepwisseling wil hij, dat
spreekt vanzelf, niets meer weten; over
zulke pruikerige dingen durft men niet
meer praten of schrijven, alleen uit eigen
belang handhaaft men ze en zwygt er
verder over.
Dat ik het idéé van mynheer Den Beer
zoo prys, is niet omdat ik er geen enkele
bedenking tegen heb: Welk plan is daar
dan ook heelemaal boven verheven? Best
mogelyk dat mijn bezwaar niet is op te
lossen maar zeggen wil ik het toch.
Ik bedoel metdat de schry ver van
oordeel is, dat zonder grondwetsherziening
een goede regeling van de levende strijd
krachten vraag excuus voor de deftige
woorden, maar die behooren er nu eenmaal
by, niet mogelyk is. Ware het dit alleen,
’k zou zeggenPraat er dan niet langer over
want die herziening komt evenmin als dat
ik een erfenis zal krygen van een Üost-
Indischen oom dien ik nooit gehad heb.
Wat hy voorstelt ligt binnen den kring
der tegenwoordige grondwet, en kan dus
bereikt worden zoodra men den heer Den
Beer weer Minister maakt en de meer
derheid van de Kamers het met hem eens is.
Wat ik den zwakken kant van zyn
stelsel noem is, dat de jongelui, die dan
vryloten, zoo geheel van alle offers voor de
zaak der landsverdediging ontheven zyn.
Daar licht, vindt ik, iets onbillyks in.
Alle Nederlanders hebben in dat opzicht
hetzelfde belang, en ieder moet er wat
voor over hebben. Niet de een alles en
de andere niemendal.
Kon het zoo geschikt worden, dat de
een zijn tyd gaf en de ander zyn geld
ik spreek nu niet van bloed, want dat
komt in oorlogstijd te pas en ik blyf nog
altyd geloovendat ais de vyand ons be
dreigt ieder zal willen meevechten en de
genen die vrijstelling hebben gehad erg het
land zullen hebben dat zij nu niet geoefend
zijn I dan zou het wat anders zyn. Mis
schien zou de zaak zóó gevonden kunnen
worden, dat de vrijgestelden of hun ouders
aan een byzondere belasting werden onder
worpen, stygende naar gelang hun rang of
stand in de maatschappij 1 Meur velen
vooral uit de lagere volksklassezouden
zeggen dat zy geen geld hebben, en men
kan toch ook in elke gemeente geen groot
hok maken om er onwillige betalers in op
te sluiten? Of denkt u dat het billyker,
uitvoerbaarder, doelmatiger en practischer
zou wezen, om den lui gedurende hun
tienjarigen diensttijd (of hun ouders zoolang
zij minderjarig zyn) zóóveel percent afslag
van ryksbelastingen te geven?
Wil ik u eens wat vertellenin ver
trouwen? Als mynheer Hordyks kieswet
er doorgaat, dan wordt ik ook kiezer voor
de Staten-Generaal, en alzoo een van de
‘22.060 redders van het vaderland. Ge
beurt dat, dan sluit ik my dadelyk aan
bij de vrijzinnige kiesvereeniging «Recht
door zee,” en zal dan over dat belas ting-
ideetje eens ferm het woord voeren. Mo
gelijk beleg ik er wel een meeting over.
Als alles goed gaat, «kunt ge derhalve nog
Apotheker.
in flesschen
- en 65 Cent,
•rkoming van
maak iedere
tinnen cap-
i, waarop ne-
Wolff Zn.;
orinchem bij
J. D. den
isveld; Lek-
Oudewater
ijk bij C.G.
Overzicht
Nog is de storm niet voorbjj, die door
Jeromes manifestatie in Frankrijk is ver
wekt Het door den Senaat aangenomen
voorstel van Wet tegen de lastige preten
denten is nu weder door de Kamer ver
worpen, die zich vereenigde met Senator
Barbeys voorstel de regeering te mach
tigen lastige pretendenten te verwijderen
en haar oorspronkelijk voorstel dienover
eenkomstig wijzigde. De Senaat hield even
wel voet bij stuk en handhaafde haar
voorstel—Waddington. De slotsom van dit
alles was, dat de regeefing haar aanvraag
om ontslag vernieuwde, de president het
ontslag aannam, en, na te vergeefs bij
Freycinett te hebben aangeklopt, Jules
Ferry bereid vond een nieuw Kabinet saam
te stellen. Deze was daarmede, de omstan
digheden in aanmerking genomen, al spoe
dig gereed. Ferry is president van den
Ministerraad en tevens belast met de por
tefeuille van Onderwijs. Oorlog en Finan
ciën bleven. Bijna alle Ministers behooren
tot de union republicain. Inmiddels ver
gaderen de verschillende fracties der Kamer,
die zich verdaagde, om te beraadslagen over
de houding tegenover het nieuwe Kabinet
in te nemen, en de eischen te stellen ten
op de forten een kijkje I jer pretendenten-quaestie.
