tao I «I t I :huur I Zondag 25 Februari. Brieven van Barend. 1883. lGEN. UWE. oopmg. schappij T. 715. ERLAB A. 1SII11II, Weekblad voor Zuid-Holland en Utrecht. I i IJS JEz. 4 cht, geweest door het openbaar, icht. NTEN óupons, koop: Gouda. idsche VEN, ingelukken, F BUITENLAND. BINNENLAND. de leerlingen Normaallessen 4 I choonhoven. c 1 I I t S. W. N. VAN NOOTEN te Schoonhoven, üitgevera. et hoofd dér i hebben ont- Zoowel Rusland als Oos- hunne wenschen vervuld •laatsen eener wordt te koop mine kinderen EERLINGEN rden verzocht art e. k. aan- 'eteekende. tot de NOR- igclaten, wordt •or de VOOR- van 11 jaren iruarij 1880. 5ich te adres- oofd-Agent. j“™. mits een halva ide. en daarboven dsen verstrekt. gebouwd te Gonderak. igedaan. rkiezende met sing. Te be- Hendrik-ldo- ng van daartoe. tot 3 April uit- r C. B. VAN toonhoven aal 9 Februari an den Kerk- ripol. olkomen KAPITAAL- )UWEN- eu .delijk ingaan- NTEN, verxe- N OP REIS en •rtspruitende. rijgen bij den [JT te Ouder- Kasten, Tafel, Boeken, Glas partij gekloofd n, Kruiwagen, partij MEST. >ping te zien, rderen hebben lDRIANUS hoonhoven, óór 19 dezer van voornoem- kunnen mede- ruivon-Borst- kwaliteit, als gen hoest en :oo vele jaren, ubliek alhier t. ie nieuwe be- 7, Flesschen. Consul te Tripoli aangedaan. Reeds ligt een Italiaansch pantsersobip gereed om naar Tripoli te vertrekken, indien Turkije geen volkomen voldoening geeft. •rs of voogden, hen voor het SCHOONHOVEMSCHE GOÏÏRAÏÏT. Prijs der Ad verten tiön: Van 1 tot 5 regels 0,50. Iedere regel meer 0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Inzending franco, en uiterlijk tot Zaterdags-voormiddags te 10 uren. Alle binnenlandsche Advertentiënwaarvan de plaatsing 3 maal wordt opgegevenworden slechts 2 maal in rekening gebracht. Deze Courant wordt geregeld iederen Zaterdag-middag verzonden. Prjjs: voor Schoonhoven per drie maanden 0,70. Franco per post door het geheele rjjk 0,80. Men kan sich abonneeren bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievengaarders. VIL Zie je daar heb je ’t nu al Als ik de eenige geweest was, die met den Schoolmeester in dichtmaat, en met den Leidschen kapitein-kommandant Schel- tema kwaad had gespronken van de schut- terij, de dienstdoende wel te verstaan, want wat de rustende of plattelands-dito betreft, deze is een instelling, boven allen lof verheven, ik zou tot mij zelven gezegd hebben: Hoor eens Barend, de School meester tapt eenvoudig een ui, mynheer Scheltema verkeerde in een zwaarmoedige bui, en jij, je overdrijft verschrikkelijk. Maar nog in andere kranten heeft men de schuttery uitgekleed; in tijdschriften werd de geruststellende mededeeling gedaan, dat zij geen pyp tabak waard is. Nutslezera bij de militairen hebben gezegddat er niet het geringste van te verwachten is, en, wat nu de deur dicht doet, een oud- Minister, de heer Den Beer Poortugael, komt weer net hetzelfde vertellen in een brochure, kort geleden uitgekomen. Er zal dus toch wel iets van aan zyn, verbeeld ik my. Np zou iemand willen vragen waarom dan toch manheer Den Beer Poortugael, toen hy Minister van Oorlog was, niet dadelijk van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om den boel op te ruimen. Mij althans zou hij daar een groot pleizier mee gedaan hebben, en velen anderen ookwant ik verzeker u, waarde Redacteur! sedert het bij my als een paal boven waterstaat, dat wy schutters nergens goed voor zyn, is de lust om te exerceeren en mijn geweer telkens door myn vrouw te laten oppoetsen er niet beter op geworden. En ik heb nog byna vier jaartjes te goed eer ik myn paspoort kan krijgen. Vergeet evenwel niet, dat die mijnheer maar een blauwen Maandag Minister i»ge weest; al had hij nog zooveel lust gehad om de zaken van de landsverdediging op te knappen, men heeft hem er den tijd niet toe gelaten. Wat jammer was voor hem en voor my. De schuttery heeft volgens den heer Den Beer noodig samenhang, tucht, goede oefe ning en kaders. Op dat kleine beetje na is zy volmaakt gezond. De onderdeelen, zegt hij, kunnen in de ure des gevaars niet op elkander vertrouwen, adres in 1830, ’63 en ’70. Van ’t jaar ’30 heb ik myn vader dikwijls hooren vertellendat de toenmalige schutters wonderlyke snuiters i moeten geweest zyn; waren er geen Friesche I compagnieën, die eenvoudig hun geweren tegen den grond wierpen en hun messen trokken, omdat zy het veel royaler vonden de Belgen met kortjan op het gezicht te I snyden, dan hen uit de verte dood te schieten, wat toch ook geen schutter des- 1 tyds doen kon, want wie op vyftig pas af- 1 stand een koe kon raken, gold voor een heelen baas. In ’63 en *70 ik was er i toen nóg niet bijomdat ik op een dorp woonde, heeft men van mobilisatie ge sproken wegens oorlogsgevaar, en men schynt toen ook tamely k vreemde tooneelen te hebben gezien. Dat alles is door den heer Den Beer nog eens in herinnering gebracht. Hy zegt ook, dat het idee van den tegenwoör- i digen Ministerom alles maar schutter te maken wat niet kreupelgebocheld of scheel is, volstrekt niet deugt. Precies myn idéé, durf ik zeggen. Mynheer Reuther wil zijn nieuwe schutters laten I exerceeren dat het raast, maar daardoor zullen zy toch niet geschikt worden om versterkte plaatsen en bedreigde liniën en stellingen te bewaken, omdat er geen begrip van orde, van onbepaalde gehoorzaamheid, i in één woord, van militaire tucht in zit. I Hadden zy eenigen tyd achter elkander zich flink geoefend, niet nu en dan een vervelend uurtje maar zooveel maanden als men noodig rekent om van een houten I klaas een flink soldaat te maken, dan zou dat wel terecht komen, want wie dat een- i maal heeft meegedaan houdt er genoeg van over om, als het noodig is, er weer spoedig i voor klaar te zyn. Wie dus een goede schuttery wil hebben, zou moeten beginnen i met algemeenen dienstplicht in te voeren. Nu zou het voor myn part my nie- mendal kunnen hinderen, als we dat kregen1 myn twee jongens, die nu en dan ook 1 weleens in kranten snuffelen, praten er nu i al van dat ik, als zij eenmaal raak loten, i maar geen rempla^ant voor hen moet koo- pen, dat zij de kostelyke dubbeltjes na i hun diensttyd veel liever zelf zouden ge bruiken dan ze aan zoo’n slungel van een nietsdoener te geven als waarmee de remplafan ten-bazen komen aansjouwen. 1 De oudste beweerde zelfs laatst, dat hy het i een soort van diefstal vond, een flinken jongen«zooals ik en een ander” zei hy, die best sergeant bij de militie kan worden, I aan den dienst van het vaderland te ont- I trekken en daarvoor in de plaats een kereltje te geven, dat niets kan dan vloeken, jenever i drinken en met zyn luie lichaam de planken f van de brits in de politiekamer verslyten. j groote dingen beleven van Uw dienaar en vriend Barend. P. S. Wel verdraaid; daar lees ik in uw krant van Zondag, na een bericht dat te Leeuwarden vier sc lUttprstrommels zijn verdwe»ien, en dat no^*wel spoorloos! •hadden ze onze heele schuttery maar meêgepakt!” U schynt dus ook al weinig op te hebben met dat keur-corps? Hoe kan ’t zoo samentreffen I bepaald werd dat dit geld niet zou worden teruggeven maar aan den Staat vervallen, indien de concessionarissen niet aan hun verplichtingen voldeden. Na veel wederwaardigheden word doze concessie overgedragen aan de daarvoor opgerichte Rotterdam—Munster-spoorweg- maatschappij. Deze