,lannön von L ,WOOn g?makkelgke teak
voor het nieuwe
Kabinet is het niet: overeenstemming te
brengen tusschen de beide wetgevende
lichamen, die, als ze pensen botsing zijn,
de oude veeten weder zoo'gaarne oprakelen,
’t Verstandigste ware wel de beslissing
over de aanhangige zaak uit te stellen tot
dat de gemoederen tot kalmte zullen zijn
gekomen. Mogelijk zou dan de Kamer het
Senaats-voorstel nog te kras vinden, in
plaats van meer te eischen. Men zegt dat
de nieuwe regeering zulk een middel ge
vonden heeft.
De troonrede, waarmede het Engelache
parlement in het laatst der vorige week
geopend is, handelt voornamelijk over Egypte
en, wat het binnenland betreft, over Ierland
doch behelst dienaangaande niets nieuws.
De Engelscho troepen zullen Egypte ver
laten, zoodra aldaar eene zelfstandige re
geering is opgetreden, die de binnenland
sche rust en de veiligheid van het Suez-
kanaal voldoende waarborgt. Zij is het
daaromtrent geheel eens met de overige
Mogendheden, uitgezonderd Frankrijk, dat
zich nog niet duidelijk uitsprak.
Het regeeringsvoorstel tot vervanging van
den parlementairen eed door eene verklaring
in sommige gevallen, is, hoewel de troon
rede er met geen enkel woord van repte,
reeds ingediend en in behandeling. In ver
band hiermede stelde Bradlaugh eene nieuwe
poging om zijn zetel in het parlement te
bemachtigen, uit.
De toestand in de Transvaal laat nog
altijd te wenschen over. Voortdurend had
den er vijandelijkheden plaats met naburige
stammen en inboorlingen, zoodat de regee- l
ring ook altijd nog in gebreke was gebleven,
de aan het einde van het vorige jaar ver
vallen schuld van 50.000 p. s. te betalen.
Zij zal hieraan eerstdaags herinnerd worden.
Carey, het Dublinsch gemeenteraadslid, me
deplichtige aan de in Ierland plaats gehad
hebbende moorden, is het enfant terrible
geworden zijner medebeschuldigden. Hij
heeft het heele geheim van den moordaan
slag op Bourke—Cavendisch verklapt, zoo- j
dat, op twee na, alle beschuldigden naar do 1
Assises zijn verwezen, om daar hun vonnis
te ontvangen.
De Donau-conferentio is nog altijd druk
aan den gang.
tenrijk schijnen
te zullen zien.
Groote aanstalten worden in Rusland ge
maakt voor de kroningsfeesten, waarmede
het ditmaal ernst schijnt te zullen zijn.
Do Momleur de Rome maakt den jongsten
brief openbaar van den Paus aan den Keizer
van DuitHcliland. Daaruit blijkt dat deze
genegen zou zijn de Meiwetten te herzien,
terwijl het Vaticaan zich van zijnen kant be
reid verklaart de Bisschoppen te machtigen
tot het doen van aangifte wegens de be
noeming van nieuwe geestelijken. Overi
gens eischt de Paus zooveel mogelijk zelf
standigheid in de uitoefening van het gees
telijk ambt en de vorming J
De Duitsche Rijksdag is
eengegaan, na eerst zonder meerderheid
bij staking van stemmen verworpen te
hebben een tegen den bekenden Minister
Stephan gericht voorstel tot beperking van
den Zondagsdienst bij het post- en tele-
graafwezen.
Er dreigt een Italiaansch—Turksch ge
schil door de beleediging den Italiaanschen
STATEN-GENERAAL.
Dinsdag en Woensdag was het woord aan
den Minister van Financiën en aan de finan-
ciëele deskundigen in de Tweede Kamer.
Het gold de wetsvoordracht tot het aangaan
van een geldleening ten bedrage van 60
millioen gulden ten laste van den Staat.
Wij zullen gezegde specialiteiten niet op
hun hooge vlucht en in hun diepe logica
trachten te volgen ofschoon het financiëel
beleid van de Regeering weer niet onaan
getast bleef, was men algemeen wel over
tuigd van de noodzakelijkheid dezer lea
ning ten einde de vlottende schulddie
den Staat ruim 5 percent kost en verder
felijk is voor het crediet, te consolideeren.