Maatschappij bezat evenwel geen geld, maar al haar aandeelen waren, ten minste in naam, genomen door de Compagnie des Bassins-Houillers van den heer Philippart. Daar deze laatste Com pagnie niet in staat was den spoorweg uit te voeren, trachtte men bij anderen geld te krijgen De Rotterdam—Munster-spoor- wegmaatschappij meende hierin te zullen slagen, indien de Wetgevende Macht een blijk van vertrouwen en belangstelling gaf door het aannemen van de onteigeningswet van het gedeelte van den spoorweg van Rotterdam naar Houten. Toen in de zit ting der Tweede Kamer van 22 December 1875 deze onteigeningswet ia beraadslaging kwam, maakten vele leden bezwaar, die aan te nemen, omdat zij geen vertrouwen hadden in de soliditeit der Spoorwegmaat schappij. Deze wet werd evenwel aange nomen na de pertinente verklaring van den Minister Heemskerk, dat het waarborgkapi taal van 4 ton in orde was en, als de con cessionarissen hun verplichtingen niet na kwamen, niet zou worden wedergegeven, zooals wel was geschied. De Maatschappij kon, zooals gevreesd was, haar concessie niet uitvoeren en den 23en Mei 1878 word daarop de concessie inge trokken door den Minister van Waterstaat Tak van Poortvliet. In de memorie van antwoord voor de begrooting van Staats spoorwegen voor 1879 deelde de Minister van Waterstaat Tak van Poortvliet mede dat hij voornemens was het waarborgkapitaal terug te geven. Bij de beraadslaging over die begrooting op 20 December 1878 kwam de heer Van Kerkwijk tegen die teruggave op en stelde een motie voorwaarbij de Kamer verklaardedat de teruggave van het waarborgkapitaal niet mocht plaats heb ben zonder medewerking der Wetgevende Macht. Devdiscussie over dezo motie had plaats op 21 Februari 1879; na een kleine wijziging der motie door den heer Des Amorie van der Hoeven werd de motie aangenomen. Intusschon was de Spoorwegmaatschappij in 1878 failliet verklaard. De tegenwoordige Minister van Water- I staat Klerck meende door de belofte van I den Minister Tak van Poortvliet tot terug- I gavo van het waarborgkapitaal verplicht te zijn een wetsontwerp in te dienen, waarbij hij gemachtigd werd, dat kapitaal aan den faillieten boedel der Spoorwegmaatschappij terug te geven. Dit wetsontwerp werd, zooals men weet, Vrijdag jl. afgestemd. Had de heer Van Kerkwijk zijn motie niet gesteld, dan zou de vorige Minister van Waterstaat hoogstwaarschijnlijk de vier ton hebben teruggegeven. De Tweede Ka mer heeft door de afstemming van het wetsontwerp dan ook eigenlijk den vorigen Minister van Waterstaat in het ongelijk en den heer Van Kerkwijk in zijn oppositie tegen de teruggave in het gelijk gesteld.” In de dezer dagen te Amster dam gehouden algemeene vergadering dor harddraverij- en renvereeniging is tot pre sident herkozen do heer J. N. Wafelbakker en ter vervanging van den heer Crommelin, die zich niet herkiesbaar had gesteld, tot penningmeester gekozen de heer Th. A. Van den Broek te Amsterdam. De ontvangsten hebben in het afgeloo- pen jaar bedragen f 69.971,36J, de uitgaven f78.820,691; er is dus een te kort van f8949,33. Onder de uitgaven is echter een bedrag van f20.292 buitengewoon. De con- tributiën zijn tot ruim f13.000 gestegen. Voortaan zullen twee algemeene verga deringen in het jaar gehouden worden, eene vóór 1 April, do tweede vóór 15 November. Op de wedrenterreinen van den heer Bert Brouwer te Nijmegen zullen 17 Moi e. k. weder internationale harddraverijen en wed rennen worden gehouden. i H. K. H. Prinses Marianne heeft f7000 toegezegd, als bijdrage in do kosten tot het bouwen van eene nieuwe pastorie, ten behoeve van den predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Voorburg. In eenige gemeenten van Gel derland bedraagt het getal der verleende vergunningen tot verkoop van sterken drank in het klein minder dan het bij de wet toegestaan maximum. Do Besturen dier gemeenten hebben zich tot den Koning ge wend, met verzoek om het wettelijk maxi mum van inrichtingen tot drankverkoop, ingevolge art. 2 dier wet, te willen verla gen en aan dat voorstel is door den Koning gevolg gegeven. Thans worden de Gemeentebesturen in de overige provinciën des (jrijks, waar het getal vergunningen eveneens beneden hot maximum is gedaald, door de Commissarison des Konings uitgenobdigd om in gelijken zin als hunne ambtgonooten in Gelderland te handelen. De Minister van Binnenland sche Zaken brengt ter algemeene kennis, dat du pokken in de gemeenten Charlois on Rotterdam epidemisch verbreid zijn. Myn vrouw keek me eens aan toen de jongen dat zei, als wilde zij vragen Waar drommel haalt de knaap dien militairen geest van daan? Maar ik mag het zoo wel, ondanks myn af keer van het schut teren, die nog iets anders is dan gebrek aan vaderlandsliefde. Alzoo zou ik er niets op tegen hebben als myn zoons een poos soldaat waren, mits alle andere burgeijongens in hetzelfde lot deelden. Dan kregen we ook in ons leger, net als in de maatschappij de goeden en de kwaden door elkander, en het zou wel wonder zijn als de eersten de laatsten niet in toom hielden en door hun voorbeeld verbeterden. Het eenige wat ik tegen den algemeenen dienstplicht weet aan te voeren is, dat hij het land zoo verbazend veel geld zou kosten; de belastingen behoeven waarlijk geen dubbeltje hooger te worden en dan is ’t nog mooi genoeg. Mynheer Den Beer Poortugael tapt echter uit een ander vaatje. Hij wil het tegen woordig cyfer ongeveer behouden, maar verlangt* dat zy die in de loting vallen niet vyf maar tien jaar beschikbaar blijven voor de landsverdediging, met afschaffing van de schuttery natuurlijk. De druk zou daardoor niet veel zwaarder worden. De lotelingen kregen denzelfden oefeningstijd, gingen dan met den spekzak naar huis, om jaarlyks een poosje op te komen voor de zoogenaamde groote manoeuvres, dat wil zeg gen, alleen gedurende de vyf eerste jaren, net als nu. Daarna kwamen zij by de reserve die in tijd van oorlog of oorlogsgevaar onder de wapens wordt geroepen en dan natuurlijk veel geschikter is voor de verdediging dan de schutterij. Maar in dien reserve-tyd zon men het den braven strijders niet las tiger maken dan broodnoodig is. Eenmaal, hoogstens tweemaal in al die vyf jaren een weekje opkomen om s te nemen en het klappen van de zweep niet heelemaal te verleeren, zietdaar alles. Eerlyk moet ik u zeggen, mijnheer, dat het plan my voortreffelijk toeschynt, en zoodra mijnheer Den Beer op nieuw Mi nister van Oorlog wordt, kan hij op mijn steun alvast rekenen. Van plaatsvervan ging of nummervepwisseling wil hij, dat spreekt vanzelf, niets meer weten; over zulke pruikerige dingen durft men niet meer praten of schrijven, alleen uit eigen belang handhaaft men ze en zwygt er verder over. Dat ik het idéé van mynheer Den Beer zoo prys, is niet omdat ik er geen enkele bedenking tegen heb: Welk plan is daar dan ook heelemaal boven verheven? Best mogelyk dat mijn bezwaar niet is op te lossen maar zeggen wil ik het toch. Ik bedoel metdat de schry ver van oordeel is, dat zonder grondwetsherziening een goede regeling van de levende strijd krachten vraag excuus voor de deftige woorden, maar die behooren er nu eenmaal by, niet mogelyk is. Ware het dit alleen, ’k zou zeggenPraat er dan niet langer over want die herziening komt evenmin als dat ik een erfenis zal krygen van een Üost- Indischen oom dien ik nooit gehad heb. Wat hy voorstelt ligt binnen den kring der tegenwoordige grondwet, en kan dus bereikt worden zoodra men den heer Den Beer weer Minister maakt en de meer derheid van de Kamers het met hem eens is. Wat ik den zwakken kant van zyn stelsel noem is, dat de jongelui, die dan vryloten, zoo geheel van alle offers voor de zaak der landsverdediging ontheven zyn. Daar licht, vindt ik, iets onbillyks in. Alle Nederlanders hebben in dat opzicht hetzelfde belang, en ieder moet er wat voor over hebben. Niet de een alles en de andere niemendal. Kon het zoo geschikt worden, dat de een zijn tyd gaf en de ander zyn geld ik spreek nu niet van bloed, want dat komt in oorlogstijd te pas en ik blyf nog altyd geloovendat ais de vyand ons be dreigt ieder zal willen meevechten en de genen die vrijstelling hebben gehad erg het land zullen hebben dat zij nu niet geoefend zijn I dan zou het wat anders zyn. Mis schien zou de zaak zóó gevonden kunnen worden, dat de vrijgestelden of hun ouders aan een byzondere belasting werden onder worpen, stygende naar gelang hun rang of stand in de maatschappij 1 Meur velen vooral uit de lagere volksklassezouden zeggen dat zy geen geld hebben, en men kan toch ook in elke gemeente geen groot hok maken om er onwillige betalers in op te sluiten? Of denkt u dat het billyker, uitvoerbaarder, doelmatiger en practischer zou wezen, om den lui gedurende hun tienjarigen diensttijd (of hun ouders zoolang zij minderjarig zyn) zóóveel percent afslag van ryksbelastingen te geven? Wil ik u eens wat vertellenin ver trouwen? Als mynheer Hordyks kieswet er doorgaat, dan wordt ik ook kiezer voor de Staten-Generaal, en alzoo een van de ‘22.060 redders van het vaderland. Ge beurt dat, dan sluit ik my dadelyk aan bij de vrijzinnige kiesvereeniging «Recht door zee,” en zal dan over dat belas ting- ideetje eens ferm het woord voeren. Mo gelijk beleg ik er wel een meeting over. Als alles goed gaat, «kunt ge derhalve nog Apotheker. in flesschen - en 65 Cent, •rkoming van maak iedere tinnen cap- i, waarop ne- Wolff Zn.; orinchem bij J. D. den isveld; Lek- Oudewater ijk bij C.G. Overzicht Nog is de storm niet voorbjj, die door Jeromes manifestatie in Frankrijk is ver wekt Het door den Senaat aangenomen voorstel van Wet tegen de lastige preten denten is nu weder door de Kamer ver worpen, die zich vereenigde met Senator Barbeys voorstel de regeering te mach tigen lastige pretendenten te verwijderen en haar oorspronkelijk voorstel dienover eenkomstig wijzigde. De Senaat hield even wel voet bij stuk en handhaafde haar voorstel—Waddington. De slotsom van dit alles was, dat de regeefing haar aanvraag om ontslag vernieuwde, de president het ontslag aannam, en, na te vergeefs bij Freycinett te hebben aangeklopt, Jules Ferry bereid vond een nieuw Kabinet saam te stellen. Deze was daarmede, de omstan digheden in aanmerking genomen, al spoe dig gereed. Ferry is president van den Ministerraad en tevens belast met de por tefeuille van Onderwijs. Oorlog en Finan ciën bleven. Bijna alle Ministers behooren tot de union republicain. Inmiddels ver gaderen de verschillende fracties der Kamer, die zich verdaagde, om te beraadslagen over de houding tegenover het nieuwe Kabinet in te nemen, en de eischen te stellen ten op de forten een kijkje I jer pretendenten-quaestie. ,lannön von L ,WOOn g?makkelgke teak voor het nieuwe Kabinet is het niet: overeenstemming te brengen tusschen de beide wetgevende lichamen, die, als ze pensen botsing zijn, de oude veeten weder zoo'gaarne oprakelen, ’t Verstandigste ware wel de beslissing over