Het debat liep voornamelijk over de ren-
tewetj^ de Minister achtte de in het ontwerp
voorgestelde 3 percent voordeelig, do heer
Gleichman en andere sprekers betoogden
dat 4 percent verreweg de voorkeur ver
dient, ook met het oog op latere conversie
van reeds bestaande schuld en om de aflos
sing h pari gemakkelijk te maken Door de
heeren GleichmanDe JongMees Van
DeldenGoeman Borgesius en De Bruijn
werd in dien zin een amendement voorge-
stelddat ?met 57 tegen 20 stemmen werd
aangenomen. De aanneming der geheele
wet geschiedde met 59 tegen 18 stemmen.
Bij den aanvang der zitting van Dinsdag
deelde de Minister van Financiën mede
dat de heer De Brauw, na het votum der
Kamer in de Billiton-zaakaan Z. M. den
Koning eervol ontslag heeft gevraagd als
Minister van Koloniën.
Een ontwerp tot ontmunting van zilver
geld tot een bedrag van 25 millioen gulden
de kosten, ten bedrage van 5 millioen gul
den te dekken door uitgifte van muntbil-'
jettenis bij de Tweede Kamer ingekomen;
- Z. M. heeft de benoeming van
den burgemeester der gemeente Hoog-Blot'-
land W. Lotsy tot secretaris dier gemeente
goedgekeurd.
Z. M. heeft benoemd tot nota
ris te Utrecht, C. Van Aaken van Schaar
denburg candidaat-notaris aldaar en tot
notaris te Uithuizen (Groningen) L. Boom- i
gaart, candidaat-notaris te Dordrecht.
Z. M. heeft J. W. Veen Valck,
ontvanger der directe belastingen en accijn-
sen te Zwijndrecht c. a., benoemd tot ont
vanger der invoerrechten en accijnsen te
Dordrecht c. a.
De Minister van Koloniën,
Jhr. Mr. W. M. De Brauw, heeft na het
votum der Kamer in de Billiton-zaak zijn
eervol ontslag aan den Koning aangeboden.
De Minister van Binnenland
sche Zaken heeftdoordien in een aanzien
lijk gedeelte van het spoelingdistrict sedert
1 September 1882 geen gevallen van long
ziekte onder het rundvee zijn waargenomen,
den afsluitingskring aldaar beperkt. Met
ingang van 20 dezer zal het kon. besluit
van 17 Aug. 1878 toegepast worden in dat
gedeelte van de provincie Zuid-Holland
hetwelk de volgende gemeenten of deelen
van gemeenten omvat: het gedeelte van de
gemeente Kethelaan den Kandelaar langs
den Kethelweg tot aan het Spieringerbosch,
verder de gemeenten Schiedam en Delfshaven
en van de gemeente Rotterdam van de Bonte
Paallangs de oostzijde van het park tot
aan de Maas en van de Bonte Paal langs de
zuidzijde van den West-Zeedijk door het
water van den Schiedamschen singel en
Coolsingel tot de Delftsche vaartvervol
gens langs de Delftsche vaarthet Stok-
visch water door het water aan de Vest tot
aan het Hofpleinverder door de üotte tot
en mot de waaglangs de huizenrij van
het Strooveerlangs do huizenrij ten noor
den van het Hofpleinlangs de huizenrij
van Schie, oostzijde tot aan de Heulbrug,
verder langs de Rotterdamsche Schie en
Delftsche Schie tot aan den Kandelaar terug.
In ons vorig nommer hebben
wij medegedeelddat in de zitting der
Tweede Kamer van Vrijdag jl. met 47 tegen
9 stemmen is verworpen het wetsontwerp,
om de regeering te machtigen aan de be
heerders van den faillieten boedel van de
Rotterdam - Munster - spoorwegmaatschappij
terug te geven het indertijd in de schatkist
gestorte waarborgkapitaal van vier ton.
Het „Vaderland” schrijft dienaangaande
het volgende:
„Uit verscheidene ons meogedeolde vragen
om inlichtingen maken wij op., dat wij onzen
lezers geen ondienst doon met do geschiedenis
dezer zaak nog in hot kort mede te deelen.
Den Ion Mei 1873 werd aan do heeren
E. Otlet te Brussel en L. Wilmart te Brugge
concessie verleend voor een spoorweg van
Rotterdam langs Schoonhoven, Jutfaas,
Wijk bij Duurstede en Wageningen naar
Arnhemen den 15on Mei 1874 voor een
spoorweg van Arnhem langs Winterswijk
naar de Pruisische grenzen. Tot waarborg
werd een som van 4 ton gestort in ’s Rijks
schatkist, terwijl in art. 38 der concessie