de aanhangige zaak uit te stellen tot dat de gemoederen tot kalmte zullen zijn gekomen. Mogelijk zou dan de Kamer het Senaats-voorstel nog te kras vinden, in plaats van meer te eischen. Men zegt dat de nieuwe regeering zulk een middel ge vonden heeft. De troonrede, waarmede het Engelache parlement in het laatst der vorige week geopend is, handelt voornamelijk over Egypte en, wat het binnenland betreft, over Ierland doch behelst dienaangaande niets nieuws. De Engelscho troepen zullen Egypte ver laten, zoodra aldaar eene zelfstandige re geering is opgetreden, die de binnenland sche rust en de veiligheid van het Suez- kanaal voldoende waarborgt. Zij is het daaromtrent geheel eens met de overige Mogendheden, uitgezonderd Frankrijk, dat zich nog niet duidelijk uitsprak. Het regeeringsvoorstel tot vervanging van den parlementairen eed door eene verklaring in sommige gevallen, is, hoewel de troon rede er met geen enkel woord van repte, reeds ingediend en in behandeling. In ver band hiermede stelde Bradlaugh eene nieuwe poging om zijn zetel in het parlement te bemachtigen, uit. De toestand in de Transvaal laat nog altijd te wenschen over. Voortdurend had den er vijandelijkheden plaats met naburige stammen en inboorlingen, zoodat de regee- l ring ook altijd nog in gebreke was gebleven, de aan het einde van het vorige jaar ver vallen schuld van 50.000 p. s. te betalen. Zij zal hieraan eerstdaags herinnerd worden. Carey, het Dublinsch gemeenteraadslid, me deplichtige aan de in Ierland plaats gehad hebbende moorden, is het enfant terrible geworden zijner medebeschuldigden. Hij heeft het heele geheim van den moordaan slag op Bourke—Cavendisch verklapt, zoo- j dat, op twee na, alle beschuldigden naar do 1 Assises zijn verwezen, om daar hun vonnis te ontvangen. De Donau-conferentio is nog altijd druk aan den gang. tenrijk schijnen te zullen zien. Groote aanstalten worden in Rusland ge maakt voor de kroningsfeesten, waarmede het ditmaal ernst schijnt te zullen zijn. Do Momleur de Rome maakt den jongsten brief openbaar van den Paus aan den Keizer van DuitHcliland. Daaruit blijkt dat deze genegen zou zijn de Meiwetten te herzien, terwijl het Vaticaan zich van zijnen kant be reid verklaart de Bisschoppen te machtigen tot het doen van aangifte wegens de be noeming van nieuwe geestelijken. Overi gens eischt de Paus zooveel mogelijk zelf standigheid in de uitoefening van het gees telijk ambt en de vorming J De Duitsche Rijksdag is eengegaan, na eerst zonder meerderheid bij staking van stemmen verworpen te hebben een tegen den bekenden Minister Stephan gericht voorstel tot beperking van den Zondagsdienst bij het post- en tele- graafwezen. Er dreigt een Italiaansch—Turksch ge schil door de beleediging den Italiaanschen STATEN-GENERAAL. Dinsdag en Woensdag was het woord aan den Minister van Financiën en aan de finan- ciëele deskundigen in de Tweede Kamer. Het gold de wetsvoordracht tot het aangaan van een geldleening ten bedrage van 60 millioen gulden ten laste van den Staat. Wij zullen gezegde specialiteiten niet op hun hooge vlucht en in hun diepe logica trachten te volgen ofschoon het financiëel beleid van de Regeering weer niet onaan getast bleef, was men algemeen wel over tuigd van de noodzakelijkheid dezer lea ning ten einde de vlottende schulddie den Staat ruim 5 percent kost en verder felijk is voor het crediet, te consolideeren. Het debat liep voornamelijk over de ren- tewetj^ de Minister achtte de in het ontwerp voorgestelde 3 percent voordeelig, do heer Gleichman en andere sprekers betoogden dat 4 percent verreweg de voorkeur ver dient, ook met het oog op latere conversie van reeds bestaande schuld en om de aflos sing h pari gemakkelijk te maken Door de heeren GleichmanDe JongMees Van DeldenGoeman Borgesius en De Bruijn werd in dien zin een amendement voorge- stelddat ?met 57 tegen 20 stemmen werd aangenomen. De aanneming der geheele wet geschiedde met 59 tegen 18 stemmen. Bij den aanvang der zitting van Dinsdag deelde de Minister van Financiën mede dat de heer De Brauw, na het votum der Kamer in de Billiton-zaakaan Z. M. den Koning eervol ontslag heeft gevraagd als Minister van Koloniën. Een ontwerp tot ontmunting van zilver geld tot een bedrag van 25 millioen gulden de kosten, ten bedrage van 5 millioen gul den te dekken door uitgifte van muntbil-' jettenis bij de Tweede Kamer ingekomen; - Z. M. heeft de benoeming van den burgemeester der gemeente Hoog-Blot'- land W. Lotsy tot secretaris dier gemeente goedgekeurd. Z. M. heeft benoemd tot nota ris te Utrecht, C. Van Aaken van Schaar denburg candidaat-notaris aldaar en tot notaris te Uithuizen (Groningen) L. Boom- i gaart, candidaat-notaris te Dordrecht. Z. M. heeft J. W. Veen Valck, ontvanger der directe belastingen en accijn- sen te Zwijndrecht c. a., benoemd tot ont vanger der invoerrechten en accijnsen te Dordrecht c. a. De Minister van Koloniën, Jhr. Mr. W. M. De Brauw, heeft na het votum der Kamer in de Billiton-zaak zijn eervol ontslag aan den Koning aangeboden. De Minister van Binnenland sche Zaken heeftdoordien in een aanzien lijk gedeelte van het spoelingdistrict sedert 1 September 1882 geen gevallen van long ziekte onder het rundvee zijn waargenomen, den afsluitingskring aldaar beperkt. Met ingang van 20 dezer zal het kon. besluit van 17 Aug. 1878 toegepast worden in dat gedeelte van de provincie Zuid-Holland hetwelk de volgende gemeenten of deelen van gemeenten omvat: het gedeelte van de gemeente Kethelaan den Kandelaar langs den Kethelweg tot aan het Spieringerbosch, verder de gemeenten Schiedam en Delfshaven en van de gemeente Rotterdam van de Bonte Paallangs de oostzijde van het park tot aan de Maas en van de Bonte Paal langs de zuidzijde van den West-Zeedijk door het water van den Schiedamschen singel en Coolsingel tot de Delftsche vaartvervol gens langs de Delftsche vaarthet Stok- visch water door het water aan de Vest tot aan het Hofpleinverder door de üotte tot en mot de waaglangs de huizenrij van het Strooveerlangs do huizenrij ten noor den van het Hofpleinlangs de huizenrij van Schie, oostzijde tot aan de Heulbrug, verder langs de Rotterdamsche Schie en Delftsche Schie tot aan den Kandelaar terug. In ons vorig nommer hebben wij medegedeelddat in de zitting der Tweede Kamer van Vrijdag jl. met 47 tegen 9 stemmen is verworpen het wetsontwerp, om de regeering te machtigen aan de be heerders van den faillieten boedel van de Rotterdam - Munster - spoorwegmaatschappij terug te geven het indertijd in de schatkist gestorte waarborgkapitaal van vier ton. Het „Vaderland” schrijft dienaangaande het volgende: „Uit verscheidene ons meogedeolde vragen om inlichtingen maken wij op., dat wij onzen lezers geen ondienst doon met do geschiedenis dezer zaak nog in hot kort mede te deelen. Den Ion Mei 1873 werd aan do heeren E. Otlet te Brussel en L. Wilmart te Brugge concessie verleend voor een spoorweg van Rotterdam langs Schoonhoven, Jutfaas, Wijk bij Duurstede en Wageningen naar Arnhemen den 15on Mei 1874 voor een spoorweg van Arnhem langs Winterswijk naar de Pruisische grenzen. Tot waarborg werd een som van 4 ton gestort in ’s Rijks schatkist, terwijl in art. 38 der concessie

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Schoonhovensche Courant | 1883 | | pagina 1